Nieuws
Advert?- 'Maw
voor Gouda eo
I
Zmag, 6 April.
1862.
N. 2.
riiöü CICfl
ar.
II*
L. Brinkman
es gedebiteerd:
lien ten gebruike
derduitsche Taal,
van Dr. K. E.
Onze inwendige toestand.
GOUDSCHE COURANT
V. BRINKMAN.
Uitgave van A. BRINKMAN.
Oott^Haxen^ B. n°. 75.
ling, in 1861
rceelen bewoond,
roren.
vermeld.
te bekomen ten
MOLENAAR te
nissarissen der
g-maatschappij
en, enkel van
s onderling,
s gevestigd te
ing en Verant-
fovember 1861
oinene orde te
Maart 1862.
OL.
l. VAN ZIJST.
ODDE.
A. IMMINK.
SNEL.
Deze C ourant verschijnt des Donder?' e .*u Zondags.
Ju dv SUa geschiedt de uugave -onds te voren.
De prijBjper drie maanden i» franco p. post/2 25.
Dt ticMing der Advertentiën kan geschieden tot des
iorgen» ten 11 ure.
meer in bloei
and verzekering
ertrouwen den
in Nederland
ledeeling doen,
1861 gevallen
en niet noe-
ander kinderen
l 1°. Mei a. s.,
voorzien van
i, B. n°. 160.
brieven onder
lezer courant.
is, met steenen
iot Metselaars
ren uitgeoefend,
le Gouwenabij
'addinxveen
De prijs der Advertentiën van één tot
regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent?
Buitengewone letters worden berekend naar
plaatsruimte.
willige
?ING.
April 1862, des
n het Raadhuis
an het Dorp,
Voorloopig zijn de vruchten meest blijkbaar in de vermeerde
ring en verbetering van de openbare scholen, in de verzeke
ring van het lot der onderwijzers in die scholen, maar het
ontbreekt daarbij geenzins aan pogingen ter aanvankelijke in
voering der leervakken, nu bij de wet voorgeschreven en
door onzen tijd gebiedend gevorderd.
Hoeveel goeds verneemt men te dezen aanzien uit de voor
naamste steden des rijks, en hoe gunsiig onderscheidt zich
ook hierin onze stad, wier regering geene aanzienlijke offers
schroomt om de grondslagen te leggen tot een algemeen en
doeltreffend lager onderwijs. Wie zou willen ontveinzen, dat
er veel ie doen overblijft! Wie ziet niet dat het middelbaar
onderwijs in een staat van wanorde verkeert, die volstrekt
regeling behoeft; waarin niet voorzien wordt door de gedeel
telijke, ondoordachte proefnemingen in de laatste jaren.
De taak dier regeling en die van het hooger onderwijs
wacht op het nieuwe ministerie, dat bovendien in een aan
tal andere belangen voorzien moet. Reeds wordt de hand
geslagen aan de herziening van het tarief, die vroeger bij de
eerste kamer mislukte. Willen wij ons staande houden op de
hoogte, die onze handel, als uit het niet herrezen, bereikte,
dan is het noodig, die geheel te ontheffen van alle drukkende
belemmeringen. Hier bovenal mag Nederland niet achterblij
ven, waar de overige volken hunne dwaze beperkingen meer
en meer opheffen.
Over de Indische belangen wordt bitteren strijd gevoerd.
Wij zullen ons geen oordeel aanmatigen over ongekende za
ken, maar wij kunnen den indruk niet weren, dien de licf-
delooze hatelijkheid en de onverholen woede bij gevreesde
wijziging op den onpartijdigen toeschouwer maakt. Het goede
schroomt geen ernstig onderzoek. De waarheid weet zich in
zachtmoedigen zin te verdedigen, en der goede ?aak wordt
door driftvervoering slechts nadeel toegeb-igt.
Hoeveel is er niet, dat de nederlandsche belangen waar
borgt. Willekeur en geweld zijn hier ondenkbaar. De ver
tegenwoordigers worden door de kern des volks gekozen; wie
dan meent, dat er veel aan de zamenstelling der tweede ka
mer ontbreekt, bedenke, dat de schuld bij het volk ligt. Zoo
volk, zoo vertegenwoordiging. Noch willekeur, noch intrigue
doet haar bijeenkomen. Het gebrek ligt in vooroordeel, on
kunde en bekrompenheid. Wij zijn in dit opzigt leerlingen,
eischt geen rijpe vrucht vóór den tijd. De laatste
tuigen van veel wankelen en weifelen. Bekwame en voortref-.
D euiig valt er voor het oogenblik ten aanzien van onzen
staatkundigen toestand roede te deelen. Een nieuw ministerie
is opgetreden, doch de kamers zijn uiteen gegaan en zullen niet
voor 28 April, Of volgens anderen den 15 Mei bijeenkomen;
wij le .en dus in verwachting van hetgene komen zal.
Het tegenwoordig tijdperk kenmerkt zich door grooten bloei
cu stoffelijken vooruitgang; alleen stompzinnige bekrompenheid
kan dit voorbij zien, zelfszuchtige eigmbaat bij bijzonder be
zwaar de algemeene welvaart miskennen Maar die welvaart
kan van geen duur zijn, als wij in den onophoudelijken wis
sel der stoffelijke belangen ons niet beijveren om in verstan
delijke en zedelijke ontwikkeling gelijken tred te houden. De
uitbreiding van den handel, de gedurig volmaking van de
voortbrengselen der fabrieksnijverheid, de verbetering van den
landbouw eischen niet alleen bij de aan het hoofd gestelden
steeds toenemende kennis en vaardigheid, naauwgezetheid en
trouw, maar ook de minderen, werklieden en arbeiders, moe
ten dien gang volgen, en gedurig toenemen in helderheid
van kennis, in juistheid van begrip, want bloot werktuigelijke
vaardigheid is ongenoegzaam, om in den tegenwoordigen tijd
den werkman aan de billijkste eischen te doen beantwoorden.
Ook in dit opzigt verkeert Nederland in zeer gunstigen
toestand. Wij behoeven geen schoolwezen bij proefneming te
stichten; het besta, t sedert jaren op goede grondslagen met
gunstige uitKomsten. Wij zijn geen bekrompen Chinezen, die
aPeen in hun hemelsch rijk het goede denkbaar achten, wij
weten integendeel, dat alle menschelijke instellingen zeer ge
brekkig altijd verbetering behoeven, maar tevens dat al het
goede slechts betrekkelijk is en alleen erkend kan worden uit
vergelijking met hetgene elders bestaat. Nu ontbreekt bij ons
de voorin genoipenheid met het vreemde niet, die natuurlijk
door de bekoorlijkheid van het uit de verte aanschouwen ont
kiemt, naar bij naauwlettend onderzoek en opzettelijke verge
lijking moet de overtuiging geboren worden, dat de meeste
ook ten voorbedde aangeprezene volken bij ons in algemeen
heid en voortreffelijkheid der instellingen van onderwijs ach
terstaan.
Daarbij komt, dat de invoering der gewijzigde schoolwet
een nieuw leven aan dit hoog belangrijk onderwerp bijzet. Na
vele vergeefsche pogingen is eindelijk eene wet tot stand ge
komen, die hoe onvolkomen in vele opzigten, de kiem bevat
van wenschelijke hervorming, en uitbreiding van het onderwijs.