Nieuws- en
Advertentieblad
voor Gouda en
Omstreken.
I
1iS«2.
Donderdag. 26 Junij.
eten.
Landbouwonderwijs.
reinen.
iV 25.
7s
/8
4
S3F" Met n°. 27 begint Eender dag, 3 Julij het
tweede kwartaal. Zij, die zich daarvoor
abonneren, zullen van heden af de Courant
ontvangen.
Souda,
eli. Zond.),
7,50, 9.—
echt,
'bet. Zond.)
8,19, 9,40.
uda,
3,40, 5,30
2i.;7>
7
GOUDSCHE COURANT
moer', in kennis, in
NEMAN.
i aangeboden
160 varkens.
45%
101%
Gcblevei*
91
196%
er 1862.
i’dam,
4,37, 6,24
i van één tot zes
x liet zegel is 80 Cent, voor
oven 10 Cent.
letters worden berekend naar
en alleen op eigen
r..“uige inrigting voor land-
I regeis mei muetn-’j
eiken regel daarLo
I buitengewone
I plaatsruimte.
20 Junij.
gste
603/i6
26’ 4
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags.
In üe Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
D« prijs per drie maanden is f2,franco ppost f 2,25
De inzending der Advertentién kan geschieden tot des
morgens ten 11 ure.
-16. J. Dol-
isael, d.
11. Leena
nardus Ki- ier,
Geertrui Ver-
Steenbeek, oud
van Dijk.
Mr. Jacobus
studie en flinke prak-
zeldcn, dat een jong
vrouw van IV.
ba den Hertog,
Helena var. der
-k Huber-
tta ivv»tiata ta at De pnjs der Adv ertcntién
vltgaVC V3.I1 A. I3K.1N KAxA* regels met inbegrip ve i het zege’
Oost-lierenB. n°. 75.
Was de vreugde groot en algemeen bij het verlichte ge
deelte des nederlandschen volks, toen het Z. M., onzen
geëerbiedigd en koning, in zijne 'inds vaderlijke wijsheid, be
haagde, den heer Thorbecke weder met de leiding van ’s lands
zaken te belasten, de goede verwachting, welke men van
dien staatsman koesterde, is dan ook niet te leur gesteld.
Menige nuttige maatregel werd door hem tot stand ge-
bragt, onderscheidene wetten en daar onder zeer belangrijke wer
den vast gesteld, en wat meer zegt, dezelfde kamer, die onder
de vorige ministerien er zich op scheen te hebb-'a toegelegd,
om alles en altijd met kwalijk verholen schade if rende tegen
te werken, als ware het omverwerpen van ministerien en het
sarren van ministers, meer dan de behartiging van ’s lands
belangen, hare roeping, diezelfde kamer schone thans vol
gaarne hare medewerking, als begri p zij nu haren meester
gevonden te hebben, haren meester in n??d,
doorzigt, in eerlijkheid.
In alles toonde het hoofd van ons tegenwoordig ministerie,
dat het hem ernst was, toen hij voor weinig tijds er een
der kamerleden op wees, dat zoowel voor dien spreker als
voor hem zclven de tijd gekomen was, dat men >h haasten
moet, om nog iets goeds tot stand tc brengen. Een vernieuwd
bewijs hiervan zien wij in de indiening van het ontwerp
van wet tot regeling van het middelbaar onderwijs.
Zagen wij door deze indiening de spoedige regeling van
zoo vele en zoo groote belangen met blijdschap te gemoet,
het wetsontwerp zelf stelde ons in menig opzigt zeer te leur,
liet zij mij vergund, de/e teleurstelling met betrekking tot een
eer onderwerpen bij deze wet te regelen, het laudbouw-on-
derwijs, kortelijs toe te lichten. Wachtte de landbouw met
geluld op de medewerking van den staat bij de opleiding zijner
Iterirg'U. nu de tijd eenmaal daar was, dat de regering zich
zijner aantrok, had dit, het oudste en onmisbaarste van al*e
bedrijven, toch waarlijk op iets bc ers mogen hopen, dan op
spel en minachting. Of is het geen spot, wanneer de minis
ter er van spreekt, dat eene landbouwschool zonder hoeve
kan besta m, als had de fraaije uitkomst der opleiding van zee
officieren op de heide, niet doen zien, hoe weinig er voor de
maatschappij van alleen theoretisch opgeleide jonge beden te
wachten is. Leer iemand zwemmen zonder te water te gaan,
leid den krijgsman op, zonder hem ooit de wapens ter hand
te doen nemen, laat de aanstaande landbouwer alleen de college
banken beklimmen, houd hem verre van het praktische land-
br inversie ven, geef hem nimmer de ploegstaart in de hand, wat
zal het gevolg zijn?
Tot nu toe heeft de landbouw enkel
krachten moeten steunen, en
bouw-onderwijs getuigt van de groote waarde, welke men aan
eene wetenschappelijke opleiding in dit vak hecht. Aan alle
die inrigtingen kleeft echter ’-t groot*» gebrek, dat zij over
te weinig laud te beschikken hebben, waardoor de praktische
opleiding gebrekkig is. In stede van dit gebrek nu te ver
mijden, denkt de regering er aan de school geheel zonder
hoeve te laten; welligt hoopt zij, door overdrijving van het
kwade, het goede te doen geboren worden, gelijk uit over
drijving van het goede, het kwade ontstaat. Maar, zal men
we'bgt uit de memorie van toelichting antwoorden, de mi
nister wil geene professionele instructie, de op de op te rigten
scholen voorbereide jonge lieden moeten elders hun vak leeren.
Waarom dan eene landbouwschool opgerigt, tot zulk een doel
zouden de burgerscholen **»ker allezius voldoende zijn. Land
bouw is eene professie, een bepaald vak, een bijzondere tak
van nijve-heid, wie daai oor eene school wil oprigten, zal
dus wel gedwongen zijn, eene professionele instructie dairin
te geven, en dit kan met geschieden zonder tn een.g ins
uitgebreid landbouw-bedrijf. Voor de nijverheid i 1 t ame-
meen is het voorzeker allezins wen-schelijk, srholea +e heb
ben, waar niet de praktijk zelve in al hare bij/onderbede i wordt
aangeleerd, maar waar geest ta zintuig zoo worden ciitwik-
keld, dat zij voor de praktijk bekwaam worden, en de landbouw
zal ook met zulke scholen haar voordeel doen, maar zoodra
men eene school tot het aanleeren van een bepaal l vak,
hetzij landbouw, hetzij eenigandei industrieel bedrijf oprigt, dan
dient op die inrigting bovenal voor flinke pr:iAt -ch. vor
ming gezorgd te worden.
Behalve de te .reinig praktische rigting der aanstaande
landbouwscholen, is ook de bepaling, dat eene daarvan c-
vens vee-artsenij-school kan zijn, niet gelukkig te noemen.
De vee-artsenijkundc is een tak, tot welks aan!coring men
geheel andere wetenschappen beoefent, en gebet i andere hulp
middelen noodig heeft, lau voor den landbouw; rbindt men
nu twee zulke scholen, dan zullen beiden kwijnen, en tot
- empiriserende kwakzalverij op v ■- irt=< n.jku'i -!ig -'bied zul
allezins gunstig gewerkt worler vooral wanm er Je landbouw -
1 leerh: gen. zoo als liet ontwerp wil. ook ondcrrLi in de
vee-artsenijkundc ontvangen. Waarom dat toch? Geef da.»
J ook ieder menseh eene opleiding als geneeskundig’-; de menscL
heeft toch minstens evenveel belang b»j zijne eigene gezon Ihcid, als
de boer bij die zijner dieren. Grondig on .lenigt in de vee-
artsenijkundige gezondheidsleer heeft dan ook voor den landbou
wer oneindig hooger waarde, dan het rtnleeren van de genees
kunde der dieren, wanneer hij niet geheel en al eene vee-
arlsenijkundigs opleiding ontving en dat dit niet geschieden
kan, zal een ieder wel toestemmen. Landbouw- en vee-artsenij-
kunde toch vereischen beide grondige
tische oefening, ca de voorbedden zijn
menseh het in twee vakken vei brengt!
Nederlands landbouwers hadden gehoopt, dat de regering
gedaan zou hebben, wat particuliere personen niet konden doen,
niet dat zij ht.nalen zoude wat reeds vroeger d^rdTdT'ou^erc
personen, misschien veel beter tot stand was ^^ebragt. x
Eene flinke akadtmie voor landbouw op £en voet der He-,
henheimsche of der vroegere te Grignou, daa/rmede zoude nzen
l