VERORDENING de zijn Verdeeling der Gemeente in wijken en het doen van aangifte tot het bijhouden der Bevolking-Registers. een letter en verblijf builen dezelve gaat vestigen, is verpligt al vorens zijn voornemen ten uitvoer te leggen, hier van kennis te geven ter plaatselijke Secretarie, al waar hem het getuigschrift van woonplaatsveran dering zal worden uitgereikt. Art. 6. zij hij in dezelfde of in wonen, is Art. 1. De gemeente zal in wijken verdeeld en in ieder van dezelve één of meer Wijkmeesters wor den aangesteld. Art. 2. Ieder gebouw zal met nommer worden gemerkt. De letters en nommers, zoo als de Burgemees ter die zal doen aanwijzen, zullen door en ten koste van den eigenaar der gebouwen, in zwarte olieverw, ter grootte van ten minste dertig streepen, op den post der deur of op eene andere zigtbare plaats, aan de voorzijde van het gebouw worden gesteld. Art. 5. De eigenaar zal verpligt zijn de letters en nommers, gelijk die naar luid van Art. 2 moeten gesteld zijn, steeds zigtbaar te onderhouden. Art. 4. Zij, die hun wettig domicilie in de ge meente vestigen, of werkelijk, hoezeer dan ook tij delijk, in de gemeente komen wonen, zijn verpligt hiervan binnen veertien dagen na die vestiging of inwoning aangifte te doen ter Secretarie der ge meente, aldaar de bij art. 76 van het burgerlijk wetboek geëischte verklaring af te leggen, het voor- geschrevene getuigschrift bij verandering van woon plaats of van tijdelijk verblijf over te leggen, en tevens de inlichtingen te geven, vereischt tot het behoorlijk bijhouden van het bevolkingsregister. Art. 5. Ieder, die de gemeente verlaat en Die binnen de gemeente verhuist, het eene andere wijk gaat verpligt, alvorens te verhuizen, daarvan aangifte te doen ter Secretarie der gemeente. Art. 7. De hoofden der huisgezinnen zijn ge houden, van de veranderingen, welke door geboorte, overlijden, inkomen of vertrek in de bevolking hun ner gezinnen ontstaan (behoudens hunne verplig- ting van aangifte bij den Burgerlijken Stand) bin nen vijf dagen na het plaats hebben dier verande ring ter Secretarie der gemeente kennis te geven. Art. 8. De overtreding der vorenstaande veror dening zal worden gestraft, als die van arll. 2 en 5 met eene geldboete van f en die van arll. 4. 5, 6 en 7 met eene geldboete van f\,tot ƒ10.— en gevangenisstraf van 1 tot 3 dagen, te zarnen of afzonderlijk. Art. 9. Behalve de slratïën in het vorige artikel bepaald, zijn de overtreders of nalatigen verpligt, binnen een' door Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn, en op daartoe gedane aanzegging, het gebrekkige of het verzuimde te herstellen; bij niet nakoming hiervan, zullen Burgemeester en Wethouders dit ten koste van den schuldige doen verrigten. Art. 10. Onverminderd de bepaling van art. 11 van het wetboek van strafvordering, zijn met het opsporen van de overtreding dezer verordening en het constateren van dezelve belast de ambtenaren ter plaatselijke Secretarie, de wijkmeesters en beambten van policie. OP DE Vastgesteld 26 January 1855.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Adresboeken Gouda | 1862 | | pagina 45