1S««
Ni
Bij deze
K
contant.
GO
de
te plaatsen in de
Bvbi
De Secre
DROOGLEE1
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Reeuwijk. overwegende, dat volgens j
de verklaring van den deskundige E. Over- i
Door plaatsgebrek zijn wij verpligt eenige
Adeertentien tot een volgend N°. uit te stellen.
Boekdrukkerij van A. BRINKMAN.
Burgemeester en
De Secretaris,
R. LOS.
binnen de Gemeente en te plaatsen in de
Goudsche Courant.
Noord-Waddinxeeen, den 30n Maart 1866.
Burgemeester en Wethouders vooruoemd,
De Wethouder 1°. Secr., De Burgemeester,
W. BLOK. Van DORT KROON.
Dere Courant ve
In de Stad gcsch
De prijs per drier
De inzending del
morgens ten 1
Het dreigei
ken. De kt
Berlijn eene
doeling verlo
Pruisen elk
tegen de opii
tenrijk niet
geene schikki
die wel zeer
bragt worden
gen heeft, lij
der bevriende
nen kreet di
oorlog; na
licht brengen
riet gestaakt
en zijne getr
geen licht
bezit, zoodat
anderen zin
Het vooru
De aanval o]
honderdvoud!
paalde vertrè
een treurig e
ditie, welke
stroomen blo
die zijde he
gevrijwaard,
tijd tot tjjd
worden, wil
onder het sc
keering te v
De zaak d
ziekte, met de huid te kunnen begra.eu;
Gezien de artt. 69 tot en met 72 der
wet van den 28n Augustus 1S51 (staats
blad n°. 125.) Hebben besloten
1°. Boven omschreven runderen dadelijk
te onteigenen, en na inkerving der huid,
met bijvoeging van een genoegzame hoe-
vtelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte te doen begraven, en
2°. Dit besluit onmiddellijk mede te
deelen aan heeren Gedeputeerde Staten der
en registratie,
van den 6den
v UM XMJtAO- CXA VJCUICCUIC-dlAlJUSj
gemVu'te'7n“’t=“pl^tsenatngde Peüe.hoeveelh«d ^n
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Noord-W’addinrceen, overwegende dat
op 24 en 26 Maart li. door den na te noemen
Veehouder alhier woonachtig, bij den Bur-
t zes en
twintig runderen afgezonderd, staande in
de bij zijne woning behoorende stalling,
door ziekte zijn aangetast;
dat blijkens nadere aangiften vijf run
deren op heden daaraan zijn gestorven;
Gelet op de schriftelijke verklaringen
van den veearts J. B. Snellen te Jfoor-
drecht, waaruit blijkt, dat van C. Oudijk,
BURGEMT
bij deze bek»
bedoeld bij a]
blad n°. 72),
18“ April 18<
Zij herinne
Militieraad bi
1. Alle Li
uitspraak is
onderworpen
2. Die al
ecnen Lotelin:
Terwijl de
niet zijn vers»
stelling te heb
het niet ontv
roepingbiljet,
voor den Mil
redenen vaa
één zesjarige, één driejarige, één achtjarige
I en één tweejarige zwart bcnte koe als
mede één zwart bont kalfstier zijn aangetast
geweest door de heerschende besmetteiijke
de onteigening van voormelde runderen
lijk is, ten einde die ter voorkoming
van verdere uitbreiding dier ziekte, met
de huid te kunnen begtaven;
Gelet op artt. 69 tot en met 72 der wet
van den 28sten Augustus 1851, (Staats
blad n°. 125). Hebben besloten:
1°. Boven omschreven runderen dadelijk
te onteigenen en na inkerving der huid,
met bijvoeging van een genoegzame hoe
veelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte te doen begraven, en
2°. Dit besluit onmiddellijk mede te
deelen aan heeren Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Holland, af te kondigen bin
nen de Gemeente en te plaatsen in dc
Goudsche Courant.
Broek, den ln April 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Be Wethouder, 1°. Secr. De Burgemeester
J. JONKHEID. Van DORT KROON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Reeuicijk, overwegende, dat volgens
dc verklaring van den deskundige E. Over-
bosch, njks-veearts te Gouda, door de be
smettelijke veeziekte zijn aangetast en daar
aan gestorven, van Gerardus Vergeer te
Reeuwijk, één zwart bont rund, oud tv’ee
jaren; van de Meduwe Bastiaan Stigter te
Reeuwijk, één wit rund, oud zes jaren, één
zwart bont rund, oud zeven jaren; van
Cornells Houd ijk te Reeuwijk, één zwart
bont rund, oud acht jaren, één zwart
bont tijger-rund, oud zes jaren;
Overwegende, dat volgens die verklaring,
de onteigening van gemelde runderen nood
zakelijk is, ten einde ze ter, voorkoming
van verdere uitbreiding dier ziekte, met
de huid te kunnen begraven;
Gelet op de artt. 69 tot en mei 72 der
wet van den 28n Augustus 1851 staats
blad n°. 125). Hebben besloten:
1°. Boven omschreven runderen dadelijk
te onteigenen, en na inkerving der huid,
met bijvoeging van eene genoegzame hoe
veelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte te doen begraven, en
2°. Dit besluit onmiddellijk mede te
deelen aan heeren Gedeputeerde Staten der
Provincie Zuid-Holland, af te kondigen
binnen de gemeente en
Goudsche Courant.
Reeuwijk, den 30° Maart 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De 1°. Secretaris, De Burgemeester,
P. de WILDE, weth. C. BRACK.
Prijs van het gedestilleerd bij G. F.
van de VELDE, te GOUDA, met
inbegrip van Rijks- en Gemeente-accijns,
Zuiver overgehaalde JENEVER a 462/10
°/o per kan 615 cents. Jenever 2de soort
(Moutwijn) a 462/10 0/ per kan 60 cents,
inl. BRANDEWIJN 462/10 °/0 per kan
64> cents. Meerdere of mindere sterkte
naar evenredigheid.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Noord-Waddinareen, overwegende, dat
op 24 en 25 Maart 11. door de na te noe
men Veehouders bij den Burgemeester
aangifte is gedaan dat vijf en twintig
renderen afgezonderd, staande in de bij
hunne woning behoorende stalling, door
ziekte zijn aangetast;
v’ vijf run- 1
voormelde ruuderen dringend noodzake-
bosch, rijks-veearts te Gouda, door de be-
smettelijke veeziekte zijn aangetast en daar- gemeester aangifte is gedaan dat
aan gestorven, van Cornells Houdijk te twintig
Reeuwtjk, een zwart witkop rund, oud vijf
jaren en een zwart bont rund oud twaalf
dagen, en van de weduwe Bastiaan Stig
ter te Reeuwijk, een zwart bont rune, oud
zes jaren
Overwegende, dat volgens die verkla
ring, de onteigening van genoemde runderen
noodzakelijk is, ten einde ze, ter voor
koming van verdere uitbreiding dier ziekte,
met de huid te kunnen begraven
Gezien de artt. 69 tot en met 72 der
wet van den 28n Augustus 1851 (staats- -
blad n°. 125.) Hebben besloleo: veetyphus en daaraan gestorven, en dat
1°. Boven omsebreveu ruuderen dadelijk i ----
te onteigenen, en na inkerving der huid,: dringend noodzakehjk is, kn einde die ter
met bijvoeging van een genoegzame hoe- I voorkoming van verdere uitbreiding dier
veelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte ie doen begraven, en
2°. Dit besluit onmiddellijk mede te
deelen aan heeren Gedeputeerde Staten der
Provincie Zuid-Holland, af te kondigen
binnen de Gemeente en te plaatsen in de
Goudsche Courant.
Reeuwijk, den ln April 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De 1°. Secretaris,
P. de MILDE, Weth.
dat blijkens nadere aangiften i
deren op keden daaraan zijn gestorven
Gelet op de schriftelijke verklaringen van
den veearts J. B. Snellen te Moordrecht
waaruit blijkt, dat van C. Oudijk alhier,
één vijfjarige zwarte witkop, één driejarige
zwart bonte, één vijfjarige blaauwe witkop
en één vijfjarige zwart bonte koe en van
K. van der Torren Kz. te Zuid-Waddinx-
veen, één donker vaal kalf zijn aangetast
geweest door de heerschende besmettelijke
veetyphus en daaraan gestorven, en dat
de onteigening van voormelde runderen
dringend noodzakelijk is, ten einde die
ter voorkoming van verdere uitbreiding
dier ziekte, met de huid te kunnen begraven
Gezien de artt. 69 tot en met 72 der
wet van den 28° Augustus 1851 (staats
blad n°. 125). Hebben besloten:
1°. Boven omschreven runderen dadelijk
te onteigenen, en na inkerving der huid,
met bijvoeging van een genoegzame hoe
veelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte te doen begraven, en
2°. Dit besluit onmiddellijk mede te
deelen aan heeren Gedeputeerde Staten der
Provincie Zuid Holland, af te kondigen
binnen de <--
Goudsche Courant.
Koord-Waddinxeeen, 29 Maart 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Wethouder 1°. Secr. De Burgemeester,
W. BLOK. Van DORT KROON.
De Burgemeester,
C. BRACK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS Provincie Zuid-Holland, af U kondigen
van Bioek, overwegende, dat op den 17 1
en 29 Maart 11 door de na te noemen
Veehouders alhier woonachtig, Lij den
Burgemeester aangifte is gedaan, dat drie
en twintig runderen afgezonderd, slaande
in de bij hunne woning behoorende stal-
ling, door ziekte zijn aangetast
dat blijkens nadere aangiften drie run
deren op heden daaraan zijn gestorven;
Gelet op de schriftelijke verklaringen van
den veearts E. Overbosch te Gouda, waar
uit blijkt, dat van D. van Rijn, één i .t-
jarige roode bies-koe, en van W. T.
Blom, twee zwart bonte kalveren, zijn
aangetast geweest door de heerschende
besmettelijke veetyphus en daaraan ge
storven, en dat de onteigening van
Vrij ran regten van zegel
ingevolge het koninklijk besluit
September 1865, no. 52.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Alkeniade, overwegende, dat volgens
de verklaring van den deskundige W. F.
Muis, plaatselijk veearts, door de besmet
teiijke veeziekte zijn aangetast en daaraan
gestorven, van Arie Straathof te Alkemade,
één zwart witkopte en een blaa iw bonte
koe, oud 3 jaren van Jan Mille.m Roeloffs
te AUnonad*, één vaal witkopte koe, oud
5 jaren en éen vaal wit kopt kalf, oud 1
maand; van Martinus Hoogenboom te
Alkemade, twee zwart witkopte kalveren,
oud 5 reken, en van Dirk Prosman te
Alkemade, één zwart wilkopt kalf, oud 3
weken.
overwegende, dat volgens die verklaring,
de onteigening van genoemde runderen
noodzakelijk is, ten einde ze, ter voorko
ming van verdere uitbreiding dier ziekte,
met dr huid te kunnen l .graven;
Gezien de artt. 69 tot en met 72 der
wet van den 28n Augustus 1851 (staats
blad u°. 125). Hebben besloten
1°. Boven omschreven runderen dadelijk
te onteigenen, en na inkerving der huid,
met bijvoesrinz van eene genoegzame hoe
veelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte te doen begraven, en
2°. Dit besluit onmiddellijk mede te
deelen aan heeren Gedeputeerde Staten der j
Provincie Zuid-Holland, af te kondigen
binnen dc Gemeente en te plaatsen in de
Goudsche Courant
Alkemadeden 31° Maart 1866.
Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. W. S. ROELOFFS.