90
91
verwekkende
voorwerpen
mogen
i en woonplaatsen dergenen,
koopen, en den aard, de hoedanigheden
der gekochte goederen.
Art. 19. De personen, in art. 15 genoemd moeten
de door hen gekochte goederen gedurende drie dagen
na den dag van inkoop in den winkel ten loon stellen.
Art. 20. Wanneer de verkoopers hun onbekend
zijn, zullen zij de goederen niet koopen dan in te
genwoordigheid van twee bij hen bekende getuigen,
en de namen en voornamen van dezen mede op
voorschreven register aanteekenen.
In dat geval zullen zij de gekochte goederen niet mo
gen verkoopen binnen zes dagen na dien van inkoop.
Bij den verkoop na dien termijn, zullen zij de
goederen niet, afgeven, alvorens den naam, voornaam,
het beroep en de woonplaats der koopers in meer
gemeld register Ie hebben aangeteekend. Deze niet
kennende, zullen de goederen niet dan in tegen
woordigheid van twee bij den verkooper bekende
getuigen aan den kooper worden afgegeven, terwijl
van de namen, voornamen, beroepen en woonplaat
sen dezer getuigen in gezegd register aanteekening
moet geschieden.
Art. 21. De handelaren, bij art. 15 genoemd,
moeten de hun verdacht voorkomende goederen
voorloopig aanhouden en van de verdenking onver
wijld kennis geven aan den Commissaris van Policie.
Atr. 22. De melkverkoopers zullen de emmers
en kannen, waarmede zij de melk aanvoeren en
rondbrengen, met een’ daarop sluitend houten, blik
ken, zinken of koperen deksel gedekt houden.
Art. 23. De overtreding dezer Verordening, voor
zoo verre daartegen bij de algemeene wetgeving
geene strafbepalingen zijn vastgesteld, wordt gestraft:
andere stank
branden.
Art. 13. Zonder vergunning van Burgemeester
en Wethouders zal op de sloepen der huizen of op
de openbare straal geen werk mogen verrigt worden
dat geraas, stank of eenige andere hindernis veroor
zaakt.
Art. 14. Geen koop- of winkelwaren of andere
goederen zullen op de sloepen der huizen en pakhui
zen mogen worden uilgestald of opgestapeld, hooger
dan een el acht palm van den beganen grond.
Art. 15. Oudroeslverkoopers, uitdragers en in
het algemeen zij, aan wier bedrijf het in-en verkoo
pen onder de hand verbonden is van oud huisraad,
kleederen, koper, tin, ijzer, lood of touwwerk en
andere roerende goederen, zijn verpligl van iedere
winkel-, berg- en woonplaats schriftelijk opgave te
doen aan den Commissaris van policie, binnen drie
dagen nadat zij dezelve in gebruik hebben genomen.
Diegenen der ingezetenen, die een der voornoemde
bedrijven uitoefenen tijdens de afkondiging dezer
Verordening, zullen binnen acht dagen na die af
kondiging de bij dezen bedoelde aangifte doen.
Art. 16. Aan den hoofdingang van hunnen win
kel of bergplaats moet een bord gesteld zijn, waarop
naam en bedrijf des handelaars in letters van olie-
verw duidelijk en van de straat leesbaar staan uit
gedrukt.
Art. 47. De bij art. 15 genoemde handelaren
moeten een register houden, ingerigt naar een door
Burgemeester en Wethouders te geven voorschrift,
genommerd en gewaarmerkt door den Commissaris
van policieop den eersten van iedere maand, moet
het register ter visie worden aangeboden aan den
Commissaris van policie, die daarenboven zich dat
ten allen tijde kan doen vertoonen.
Art. 18. Zij zullen dag voor dag en zonder open
vakken daarin aanteekenen de namen, voornamen,
beroepen en woonplaatsen dergenen, van wie zij
en den prijs