Binnenland
Gemengde Bcrigten.
Ingezonden.
(ie nota bij deu brief gevoegd, waarin de koning zijne «adhesie
aan het ccu gres voorstel tc kennen gaf. Die nota zal eerst bij
algeheele mislukking van het congresplan openbaar gemaakt
worden, en moet nog al van belang zijn. De venetiaansche en
romeiusche kwestien worden er zonder omwegen in op den
voorgrond gesteid. Omtrent de ve tetiaansche wordt bepaaldelijk
in navolging der troonrede van Napoleon te kennen gegeven,
dat spoedig eene beslissing in den zin van oorlog of vrede
zal moeten genomen wordenhieruit zou men dus mogen op
maken, dat het denkbeeld om voor Venetie het zwaard te trek
ken om kabinet niet vreemd is, dat daarbij gewis op Frank
rijke hu lp rekent.
Groote vreugde heerscht in en om Napels en bij de bevol
king van Beiievento, Apulië en Basilicate over de executie van
Caruso, die o. a. op één dag met een scheermes dertien boe
reu den hals heeft afgesneden, omdat hun dorp vrijwilligers
tegen de roovers geleverd had. Hij werd op een e/.el gebon
den, de stad ingebragt en de gendarmes hadden veel moeite
om te beletten, dat hel volk hem vermoordde. Zijne bende is
geheel vernietigd. AV.it van Sciavone geworden is, weet men
niet, maar eer ïer kameraden, die zich te Napels kwam verber
gen, is gevangen. De gevatte roovers worden meest naar de ei
landen of naar de gevangenissen in het noorden des lands gezonden.
Madrid, 16 Dec. In de kamerzitting van heden h ;eft de
heer Miguel Tenorio naar «aanleiding van een artikel van dén
Diario aan de regering gevraagd, of zij werkelijk redenen heeft
om te gelcoven, dat de openbare rust zal verstoord worden
en of zij n een», aan alle pogingen tot rustverstoring het hoofd
te kunnen bidden. Het antwoord was, als gewoonlijk bij der
gelijke interpellatien, neen op het eerste en ja op het laatste.
De interpellatie i-. vooral daarom van gewigt, omdat de heer
Tenorio particulier secretaris der koningin is, zich anders nooit
in den strijd der partijen mengt, en gewoonlijk voor de minis
ters stemt, wie zij ook zijn. A'eleu hebben er daarom een
begin van wantrouwen van II. VI. jegens hare raadslieden in
gezien.
New-York, 10 Dee. De president Lincoln heeft eene pro
clamatie uitgevaardigd, waarin hij constateert, dat de zuidelij
ken zich lit Ttiuiessee terugtrekken onder omstandigheden, die
het waarschijnlijk maken, dat zij er niet terug zullen kunnen
komen. Dit wordt als van groote beteekenis voor het noor
den beschuuwd.
Hrt congies is 7 dezer geopend, de republikeinsche kandi
daat, Colfax is to: voorzitter benoemd.
De boodschap van president Lincoln geeft de middelen
aar., die tot een wederopbouwing van den boud kunnen leiden.
Eene amnestie wordt verleend aan allen, die den eed van ge
trouwheid aau den bond afleggen en gehoorzaamheid zweren
aan de door het congres gestelde wetten en aan de proclami..i«ï
betreffende de emancipatie. De boodschap zegt voorts, dat de
betrekkingen met het buitenland van vrieudschappelijken aard zijn.
11 Dec. Bij het congres d^r zuidelijke confederatie is
de boodschap van den president Jefferson D.ivis ingekomen.
Dat stuk is in een ontmoedigden toon gesteld. De president
zegt daarin o. a. dat de europesche natiën ten nadeele van
de zaak der confederatie gestemd zijn en dat inzonderheid En-
gelaud eene part.j-lige vooringenomenheid met de noordelijken
aan den dag begint te leggen.
Gouda, 23 Dec. Naar men verneemt besta.it bij de Re
derijkers-kamer „de Goudsbloem'' het voornemen eene openbare
voorstelling te geven, gevolgd door een bal iu de Sociëteit
„Ons Genoegen" ten voordeele der nagelatene betrekkingen van
de in deu kaatsten storm omgekomen katwijksche visschers.
De Friesche Courant van 21 dezer zegt: De zittingen
van de tweede kamer der sta ten-generaal waren deze week we
der intéressant, om niet te zeggeu amusant. Een onvoorzigtig
en beleed igend woord van deu heer de Brauw, den vorigen
zatunlag tot den minister van buitenlandsche zaken gerigt, baalde
hem reeds dadelijk van den voorzitter een communiqué op den
hals en legde hem 11. maandag den onaangenamen pligt op,
zijne woorden voor de gansche vergadering p te eten en zijn
leedwezen over het uitspreken dier woorden te betuigen. Te
zeggen ten aauhoore van de geheele natie: „in uwe woorden
kan men geen vertrouwen stellen," is niet heel parlementair;
het riekt zeer veel naar lastering en kan gevoegelijk verwis
seld worden met: „gij zijt een leugenaar!"
En toch is de heer de Brauw officier van justitie te 's Gra-
venhage, die ais zoodanig steeds de toepassing der strafw et moet
inroepen, als zulke dingen in het gewone leven siechts in te
genwoordigheid van twee personen worden gezegd, en herroe
pen ba.it in zijn oog dan niet het minst. Het is een schoone
bepaling in onze grondwet, dat de leden der kamer niet ge-
reutel ijk vervolgbaar zijn wegens de adviezen door ben aldaar
uitgebragf, maar juist die groote vrijheid moet zoodanig op
het gevoel van eer en betamelijkheid der leden werken, dat zij
n'mmer haar misbruiken.
Oe heer van Lijnden, wien de amende honorable van den
heer Ie Brauiv voor den minister te mooi voorkwam, trad tuen
terstond als een nieuwe beleedigende aanvaller tegen dezen op.
Maar ook hij zag zich verpligt zware boete te doen bij eene in
dehollandsche bladen opgenomen verklaring, diealmede de schoon
ste satisfactie en regtvaardiging is voor den zoo gegriefden mi
nister. Waarlijk, de reactionaire en anti-revolutionaire partijen zijn
door het gebeurde niet nooger gestegen in de achting des volks.
De N. Rott. Conraut zegt:
De oppositiebladen deelen mede, dat de verklaringen der
heeren de Brauw en van Lijnden, ter gunste van deu minis
ter van bnitenlandsche zaken, gegeven zijn ten gevolge van
uitdagingen tot een duel, welke hun van wege den laatsten
overgebragt zijn door den generaal de ('eva en het lid ter ka
mer, den heer de Bieberstein Rogala Zawadsky. Indien dit waar
is, dan keuren wij die handeling des ministers even sterk af
als zij. Het gadsgerigt is niet meer van onzen tijd. Het be
wijst volstrekt niets voor of tegen de waarheid van een gesteld
feit, als de beleediger den beieedigde, of de beiee ligde dei: !>e-
ieediger doodt of verwondt. Vooral op het parlementair ter
rein belmoren geeue andere wapenen dan die der discussie te
worden gebezigd, en vergeet iemand zich in 's lauds raadzaal
zoo zeer, als de heeren de Brauw en van Lijnden hebben ge
daan, dan is daarvoor de verontwaardiging van een ieder, die
redelijk denkt, eene genoegzame straf. Het slaau op het ge
vest van den sabel is eene fanfaronade, geen argument. Het
zou ons leed doen als de minister, die ongetwijfeld het regtaan
zijne zijde had, zich tot zulke middelen had laten verleiden.
Bij het onbewimpeld uitspreken van dat oordeel, moeten wij
echter op nieuw op de partijdige voorstelling tier oppositie op
merkzaam tnaken. Is de minister te laken, dal hij zich doordrift
heeft laten vervoeren, om wegens beieetligingen, in z.ijue afwe
zigheid tegen hem in de tweede kamer uitgesproken, tot een
duel uit te dagen, welk oordeel moet men dan over de ver
tegenwoordigers vellen, die, als zij overtuigd waren de waar
heid te hebben gesproken en in hun regt te zijn, den moed
misten te antwoorden, dat zij niet duelleerden, omdat een man
slag evenmin waarheid tot leugen, als leugen tot waarheid
maakt; maar dat zij bereid zijn den minister te ontmoeten op
de eenige plaats, waar het (beiden betaamt over 's lauds belan
gen te spreken, namelijk in het parlement. Waren zij over
tuigd, dat de minister onwaarheid gesproken heeft, dan mogt
hunne overtuiging voor geeue intimidatie, welke ook zwichten
W as het hun gebleken, dut zij werkelijk ecu eerlijk man val-
schelijk hadden beticht, dan liaduen zij eenvoudig moeten wei
geren te duelleereu, omdat het vechten in strijd is met hun
karakter als volksvertegenwoordigers f-n daardoor niets bewezen
wordt; zij hadden evenzeer moeten weigeren eenige verklaring
aan de overbrengers der uitdaging te geven, welke den schijn
kon hebben van door vrees te zijn afgeperst; maar zij hadden
uit eigen beweging, zonder te voren nun iemand eenige belofte
daarvoor te doen, in de tweede kamer moeten komen en rid
derlijk hun ongelijk erkennen. Dit zou eene houding geweest
zijn, zelfstandige mannen waardig; daardoor zouden zij getoond
hebben een zedelijken moed te bezitten, die achting afperst. In
derdaad dachten wij, dat de heer de Brauw zijne verklaring uit
eigen beweging had gegeven. Daarom hebben w ij aan die hande
ling den lof toegezwaaid, welke wij meenden dat haar toekwam.
Is echter de verzekering van de oppositiebladen juist, dat
de heer de Brauw handelde onder deu invloed eeuer uitdaging
tot dael, dan moet hem met den heer van Lijnden eene gelijke
veroordeeling treffen, en dan zijn zij beiden nog meer te laken
dan de minister.
De oppositiebladen, dus den minister, wien men in zijne af
wezigheid had beleedigd en die in de gevoeligheid daarover,
zoo niet regtvaardiging, althans eenige verschooniug kan vin
den, met de meeste hevigheid aanvallende, zonder een enkel
woord van afkeuring voor de zeker niet minder laakbare han
deling der volksvertegenwoordigers over te hebben, bewijzen
zonneklaar, dat hun oordeel slechts geleid wordt door haat en
wrok tegen het ministerie, niet door gevoel vr.n regt en waar
heid, dat iedere eenzijdigheid buitensluit.
Wij ontkenen aan de Goessche Conrant:
De adressen en daarbij behoorende stukken van den heer
Stieltjes, dezer dagen publiek gemaakt, nemen den lezer weinig
voor dien persoon in. Valt het moeijelijk te oordeelen over
de gegevens, die in die adressen en stukken voorkomen, de
toon die daarin heerscht, is die der aanmatiging en van het
zelfbehagen. Wij brengen hulde aan den zelfstandigen man, die
voor niets ter wereld ontrouw wordt aan zijne overtuiging,
maar meenen, dat het geen kenmerk van ware zelfstandigheid
is, eenen toon aan te nemen als of men alleen, met uitslui
ting van alle anderen, in het bezit der waarheid of eener juiste
zienswijze is. Dien indruk moet het schrijven van dQn heer
Stieltjes op allen maken, dat hij minachtend op het gevoelen
van anderen nederziet en niemands oordeel goedkeurt dan het
zijne. Wij laten daar, in hoever zulk een toon den ambtenaar
voegt, maar wie hij ook zij, die hooghartig te kennen geeft:
ik weet het alleendie vindt weinig vertrouwen, en bij on
derstelde verongelijking, weinig sympathie.
'S Gravenhage, 21 Dec. Na aanneming van eenige na
turalisatie-ontwerpen heeft de eerste kamer zich heden, met 32
tegen 2 stemmen vereenigd met het wetsontwerp, houdende
voorzieningen omtrent de nederlandsche bank. A'erschiliende be
schouwingen zijn daarover door onderscheidene sprekers gevoerd,
die in niets verschillen van het debat in de tweede kamer.
Aan de eene zijde verdediging van de voorloopige handhaving
van het monopolie in deze speciale zaak waarbij het crediet
wezen zoo naauw betrokken is; aan de andere zijde, vrijheid
van bankwezen; terwijl andere leden, hoewei uog bezwaren heb
bende, die wilden ter zijde stellen, om verwarring te voorko
men. De minister heeft het stelsel van het ontwerp breed
voerig toegelicht en verdedigd en nogmaals aangetoond dat hier
geene gepriviligieerde bank wordt gevestigd, maar alleen aan
de beslaaude bank het regt wordt gegeven nog 25 jaren te be
staan met meerdere faciliteiten voor het publiek.
De vaccine is in Ierlaud verpli^tend gemaakt op eene boete van f 6
Te Richmond, de hoofdstad uer zuidelijken kost een vat appelen 45
a 60 dollars, 1 pond spek 2 en een half a 3, dito boter 3, dito koffij 9
a 10, 1 vat meel 70 u 100, 1 bushel uijeu 30, 1 pond zout 35 a 40
am. centen, d. z. halve stuivers. 1 dollar goud geldt 11 a 13 in papier.
Te lenetie zal iu 1864 eene tentoonstelling van kunst en nijverheid
gehouden worden. De koning der Helleuen heeft zijn geld reeds op
gemaakt. Te Compiegne heeft geen stierengevecht maar eene jagtpartij
op spaansche wijze plaats gehad. In Pruisen wil ineu het regeren
zonder budget hij de wet regeleu. In den franscben senaat zijn, als
gewoonlijk, veel woorden verspild over Polen. De hamburgsche senaat
heeft een millioen mark banco toegestaan voor de vestingwerken der
stad. Zueedsche bankiers hebben ingeschreven voor de leening van drie
millioen rijksdaalders. Op .V Zeeland wordt tegeuwoordig veel goud
gevonden. In den nacht va 13 op 14 dee. heeft te YYeenen een ge
weldige storm geheerscht, die ve l ongevallen en groote schade heeft ver
oorzaakt. De democraten te Parijs willen voor de aanstaande verkie
zing een werkman tot candidaat stellen. De kardinaal primaat van
Hongarije ijvert zeer tegen het boek van Rcnan. Het stadje Ber»rei-
clieusteiu iu Boheuien is gedeeltelijk door brand vernield. Tachtig gezinnen
zijn van have en dak beroofd. I)c genera;-! Bazaine iu Mexico vraagt
eene versterking van 50 duizend man. De republiek Nicaragua is in
onderhandeling met het gouvernement van Washington over den afstand
van de langdengte van Panama. President Jefferson Davis wil Mexico
erkennen eu zelf kei/er worden iu de zuidelijke staten. Ook in Frank
rijk mompelt men van krijgstoerustingen met het oog op den Rijn.
Maarschalk Wrangel zal bevel voeren over de bond;.troepen, prins Fmle-
rik Karei over het pruisischo contingent. Het purijsche zeekanaal zal
ook voor engelsch geld gegraven worden. De gisting aan den Donau i» zoo
groot, dat de Turken troepen concentreren in Bulgarije. Iu Rusland
worden al de regimenten kavallerie van de garde en acht en twintig
regimenten kavallerie vau de linie op voet van oorlog gebragt. De
Grcat-Kastern zal verloot worden. Een artillerist die twee paarden
verin- ord heeft is veroordeeld tot 10 jaren kruiwageustraf, die tot 5
verminderd zijn in hooger beroep. In Japan is de burgeroorlog hevig
uitgebroken, Yokuhama woidt door de Dairuios bedreigd. De Eugelschen
staken het bouwen van houten oorlogschepen en geven de voorkeur aan
ij/eien. De eerste javakoffijvciling van 1864 ten bedrage van 80,000
falen zal plaats hebben, in bet midden van maart. De koniug van Zweden
heeft den mogendheden kennis gegeven, dat hij besloten heelt Denemarken
te hulp te komen. Men verfeit dat de 11II. d. B. en v. I.. hun man
daat eerstdaags zullen nederleggen. Het decnsche leger zal terug trekken
uit Hobtein eu I.auenburg als de bondstroepen binnen rukken. Keizer
iNapoleo* zal nooit vrijheid va drukpers toestaen. Californie brengt
steeds ineer zilver op en in de Argentijuscbe republiek is eene zilverhou
dende oppervlakte ontdekt van 4000 eng. quadraatmijlen.
Aan den raad der gemeente Couda.
Geeft met verschuldigd en eerbied te kennen het bestuur der
maatschappij voor nieuwe geoctroijeerde gasbereiding,
Dat het met leehvezeu heeft kennis genomen van uw besluit,
waarbij het dezerzijds gedaan voorstel betrekkelijk het contract
tusschen de maatschappij en (fe gemeente is verworpen;
Dat het echter, in het na die verwerping door vele ingeze
tenen aan U ingediend adres, aanleiding vindt, om zich aan
gaande deze zaak nogmaals tot U te wenden, en een eenigzins
gewijzigd voorstel aan uwe goedkeuring te onderwerpen;
Dat deze wijziging bestaat in de aanneming der door u ver
langde bepaling, „dat bij uitvinding van een beter of goedkooper
„middel van verlichting, en werking daarvan gedurende een
„jaar iu eene stad van gelijke of meerdere grootte, de geheele
„overeenkomst als vervallen kan worden beschouwd," met dit
voorbehoud echter, dat, wanneer onze maatschappij bereid is
dat beter of goedkooper middel aan te wenden, zij de voorkeur
zal hebben;
Dat het bestuur der maatschappij moet blijven vasthouden
aan de bepaling dat de vermindering van den gasprijs eerst
verpligtend wordt, wanneer het gas in vier gemeenten (door
concessionarissen verstrekt, buiten Limburg) van gelijk© of
minder bevolking dan Gouda tot lugeren prijs geleverd wordt,
eens deels omdat reeds nu door toevallige omstandigheden in
eene plaats van mindere grootte het gas goedkooper is, anders-
deels omdat wij meenen een waarborg te moeten hebben, dat
wij niet het stagtoffer worden van de slechte berekeningen van
den eenen of anderen or beraden industrieel;
Dat naar wij vertrouwen het billijkheids gevoel uwer ver
gadering ar.n de door ons verlangde bepalingen regt zal doen
wedervaren;
liedenen waarom wij tot u, het eerbiedig verzoek rigten, om
op de nu door ons aangebodene voorwaarden de concessie te
verlengen.
Gouda, 't welk doende enz.
23 December 1863. Het bestuur voornoemd.
Mijnheer
De tweede kamer is naar huis, en de heeren hebben een
maand rust. Zoude er niets aan te doen zijn, 'at onze afge
vaardigden eens hier kwamen om ons te vertellen, wat de
ministers toch voor kwaad willen, want anders kunnen wij
geen reden vinden, waarom de heer «ie Brauw zich zoo boos
maakt. Dat kau toch niet om die dingen van verleden jaar
zijn. Daar broeit zeker iets, dat wij zoo niet weten, en daar
om zouden wij iu onze onnoozelheid zeggen, hoe eer mijnheer
de Brauw het zijn kiezers komt vertellen hoe beter, dan kon
den wij er vooreerst op rekenen, eu ten anderen zoude het
niet kwaad zijn voor dien mijnheer zeiven ook, want wij heb
ben nog niemand gesproken, die gezegd heeft, dat hij zich
cordaat gehouden heeft. Daartoe is men hier in de stad te
vredelievend. Misschien wel omdat hier niet zulk een groote
vischinarkt is als in het vorstelijk 's Gravenhage.
Maar hoe zoude men ZRd. den weusch van eenige kiezers
kunnen mededeelpn. AA'as het niet het beste als ZEd. uitge-
noodigd werd door eene hier bestaande kiezers vereen iging. In
Engeland doen zij dat ook wel, en dan spreken zij lang en
veel en eindelijk zeggeu de kiezers, 't is goed, of w ij zullen er
eens nader over denken, of ook icely als de tijd om is, is het
uit met ons. Of zoo iets. Kijk als dat gebeurde konden wij
spoedig op de hoogte zijn. Eesic.e Kiezers.
Zoowel in de tweede kamer der staten-generaal als iu alle
kringen der residentie heerscht bij voor- en tegenstanders van
den minister van biuuenlandsche zaken groote afkeuring van
het gedrag van den volksvertegenwoordiger de Brauw.
In de zitting van zaturdng 12 december heeft hij opzettelijk
het woord gevraagd, om, zonder dat die stof aan de or i was,
te kennen te geven, dat hij van plan was geweest den minis
ter van buiten landsche zaken te interpelleren over s k uings
antwoord op de uitnoodigiug van den franscheu ke:/ r tot
bijwoning van het congres, doch dat hij daarvan had afgezien
omdat gebltl.cn kus dat men toch de Koorden rat dien inister
niet volkomen kon vertrouwen.
Men kan ligt begrijpen, welke sensatie zulke betichting van
een minister (les konings iu de iweede kamer te weeg bragt
gelijk dan ook de voorzitter den heer de Brauw onmiddel
lijk tot de orde riep.
In de zitting van maandag 24 december heeft de heer de
Brauw andermaal, zonder dat die stof aan de orde was, het
woord gevraagd. Hij deed dit thans om aan het ministerie
o eer het grievende gelegen in zijne woorden van zaterdag amende
honorable te doen en het gezegde geheel in ie trekken.
Waren de op zaturdag gesproken woorden den heer de Brauw
in het vuur eener redenering ontsnapt, of had. de minister sints
dier uiting aan de kamer inlichtingen gegeven, welke den heer
de Brauw van meening konden hebben doen veranderen, een
iegelijk zou die intrekking loyaal eu cordaat hebben gevonden,
gelijk sommige dagbladen iu de veronderstelling van het eer
ste deden.
Noch het een noch het ander was evenwei het geval.
De woorden op zaturdig geuit waren met de meeste be
daardheid, voorbereiding en nadruk gesproken, en hij had al
leen het woord gevraagd om die en ge3ne andere te zeggen.
Men verzekert zelfs dat hij ze op schrift had om ze zóó te
spreken als hij deed, en dat schrift vooraf aan enkele leden
der kamer heeft medegedeeld. Inlichtingen werden door den
minister tusschen het uiten en het intrekken dier woorden niet.