sel. f H U tl II Uitgave van A. BRINKMAN. Lange TlendewegD. n°. 60. I. (CONCEPT.) naar 30,000, 7i tegen ken, 'ouda. mede bij 1400 n 59% van hun zuiver au een l eurd bij ugustus zes voor 186 56% 95s/m l«% G. F. A, met -accijns» lieu kan ^ingzdag dagen uren, m ’s na- k aar teil. II U II u ti u mogelijk IDS- s) vast ■soon of EWAA- aldaar. ERING peze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags. In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren. De prijs Per drie maanden isy 2,franco p.post ƒ2,25. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot des morgens ten 11 ure. 70V16 a 4«»/10 de soort 5 cents, ier kan sterkte ruarij. Gebleven koers. 61’/IS uitgepakt of uitgestald ter bezigtiging wanneer Let ?e-1- vermelde berekening, niet in aanmerking. 4. Het vereenigd Cijfer der aanslagen voor perceelen die nende tot winkel, waarin goederen ter verkoop worden uitge pakt of uitgestald, tot koffijhuis, sociëteit, slijterij, tapperij, wijn en bierhuis, en voor die welke gebruikt worden door lo gement en kostschoolhouders, wordt ter berekening van het vermoede.Hjk inkomen, met vijf-en-zeventig vermenigvuldigd. 5. Zij die perceelen bewonen of betrekken, waarvan de aanslag naar de vier eerste grondslagen der Rijksbelasting op het personeel reeds staat ten name van hen welke die perceelen hebben verlaten, worden geacht wegens die vier grondslagen zelve te zijn aangeslagen, en wordt het bedrag van dien aanslag voor de bepaling der belastbare som in aanmerking genomen. 6, Aanslagen der Rijksbelasting op het personeel, op sup- pletoire of aanvullingskohieren voorkomende, komen mede bij het berekenen der belastbare som in aanmerking. 7. Het verlaten van perceelen of het betrekken van andere of meerdere gedurende den loop van het belastingjaar, brengt geene verandering in den aanslag voor de plaatselijke directe belasting te weeg. De prijs der Advertentiën van één tot regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, eiken regel daarboven 10 Cent. Buitengewone letters worden berekend plaatsruimte. B. Het doen geven van onderwijs door een Gouverneur of eene Gouvernante en het houden van eene jufvrouw van gezelschap. Voor iederen Gouverneur, Gouvernante of jufvrouw van ge zelschap ten huize van eenen belastingschuldige inwonende, wordt in rekening gebragt eene belastbare som van lUUO. C. Het getal dienstboden bestemd tot persoonlijke, huisselijke, tuin of staldienst der belastingschuldigen, door dezen, zoo in als buiten de gemeente gehouden wordende, om het even of daarvan al of niet naar de 1ste en 2de klasse van den 5 den grondslag der Wet van den 29sten Maart 1833 (Staatsblad n°. 4) Personele Belasting verschuldigd is. Voor iedere vrouwelijke dienstbode bij deuzelfde.: persoon of hetzelfde huisgezin in dienst wordt eene belastbare som in rekening gebragt van 400. Voor eiken mannelijken dienstbode of tuinman 600.- D. Het getal paarden van gemak of weelde, behoorende tot de eerste klasse van den 6den grondslag der Rijksbelasting op het personeel, volgens art. 20 2 der Wet van 29 Maart 1833 (Sta'tsb' d n°. 4) w’aarvoor de belas igschuldigen, zoo in als buiten de gemeente, op de Rijkskohieren van het loo- pende dienstjaar zijn aangeslagen. Voor ieder paard bij denzelfden persoon cf hetzelfde gezin in gebruik wordt eene belastbare ou in rekening gebragt van 1000. E. Het getal ezelsmuilezels en muildieren, gebezigd a. Ónder den zadel, of met gevuld, gevoerd, mi cf meer dan in vieren gevouwen dekkleed en stij 400 tot 500 700 n 1000 ti u 1800 2200 2800 3600 tt n 4600 tl 6000 8000 u 10000 u n n 15000 n u 20000 u 30000 n n u 40000 u u u 50000 u 60u00 n n 500. 700. 1000. 1400. 1800. 2200. 2800, 3600. 4600. 6000. 8000. 10000. 15000. 20000. 30000. 40000. 50000. 60000. 80000. u 80000 n 10C000 en booger. Als vermoedelijk inkomen wordt de middenterm van de sommen waar tussehen de classificatie loopt aangenomen, ten zij de belastingschuldigen het juiste bedrag van hun zuiver inkomen opgeven. Art. 6. Het inkomen van hen die niet verlangen dit op te geven volgens de wijze als bij het vorige artikel is omschre ven, die nalaten zich te dien opzigte te verklaren of naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders eene te lage opgave hebben gedaan, wordt berekend naar de volgende grondslagen. DE RAAD DER GEMEENTE GOUDA, gezien art. 232 (der wet van den 29sten Junij 1851, (Staatsblad n°. 85). BESLUIT: Art. 1. Te beginnen met het jaar 1866 wordt jaarlijks in |deze gemeente geheven eene Plaatselijke Directe Belasting op 1 de Inkomsten tot een bedrag van hoogstens 15,000. Het bedrag der belasting wordt percentsgewijze berekend van t het belastbaar inkomen, in evenredigheid tot de sorn op de I door Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland goedge keurde begrooting van inkomsten als opbrengst van den hoof- delijken omslag uitgetrokken, verhoogd met hoogstens drie ten honderd voor oninbare posten, met inachtneming dat dit ge- I zamenlijk bedrag niet mag overschrijden het door den Koning toegestaan maximum dezer belasting Art. 2. Aan deze belasting zijn onderworpen de in de ge meente hun hoofdverblijf houdende of minstens drie maanden van het dienstjaar waarover de belasting gevorderd wordt ver blijvende personen, wier zuiver jaarlijksch inkomen 400, r of meer bedraagt, alles overeenkomstig art. 245 der Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), zoo als dat gewijzigd is bij Art. 6 der Wet van 7 Julij 1865 (Staatsblad n°. 79). Art. 3. Onder inkomsten worden verstaan de in geld b berekenbare vruchten, voorspruitende uit eigendom, andere za- S kelyke regten, effecten, rentegevende bezittingen, ambten, bedie- ningen, wachtgelden, pensioenen, lijfrenten, tontines, periodieke uitkeeringen, jaarlijksche tegemoetkoming aan tijdelijke bedie ningen of commission verbonden, neringen, beroepen en bedrij ven van allerlei aard. Art. 4. Van de onzuivere inkomsten worden, om tot de zuivere inkomsten te geraken, afgetrokken de renten van ver schuldigde kapitalen, de lijfrenten en periodieke uitkeeringen, de kosten van onderhoud der vaste goederen, de grond-, dijk en polderlasten en andere zakelijke lasten der bezittingen, waar uit die inkomsten worden verkregen. Art. 5. Tot berekening van het belastbaar inkomen worden de belastingschuldigen verdeeld in klassen. In de eerste klasse worden gebragt zij wier vermoedelijk inkomen bedraagt van in de 2de klasse boven de - 3(]e- -4 de-- -5 de- - 6de - -7 de-- - 8 ste- -9 de- - 10de - - 11de - -12de- -- 13de - - 14de - - 15de - - 16de - - 17de - -- 18de- - 19de- --20ste- 1. Het honderdvoudig bedrag van de hoofdsom, voor welke de belastingschuldigen wegens de vier eerste grondslagen van de belasting op het personeel, op de Rijkskohieren, zoo in als buiten de gemeente voor het loopende dienstjaar zijn aangeslagen. Gedeelten van een gulden komen bij de vermenigvuldiging der aanslagen niet in aanmerking. 2. Indien de belastingschuldige meer dan een perceel be woont of geb-uikt, wordt het bedrag van de hoofdsom der vier eerste grondslagen van genoemde Rijksbelasting, van de verschillende perceelen vereeniga. 3, Pakhuizen, zolders en kelders, dienende tot berging van koopwaren, mits daarin of daarop geene goederen worden j van gegadigden, komen, afzonderlijke perceelen zijn, bij de in dit Artikel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1866 | | pagina 1