No. 121
DONDERDAG 17 MEI 1945
OFFICIEEL MEDEDEELINGENBLAD VOOR GOUDA EN OMGEVING
HET GERUCHT*
Min. Gerbrandy biedt
ontslag aan.
STADS'
NIEUWS
De Militaire Commissaris.
Mededeelingen van de N.BS.
Dc Politieke Opsporingsdienst.
DE VRIJE PERS
UITGAVE VAN: JE MAINTIENDRA! HET PAROOL
ONS VOLK - STENTOR - DE VRIJE SEDACHTE VRIJ
NEDERLAND - DE WAARHEID EN NI£UWSORGANEN
RedactieL. J. A. v. d. STEENHOVEN
Mr." A. A. J. RIJKSEN
Administratie: H. THOLENS
Bureau: MARKT 9 - GOUDA
Calomnlez, calomniez, il en reste
toujours qualque chose.
Ga door, ga door mcc lasteren,
er blijft altijd wel iets van hangen.
Beaumarchais.
Dezer dagen ontvingen wij op ons bureau
een briefje van een ingezetene van ongeveer
den volgenden inhoud: „De Heer A. ver
zoekt ons het volgende liedje van Clinge
Doorenbos op te nemen". Dan volgt een al
geel geworden krantenknipsel met een wel
raak versje „Het gerucht". De schrijver ci
teert verder nog een wandspreuk van den
„Bond zonder Naam"„Jaloersche menschen
zijn verscheurende dieren", waaronder in
kleine letters staat; De liefde is niet afgun
stig. De inzender wordt bestookt door het
gerucht, dat ook hij hoort tot degenen, die
zijn opgepakt om hun heulen met Duitsche
instanties.
Zullen we dat stukje opnemen? Niet aan
beginnen, meent een van ons. Als we den
naam van den inzender er bi) zetten denkt
ieder, die in deze dagen beticht wordt, er
recht op te hebben zich op een dergelijke
manier in ons blad te rechtvaardigen. En
bovendien het gedicht van Clinge Doorenbos,
die temidden van de bezetting uit volle borst
in „De Telegraaf" bleef staan zingen, alsof
er geen vuiltje aan de lucht was
Het slot was al gauwWe kunnen wel
een algemeen artikeltje over het gerucht
schrijven, maar we noemen geen namen. Be
sloten wordt verder om dat even aan den
inzender te gaan vertellen.
Gelukkig, hij is thuis. We spreken eerst
zijn compagnon. Die moet den heelen dag
van ieder die hij op straat tegenkomt hooren t
„Zoo, je compagnon is ook opgepikt, hè?"
Hij protesteert dan heftig. Misschien denkt
de ander dani „Wie zich kwaad maakt heeft
ongelijk. Er zal toch best wèt van aan zijn".
Allicht komt dan de goede kennis met een
opmerking als: „Maar jullie deden toch nog
al veel voor de Duitsche Weermacht, heb
ik wel eens gehoord?
De belasterde komt nu zelf binnen. Hij
probeert er boven te staan. Hij laat de
menschen maar praten. Die din natuurlijk
zeggen„Als hij zich goed verdedigen kon,
zou hij het wel doen". We leggen uit, dat
het moeilijk gaat den naam in de krant te
vermelden. Het heeft ook bezwaar voor den
belasterde zelf, wie er nog niet van hoorde,
verneemt daardoor ook van het gerucht. Die
zegt i „Er is geen koe zoo bont, of er is wel
een vlekje aan". (Bij al dat eender verloo-
pende gepraat, dat een heelen dag kan vul
len, zonder dat ie een minuut hoeft te den
ken, worden altijd veel spreekwoorden ge
bruikt.")
De Minister-President, Prof. P. S.
Gerbrandy, heeft aan H.M. de Koningin
het ontslag van het geheele Kabinet
aangeboden, H.M heeft den Minister-
President medegedeeld het ontslag in
overweging te zullen nemen en hem
tevens verzocht niet alleen de loopende
zaken af te handelen, doch steeds alles
te doen wat in het landsbelang is.
Laster is een laf wapen. Het is gooien
met modder van achter een veilige verschan
sing. Wie er niet vies van is om dit wapen
te gebruiken, heeft ook nog het voordeel,
dat hij moeilijk te bestrijden is. Het is toch
al niet te ontgaan dat sommigen in deze da
gen in hun naam worden gekrenkt. Degenen,
tegen wie een maatregel van hoogerhand
wordt genomen moet de schade in zijn eer
al verdragen. De burgemeester waarschuwde
in zijn rede ten stadhuize op 13 Mei er al
voor, dat een thans geschorste ambtenaar
straks misschien vrijuit zal gaan en dat er
wel een definitieve maatiegel kan volgen
tegen wie nu nog geheel ongedeerd in functie is.
We leggen den inzender dus uit dat wij
wel een algemeen artikel tegen het versprei
den van geruchten willen schrijven. De in
zender wil dat ook graag aanvaarden. De
compagnon raadt aan„Maakt U het humo
ristisch; dat wordt beter gelezen" Maareven
later heeft hij een ander ideei „De dominees
en pastoors moesten er eens over preeken
De opmerking is niet gek. Tekst het negen
de gebod: „Gij zult geen valsche getuigenis
spreken tegen uw naaste".
Misschien zijn er bovendien wel menschen
die luidruchtig naar een ander staan te wijzen,
opdat men naar hen zelf niet zal kijken.
Voor hen geldt nog altijd het ernstige woord
„Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld
wordt. Want met welke maat gij meet, zal
U weder gemeten worden".
Maar ook al preekten alle pastoors en do
minees over deze teksten, dan bleef het met
de toepassing in de praktijk allicht toch nog
gebrekkig.
En nu de golven van den tijd hoog gaan,
moet ieder op spatten bedacht zijn, ook op
het slerkleed der eer, waarmee hij altijd zoo
voorzichtig is geweest. Ieders leven gaat door
goed en kwaad gerucht. Wie recht staat
toone het in de geestkracht, die hij bewaart
dwars door de lange dagen van het kwade
gerucht heen.
Met deze uitgangspunten voor oogen zou
den we een artikel tegen het lasterlijke ge-
P1BA
praat kunnen schrijven. Maar waarom zouden
we naar een logische opzet en een passende
inkleeding zoeken?
U beschikt nu over de atof voor het ar
tikel. Misschien wilt U er liever zelf maar
eens over denken.
Zooals wij reeds meedeelden is dit van
het district Gouda de majoor J. A. Hagedoorn.
Diens bureau is gevestigd aan de Oosthaven 56
Deze oefent in dit rayon het meerendeel van
de bevoegdheden uit. die krachtens de rege
ling van de Nederlandsche regeering met de
geallieerden en het Miltair Gezag (meestal
afgekort als M.G.) zijn toegekend.
De militaire Commissaris neemt maatregelen
voor de zuivering, voor de plaatselijke voed
sel voorzienin voor locale transportaange
legenheden; hij kan roerende en onroerende
goederen vorderen, plaatselijke verordeningen
maken en tal van dergelijke zaken meer.
Nu de voornaamste werkzaamheden van
de B,S. achter den rug zijn, is, in het belang
van een geregelde voortzetting van het bur
gerlijke en econonlsche leven, een gtoot ge
deelte van de B.S. met ingang van Woens
dag 16 Mei groot verlof verleend.
Zij, wier aanwijzigheid bij dc. voortzetting
van het normale ourgerlijke en economische
leven niet noodzakelijk is, hebben vrijwillig
een voorloopige verbintenis voor 3 maanden
met de B.S. gesloten. Zij zullen zich met de
verdere diensten van de B.S., welke nog vele
zijn. belasten.
Het stafbureau van de B.S. is telephonisch
te bereiken.
Telef. no. Plaatselijk Commandant 2219.
Telef. no. Districts-Commandant 3729.
Zooals wij reeds hebben medegedeeld zal er
in Gouda worden opgericht een politieke
opsporingsdienst. Deze dienst zal het werk
ven de Binnenlandsche Strijdkrachten over
nemen met betrekking tot de aanhouding en
de in bewaringstelling van politieke verdach
ten. Onder dezen vallen ook de z.g. „weer
machtswerkers". Het ligt in de bedoeling van
h"t Militair Gezag zoo snel mogelijk en op