PORPSKRANT
4. jeugdgezondheidszorg;
5. management van de dienst.
De hieraan verbonden kosten worden geheel betaald uit de rijksbijdrage.
Als aanvullende taken kunnen worden genoemd:
- logopedie;
- ambulancevervoer;
- bedrijfsgezondheidszorg (reeds eerder vermeld);
- dienstverlening aan politie en justitie;
- preventieve jeugdtandzorg;
- afname extra dienstverlening.
Uitgangspunt hierbij is zoveel mogelijk dat de gemeenten niet méér (gaan) beta
len dan dat zij nu voor genoemde activiteiten beschikbaar stellen.
Het college verwacht de raad het komende begrotingsjaar de nodige voorstellen te
kunnen doen toekomen.
2. Reiniging.
Bij raadsbesluit van 28 juni 1984 zijn de nodige gelden gevoteerd voor de
inrichting van een inzameldepöt voor probleemstoffen, waarbij het Gemeen
schappelijk Vuiiverwerkingsbedrijf Midden Holland en Rijnstreek betrokken is.
Uitwerking zal binnenkort plaatsvinden.
Helaas moet worden opgemerkt, dat de coördinatie op dit punt niet zo goed
geregeld is. Eind september stelden Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het
college in kennis van hun opvatting om te komen tot een provinciaal uniforme re
geling met een provinciaal depót. Voorshands wil het college hierop niet ingaan,
mede gehoord hebbende de mening van het gemeenschappelijk vuiiverwerkings
bedrijf. Hiervan is Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in kennis gesteld. De
reactie van de provincie wordt nu afgewacht.
De verschuldigde vergoedingen aan de A.V.R. voor verwerkingskosten zijn onge
wijzigd begroot. De afgelopen jaren bedroegen de werkelijke verwerkingskosten
minder. Met het gemeenschappelijk vuiiverwerkingsbedrijf worden momenteel
onderhandelingen gevoerd over een wijziging in de tariefsopbouw, met name
betreffende het onderdeel afschrijving (op kostprijs of op vervangingswaarde).
Voor wat betreft de afvalstoffenheffing zullen burgemeester en wethouders de
raad voorstellen de tarieven met 3% te verhogen. Het dekkingspercentage zal hier
door worden gewijzigd van 58,14 in 59,89. In de berekening van dit percentage is
rekening gehouden met de kosten der reiniging met inbegrip van die van het
verwijderen e.d. van straatvuil.
3. Riolering en waterzuivering.
De tweede helft van 1984 kenschetst zich als de periode van de "riolering Oud
Verlaat". Het college hoopt dat nog dit jaar de Groeneweg, de Bermweg, de Wol-
lefoppenweg, de Vlietkade, de Rottekade, De Bonk, de Middelweg en de Strand
weg van riolering zijn voorzien.
Voor wat betreft de met de gemeenten Moerkapelle en Waddinxveen gesloten
overeenkomst betreffende de riolering langs de Bredeweg en omgeving, is begin
oktober vanwege de gemeente Waddinxveen bericht ontvangen, dat een aanvang
is gemaakt met de aanleg van riolering langs de Abr. Kroesweg en Zesde
Tochtweg (ged.).
De voltooiing van de riolering langs de Bredeweg (tussen veiling en Oogstpad)
wordt voorgenomen voor 1985, mede gelet op de afbouwregeling van de verfij
ningsuitkering rioleringen. In de meerjarenraming is hiermede rekening
gehouden.
Zoals ook bij de afvalstoffenheffing, zullen burgemeester en wethouders de raad
voorstellen de tarieven voor de rioolafvoerrechten met 3% te verhogen. Het dek
kingspercentage zal hierdoor worden gewijzigd van 86,94 in 87,63. Daarbij is
rekening gehouden met de verwachte verfijningsuitkering riolering voor de
aansluitingen in Oud Verlaat.
Ook in 1984 is nog niet tot een afronding van de ingediende schadeclaims in ver
band met de aanleg van riolering in de Dorpsstraat kunnen komen.
4. Milieubeheer.
Binnenkort zal de raad een voorstel ontvangen tot het aangaan van een overeen
komst met het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden HOIIand betref
fende het opdragen van taken aan het Regionaal Milieubureau (Milieudienst)
Midden Holland.
Het gaat daarbij om de navolgende taken:
- uitvoering Hinderwet in samenhang met de Wet algemene bepalingen milieu
hygiëne;
- het houden van toezicht op de naleving van de Hinderwet en andere milieuwetten
- het fungeren als centrale meldpost en het behandelen van ingekomen milieu
klachten.
Het zal mogelijk zijn om in overleg een breder takenpakket te laten verrichten.
Het vorenstaande is in feite het vervatten in een overeenkomst van hetgeen nu in
de praktijk reeds plaatsvindt.
5. Overige openbare hygiëne.
Het Kabinet streeft er naar met ingang van 1 januari 1985de keuringsdiensten van
waren volledig voor rekening van het rijk te nemen. In de begroting is hiermede
nog geen rekening gehouden. Wel zijn de financiële consequenties in de
meerjarenraming verwerkt.
RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING
1. Ruimtelijke Ordening.
Op een aantal punten gaan burgemeester en wethouders nader in:
a. Landelijk Gebied
Het was het college niet mogelijk de werkzaamheden om te komen tot een nieuw
bestemmingsplan "Landelijk Gebied" ter hand te nemen. Op korte termijn zal
hiertoe worden overgegaan. Het hiervoor benodigde krediet is door de raad bij
besluit van 24 maart 1983 reeds beschikbaar gesteld.
Ter goedkeuring bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ligt momenteel de 7e
herziening. Voor wat betreft de 6e herziening, is door de raad bij de Kroon beroep
aangetekend tegen de gedeeltelijke goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
b. Plan Swanla
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 8 van het besluit op de Ruimtelijke Ordening
heeft inmiddels een aanvang genomen. Tevens zijn de eerste contacten gelegd ter
verwerving van de in dit plan gelegen gronden.
c. Plan Centrum Dorp
Bij besluit van 22 maart 1984 heeft de raad dit bestemmingsplan vastgesteld. Het is
inmiddels ter goedkeuring voorgedragen bij Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland.
Van twee gebieden dient de nadere uitwerking nog plaats te vinden, te weten:
a. het gebied ten zuiden van het Raadhuishof;
b. Het gebied waar het toekomstige nieuwe gemeentehuis met bibliotheek zal
komen.
Beide uitwerkingen zijn het komende jaar te verwachten.
d. Plan West.
Ter inzage ligt momenteel het uitwerkingsplan voor fase F. van genoemd bestem
mingsplan. Binnenkort zal het college tot de vaststelling ervan overgaan.
e. Streekplan Zuid-Holland Oost
Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is een voorontwerp overgelegd tót
pagina 5
herziening van het genoemde streekplan. Binnenkort zal de raad dat ter beoorde
ling worden voorgelegd. Bij voorbaat wil het college nu reedsstellen.dat het al het
mogelijke zal doen om de continuïteit in de voortgang van de woningbouw te
waarborgen, daarbij gebruik makend van het ten dienste staande rapport inzake
de woningbehoefte.
2. Woningexploitatie/Woningbouw
In de vergadering van 6 september 1984 heeft de raad het voorstel behandeld
inzake het woningbouwprogramma 1985-1989.
Het houdt voor 1985 in:
- 22 woningwetwoningen in plan West;
- 16 premie A koopwoningen in plan West;
- 4 woningwetwoningen in Oud Verlaat;
- 8 woningwetwoningen en 2 HVAT-woningen aan het Raadhuishof;
- 26 vrije sectorwoningen met een eenmalige premie.
Daadwerkelijke realisering is afhankelijk van de contingentering.
Ten aanzien van de oplevering van woningen zal dit zijn 22 Groen en Bregman-
woningen in de huursector in plan West, de 9 premie C koopwoningen boven de
winkelbebouwing in het dorpscentrum en de 22 woningwetwoningen aan het
Raadhuishof.
Het aantal woningzoekenden bedraagt momenteel 217.
3. Dorpsvernieuwing.
Per 1 januari 1985 zal in werking tredende Wet de de Stads-en Dorpsvernieuwing.
Voorstellen tot vaststelling van een subsidieverordening op grond van deze wet
zijn de raad inmiddels voorgelegd.
Ingevolge deze wet zullen vanwege het rijk - voor Zevenhuizen door tussenkomst
van de provincie Zuid-Holland - tegemoetkomingen worden verleend in de kosten
verbonden aan de uitvoering van het beleid inzake de dorpsvernieuwing. Door de
provincie zullen regelen worden gegeven over de verdeling der gelden binnen de
provincie over de diverse gemeenten. Volgens de laatst bekende ministeriële
gegevens zou Zevenhuizen aanspraak kunnen maken op 120.000,- in 1985.
Door deze nieuwe wetgeving zullen diverse regelingen zoals o.a. het Besluit
bijdragen reconstructie- en saneringsplannen (80%-regeling), de lokatiesubsidie,
de regeling inzake de sanering van milieuhinderlijke bedrijven en de Beschikking
geldelijke steun verbetering particuliere woningen komen te vervallen. Subsidië
ring zal nu moeten plaatsvinden via de subsidieverordening.
Het vorenstaande betekent, dat de beslissingsbevoegdheid en de verantwoorde
lijkheid inzake de dorpsvernieuwing nu vooral bij de gemeente komen te liggen.
In de begroting is nog geen 'rekening gehouden met genoemde wet. Aanpassing
der begroting zal alsnog plaatsvinden.
Of de te ontvangen rijks- c.q. provinciale gelden toereikend zijn om alle eventuele
subsidie-aanvragen te honoreren, kan in dit stadium nog niet worden overzien.
Zodra meer bekend is over de provinciale verdeling der gelden zal vaststelling
door de raad kunnen plaatsvinden van het volume, dat de raad voor de diverse
sectoren in het kader van de dorpsvernieuwing beschikbaar wenst te stellen (het
volumebesluit). Volgens burgemeester en wethouders zal het noodzakelijk zijn op
korte termijn een inventarisatie op te stellen van genoemde sectoren, te weten:
- woningen;
- bedrijven;
- infrastructuur;
- welzijn;
- overigen.
Aan de hand van de inventarisatie kan dan worden gekomen tot een meerjaren
planning.
4. Woonwagenstandplaatsen.
In het provinciaal Woonwagenplan Zuid-Holland zijn voor Zevenhuizen 4 stand
plaatsen voor woonwagens opgenomen, te realiseren in 4 fasen, vóór 1 januari
1988.
Mede doordat de gemeente Waddinxveen de overeenkomst inzake het
woonwagencentrum aan de Onderweg heeft opgezegd, zal in genoemde planpe
riode een oplossing dienen te worden gevonden voor de standplaatsen. Met de
gemeente Moerkapelle - waarvoor in het plan in vermelde planperiode 2 stand
plaatsen zijn opgenomen - wordt van gedachten gewisseld of en in hoeverre sa
menwerking op dit punt moqeliik is.
Voor wat betreft de gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap Gouwesluis
mag worden verwacht, dat het komende jaar tot de opheffing wordt besloten.
FINANCIERING EN
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
1. Belastingen.
Algemeen
De terughoudendheid bij de kostendekkend of nagenoeg kostendekkende cate
gorietarieven die de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken met betrekking tot
het overheidstarievenbeleid adviseerde voor 1984, geldt ook voor 1985. Voorde
overige tarieven heeft het Kabinet besloten het normatief plafond voor 1985 gelijk
te houden aan de verhoging voor 1984, namelijk 3% en alleen als de feitelijke kos
tenontwikkeling daartoe aanleiding geeft. Bij (te) lage kostendekkingspercenta
ges acht het Kabinet het juist dat een verhoging van ten hoogste 7 en - in extreme
situaties - van ten hoogste 10% worden toegepast.
Voor de afzonderlijke belastingen in het kader van het "artikel 12"-beleid is het
navolgende gesteld:
De kosten van de zuivering dienen voor 100% gedekt te worden, terwijl voor de
overige lasten (waaronder begrepen de kapitaallasten van aanleg en vervanging
c.q. vernieuwing van de riolering inclusief de rioolgemalen alsmede het onder
houd en schoonhouden ervan) een dekkingspercentage geldt van 95 (in 1984 was
dit 90) met een minimum van 125,- per zelfstandig huishouden. De huidige ge
meentelijke verordening kent een tarief van 58,20 voor ééngezins-huishoudens
en van 77,64 voor de overige huishoudens.
Reinigingsheffing
Voor het ophalen, afvoeren en verwerken van huisvuil is de norm 95% van de kos-
ten( in 1984 was dit 90%). Voor het bedrijfsvuil en dergelijke dient tenminste een
kostendekkend tarief te worden gehanteerd. Het dekkingspercentage is volgens
de begroting 1985, 58,14%.
Onroerend-goed belastingen
Het minimum bedrag voor 1985 is gesteld op 245,- (1984 eveneens 245,-) per
aanwezige wooneenheid voor zover geheven van woonhuizen, woongedeelten
van andere panden en de daarbij behorende erven.
Ten aanzien van deze belasting zal ter voldoening aan het daaromtrent gestelde in
de gemeentewet en de belastingverordening algehele hertaxatie plaatsvinden
naar de toestand per 1 januari 1985. Hiervoor wordt geraamd 80.000,-.
Belastingmaatregelen 1985
Met betrekking tot de aanpassing der tarieven voor 1985, delen burgemeester en
wethouders het navolgende mede:
Zowel in 1983 als in 1984 zijn de tarieven van de gemeentelijke belastingen niet
gewijzigd. Echter in de nota van aanbieding, behorende bij de begroting voor
1984, is er wel reeds op gewezen, dat het nemen van maatregelen ter voorkoming