Nieuws
en
voor Gouda en
Omstreken.
Advertentieblad
OKi
f w
1862.
Zondag, 25 Mei.
Het Ministerie en de Kamer.
en.
16.
GOUDSCHE COURANT
D i ij c i j
Mei.
handiger spreker op. hij
15
91%
s
>KMAN.
I
fa
woording
3v nadere
an 1859.
nci&cus Aan
Maria van
Maria van
Uitgave van A. BRINKMAN.
Oost-Hmen, B. n°. 75.
507k
26
72%
59716
29%
1G
S
Iii de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
Be prijs per drie maanden is f2,franco p post ƒ2,25.
De inzending der Advertentien kan geschieden tot des
morgens ten 11 ure.
aihuizen
igen vin
er zal in
lominatie
Hoogen
voor de
der be-
Gebleven
621’ j,.
7%,"
:rpon be
donderd
in Gro
den heer
voor den
heer mr.
en C. van
ans, ouders
1. H. Felix
jest, en A.
i Lemckert,
g 85 j.
Adriana
an W. van
nus Petrus
Helm, 11
van Veen,
it 3 j.
De prijs der Advertentien van één tot zes
regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor
1 eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend naar
I plaatsruimte.
en vooroordeel met vaste bedaardheid en onwrikbare matiging,
zijner beginselen getrouw, zijnen invloed herwon, zijn mees
terschap handhaafde, toen heeft hij zich een man betoond,
wiens naam een dankbaarder nageslacht slechts met eerbied
uitspreken zal.
Hoevelen dan nog zijne waarde miskennen, hij is gerezen in
zoo velen die de ongerijmdheid der vroege-
en lasteringen inziende erkennen» dat Thor-
van de ware be
viel er
de schatting- van
re vooroordeelen
becke de edelste, de opregtste voorstander is
langen van vorst en volk.
Zouden wij ons nu geheel vergissen, indien wij meenden,
dat ook de tweede kamer blijken geeft van dc hooge achting,
die zij den minister toedraagt. Eene oppositie zal niet ontbre
ken, ook zij is nuttig en noodig, maar eene ronde en opeue,
waar mannen van eer en geweten in inzigt, beschouwing en
toepassing verschillen. De eerste handelingen der kamer boe
zemen gunstige verwachtingen in. Het begin was een aanval,
die volkomen geleek op een spiegelgevecht; de man zocht naar
zijn paard en hij zat er op. Andere tegenstanders betuigden
hunne hooge achting voor de buitengewone hoedanigheden van
den man, die te zeer in rigting en karakter lakend is, dan
dat het niet geheel overbodig zoude zijn, da..’- uitrent ernigt
vraag op te werpen.
Na dien ijdelen vrager.trad een
veinst geene onkunde en doet geene dwaze vraag, hij L<
een kwetsbaar punt getroffen, hij tast een besluit aan. <1.
werkelijk bezwaar oplevert. De interpellatie van Golt-tein _in.
in damp op, die van NVintgens gif den minister van kolon; i
gelegenheid tot bevredigende verklaring, te lang vol g»*ho:i
bleek de ongezindheid der kamer om te groot gewigt te hechten
aan onbeduidende bezwaren.
Achtereenvolgens zijn verschillende w ets-ontwerpen en ze r
belangrijke met algemeene stemmen aangenomen. Vele ander»
zijn ingediend en worden onderzocht, andere zijn nog in be
handeling. Twee wets-ontw erpen, erflatingen van het vorige
ministerie, waarmede het tegenwoordige zich niet vereenigen
kon, en die nogthans behandeling eischten, zijn met overgroote
meerderheid gevallen. Morgen beraadslaging over het koloniaal
batig slot. Wij wenschen den minister dat hij zich in deze
discussien even gunstig onderschcide, als zijne ambtgenooten
voor buitenlandsche zaken en oorlog reeds deden en hij zelf
aanvankelijk bij de Delftsche interpellatie begonnen is.
23 Mei.
Er is gezegd, dat wij sedert 1853 negen jaren lang zeer
«tragelijk bestuurd werden. Al zouden wij dit toegeven, dan
niet hard op te roemen, maar wij meenen, dat werke
lijk niemand met dien ellendigen toestand te vreden w as en wel
het allerminst de zegevierende partij. Een plotselinge waanzin
had zich meester gemaakt van het verbijsterde volk, maar toen
het de oogen weder begon te openen zag het dat anderen de vruch
ten hadden ontfutseld en het geheele spel op eigenbelang en mis
leiding uitkwam. Van toen af begon dan ook dat onzelfstandig,
zich in alle bogten wringende geknutsel, die weifelende en
wankelmoedige houding, die gedurige afwisseling van perso
nen, die kleingeestige manoeuvres om zich staande te hou
der. tot dat de algemeene onwil gaande werd en ook de hard
nekkigste inzien moest, dan men op dien weg niet langer voort
kon. Als door onvermijdelijke noodzakelijkheid geschiedde nu,
wat weinig tijds geleden zoo velen onmogelijk scheen. Thor-
becke werd geroepen tot het bestuur, geroepen tot de hooge
betrekking, die hij noch zocht, noch begeerde, noch ook
behoefde om de eerste staatsman van Nederland te zijn. Zijn
optreden was nu echter niet als vroeger, toen hij verklaarde
tegenstanders zijner beginselen nevens zich dulden moest, daar
hij nu omringd is door mannen van gelijken zin, om nog
eens de ondankbare taak op te vatten en de volledige uit
voering te beproeven onzer waarlijk liberale grondwet en die
instellingen in het leven te roepenwelke daarin voorge
schreven wordende verouderde misbruiken af te schaffen
die tegen onze ontwikkeling getuigen en de vlekken uit te
wisschen, die onzen naam tot schande strekken. Middelbaar
en hooger onderwijs, die voorwaarde van waarachtige ont
wikkeling, wacht op regeling; de tienden moeten afgekocht,
de drukkende accijnsen afgeschaftde handel geheel ontheven
worden van elke fiscale belemmering.
Zal Thorbecke nu meer vermogen dan tijdens zijn vroeger
bestuur? Hij is een man van onwankelbare beginselen; maar
is hij dezelfde in de schatting des volks?
Zoo alle gevoel voor ware grootheid niet uit ons volk geweken
is, dan schat het thans den man zoo veel hooger, als hij zich
in waarheid grooter betoond heefttoen hij ten doel stond
aan de smadelijkste miskenning en ondankbaarste vergui
zing. Toen hij daar alleen stond en ondanks alle hatelijkheid