Gemengde Berigten. Ingezonden. Vergadering van den Gemeenteraad. Op 20jarigen leeftijd werd ?ij verloofd met Willem, prins win Oranje, dien haar broeder, keizer Alexander I, te Parijs had leeren kennen, liet huwelijk tussehen den nederlandschen troon opvolger en de jongste zuster van den czaar werd op 21 febr. 1815 te Petersburg voltrokken, nadat eene maand te voren al daar de echt verbind tenis had plaats gehad van de oudere zuster der grootvorstin Katharina Paulowna, weduwe van prins Peter van HoisteiuOldenburg, met den toen mal ïgen kroonprins van Wurtemberg. (Gelijk men weet, is uit dit laatste huwelijk H. M. onze tegenwoordige kouingin geboren.) De echtverbindtenis van prins Willem van Oranje (later ko ning Willem 11; met de grootvorstin Anna Paulowna is met vijf kinderen ge/egend geworden twee van de/en beiden zco.is zijn reeds overleden de een op 29jarigen leeftijd, de ander naauuelijks vier maanden oud. Gedurende weinige jaren slechts heeft de overledene vorstin de tweede plaats op den nederlandschen troon bekleed. Op 7 October 1840 aanvaardde haar gemaal de regering van ons land en reeds 8'/* jiar later riep de dood hem weg. Dat korte tijdsbestek is echter een veel bewogen tijdperk geweest en zoo de vorstin de staatszorgen met haren gemaal gedeeld heeft, dan kan men geenszins zeggen, dat zij gedurende dien tijd, dat zij de kouinginne-kroon droeg, op rozen gerust heeft. Na den dood van Willem II heeft de vorstin afwisselend haar verblijf gehouden op haar geliefkoosd buitenverblijf te Soestdijk en haar paleis te 's Hage. In die beide plaatsen vooral heeft hare liefdadigheid haar bij de behoeftigen zeer bemind gemaakt, en haar afsterven zal dan ook zeker diep gevoeld wor den door allen, die door de vorstin beweldailigd werden. In de gister gehouden zitting van de tweede kamer der staten-generaal is ingekomen eene koninklijke boodschap, hou dende mededeeling van het overlijden van H. M. de koningin weduwe. De voorzitter heeft eeue toespraak gehouden waarin hij de overtuiging uitdrukte, dat de kamer en de geheele natie deelen in de diepe droefheid van het vorstelijk huis. De kamer heeft besloten een adres vau deelneming aan te bieden. De discussie over het koloniaal batig slot is verdaagd tot maandag. De afd. van de tweede kamer hebben onderzocht het wets ontwerp nopens het regt van zegel. Uit Krimpen a/d. IJssel berigt men, dat op 1 dezer in den Stormpoltler op de werf de Hoop, van den heer Giessen, de kiel is gelegd van een schroefstoomboot, genaamd „Stad Gouda" voor rekening van de heereu Jan Pot, Jacobus Pot, J. P. de Jong S: L. Ouweneel, en bestemd voor het beurt veer tussehen Gouda eu Rotterdam vice versa, waarvan de machine zal vervaardigd worden aan de fabriek van de heeren D. Christie C°. te Kralingen. Gorinchem. 3 Maart. N>g altijd blijft er eene bijna volslagen stilstand in den henniphamlel bestaan. Er is zelfs geene vraag naar het artikel en velen producenten komt dez° toestand thaus zeer ongelegen, daar de hennipproduatic in som mige gemeenten het voornaamste deel van het bestaan des landmans is. Sommigen hebben en naar veler oordeel bij tijds voor ƒ17 tot 19 de 50 ned. verkocht. Toch blijft geuoegznam het geheele gewas in voorraad Jiggen, en ofschoon thans menigeen voor 19 zou w illen leveren, zoo schijnt de markt eerder tot nog verdere daling geneigd. Met de botermarkt is het beter gesteld voor den bouwman. In de laatste dagen besteedde men 1,20 het ned. terwijl voor de hooikaas van 2527 werd betaald. Boskoop, Maart. Men verneemt dat eenigp ingezetenen zich weder op nieuw tot hooger bestuur hebben gewend, ver zoekende wegneming eu verandering van de hooge brug. Wanneer het waarheid is, gaat genoemd verzoek den gewo nen „adressenweg" om „berigt en raad" eu zonder twijfel luidt de beschikking weder gelijk vroegerdat de verbouwing der brug moet wachten op de opheffing der ambachten. Gouda, den 22Q Pebruarj 1865. Aan HH. Burgemeester en Wethouders der gem. Gouda. Bij apostille van 15 ftbruarij jl. werd door u om berigt en raad in onze handen gesteld een voorstel door een der raads leden aan den gemeenteraad gedaan, om terug te komen op de regeiiug van het openbaar lager onderwijs, zoo als die on langs, iu verband met de aan deze gemeente toegezegde rijks hoogere burgerschool, is tot stand gekomen. W ij hebben dat voorstel in ernstige overweging genomen, en hebben de eer hierbij ons gevoelen daarover aan u mede te deelen. Het raadsbesluit, dat de voorsteller wenseht gew ijzigd te zien, bepaalt, dit de tegenwoordige burgerschool zal worden gesplitst in pene jongens- en in eene meisjesschool, waarvan de laatste gevestigd b'ijft, in het bestaande gebouw in de Groenendaal, terwijl de andere, waar het ouderwijs iets verder zal worden voortgezet, woidt overgebragt naar een nieuw te bouwen lokaal op het terrein vau het voormalig tuchthuis. Tegen die splitsing heeft de heer Kemper bedenking. Hij wil, dat de school van den heer Kramers blijve zooals zij ia (d. i. voor jongens en meisjes), en dat op de nieuwe school alleen die jongens worden toegelaten, welke bij een examen blijken geven vau reeds eenige vorderingen te hebben gemaakt. Op die wijs zal volgens hein eene geleidelijke opklimming in het openbaar ouderwijs worden verkregen, en zullen onderschei dene nadeeleu vermeden worden, die hij als gevolgen aanwijst van de door den raad bevolen regeiiug. Als wij den heer Kemper zien betoogen, dat door de aan neming van zijn voorstel eene geleidelijke opklimming in het openbaar onderwijs ontstaat, en de voornaamste argumenten nagaan, waarmede hij het raadsbesluit bestrijdt, dan is het ons duidelijk dat het door hem gedane voorstel zijn oorsprong vindt in een minder juist begrip van den aard en hei doel der nieuwe school. Hij heeft blijkbaar eene school op het oog met een zeer uitgebreid onderwijs. Dat straalt in de toelichting van zijn voor stel telkens door. Nu eens zegt hij: het is niet goeb uitgebreid en lager (de voorsteller bedoelt getcoon lager) onderwijs te ver eenigen; dan weder stelt hij in de door hem wenschelijk ge achte volgorde der openbare scholen, de nieuice school naast die van mejvfvrouw Hardeman; hij spreekt meermalen van de school voor •neer yifnrbreirl onderlijs, in tegenstelling met de lagere school van den heer Kramers; eu zoo meer. De heer Kemper c elt zich eene school voor, die voor de jongens moet zijn, ongeveer wat de openbare school voor jonge jufvrouwen is voor de meisjes; eene school, waar al die vakken worden onderwezen, in welke kinderen uit de meer beschaafde klasse der maatschappij in den tegen woord igen tijd geene vreemdelingen mogen zijn. Ware dit zoo, wij zouden veel van hetgeen de heer Kemper zegt, kunnen onderschrijven, met dit voorbehoud echter, dat, daar wij de splitsing der burgerschool vóór ailes wenschelijk achten, wij dan tot de vorming van drie in plaats van twee scholen zouden adviseren. Maar de voorsteller verkeert in dwaling. Het onderwijs dat hij bedoelt, zullen de leerlingen ontvangen op de hoogere bur gerschool. Daar zullen zij, met toevoeging van hetgeen meer bijzonder voor jongens noodig wordt geacht, zoo als van wis kunde, van beginselen van natuur- schei- plant- cn dierkunde enz. leeren, wat aan de inei>jes op de school van mejufvrouw Hardeman wordt onderwezen. Op de nieuwe jongensschool zal niets meer worden geleerd dan thans op die van den heer Kramer (die ook niet is gelijk de voorsteller schijnt te meenen eene school enkel voor gewoon% maar eene voor gewoon en meer uitgebreid onderwijs) mei uitzondering van de beginselen van de wiskunde en van het frunsch; en iu den regel zullen de kin deren, die behoefte hebben aan uitgebreider onderwijs, reeds op hua twaalfde of dertiende jaar onze school verlaten, om over te gaan naar de rijks hoogere burgerschool. Het was het bepaald verlangen van den inspecteur van het middelbaar on derwijsdat op die school geen uitgebreider onderwijs zou worden gegeven; dit was zelfs eene voorwaarde voor het ver krijgen der hoogere burgerschool. Met de opvatting van den heer Kemper omtrent den aard der nieuwe school, staat zijn voorstel in zoo naauw verband, dat, als die onjuist is, gelijk wij meenen te hebben aangetoond, alle grond, die anders misschien voor zijn voorstel zou hebben bestaan, vervalt. Dit moge blijken als wij de onderscheidene door hem ge maakte bedenkingen tegen de door den raad aangenomen regeling nagaan. De eerste komt hierop neder: Als de tegenwoordige holl. burgerschool uitsluitend voor meisjes bestemd blijft, dan zal zuik eene nuttige inrigting voor jongens ontbreken; later zal zich de behoefte daaraan doen gevoelen, en dan zal dit weder nieuwe uitgaven veroorzaken. Wij antwoorden daarop: die nuttige inrigting voor jongens zal niet ontbrekenmen zal ze vinden in de nieuwe school, wraar volkomen hetzeifde zal onderwezen worden als thans in de burgerschool, met een weinig fransch en wiskunde in de hoogste klasse. Werd het, wat wij niet met den heer Kemper vermoeden, later noodig bevonden in de tegenwoordige regeling verandering te brengen, en de schooi van den heer Kramers (gelijk zij nu nog is) weder iu het leven te roepen, dan is het ons niet dui delijk, welke die nieuwe uitgaven zoudeu zijn, die de heer Kemper in het verschiet ziet. De tweede bedenking, die gerigt is tegen de vereeniging van meer uitgebreid en gewoon lager ondericijs vloeit regtstreeks voort uit het dwaalbegrip omtrent den aard van deze school, er be hoeft dus geene nadere wederlegging. Maar ook als de school moest worden, gelijk de heer Kemper ze zich voorstelt, zouden wij zijne stelling, dat eerstbeginnenden op eene school voor gewoon onderwijs grootere vorderingen maken dau op eene voor rae.r uitgebreid uiet zoo onbepaald mogen toegeven. Alles hangt af van de inrigting der school. Het derde bezwaar van deu heer Keinper is het groot getal j leerlingen, dat zich op de nieuwe school zal bevinden. Ofschoon wij het door hem genoemde cijfer van 300, althans voor de i eerste j iren te hoog achten, zal hun getal zonder twijfel aan zienlijk zijn. Evenwel met een ruim lokaal en een talrijk hulppersoneel, achten wij dit bezwaar van niet veel belang. In allen gevalle geldt het ook tegen de tegenwoordige bur gerschool, die de heer Kemper venscht te behouden. Een vierde grond voor zijn voorstel vindt de heer Kemper iu de plaatsing der nieuwe school; hij acht die voor jonge kinderen te ongelegen, en voorziet daaruit schoolverzuim. De voorsteller zelf zal, als hij in aanmerking neemt dat de afstanden in onze stad niet zeer groot zijn, aan dit argument geene bijzondere waarde hechten. Moest het wederlegd worden, wij zouden eenvoudig wijzen op de daartegenover gelegene armenschool, die ook door zeer jonge kinderen wordt bezocht en waar over schoolverzuim niet wordt geklaagd. Als vijfde en laatste argument wordt aangevoerd dat de meeste leerlingen geen gebruik maken van het uitgebreid onder wijs omdat zij vroeg de school verlaten, ten einde eeu ambacht te gaan leeren, en dat deze beter op eene school voor gewoon onderwijs worden toegerust, dan op eene voor meer uitgebreid. Hierop antwoorden wij, dat de kinderen uit den stand, die deze school zal bevolken, gewoonlijk niet zeer vroeg de school verlaten en dus ook wel van het uiigebreid onderwijs zullen gebruik maken. Mogt, waarvoor wij niet de minste vrees koesteren, door de toevoeging van de beginselen van wiskunde en fransch aan het onderwijs in de andere vakken worden te kort gedaan, wat zou dan den raad beletten te bepalen, dat daarin op buitengewone uren onderwijs moet worden gegeven. Hiermede is dunkt ons alles wederlegd wat de heer Kemper ter verdediging van zijn voorstel heeft aangevoerd. Wij zouden de aanneming van dat voorstel zeer betreuren, omdat het niet alleen voor het onderwijs geene voordeelen aanbiedt, maar integendeel daaraan schadeu zou. Ging het plan van den heer Kemper door, dan zouden de kinderen, zonder de bewaarschool mede te rekenen, op hun twaalfde of dertiende jaar reeds de derde school bezoeken Dat dikwijls overgaan van de eene naar de andere school achten wij met den heer inspecteur van het middelbaar onderwijs niet wenschelijk. In den eersten tijd na den overgang zijn leermeester en leerlingen elkander vreemd, en er gaat geen geringe tijd verloren, eer de eerste weet, wat hij aan zijnen nieuwen leerling heeft, en de iaatste aan de methode van zijnen nieuwen leer meester gewend is. Maar een nadeel van meer gewigt zou uit de aanneming van het voorstel voortvloeijen. De splitsing vau hel onderwijs van jongens en meisjes, die het gevolg zal zijn van hel besluit van deu gemeenteraad, zou er door verloren gaan. Aan die afscheiding hechten wij groote waarde niet om rede. nen van moraliteit, gelijk de heer Kemper onde.stelt, ook wij zien in de vereeniging der beide sexen uit dit oogpunt geen gevaar maar wij achten die vereeniging schadelijk voor het onderwijs. I)e behoeften van jongens en meisjes in zake van onderwijs zijn zeer verschillend, en de ondervinding heeft ons geleerd dat ten behoeve van de eersten dat der laaisten schade lijdt. Op de armen- en tusschenschool, waar ten gevolge van het vroegtijdig verlaten van de school, het onderwijs niet zóó ver werdt voort gezet, doet dit bezwaar zich minder gevoelen. Maar op de school van den heer Kramers, waar de kinderen langer blijven, is het nadeel in het oogvallend. Dat daarin verandering worde gebragt, is zeer aan te bevelen. Er is nog een ander bezwaar, gedeeltelijk van finaneielen aard, aan de aanneming van het voorstel van den heer Kemper ver bonden. De school van mejufvrouw Hardeman is te klein om het steeds toenemend getal leerlingen te bevatten. Of het lokaal moet worden vergroot, of het getal leerlingen verminderd. Het laatste zou ons, ook met het oog op de gemeentekas, het wenschelijkst voorkomen, en dit kan verkregeu worden, als de school van den heer Kramers eene school wordt uitsluitend voor meisjes, eu iu verband gebragt met «de openbare school voor jongejufvrouwen." De heer Kemper beroept zich bij de verdediging van zijn voorstel op de plaatselijke schoolcommissie, die vroeger van oordeel zou zijn geweest, dat de afscheiding van jongens en meisjes wenschelijk was, maar later daarop terug kwam en aan den ondcrwdzer van eene door haar noodig gtaehte meisjesschool vergunning verleende om jongens aan te nemen. Het feil, waarop de heer Kemper Joelt, heeft vóór twintig jaren plaats gehad onder de vorige schoolcommissie, die met 1 januarij 1858 heeft opgehouden te bestaan, en die geheel anders was zamengesteld als de tegenwoordige. ij behoeven ons dus, zoo er eene in consequentie is begaan, daarover uiet te verantwoorden. Alleen mogen wij niet onvermeld laten; dat blijkens de notulen van 15 mei 1845 de vergunning werd verleend, niet omdat men de vereeniging iu beginsel wenschelijk achtte, maar om aau den onderwijzer een voldoend bestaan te bezorgen. Uit diezelfde no tulen zien wij, dat de heer Kemper, iid der plaatselijke school commissie, tegen het voorstel tot vereeniging van jongens en tnii-ijes op dezelfde school stemde, eu daaraan zooveel gewigt scheen te hechten, dat hij van de door hem uitgebragte stem aauteekeniug verzocht. Wij meenen dus inden heer Keinper van 1S45 een ijverigen bondgenoot tegen deu tegenwoordigen voor steller te vinden. Om de redenen hiervoor ontwikkeld acht de plaatselijke schoolcommissie eenparig, in overernstemming met het prtead- vtes van dptt lieer districtsschool-opziener, wenschelijk, dat het voorstel van den heer Kemper niet worde aangenomen, en het besluit van deu gemeenteraad tot splitsing der school onveran derd ten uitvoer gelegd. Het stuk, dat door u in onze handen was gesteld, gaat hierbij terug. De Plaatselijke Schoolcommissie. Volgens gerucht bevindt Juarez zich in Sonora, doch volgeus een ander te Washiugtou. Et n hevige brand heeft te konstantiuopcl in de wijk Galata gewoed, waarbij 30 a 40 ine use hen gewond of gedood werden. In Polen worden weder revolut onairc proclamation verspreid. Te Rome heeft uien vrolijk eu vredig carnaval gevierd. De fransche ministers hibbeu elk ecu exemplaar vau 's keizers werk ontvangen. Iu Groot- Brittanje zijn gedurende 1864 aangevoerd ruun 230,000 rundereu, nage noeg 500,000 schapen en omstreeks 85000 varkeus eu buitendien 300,000 centenaars rundvieesch, en nog hebben zij niet genoeg ïspauje zoekt op nieuw ruzie, uu met Chili Een new-vorksch blad beschuldigt de Nederlanders storm-ramschepen aan de zuidelijken geleverd te hebben. De keizer van l hit.a zal een neef als gerant naar Parijs zenden. In Spanje zijn bij kouinklijk besluit meer dan 4000 sinecuren ingetrokken, die jaailijks bet budget met dertien millioeu realen verzwaarden Prins Alfred gaat naar Napels om tegenwoordig te zijn bij de iuwijdiug van de eerste eugelsche kerk daar te laudc opgerigt. De frausche bladen critiseren zeer scherp den keizerlijken schrijver. De spaausche troepen verlaten S. Domingo. Het hamburger sehoeuerschip C'autou is op reis van Swatovv uaar 8incaj»ore met 550 personen op eeue rot» gestooten, slechts twee peisonen hebben er het leven afgebragt. 'le Rome zal vau 5 maart tot 9 april een jub.leuin gehouden worden. Zekere heer linthurn te louden heeft aan zijue geboorteplaats bchaffhauaen 250,000 frs. geschonken voor eeu lokaal eu verdere kosten vau tentoonstellingen, concerten, enz. In eeue glasfabriek te Londen is doorbrand eene schade veroorzaakt van bijna een millioeu gulden. Men verwacht iiat de hes— scn-darinstadtsche landdig gedurende de verdaging ontbonden zal worden. Maandag is te Leith eene suikerraffinaderij ingestort, waaronder verschei dene personen bedolven werden V it Leeds berigt incu dat John Coates, die iu 1859 failleerde en voor 6 sehelliugs per pond accordeerde, geheel afbetaald heeft. Op het einde vau 1864 bedro. g de bevolk.tg van Rome 203,890, daaronder waren 6637 geestelijken, 4495 Joden en 382 protes tanten. De Russcu werven inet verlof van den sultan vele grieken op de turksche eilanden van den archipel. De geneesheer» te Petersburg hebben bevonden, dat het gebruik vau zuur geworden uiulz-extract hoogst gevaarlijk is. Het dceusche Folkething heeft de gewijzigde grondwet verworpen. In engclsch India ziju 66^36 Europeanen en 114,833 in landers in militaire dienst. I)e sterkte der iulaudsche politie bedraagt 154,435 man, die met 5,445 zal vermeerderd worden. Als een sprekend bewijs dat niet alle brieven, die vermist raken, door de schuld der posterijen, maar veelmeer door die der afzenders zeiven niet aan hunne adressen komen, kun he navolgende dienen Door onderscheidene dagbladen is nu onlangs vermei I dat er een brief aan het adres van de heeren J. P. Wernink C°. te Waudiuxveeu, (arrondissement Gouda), inhoudende een bank noot groot 60.en afgezonden door zijn reiziger den heer W. A. te Heereuveen, niet aan zijn adres gekomen was, waarom er het noodige onderzoek naar gedaan en waardoor gebleken is, dat de bedoelde brief, als zijnde geheel zonder adres iu de brievenbus te Heerenveeu gevonden, ouder de lettres blanches aan het hoofdbestuur te 's Hage ingezonden was, eu van daar terug gezonden is om aan den afzender te worden uitgereikt. Zitting van Vrijdag3 Maart. Voorzitter mr. A. A. van Bergen IJzeudoorn. Tegenwoordig zijn de uh de Grave, \iiuly. Prince, Braggaar, Remy, Droogleever, hist, van Straaten en Luyten. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Door den voorzitter wordt voorgesteld, namens dtze vergadering bij Z. Majesteit in te zenden eeu adres van rouwbeklag, wegens bit overlijden vau H. M de komngin-inoidvr. Aangenomen nut alg stemmen. Is ingekomeu eene kennisgeving van heeren gedeputeerde statcu, dat bij hen ontvangen is de verordening op het hou» en. Not. Nog zij li ingekomen twee dispositien vau hb gedeputeerde staten, hou- deude goedkeuring vau dts raads besluiteu, bi trillende het aisiaau vau grond aan den heer N. IJzeudoorn en het gelegateerde door uiejuf.r. de wed D. Lunenburg. Zijn ingekomen eenige adressen van sollicitanten voor het overzet-veer aan den IJssel.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1865 | | pagina 2