49 48 kleine glazen boven de Libry of stads-boekenzaal ge* maakt, alsmede enkele kerkglazen voor andere steden, zooals Amsterdam, Delft, Enkhuizen, Medemblik. enz. Wouter crabeth heeft op verre na niet zoo veel ge schilderd als zijn broeder. Gelijk gezegd is maakte hij zijn eerste glasdat van salomo’s gehoorgeving aan de koningin van scheba, in het jaar 1561; in het volgende jaar maalde hij het offer van elias en de voetwassching door jezus (het 13de of 22ste); twee jaren later schilderde hij het glas van ^sHeilands ge boorte (het 14dcof 12de) en in 1566 zijn laatste stuk of glas van den tempelroover heliodorus (hetl5deof 8st0). Er zijn dus in het geheel van hem slechts vier glazen in de Goudsche kerkdoch hij heefteven als zijn broeder, ook voor andere kerken en huizen geschilderd. Wanneer men de betrekkelijke geldswaarde van onze dagen tot maatstaf neemtdan moet men met de lange van wyngaerden betuigen, dat de broeders crabeth hun schilderwerk al zeer goedkoop verrigtten: immers het blijkt uit eene nog aanwezige quitantie van wouter, dat hem voor het glas van elias offer en de voetwassching, dat achthonderd vijf en een halve voet in Jt vierkant groot is, niet meer dan tien en een halve stuiver is betaald; doch men verlieze daarbij den tijd, waarin dit plaats had, niet uit het oog. Toen kon men met honderd gulden ongeveer zoo veel doen als thans met duizend. Om iets uit die dagen ten bewijze aan te halenOp den 29ston October 1553 gingen zes personen, waaronder een burgemeester, de rentmeester en dirk crabeth zich bevonden, van Gouda op reis naar Utrecht, ten einde daar hun verzoek tot het vereeren van kerkglazen in te dienen. Zij besteed den zes dagen tot de reis, en bragten gezamentlijk voor reiskosten, verteringen, enz. in rekening de som van twaalf gulden en dertien stuivershetwelk op zeven stuivers elk persoon per dag neêrkomt. Pieter de leidekker, reisde op last der Wethouders en Kerk meesters naar Andernaken op den Rijn en had daags voor reiskosten drie stuivers hij bleef tien dagen uit, en had met eenig verschot in alles 33 stuivers verteerd. De opperbouwmeester over hel geheele werk der weder- oprigting van het afgebrande kerkgebouw genoot daar voor twee en vijftig stuivers per week; de oppertimmer- man en oppermetselaar ieder negen stuiversde opper steenhouwer zeven stuivers, hunne knechts vijfazes stuivers daags. Eene eiken doodkist staat aangeteekend in datzelfde jaar a zestien stuiverseene van beuken hout a acht stuivers, enz. enz. En toen klaagde men toch reeds luide over de dure tijden, die men beleefde Keeren wij na dezen kleinen uitstap tot de broeders crabeth terug. Reeds boven gewaagden wij van het verschil in beider teekentranten voegen hierbijdat het glasschilderwerk van dirk, als olieverw, in kracht, schoonheid van houding en uitvoerigheid de voorkeur verdient boven dat van wouter, terwijl intusschen de laatste zijnen ouderen broeder overtreft in grootschheid van trekken, stoutheid van hoogsels, breedte van plooi- jen. Beider vaardigheid in het schilderen en bakken van het glas, inzonderheid die van dirk, grenst aan het ongelooflijke. Geene kosten waren hen te grootgeene moeiten te zwaar, zoo zij daarmede hun werk konden ver beteren en volmaken. Geheele geschilderde panden na men zij weder uit de kerkramen, wanneer zij er eenig gebrek aan bespeurden, en verschilderden en verhakten die met taai geduld; zoo prat waren zij op hun schilder werk. Beide verdienen ten volle den naam van uitste kende meesters, die de grootste, zoowel als de kleinste ontwerpen durfden ondernemen, en ze met gelijke uitvoerigheid behandelden. Dus oordeelden beroemde kunstenaars er te allen tijde over. Rubens prees boven alle andere glazen dat, hetwelk met den kerkroof van Heliodorus prijkt en door wouter crabeth in den smaak van Raphael, die hetzelfde onderwerp heeft behandeld, geschilderd is. Wij zouden de kunstverdienste der broeders cra beth niet haar volle regt doen wedervaren indien 4

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Adresboeken Gouda | 1845 | | pagina 36