71
EN
ANTWERPEN’S VROEGERE RIJKDOM.
PIILEGMA.
NAAMSVERANDERING.
boer nu vraagde, hoe lang hij wel had rondgezwalpt,
antwoordde hij: Net weet ik 't niet; maar, ik had
vuurslag bij me, en heb precies zes pijpen gerookt.”
Bij den grooten watervloed, die in 1717 in eenen
donkeren nacht Oostvriesland overstroomde, redde zich
een landman met zijn gezin op eene groote hooischelf.
Deze werd echter door het water in de hoogte geheven,
en nu dreef de man met de zijnen in den duisteren
nacht, bij den hevigsten stormwind voort, altijd in het
dreigendst gevaar, dat de hooischelf uit elkander zou
spoelen. Eindelijk echter dreef ze naar eene hoogte,
waar de ongelukkigen gered werden. Toen men den
Zekere smaakvolle dame eene nieuwe keukenmeid
gehuurd hebbendevraagde haar hoe zij heette. Ik
Toen Frans I tegen zijnen overwinnaar Karel V breed
ophaalde van de ontzaggelijke sommen, die hem te
Parijs eene brug over de Seine gekost had, antwoordde
de keizer: Mijne goede stad Antwerpen alleen kan
mij meer gelds opleveren dan er noodig, is om uwe
brug met al haar toebehooren te koopen: zij heeft mij
een voorschot van dertig millioenen guldens aangebo
den.
Tusschen een’ predikantdie nog niet lang in zekere
stad gestaan had, en een’ gebrilden en gerottingden
dandy viel het volgend gesprek voor
De dandy. Heeft Dominé hier al oesters gegeten?
De dominé. Neen, Mijnheer!
De dandy. Dan frequenteert Uwé de beau monde niet!
De dominé. Eet Uwé dan wel oesters
De dandy. Of ik
De dominé. Dat had ik niet gedacht
TW >5 "7 B5 JHt® «13» ’□B7 EC ±^K"