92
95
van
Agenten
met
door den
en
het
van art 11
het
en
van
Verordening van Policie
Art. 1. Binnen deze Gemeente zullen, op daartoe
bepaalde plaatsen en tijden, bijzondere Markten ge
houden worden.
Art. 2. De bijzondere marktplaatsen zijn:
1°. Voor Paarden, op het Marktplein, ten noordwes
ten van het Raadhuis.
2°. Voor Runderen, Schapen en Varkens, op het
Marktplein, ten noorden en westen van het Raadhuis.
5°. Voor Kersen, Appelen en Peren, op de Groote
die van art. 10 met eene boete van eenen gulden;
die van artt. 16 en 22 met eene boete van een tot
drie gulden
die van artt. 7, 8, 9, 15 en 14 met eene boete van
een tot zes gulden of gevangenis van een tot drie dagen;
die van art. 1 met eene boete van drie tot zes
gulden of gevangenis van een tot drie dagen
die van art. 15 met eene boete van drie lot twaalf
gulden of gevangenis van een tot drie dagen;
die van art. 2 met eene boete van zes tot twaalf
gulden of gevangenis van drie dagen;
die van artt. 17,18, 19, 20 en 21 met eene boete
van drie tol vijf en twintig gulden of gevangenis
van een tot drie dagen
die van art. 11 met
vijf en l
drie dagen;
die van artt. 5, 4, 5, 6 en 12 met eene boete van
twaalf tot vijf en twintig gulden of gevangenis
Markt, oostwaarts bezijden het Raadhuis.
4°. Voor Pluimgedierte, Konijnen, Geiten, Bokken
Honden, op het Marktplein, ten westen van I
Raadhuis.
3°. Voor Kaas, op het Marktveld.
6°. Voor Boter, in het Boterhuis. op het Marktplein.
7°. Voor Bloemen, op de Gouwe, tusschen de Peper
en Keizerstraat.
8°. Voor Groenten, op de Naaijerstraat.
9°. Voor Aardappelen, op het Veerstal en aan de
Vesten, nabij de Pottersbrug.
10°. Voor Zee- en Riviervisch, op de Vischmarkt.
11°. Voor Hooi, op de Bogen, aan de Hooikade.
12°. Voor Turf en Hout, achter de Waag en het
Bolwerk bij de Bleekersbrug.
13°. Voor üitdragerswaren, achter de St. Jans Kerk.
Art. 5. Al de in hel voorgaande artikel niet ver
melde voorwerpen, welke ten verkoop aan de markt
gebracht worden en waarvan de verkoop niet strijdig
is met vastgestelde bepalingen, zullen zoodanige
plaats bekomen, als door den Marktmeester zal
worden aangewezen.
Art. 4. De voorwerpen, waarvoor bepaalde markt-
drie dagen.
Art. 24 Onverminderd de bepaling
van het Welhoek van strafvordering, zijn met
opsporen van de overtreding dezer verordening
het constateren van dezelve belast de beambten
Policie.
Art. 25 De Commissaris, Inspecteur en i
van Policie zijn bevoegd om, met inachtneming der
bepalingen van de Wet van den 51° Aug. 1855 (Staats
blad N°. 85), ten allen tijde, ondanks de bewoners,
binnen te treden in de woningen, winkels en berg
plaatsen der ingezetenen, ten einde het vereischte
onderzoek betreffende de inachtneming der bepa
lingen, verval in art. 1,2, 5,4,5,6, 7, 8 en 12 dezer
verordening te doen.
Art. 26 Alle vroegere Verordening betrekke
lijk onderwerpen, hij deze Verordening geregeld, wor
den afgeschaft.
eene boete van twaalf tol
twintig gulden of gevangenis van een tot
OP DE
MARKTEN BINNEN DE GEMEENTE GOUDA,
Vastgesteld 18 December 1855.