een kas bouwen Bouw- en installatiebedrijf verwey Adegeest méér zekerheid Kleren maken de man GEBR. VENTE Minivoetbal in Dorpshuis BOOMKWEKERIJ D.A. SOL portret van een man met een uitstervend beroep: Kleermaker Jan de Ruiter bewogen levensloop al veertig jaar 'eigen baas' kleermakerij en stomerij reparatie- of verstelwerk Prima kwaliteit kerstbomen met kluit. Veel voordelen Geen meerprijs Ook zonder kluit verkrijgbaar. Tevens uw adres voor aardappelen en uien. GOED EN GOEDKOOP! Dorpsstraat 145 - 2761 AL Zevenhuizen Z.H. Telefoon 01802-2244 betekent Wie de naam Jan de Ruiter hoort noemen, moet onw illekeurig denken aan het fanfarecorps "De Kleine Trompetter". Dit keer hebben we het met hem nu eens niet over zijn stokpaardje (alhoewel hel toch wel weer zijdelings ter sprake komt) maar over zijn vak van 'kleermaker'. Welbespraakt als hij is. is het niet moeilijk om hem eens aan de tand te voelen. ...over tanden gesproken..."Koor de foto zal ik ze indoen, hoor!", belooft hij. "Trouwens, zonder zal ik ook be slist de deur niet uitgaan". In de kleermakerswinkel is het een ko men en gaan van mensen die kleding brengen of halen. Sommigen maken van de gelegenheid gebruik om een praatje met het echtpaar de Ruiter aan te knopen, iets waarvoor ze beiden meer tijd hebben dan vroeger. Op die manier worden de laatste nieuwtjes uitgewisseld. En altijd klinkt daar doorheen een vrolijke kwinkslag van de kleermaker, die voor geen gat te vangen is. Kwetsend of haatdragend laat hij zich nimmer uit. integendeel, hij probeert in z'n handel en wandel altijd rekening te houden met anderen. Als geboren en getogen Zevenhuizenaar, heeft hij een liberale inslag en de grondslag ervan zich eigen gemaakt. "Leven en laten leven" voert hij hoog in het vaandel, opdat "ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is". Onopvallend gaat Jan de Ruiter zijn weg en kent zijn plaats, waar het hap penings van Zevenhuizense allure be treft, schijnbaar in gedachten verzon ken, als een argeloos baasje. Doch weinig ontgaat hem, getuige de gesprekken die in zijn winkel plaats vinden. Als in z'n geheugen gegrift staan veel gebeurtenissen, waarvan sommige de publiciteit haalden en andere het cabaret bij de jaarlijkse uitvoeringen van De Kleine Trompet ter. Door menigeen werd 'gesmuld' van het 'op de korrel nemen'. Ook hier werd getracht om de kool en de geit te sparen en mensen niet op gevoelige tenen te trappen. Alhoewel er weieens een open deur werd ingetrapt... "Niet te veel ophemelen höor", klinkt het bij ons afscheid, iets waar we toch niet helemaal onderuit kunnen...de eerlijkheid gebiedt het...We kennen hem als een eerlijk man, die voor zijn standpunt uit durft te komen, geen blad voor de mond neemt, voor zover het zijn gestelde grens van "leven en laten leven" niet overschrijdt. Hij be schikt bovendien over een grote dosis bewogenheid met het leed van minder bedeelden, wat hij met geldelijke steun mee tracht te helpen verzachten. Vanuit zijn kleermakerszit op de tafel, kijkt hij niet alleen op z'n 'naai- handwerk', maar ook op de straat. Het valt niet mee om ongezien voorbij te fietsen, wat resulteert in een harte lijk handopsteken. Over zijn leven en de dingen die hij meemaakte, zou best een boek te schrijven zijn. Op bescheiden schaal is hij bezig met het aanleggen van een boek met krante-knipsels en foto's niet van zichzelf maar weer van...ja hoor, De KleineTrompetter. Aanvan kelijk begonnen we ons enigszins on verwachte vraaggesprek over het vak van kleermaker, doch de zijsporen die we betraden zullen we de lezers niet onthouden, omdat daar ook een stukje Zevenhuizense geschiedenis in voorkomt. Zoals vroeger met veel kinderen het geval was, werd Jan de Ruiter door z'n vader, die kleermaker en barbier was, al vroeg aan het werk gezet. In het pand waar al vele jaren kapper Van Welzenis zijn vak uitoefent, was vroe ger de kapperszaak van de vader van kleermaker De Ruiter gehuisvest. Het gezin, met zes kinderen, woonde achter de kapperswinkel. Niet alleen leerde Jan al vroeg de klanten in te zepen alvorens ze geschoren werden, ook was hij al op jonge leeftijd behen dig in het omgaan met naald en draad, achter de winkel. Op 13-jarige leeftijd had hij al aardig kennisgenomen van het kleermakersvak en kon hij zelf standig meten en passen, maar ook costuums zelf vervaardigen. Af en toe moest hij nog weieens z'n vader bij springen met de scheerkwast, iets wat hij al van zijn vroegste herinnering deed. "Zaterdagmorgen bijvoorbeeld, mocht ik niet naar school, dan moest ik thuisblijven om vader te helpen. Een man met een ijzeren wil, die weinig rekening hield met anderen. Nadat hij drie jaar thuis geholpen had ging hij naar de Rotterdamse snij- school, waar hij zich tegen een school geld van 1,25 per week verder be kwaamde in het maken van costuums. "Ik werkte meer dan ik leerde en moest er nog voor toebetalen. Na een poosje ging ik toch verdienen, maar liefst 2,50 per week, totdat ik twee jaar later, in 1939 in militaire dienst moest", vertelt De Ruiter, die van He- verleden echt op z'n praatstoel zit en op smakelijk wijze zijn lotgevallen vertelt rond de capitulatie van Neder land in mei 1940, als dienstplichtige. Hij was ooggetuige van de inscheping van de toenmalige regering, die het land verliet met een Engelse kruiser. Hoewel hij het nooit gelezen heeft, staat deze inscheping in een boek van dr. De Jong beschreven. "Ik was één van de eersten van de militairen die terug was in Zevenhuizen. Ik had gelift van Den Haag en Jan v.d. Wel sr. pikte mij aan het Noordeinde op met z'n D.K.W. Een tijdlang was Ze venhuizen overstroomd met evacué's uit De Betuwe, vanwege een oorlogs offensief, waardoor m'n vader handen tekort kwam bij het scheren van baar den, iets wat velen door de barbier lieten doen. Gelukkig was ik weer thuis en kon hem een handje helpen". Nog nadenkend over de wijze waarop die evacué's destijds naar Zevenhui zen waren gekomen en met hele gezin nen tegelijk bij Zevenhuizenaren wer den ondergebracht: "Was het niet met een grote Rijnaak?", vertelt hij verder. Over georganiseerde operaties tijdens het Duitse bezet, door de plaatselijke ondergrondse weet hij zich ook nog het één en ander te herinneren, waar van hij zo een enkel voorval vertelt. "Mijn vader had maling aan iedereen zelfs aan de moffen. Soms bracht er een officier een aantal de winkel in om ze wegens een bepaald vergrijp te laten kaalscheren. M'n vader weerstond dat verzoek, ondanks een getrokken revolver en jaagde ze de winkel uit. Ook luisterde hij, ongestoord, open en bloot samen met de klanten naar de Engelse zender". Twee jaar na de oorlog trouwde Jan zijn dorpsgenote Mien Bos en begon als kleermaker in de woning naast die van zijn ouders, waar hij nu nog het vak uitoefent. Dit was de kruideniers winkel van Dirk Bos, het inventaris ervan staat in een Gouds museum". In zijn ouderlijk huis wasjan voordien al enige jaren voor zover er stof te krijgen was, zijn vak aan het uitoefe nen. Uitrekenend roepen wezo'n bee tje tegelijk "40 jaar!". Een onopge merkt jubileum, dat in stilte is gepas seerd. Omdat het in de jaren na de oorlog economisch nog niet zo best was, werd er op de aanschaf van een costuum nogal eens bezuinigd. De Ruiter moest een pak dan 'keren'. "Een klant van me, bij wiens pak dat gebeurd was, kreeg een compliment dat hij er zo netjes uitzag, waarop deze reageerde "het was aan de ene kant vuil, dus is het gekeerd. Als deze kant vuil is laat is het weer doen". Met andere woorden, de klant dacht blijk baar dat er nog meer kanten waren", lacht De'Ruiter. Eenmaal bezig met anecdotes, dan volgen er meer! Zo was ér onlangs een vriend, die even binnenwipte, want er waren twee knopen van zijn jasje. Ik zette ze er op zijn verzoek meteen aan en zei dat hij niets hoefde te betalen. Zegt die man: "nee horr, je hoeft het niet voor niks te doen, hier, heb je een dubbeltje", en hij meende het echt hoor!, vult mevrouw De Ruiter-Bos lachend aan. "Jaren is de kleermakerij goed ge weest", vertelt mevrouw De Ruiter, die haar man's rechterhand is. "Toen het maken van maatcostuums er een beetje uitlag, omdat men in de winkel kant en klaar costuums kocht, hebben we jaren voor de confectieindustrie gewerkt. Een jaar of tien geleden hield dit op, omdat het voor de confectie zaken in het buitenland goedkoper was. Daarom hebben we toen de verzorging van stoomgoed op ons genomen. (Intusse zit De Ruiter nadenkend te genieten van zijn sigaar over wal hij nog meer zal vertellen) "M'n man maakte 25 jaar lang de uni formen voor de busonderneming Van Gogh, maar ook uniformen voor De Kleine Trompetter, driejaar geleden werden ze nog in een nieuw uniform gestoken". Gelukkig dat we het niet meer zo druk hadden met 'looncon- fectie' toen Jan acht jaar geleden zo vreselijk ziek werd. Een jaar lang is hij uit de roulatie geweest en verzorgde ik met m'n zus de kleermakerij, terwijl m'n zoon hielp met het rondbrengen van het stoomgoed", vertelt ze hoofd schuddend bij de herinnering aan die nare tijd. Gelukkig herstelde de kleermaker en oefent hij sindsdien nog steeds, of met hernieuwde ijver, zijn vak uit. Zich weer in het gesprek mengend vertelt hij dat het niet veel meer voor komt dat er costuums op maat gemaakt worden, ofwel 'aangemeten'. Een aantal trouwe klanten verkiest nog steeds zijn 'perfecte maatwerk' boven confectie, terwijl hij soms een opdracht krijgt van iemand, die een lichamelijke handicap heeft. De cos tuums blijken altijd 'up to date' omdat De Ruiter de mode op de voet volgt, door bestudering van allerlei mode vakbladen, waaruit hij ook veel leerde Is de vraag naar maatcostuums afge nomen, de verstelwerkzaamheden ne men toe. Zo zelfs, dat hij voor mensen die van buiten Zevenhuizen komen, even een 'stop' tot na de Kerst heeft ingesteld, omdat er nog een vracht verwerkt moet worden. "De mensen komen van heinde en verre voor het inzetten van een rits of een zoom in rok of pantalon. Vanuit Ommoord of Nieuwerkerk, zelfs op de fiets. De verste klant op dit moment uit Mid delburg", lacht mevrouw De Ruiter. Ze vertelt van een zuinige klant die vroeg, omdat de ene helft van een rits sluiting nog goed was, of er soms een halve rits in een pantalon gezet kon worden". Hoewel het vroeger alle maal handwerk was, bij Kèt maken van costuums en tegenwoordig veel machinaal werk, komt er voor verstel werkzaamheden weer veel handwerk kijken. De 'kleermakerszit' bepaald niet aangeprezen uit hygiënische over wegingen, door de Rotterdamse snij- school en vanwege het gevaar van ver groeiingen aan de rug en wervelko lom, het is een geliefkoosde z.it van De Ruiter. Boven op de tafel, met een goed uitzicht op buiten en licht op zijn werk, terwijl het naaiwerk op zijn knieën rust, zonder haast dat iets binnen de kortste keren af moet. "Vroeger moesten we weieens avon den doorwerken, nu doen we het rustig aan", lacht mevrouw De Ruiter die stelt dat ze tevreden zijn met het leven dat ze hebben. "Een sprookje is het niet, het kleermakersvak, want daar komen altijd 'arme' kleermakers in voor. Gelukkig is dat bij ons niet hoor!, verzekert ze. "Wel zijn we blij dat we de stomerij erbij hebben en debutant zijn van de Staatsloterij, meent de heer De Ruiter. Hij vertelt van zijn vak te genieten, maar zeker ook van de vrijdagse rit door Zeven huizen en Moerkapelle, voor de aflevering van stoomgoed. Hij leert daardoor velen kennen. De bewoners van de woonwijk 'West' vindt hij de gezelligste mensen, omdat ze altijd belangstelling hebben voor dorpse ge beurtenissen. "Vaak krijg ik koffie of thee aangeboden en ook weieens een borreltje. Omdat ik de hele dag langs de weg ben sla ik dat meestal af'. Op onze vraag of hij iedereen in Ze venhuizen en Moerkapelle bij naam kent antwoordt hij lachend: "Het gebeurt maar zelden dat er iemand in de winkel komt die ik niet ken. En zo niet, vraag ik altijd: "Ik ben niet zo erg nieuwsgierig, maar waar komt u vandaan?". Deze week bijvoorbeeld nog, iemand uit Enschede. Een Amerikaanse vrouw, die nu in Japan woont, maar een poos in West woonde, kwam voor het eerst in de winkel. Ik kon haar niet verstaan, ze zei maar "London Englisch", dus ik dacht: "Ze komt uit Londen en is Engels". Ik haalde m'n uit Engeland afkomstige buurvrouw erbij als tolk. Wat bleek nu, de vrouw was getrouwd mét een man die toevallig met zijn achternaam Londen Englisch heette". Als de lach geweken is, vragen we ten slotte of de 61-jarige heer De Ruiter nog lang als kleermaker hoopt door te blijven gaan. "Ja hoor", antwoordt.hij bevestigend "nog vele jaren hoop ik kleermaker te zijn en de stomerij aan te houden, totdal ik geen been meer heb om op te staan en niet meer kan kletsen". Dorpshuis Swanla organiseert op dinsdag 29 dec. voor jongens en meisjes in de leeftijd van 12,13 en 14, 15 jaar een mini-voetbaltoernooi. Dinsdag 22 dec. vindt een dergelijk evenement plaats voor de jeugd van de lagere scholen uit Zevenhuizen, Oud Verlaat. Leeftijdsgroepen: 7,8 en 9 jaar en 10,11 en I2jaar. Het inschrijf geld bedraagt 6,- per team. Elk team krijgt een prijs. Medewerking aan deze evenementen verlenen gediplo meerde scheidsrechters uit Zeven huizen. Op de drie lagere scholen zijn inch rij fformulieren verkrijgbaar, evenals aan de bar van het Dorpshuis. Schaatsen ruilen (ook nieuw) Tevens slijpen van noren. LIDA OTTEVANGER Parallelweg Zuid 45 Nieuwerkerk a.d. IJssel Tel. 01803-8370 A AUTOMOBIELBEDRIJF In- en verk. van uitsluitend 2 C.V., Diane, Visa, GS en CX. Gebruikte onderdelen Spuit- en plaatwerk Vlietkade 17a - Zevenhuizen (Z-H) - Tel. 010-550456 Noordeinde 75, Tel. 01793-1721 Zevenhuizen, 600 m. van Moerkapelle

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Dorpskrant | 1981 | | pagina 3