voor de a*s* Herstemming
volledige Kantoorinstallaties.
worden in den kortst mogelijken tijd geleverd*
H.H. ROOKERS
Drinkt VERZUDEN'S KEIZERINNE-BITTERTlör^leid.
BAKKERIJ te
BROOD - BESCHUIT - BANKET
KOEK en SUIKERWERKEN,
TE KOOP tegen spotprijzen?
MATHOTS BOEKHANDEL
VERLOREN
Geïllustreerd Familieblad
voor Waddinxveen - Moercapelle - Reeuwijk - Zevenhui;
STIPTE GEHEIMHOUDING VERZEKERD
DRUKKERIJ DAG EN NACHT DISPONIBEL
DRUKKERIJ HERMAN MATHOT
Wilt gij sigaren rooken
ZONDER prijsverhooging,
Neemt proef en gij zijt voldaan.
W. BURGER,
WADDINXVEEN
lts- Levert uitsluitend EERSTE KWALITEIT
Brug C 10 -b A* R BAKKER.
Een groote voorraad 2de hands Meubelen
W. J. VAN ZANEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Ondergeteekende wenscht aan bovengenoemd Blad toe te kennen
een Vrijwillige jaarlijksche Bijdrage
adf
HAARBALSEM
Geïllustreerd Familieblad.
Zomerbloemen,
25 prachtige Bolbeg/onia's
Stoomboot „VOORUITGANG"
DRUKKERIJ HERMAN MATHOT - WADDINXVEEN
Rundvet - Rijst - Aardappelen.
NA DEN OORLOG.
Uit den doode herrezen.
trooi- en Aanplakbiljetten'
Telefoon Interc. Nr 33
WADDINXVEEN
Telegrasn-adrest Mathot
vraagt dan alleen mijn merken:
MODJO 2et. sigaar.
LUCIA -2'/,
GLORIOSO 3
Ml CASA 4 -
Nog een kleine voorraad 2 et» sigaren
(klein rnodet).
Beleefd aanbevelend,
Tabak en sigarenhandelaar, 731
WADDINXVEEN.
LUXE
Speciaal adres voor BONBONS en CHOCOLADE,
PRIMA BRUIDSUIKERS voor Bruiloften en Partijen.
waaronderstoelen, tafels, kasten, spiegels, pronk- en theetafeltjes, 1 ouderw.' mahonielL
'canapé, ledikanten, 1 groot prima keukenfornuis, nieuwe tuinbanken (geverfd en ongeverfd),
paoten voor banken enz. enz. enz.
TWEE HANDKARREN op veeren*
goed onderhouden TILBURY, met Eng. Collumpatentas en voorzien van nikkel-koper.
Een RIJZADEL met stijgbeugels, zeelen en hoofdstel met leidsels.
Een prachtige MOTORBOOT, 8 P.K.^f K.M.
II ¥J| een Partiinieuw smeedstaal en stalen zagenbledtien.
r-OOr 0*0+ OlUcUcn Ijzerwerken voor hooibergen enz.
Alle werkdagen te zien bij K. DE ROOIJ.
Jaagpad E 87, Waddinxveen.
FOTOGRAFISCH ATELIER - Oosthaven 20 - GOUDA
Opntffleo tot .Tornt. 9 uur bij ELF.CTRISCH LICHT.
VERGROOTINGEN
sssi:
voor Waddinxveen - Moercapelle - Recuwijk - Zevenhuizen
Bureau I lalianaafraat D 9 - Waddioxveen
Wijk:
ft aam:
Floralia's Oprechte Fijnste
Bereid volgens oud recept.
Heeft u ^ien kale plek op het hoofd,
Of zijt gij geheel van haar beroofd,
Wil DAN aan onze balsem denken,
Die u dé haargroei WEER zal schenken.
Voor het hoofdhaar is niet beter,
*Die het gebruikt, is daarvan zeker, 7n
Floralia's Baarbalsem is beroemd,
es wör
G^EN DEPOTS.
Levering alleen na ontvangst postwissel
door de fabriek.
GROSSIERDERIJ „FLORALIA".
7 Oost Pottenbakkerst. 7, Rotterdam F. 780.
Het adres wordt hieronder genoemd.
Prijs 2.20 guldei per potvoor 3 maanden gebruik.
Goed drukwerk is een machtig reclamemiddel;
Achterkade 17
Tclef. Int 115
Speciaal adres op het jjebied van
SCHRIJF. EN TEEKENBEHOEFTEN voor
Ruime sorteering. Groote voorraad. De nieuwste systemen.
Franco levering. Ten alle tijden te (^bieden.
Monstercollectie ter inzage aan het bureau van dit blad.
is geen enkel oogenblik besteed aan het
hetwelk door een schat van fraaie illustraties
U een aanschouwelijk beeid geeft van al wat
er belangrijks ter wereld voorvalt.
Dit RUK GEILLOSTREERD WEEKBLAD is bij ons
verkrijgbaar gesteld tegen slecht 45 cents per
drie maanden (franco per post 52'/2 cent).
Proefnummer GRATIS verkrijgbaar aan het
bureau van dit blad.
In het begin van ieder kwartaal worden de
abonnementsgelden geind.
1NTEEKENBIUET.
Oridergeteekende wenscht geregeld te
ontvangen het
Naam:
Wijk en Nr:
Dit pakket slechts f 1.25pakket,
0,75. leder besteller 10 wit bloeiende Leliën
Franco door geheel Neerland zenden wij
riiet patkluit, die direct óp perken, serres of bal-
cous kunnen wgiden uitgeplant.
Dit
{0.1
gratia.
Koord Hederlandsche
Bloembollntkweekenj ra Zaadbandd
„Graulntia-, SdteemtU.
UREN VAR VERTREK
Van WADDINXVEEN naar GOUDA:
Zondag, v.m. 8.35; n.m. 1,50 en 6.50.
Overige dagen, v.m. 7.05 en 9.20; n.m. 1.50
en 6.50.
Van BOSKOOP naar GOUDA:
Zondag, v.m. 8.15; n.m. 1.30 en 6.30.
Overige dagen, v.m. 6.45 en 9.—; n.m. 1.30
en 6.30.
Van OOUDA naar WADDINXVEEN en
BOSKOOP:
Zondag,"v.m. 10.30; n.m. 5.f- en 10—
Overige dagen, v.m. 8— en 10.30; n.m. 5—
en 9.15.
NUMMER 101
ZATERDAG 24 JUNI 1916
Nieuws- en
ADVERTENTIEPRIJSvan 1—5 regels 35 cent, Iedere
regel meer 7 cent BIJ ABONNEMENT (om binnen éét;
jaar te plaatsen, gerekend vanaf 1 Juli, 1 Oct, 1 Jan.
of 1 April) 1250 regels 6 cent 500 regels 5 cent 1000 regels
4 cent en 2500 regels of daarboven 3 cent p. regel. Dezelfde
advertentie voor 3 X opgegeven wordt 2 X berekend.
VERSCHIJNT IEPEREN ZATERDAGMORGEN
UITGAVE VAN
TELEFOON IETEHCQMMUHAAL Er 33
ftr
VERSLAOmkvan vergaderingen, BERICHTEN enz, I
gratis woMen opgenomen en worden IngetKfMtt tot a
lijk Donderdagmiddag 1 nar; ADVERTENTtfN tot uiterlijk
Vrijdagmorgen 9 uur. Advert en andere stukken
onderteekend zijn of van een bekende
uitgaan. Ingezonden stokken worden niet i
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk Donderdagavond 9 uur te Moercapelle, bij J. Westhoek; te Reeuwijk bij j. van Vliet; te Zevenhuizen bij H. VekwBJ.
OFFICIEELE KENNISGEVINGEN
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der Gemeente Wad
dinxveen brengt ter openbare kennis, dat
door Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro
vincie, bij hunne beschikking d.d. 5/17 Juni
1916, B. no. 582 (2e aid.) G. S. no. 65/1,
mor mn jaar vrijstelling van den dienet bij de militie
is verkend aan Willem Verwaal, ingeschreven voor
de lichting 1917 dezer Gemeente, zulks wegens
kostwinnerschap.
Waddinxveen, den 21sten Juni 1916.
tso De Burgemeester voornoemd,
VAN DORT KROON.
De BURGEMEESTER der Gemeente Wad-
dinxveen brengt ter algemeene kennis, dat
naar aanleiding van het dhtvangen bericht dat
eene beperkte hoeveelheid gesmolten rundvet en
rijst beschikbaar is, aanvrage is gedaan tot de
levering van 400 kilogram vet en 2270 kilogt. rijst.
Het vet zal te verkrijgen zijn bij de slagers
en winkeliers tegen den prijs van 80 cent per
de rijst bij de winkeliers tegen 10 cent
per pond.
Op herbaalde aanvragen om aardappelen, is geen
antwoord ontvangen.
Waddinxveen,^ 22 Juni 1916, 7ei
De Burgemeester voornoemd,
VAN DORT KROON.
Regeeringsmaïs.
De BURGEMEESTER der Gemeente Wad
dinxveen brengt ter kennis van belangheb
benden, dat door hem krachtens artikel 76 A
der onteigeningswet in bezit genomen Regeerings-
maïs, gemengd met gerst, gemalen, wordt ver
krijgbaar gesteld aan de Coöperatieve Maal
derij „De Eendracht" aan den Brugweg alhier,
voor de Ingezetenen dezer gemeente, vanaf Maan
dag 26 dezer, voor den prijs van f 11.35 per
zak van 70 Kilo bruto, contant, tegen over
legging van bons, die vanaf dien dag ter Ge
meentesecretarie persoonlijk aan de aanvragers
zullen worden afgegeven tot een maximum
hoeveelheid van drie zak per persoon.
De zakken moeten worden meegebracht.
Waddinxveen, 23 Juni 1916. 792
De Burgemeester voornoemd,
VAN DORT KROON.
MILITIE, LANDWEER EN LANDSTORM.
De BURGEMEESTER der Gemeente Wad
dinxveen brengt ter kennis van belangheb
benden, dat UITBETALING der vergoedingen
voor de gezinnen en betrekkingen van Militie-,
Landweer- en Landstormplichtigen zal plaats
hebben M«*ndag 26 Jnni a.s., des morgens tus-
schen 10 en 12 uur.
Zij, die verzuimen het geld op de daarvoor
vastgestelde uren af te halen, worden verwezen
naar den daaropvolgenden betalingsdag.
Waddinxveen, 22 Juni 1916. 595
De Burgemeester voornoemd,
VAN DORT KROON.
Meer dan één geleerde en niet-geleerde
heeft zich en ons, reeds beziggehouden met
te voorspellen, hoe het er in buiten- en bin
nenland uit zal ziei\ met den economischen
toestand der volkeren, als deze geweldige oorlog,
die alle oorlogen van vroeger in hevigheid
overtreft, zal zijn geëindigd en de vrede weer
tot ons zal zijn gekomen. Dat daarbij de één,
lettende op de te verwachten schaarschte aan
arbeidskrachten, geldmiddelen, krediet én koop
kracht, de zaken veel donkerder inziet dan de
ander, spreekt wel van zelf; evenzeer gevoelt
ieder, dat het gedesorganiseerde bedrijfsleven,
zoowel in de oorlogvoerende als in de neutrale
staten, nogmaals een gevoeligen schok zal hebben
te verduren, als de vrede is gesloten en het
normale verkeer wederom mogelijk is geworden.
Het spoorwegvervoer zal vermeerderen, de
scheepvaart zal door het vrijworden der gé-
blokkeerde handelsschepen den invoer doen
toenemen en de prijzen doen dalen, huizenen
fabrieken zullen weder worden opgebouwd
maar verder, ja, wat zal er verder gebeuren?
Zal de energie der volkeren, om zoo spoedig
mogelijk te herstellen, wat is uiteengerukt, zóó
groot zijn, dat de loonen stijgen en de koop
kracht grooter zal worden? Of zal de armoede
zoo groot en de kredietwaardigheid van Europa
zoo klein zijn geworden, dat het onmogelijk
zal zijn zich in korte jaren uit eene algenieene
malaise naar boven te werken?
We weten er niets van N en we geven om
de voorspellingen dienaangaande niet heel
veel; tot nu toe is met betrekking tot dezen
oorlog zoo ongeveer geen enkele uitgekomen.
Maar bovendien, wie zich ooit, hetzij uit den
aard van zijn bedrijf, hetzij oni andere redenen,
heeft moeten bezighouden mest het berekenen
van toekomstige toestanden, weet hoe dikwijls
die berekeningen falen, om de eenvoudige reden,
dat men één of meer factoren, die juist den
doorslag geven, niet kende en 4'ikwijls niet kon
FEUILLETON a a
Era episode alt dra Ooctenrjjksch-lUliaanscfaen oorlog.
7)
De „groote vogel" welke Quida gezien had
was de vliegmachine, waarmede de Fransche
vliegenier La Ros ep de Bèlgische oorlogsspion
dokter Jules Verbeeke, waren opgestegen om
bommen te gooien.
Overvallen door het onweer, was La Ros
getroffen geworden door een bliksemstraal en
had Jules Verbeeke met bovenmenschelijke in
spanning het dalende vliegtuig bestuurd, ten
minste voor zoover het mogelijk was.
Eindelijk was ook de motor getroffen en
Jules, onbewust van welk eene daad hij op
het oogenblik deed, sprong uit het nu reeds
brandende vliegtuig, met het gevolg dat hij enkele
meters verder op den harden rotsgrond neerkwam.
Gelukkig was de sprong zeer klein, want het
toestel had den bergwand al geraakt, dóórdat
hij den sprong maakte. En zoo kwam het dan
ook dat Quida, hem meegenomen had en hij
door die oude vrouw verzorgd werd, als ware
hij haar eigen kind.
Trouwens in haar troebele hersenen was dé
gedachte vastgeworteld dat hij l^iaar zöon, haar
Franz was.
Zoo was het dan ook geen Wonder, dat de
mannen uit Storo die op onderzoek uit waren
gegaan, wel La Ros en de machinjeoverblijfselen
vonden, doch geen dokter Verbeeke
Aan Quida, de heks uit de bergen dacht
natuurlijk niemanden men meehde algemeen,
dat de moedige Belg, reeds vóö,r La Ros uit
de machine gevallen of geslagen, was. En hij
was bij Quida, terwijl daar beneden dagen,
zelfs, tweedrie weken, over h^m gesproken
werd. Maar vinden deed men hem niet.
Cari Caro doet een ontdekking.
Zoo was dus dokter Verbeeke; de groote,
geweldige oorlogsspion die zoo menigmaal held
haftige dingen had^erricht en die schipbreuk
in de lucht had gereden, verdwenep niettegen
staande hij leefde. i
Wonderlijk was de toestand. Quida, die met
niemand sprak, had ook nu niets gezegd van
haar vondst, en de enkele malen d&t Jules tot
bewustzijn was geweest, waren niet voldoende
geweest om de oude vrouw begrijpelijk te maken
dat hij een dokter verlangde.
En al had Quida hem begrepen, dan nog
kennen. Welnu van meer dan één factor,
die van invloed zal zijn op den toestand na
den oorlog, zal de grootte onmogelijk zijn te
schatteneene vergelijking met vroegere jaren
na geweldige oorlogen brengt ons, door de
groote wijzigingen, die de gansche maatschappij
heeft ondergaan, niets verder. Veel zal ook
afhangen van den duur van den oorlog: dat
ten slotte eene menschen- en kapitaalvernieti
ging als thans plaats heeft, rampzalig moet zijn
in hare gevolgen, is zeer waarschijnlijk. Maar we
ten doen we niets en als wij, althans ten opzichte
van ons land, nogal optimistisch zijn gestemd,
dan heeft dat geen meerdere beteekenis dan
deze, dat ons land relatief misschien in betere
conditie verkeert, dan de ons omringendelan
den, doch dat zulks inderdaad slechts een graad
verschil in de algemeene verarming behoeft te
bedragen.
De vraag rijst dus onmiddellijkwat hebben
wij te doen, nu wij misschien staan aan den
vooravond van een crisis van enkele, of aan
een tijd van malaise van vele jaren? Hoe
houden wij eventueel het spook der slechte
tijden, der lage loonen en der werkeloosheid
zooveel mogelijk buiten onze deur? In zijn
algemeenheid is het antwoord natuurlijk een
voudig en voor de hand liggend: we moeten
trachten de takken van ons volksbestaan zoo
sterk mogelijk te maken door onderwijs, voor
lichting, krediet, enz. Merkwaardig is het echter,
dat, wanneer men verschillende schrijvers dit
onderwerp ziet behandelen, men bijna altijd
zal bemerken, dat zij bij hunne beschouwingen
bijna uitsluitend het oog hebben gericht op
handel en verkeer en op de nijverheid en dat
zij eerst in de laatste plaats, of in 't geheel
niet, zich bemoeien met dén landbouw in al
zijne geledingen.
Voor Nederland is het vraagstuk van de
crisis een landbouwvraagstuk. In hoofdzaak
althans. Zonder eenigen twijfel zal het voor het
geheele land van overgroote beteekenis zijn,
hoe het na den oorlog gaat met onzen handel
en met onze industrie. Wie denkt niet onmid
dellijk aan Amsterdam en Rotterdam, met de
schitterende havenbedrijven en aan allen die
daarbij ten nauwste betrokken zijn, van den
grooten koopman en den grooten bankier tot
den eenvoudigen havenarbeider? Wie denkt
niet onmiddellijk aan Twente, aan Brabant,
aan zdovele plaatsen in ons land, waar een
bloeiende nijverheid zich heeft ontwikkeld en
aan duizenden een bestaan verschaft?
Maar van hoe groote beteekenis voor ons
land ook is de welvaart der groote steden en
van de industriegebieden, van nog grooter be
teekenis is de welvaart van land- en tuinbouw
voor de algemeene welvaart, voor de kracht
om aan moeilijke tijden het hoofd te bieden.
In de eerste plaats reeds wegens het
aantal inwoners van ons land, dat min of t
direct bij de uitkomsten van het land- c
bouwbedrijf is betrokken. Precies te
hoe velen dat zijn, is moeilijk of, beter g
ondoenlijk; het hangt natuurlijk ook van
soonlijke inzichten en plaatselijke omsf
heden af, welke categorieën van personen»
in deze cijfers wil betrekken. Bovendien er
heeft hier een soort wisselwerking plaats tus-
schen de drie hoofdtakken van het volksbestaan,
die het moeilijk maken te zeggen, wie in som
mige gevallen het meest meewerkt tot de wel
vaart van hen allen. Bloeit de industrie in onze
Veenkoloniën door den landbouw, of bloeit daar
de landbouw door de groote ontwikkeling der
industrie Landbouw, nijverheid en handel zijn
niet te scheidenze staan niet tegenover, doch
naast elkaar en hebben elkaar noodig.
Zien we nu de Jaarcijfers van 1914, dan
blijkt ons, dat volgens de beroepstelling van
1909, er ruim 1,7 millloen mannen In een be
roep werkzaam vuuen; meer dan een half mil-
lioen hiervan war^m in den landbouw werkzaam.
Verdeelt men nu degenen, die zonder beroep
zijn, dat zijn in hoofdzaak de vrouwen en de
kinderen, gelijkelijk over de beroepen, dan zon
hieruit volgen, dat reeds dadelijk bijna een
derde deel der bevolking bij den landbouw is
betrokken. In werkelijkheid is dat getal echter
.veel grooter. We behoeven slechts te denken
aan de bedrijven en de winkels ten plattelandc
en in de kleinere stedenaan de zuivel-, sui
ker-, carton-, aardappelenmeel- en werktuig-
fabrieken; aan de binnenschipper!] en aan
degenen, die zich bemoeien met den uitvoer
van onze landbouwproducten; aan de graan
handelaren, de hypotheekbanken, de landeige
naren; ja, wie in ons land haast is niet bh
dén landbouw direct of indirect geïnteresseerd?
Het is, dunkt ons, volstrekt niet gewaagd te
zéggen, dat minstens twee derden van onze
bevolking onmiddellijk en bijna de geheele be
volking middellijk bij den bloei van den land
bouw belang heeft.
Wil dat nu zeggen, dat het oude spreekwoord; 3
als het den boer goed gaat, gaat het iedereen
goéd, in alle opzichten juist is? Natuurlijk niet; i
vooral in deze tijden behoeven we niet ver te
zoeken naar menschen, die het volstrekt niet
preftig vinden, dat het den boer zoo goed
gaat en die liever een lageren prijs voor som
mige artikelen zouden betalen. Maar wel is
het spreekwoord juist, zoolang die welvaart
haat ontstaan heeft te danken aan grootere
productie, aan meer intensieve cultuur en vol
komen op zijn plaats is hier het woord van
dr. Bos: „elke verbetering in de productie
brengt voordeelen in veel ruimeren kring dan
die der producenten."
had ze misschien niet gedaan wat van haar
verlangd werd, omdat zij steeds maar dacht
dat „Franz" opnieuw van haar heen zou gaan.
Djt was zoo inzielig, zoo jammerlijk droef.
Want met al haar werken met geestkrach
tige kruiden, bereikte zij niet zoo heel veel,
omdat Jules' ledematen, gekneusd door den sprong
op de harde rotsgronden, verzorging vroegen.
Eindelijk na vele dagen, opende Jules de
oogen weer, en voelde zich tamelijk goed,
alleen zeer veel pijn in armen en beenen.
't Allereerste wat Jules deed, nadat hij een
tijdlang had rondgezien was te probeeren een
gesprek met de oude vrouw aan te knoopen.
Jules sprak goed Italiaansch, zoodat Quida hem
verstaan kon.
Waar ben ik vrouwtje?
Bij je moeder, jongen, antwoordde Quida.
Jules keek haar scherp aan, en hoewel zijn
geest nog niet zoo helder was als anders,
hij had immers dagen lang bewusteloos gelegen
en alleen in heldere oogenblikken wat kruiden
tot zich genomen, bemerkte hij aldra, dat
het vrouwtje niet wel bij het hoofd was.
Wat nü?
Was zij alleen met hem?
Waren er nog anderen hier in de hut?
't Angstzweet brak Jules uit.
Wat wat moest hij beginnen met deze
krankzinnige? Verroeren kon hij zich niet, dat
was onmogelijk
Den dood was hij ditmaal ontsnapt, zou hij
nu hier als een hond moeten sterven.
Waarom spreekt mijn jongen niet? vroeg de
oude Quida met een smartklank in haar stem.
„Moeder," sprak Jules, die opeens van tactiek
veranderde, „Moeder ik heb zoo'n pijn."
Een idiote glimlach verhelderde het gelaat
van de ongelukkige.
Zeg mij, Franz, wat ik doen moet!
Ga een dokter halen.
Moet ik naar beneden, Franz?
Anders sterf ik, zei Jules toonloos.
Neen, neen,Ge moogt niet sterven
Ik zal alles doenMaar neem geen dokter. Hij
neemt jë van mij weg 11
Dan gaat ge mee, moeder, hernam Jules, die
tot iederen prijs haar wilde overtuigen van
hare gedachte, dat hij haar zoon was.
Neen, stiet de oude vrouw uit I Hier moeten
wij blijven. Jules rilde. Hij duizelde even.
Kunt gij dan niet naar beneden gaan om
medicijnen, Moeder?
Wij hebben kruiden I
Daar kan ik niet van leven.
(Wordt vervolgd).