63
GEPAST ANTWOORD.
DAT KWAM NIET UIT.
VERGELIJKING.
HOE MEENDE ZIJ DAT.
EENE LIST.
Een advokaat, die geenszins een groot redenaar was,
maar zich toch op zijne welsprekendheid veel liet voor
staan verdedigde op zekeren tijd een paar ouderlooze
kinderen voor de regtbank.
«Wel hoe is u mijn pleidooi bevallen?» vraagde
om hulp. Nu bood de aartsbisschop aan dengenen,
die de kinderen zou reddeneene belooning van
3000 livreseene jaarlijksche rente van 1200 livres;
maar vergeefs Niemand waagde zich in het huis
dat dreigde in te storten.
Dan wil ik de kinderen zelf redden! sprak
de edele man. Hij trekt zijn bisschoppelijk gewaad
uitklimt met eene ladder in het brandende huis
verdwijnt in rook en vlammen en brengt na eene
poos de kinderen gelukkig naar buiten. De moeder
der geredde kleinen viel den redder te voet en
achter hen stortte het huis ineen.
De edele menschenvriend, die niet ten halve wilde
helpen geeft aan de moeder en de kinderen de
vroeger uitgeloofde rentewelke niemand had dur
ven verdienen.
Wat denkt gij toch wel over het tweede huwe
lijk van den ouden Jvraagde iemand aan zij
nen vriend; de bruidegom is in de zestig en de bruid
even zestien jaren.»
Wat ik daarvan denk,» antwoordde de gevraagde;
het komt mij eveneens vooralsof een molenaar voor
een handje vol graan dat hij nog te vermalen heeft,
een’ splinternieuwe!! molen liet bouwen.
Een reiziger, die zijnen intrek in eene dorpsherberg
had genomen, en door het geraas van de boeren in de
gelagkamer niet kon slapen, stond weder op en ging
Een oude vrijer overhandigde aan zijne huishoud
ster een stuk rundvleesch, ter zwaarte van elf pond.
Gelijk het echter gemeenlijk gaat, wanneer eene liefheb
bende gade niet voor het huishouden zorgt en waakt,
zoo ging het ook hier: de huishoudster wist het vleesch
tot haar eigen voordeel te gebruiken en klaagde nu ha
ren meester Verbeeld u, welkeen ongeluk de kat
heeft het vleesch opgevreten.”
Zwijgend ging de man naar de keuken, greep de kat
en leide ze op. eene weegschaal. Zij woog juist elf pond.
Ja, zeide hij tot de huishoudster, er is precies elf
pond vleesch; maar waar is de kat gebleven?
naar beneden. «Kastelein! sprak hij luid, roep mij
vooral morgen ochtend zeer vroeg op, want ik heb op
den weg 200 gulden verloren.” De gasten pakten spoe
dig hunne biezen, om hel geld te vindenen hij kon
rustig slapen.
Een schoolopziener vraagde in eene dorpsschool on
der anderen aan eenen dikken vierkanten jongen
«Christiaan, weet ge wel, wat regt en onregt is
Neen De schoolopziener schudde bedenkelijk
zijn hoofd, en wilde het den knaap met een voorbeeld
ophelderen. Zie, Christiaan, als Steven van zijne moe
der eene boterham krijgt, en gij neemt hem die af, denk
eens na, wat doet gij dan Ik vreet ’em op was
’t antwoord.
62