6° V (Naar Starke.) Bukken doe het; maar pas op, dat gij uwe beenen niet breekt. Beleefd zijn ’t is uw pligt; maar dring u nooit iemand op. Kruipen verfoei het, want gij hebt gezonde voetenbid de gouden kalveren der aarde niet aan. Een goed geweten is beter dan twee getuigen. Het is eene zon, die het ijs van uwen kommer doet smelten; eene fonteinwanneer gij dorst hebteen stafwan neer gij wankelteene lommerals u de zon steekt eene donzen peuluwwanneer gij sterft. te voren; daar hangt nog op de oude plaats een kana rievogel misschien nog wel dezelfde, dien ik het laatst van de school medebragt. Omogt ik hier maar eene poos vertoevenZien moest ik umaar mijn tijd is kort. Morgen middag trek ik verder op middernacht is voor bij, en om twee ure is mijne tegenwoordigheid in de stad volstrekt noodzakelijk. Morgen ochtend na zevenen heb ik nog een uurtje ledigen tijd: zoo gij dan in de stad kondet wezendan zouden wij nog veel bepraten en vertellen.” Wij komen, wij komen, mijn zoon!” hernamen de ouders; maar de brave Haiden is hier; mogen wij hem medebrengen Haiden, ach, Haiden!” riep de held; o hoeveel verrukking moet zich alzoo in weinige uren voor mij opeen hoopen! Ja, hij moet mede komen. Hij hoort toch zoo gaarne vertellen.” Nog een paar bepalingen tot afspraak, nog een paar lange omarmingen waren slechts mogelijk, want dehuis- klok sloeg één uur. Hoe dikwijls,” sprak de krijgsheld, hebt gij mij reeds aan het zoo gaarne vertraagde af scheid herinnerd! Tot wederziens dan binnen weinige uren vaartwelvaartwel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Adresboeken Gouda | 1844 | | pagina 42