EGLER
7 400.
ISOS.
Zondag, 19 November.
V 380.
fiecten.
;<v
Uitgave van A. BRINKMAN.
Nadere aanbeveling van gezondheids- en
andere maatregelen bij de stalling van
het vee, enz.
GOUDSCHE COURANT
naar
827g
941/2
dezen maatregel niet alleen in het
60%
het vee in het bijzonder een gunstig
63%
verminderen
37
44*716
94Vs
144%
68716
24716
ïov. 1865.
ilhelmus, Adri-
Davinus, ouder3
H. Brussen en Je
A. van Hunk-
0 j. A. Kloot,
met jT. Bezemer.
Lange TiendeicegD. n°. 60.
57%
29%6
Gebleven
koers.
601/.
60%
b5%6
192%
57%
29%,
rs, wordt voor
koop aangebo-
2 jaren, eene
t de beroemde
rvr*‘'',>r Q cnq.ir»
□del, door den
-Hecht» t-eemaal
tter Z. bij den
ïOOR te Gouda.
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags.
In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
De prijs per drie maanden is/2,franco p. post/2,25
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot des
morgens ten 11 ure.
14 November.
Hoogste
koers.
60’/,
71
94%
1457,
en daar de vee-
nn het hoog bestuur
wachten, weshalve
veemarkt voorstelt,
ms bepaald, dat de
ing van eene sup-
itaande in de over-
i voorts niets meer
van Dongen Boi
lers C. Oud ijk en
n en A. de Kraij.
mp. 13. Geer-
liemsbergen.
C. J. Stevens, 3
M. IJsselstein, 4 j.
iaat, 89 j. 13.
j. J. de Bruin,
63’/,
68%
687.
247,
RINKMAN.
44*716
K O P IJ.
MINISTERIE van B1NNENLANDSCHE ZAKEN.
No. 196.
9de Afdeelisc.
MEDISCHE POLITIE.
’s Gravenhage, den 7den November 1865.
Bij de naderende opstalling van het rundvee, kan het goed
zijn de aandacht der veehouders nogmaals te vestigen op het
nut van eenige voorzorgsmaatregelen, om besmetting van hun
vee door den typhus zooveel doeulijk tegen te gaan, of, wan
neer de ziekte 'zich mogt openbaren, bare verbreiding zoo mo
gelijk te keeren.
Die voorzorgsmaatregelen zijn te meer noodig, omdat deskun
digen vreezen dat, wanneer de ziekte zich vertoont op de stallen,
inzonderheid zoo die bedompt, laag, onzindelijk en oyervuld
zijn, het karakter der ziekte, thans niet kwaadaardig, kwaad
aardig kan worden.
Grootere sterfte onder het aangetaste vee, dan tot dusverre
plaats had, zou daarvan het gevolg zijn.
Ik geef UHEG. daarom in overweging de aandacht der vee
houders te doen vestigen op de volgende punten, welker getrouwe
nakoming door deskundigen wordt aanbevolen
I” De stallen moeten zoo luchtig en fnsch mogelijk ge
houden worden. Luchtverversching en zindelijkheid zijn met
enkel krachtige middelen, om de verbreiding der ziekte tegen
te -aan waar zij zich reeds heeft ontwikkeld, maar verminderen
Ik behoef UHEG. wel niet te doe-, opmerken, dat de vraag
een punt is, waarover de Regering
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA,
Gezien de circulaire van den Heer Commissaris des Konings
in de provincie Zuid-Holland, van den 11 November 1865,
A n°. 8056, (1« en 2' afd. Prov. Blad n°. 113), waarbij na
dere voorschriften worden medegedeeld omtrent de meest doel
matige wijze van verzorging, zoowel van het gezond als van
het door de ziekte aangetaste vee, tijdens zijn verblijf op de
stallendoen te weten, dat de inhoud dier circulaire luidt
als volgt:
Als vervolg op mijne circulaire van den 7r dezer, A, n°. 7888
(le en 2e afd. Prov. Blad n°. 112), heb ik de eer UEd. hierbij
mede te deelen eene circulaire van den Heer Minister van Biu-
ueulandsehe Zaken van den 7den November jl, n°. 196 (9e
afdeeling), houdende opgave van eenige voorzorgsmaatregelen bij
de naderende opstalling van het rundvee in acht te nemen, om
besmetting van het vee door den typhus zoo veel doenlijk tegen
te gaan of, wanneer de ziekte zich mogt openbaren, hare ver
breiding zoo tnogelijk te keeren.
Ik verzoek UÉd. den inhoud dier missive ter kennis te bren
gen van de veehouders in Uwe Gemeente, en hun de opvolging
der daarin vervatte nuttige wenken dringend aan te bevelen.
Gelijktijd1? wees de Voorzitter der Commissie wegens de
veeziekte mij cp den nadeeligen invloed, dien de invoer van
verseh vleesch ui' besmette naar onbesmette streken, onvermij-
Heliïir moet uitoefenen on de uitbreiding van den veetyphus.
Vonr .nnlpiilirw daarvan heb ilr dn eer TTF.d te
om, in zoo verre dat niet reeds mogt zijn geschied, aan den
Raad Uwer Gemeente in overweging te geven, de Verordening
betrekkeliju de veeziekte enz. aan te vullen met de bepaling
dat de invoer van ve.-sch vleesch is verboden, tenzij gedekt door
een deugdelijk bewijs dat het vleesch afkomstig is van gezond
geslachte runderen.
’s Gravenhage, den llden November 1865.
De Commissaris des Konings in de Provincie Zuid-Holland,
J, LOUDON.
Uitgegeven den 13den November 1865.
De Griffier der Provinciale Staten,
JUST de la PAIS1ÈRES.
D. prijs der Advertentiën van één tot
regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend
plaatsruimte.
ook de vatbaarheid der dieren voor besmetting en maken het
karakter der. ziekte en haren loop minder kwaadaardig.
Waar de inrigting der stallen niet mogt beantwoorden aan
die eischen, is t in het belang der veehouders zooveel mogelijk
de noodige verbeteringen aan te brengen, of, waar het kan,
nieuwe stallen in te rigten, zooals hier en daar reeds gedaan
is of wordt.
2°. Daar, bij het schorsen van den publieken koop en ver
koop van rundvee, veehandelaars en slagters hunne inkoopen
in de stallen zelve zullen doen, is het nooazakelijk dat de.vee
houders met de grootste oplettendheid en voorzigtigheid toezien,
wie zij op hunne stallen toclaten, opdat niet door deze personen
besmetting worde aangebragt.
3°. Het vee beLoort met de grootste zorgvuldigheid behan
deld te worden. De vatbaarheid der dieren voor ziekte is,
volgens deskundigen, veel geringer, wanneer hunne voeding en
verpleging niet te weuschen laat.
4°. Het vee behoort dagelijks naauwkeurig nagezien te wor
den. Zooveel mogelijk geschiede dit door veeartsen, maar ove
rigens door den veehouder zelven of door iemand der zijnen,
die niet met ziek vee in aanraking komt. Na de’ opstalling
van het vee is zulk een geregeld en dagelijksch toezigt beter
en gemakkelijker uitvoerbaar, dan tot dusverre iu de weiden.
Het groote voordeel van dat geregeld en dagelijksch nazien
van elk stuk vee is hierin gelegen, dat daardoor den veehouder
de eerste verschijnselen van het uitbreken der ziekte niet ont
gaan, en hij, waar zich een spoor van ziekte voordoet, onmid
dellijk de noodige maatregelen van voorzorg kan nemen
5°. Die maatregelen zullen in de eerste plaats moeten bestaan
«ogenblikkelijk afzonderen van het verdachte vee en het
dadelijk ontbieden van een veearts, ten einde het dier te on
derzoeken.
Met dezen zullen dan verder de noodige maatregelen zijn
te beramen.
6°. Het zal noodig zijn dat de veehouders zorgen voor ge
legenheid om ziek of verdacht vee terstond af te zonderen van
den gezonden koppel.
In plaatsen waar te dien einde stallen zijn of zullen wor
den gebouwd, bestaat voor de afzonderlijke veehouders wel minder
noodzakelijkheid om ieder voor zich daarvoor te zorgen, maar
is dit toch in geenen deele onnut.
7°. Zoodra op eenea stal zich een ziektegeval vertoont,
onderwerpe men dien stal en de daarin zich bevindende dieren
aan eene besmetting werende behandeling. Vermits evenwel
daarbij met omzigtigheid behoort te worden gehandeld, opdat
inzonderheid door de berooking van de stallen den ge
zonden dieren geene schade worde aangedaan, zal het raadzaam
zijn dat de veehouder daaromtrent den raad van eenen veearts
inwinne en kennis neme van hetgeen te dien opzigte van be
voegde zijde ter algemeene kennis gebragt is of zal worden.
Volgens sommige veeartsen zou het thans de geschikte tijd
zijn voor het doen van inentingen op groote schaal, ten einde
den loop der epizoötie te bekorten. Thans, omdat nu nog de
typhus zacht van aard is en de runderen zich nog in de weiden
bevinden. Met het oog op beide deze omstandigheden wordt
aangenomen, dat het verlies dat door de inënting zal ontstaan,
minder zal bedragen dan dat, hetwelk bij het ziek worden van
het vee op de stallen waarschijnlijk zal geleden worden. Wordt
de inënting met de noodige voorzigtigheid bewerkstelligd, dan
verwachten sommigen van dezen maatregel met alleen in het
algemeen, maar met het oog op den staat van zaken na de
aanstaande opstalling van.
gevolg.
ii
of inënting doelmatig zij,
niet heeft te oordeel en.
De Minister van Binnenlandscbe Zaken.
Namens den Minister,
De Secret ar is-G ene raai*
(get.) SCHRöDEB./