SCHUTTER IJ.
Zondag, 20 Mei.
1800.
’illen,
aloude en
Overzigt.
Uitgave van A. BRINKMAN.
op men in
maakt.
riNG.
B E KENDMAKI N G.
GOUDSCHE COUR A
enbruch, Voor
lok.
I. Moer.
n, firma wed'.
Weste Wagenst.
BERGEN IJZENDOORN.
JNKMAN.
Lange TiendewegD. n°. 60.
e, Boekhorststr.
Haarlemmerstr.
esteldheden der
a op de SPIJS-
tmuntend tegen
iet BLOED, en
zijn ZACHT,
FDRIJVEND.
3 7 Va Cent en
•ijgbaar bij de
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags. I
In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
De prijs per drie maanden is/2,franco p. pust ƒ2,25.
De inzending der Advertentién kan geschieden tot des
morgens ten 11 ure.
De prijs der Advertentien van één tot zes
regels met iubegnp van het zegel is 80 Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend naar
plaatsruimte.
t Steenw. over
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Gouda
doen te weten
Dat de beschrijvings-biljetten voor de plaatselijke directe be
lasting op de INKOMSTEN bij een ieder, die vermoed wordt
belastingschuldig te zijn, dat zijn zij, wier zuiver jaarlijksck
inkomen f 400.of meer bedraagt, zullen worden bezorgd
tusschen den 22c Mei en den 2n Junij aanstaande.
Dat de belastingschuldigen, die op laatstgenoemden dag geen
zoodanig biljet ontvangen hebben, verpligt zijn zich binnen de
twee eerstvolgende dagen tot het verkrijgen daarvan bij den
Gemeente-Ontvanger aan te melden.
Dat de beschrijvings-biljetten, waarin ae daarbij gedane vra
gen behoorlijk en naar waarheid moeten beantwoord zijn, acht
dagen na de bezorging of afgifte zullen worden terug gehaald.
En dat, mogt die terughaling verzuimd worden, de vennoe-
delijke belastingschuldige verpligt is het beschrijvings-biljet
voor of op den 13“ Junij aanstaande ten kantore van den Ge-
meente-Ontvanger te bezorgen.
GOUDA, den 17“ Mei 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN. v. BERGEN IJZENDOORN.
Iter.
Urbanus Pillen,
■m bekend, en
ons te Gouda
L geplaatst bij
)OGEN, Apot-
Jd«. J. A. P. P.
Blaauwstraat.
verzocht, wel
door ons, bij
i—Pillen, bereid
ecept, in Dépot
de hierboven op-
dan bij de hier
In elk doosje
de eigenhandige
aardigers Wed.
j, welke Hand-
)p het Zegellak,
geld zijn. Wij
nstantelijk daar
hun aan wel
len de Doosjes
)oosjes, waarin
ekening is, zich
wachten voor
imaaksels. (4
*d bij G. F.
GOUDA, met
ne hoeveelheid
LH a contant.
EVER a 462/10
m a 47710 °/o
de soort (Mout-
64 centsinl.
/0 per kan 68’
re sterkte naar
ingeschreven, en bovendien door den Schutters-Baad worden
verwezen tot eene geldboeteterwijl dezulken ZONDER loting
by de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken,
dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene redenen tot uit
sluiting of vrijstelling te hunnen aauzien bestonden.
Wordende eindelijk degenen, welke aan de inschrijving moe
ten voldoen, verwittigd, dat zij bij gemelde inschrijving moeten
overleggen hun bewijs van Geboorte, zullende zij, voor zoo verre
zij alhier geboren zijn, zich te dien einde moeten vervoegen
op de Secretarie dezer gemeente op Zaturdag den 19" Mei aan
staande, van des vocrmiddags tien tot des namiddags één ure.
En zullen zij tevens verpligt zijn bij de inschrijving op te
geven hun naam en voornaam, de straat, de wijk en het num
mer van het huis, hun beroep benevens dat hunner ouders, als
mede sedert wanneer zij Ingezetenen dezer gemeente geweest zijn.
GOUDA, den 16“ Mei 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretarie, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, gezien
de Wet op de Schutterijen van den 11“ April 1827, (Staats
blad n°. 17), alsmede de reglementaire bepalingen, voorkomende
in het Staatsblad van den 21" Maart 1828, nu. 6.
In aanmerking nemende, dat het tijdstip genaderd is, waar
op behoort te worden overgegaan tot het inschrijven voor de
SCHUTTERLIJKE DIENST;
Hebben goedgevonden aan de Ingezetenen kennis te geven,
dat een ieder, in de termen der Wet vallende, verpligt is zich
voor de dienstdoende Schutterij te doen inschrijven
Dat tot de inschrijving zitting zal worden gehouden in het
Raadhuis dezer Gemeente op Woensdag den 23" Mei aanstaande,
van des voormiddags tien tot des namiddags één ure
Dat de bovengemelde Wet ten aanzieu der voorschreveue
verpligting, de navolgende bepalingen en voorschriften behelst:
Art. 1. Ieder Ingezeten van het Rijk, die op den 1“ Ja
nuary van elk jaar zijn 2ö’te jaar zal zijn ingetreden en zijn
34'te niet voleindigd zal hebben, zal, ingevolge de bepalingen
dezer Wet, daartoe opgeroepen zijnde, verpligt wezen de schut
terlijke dienst uit te oefenen.
Als Ingezetenen worden, met betrekking tot de toepassing
dezer Wet, beschouwd
a. Alle Nederlanders, binnen het Rijk bun gewoon verblijf
houdende.
b. Alle Vreemdelingen, binnen het rijk woonachtig, welke hun
voornemen, om zich daar te vestigen, zullen hebben aan den
dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij
door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermo
gen en de hoofdmiddelen van hun bestaan.
De tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk in
eenige ondergeschikte betrekking, gelijk die van leerling, knecht,
enz., kan op zichzelve niet beschouwd worden als een bewijs
van het voornemen, om zich in dit Rijk te vestigen.
Art. 6. Elk jaar, voor den eersten Junij, zullen de Ingeze
tenen, welke op den eersten Januarij van het jaar hun 25Bte
jaar van ouderdom zullen zijn ingetreden, zonder onderscheid
of zij vermeenen mogten al of niet tot de vrijgestelden of uit
geslotenen te behooreu, verpligt zijn zich bij het Bestuur der
Gemeente, in welke zij wonen, voor de Schutterij te doen
inschrijven.
Art. 7. Zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon
verblijf houden, of den zetel van hun vermogen hebben ge
vestigd, zullen tot de Inschrijving verpligt zijn binnen die ge
meente, alwaar eene dienstdoen'1 schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende
of alleen rustende Schutterijen bestaan, zullen zij zich doen
inschrijven in de gemeente, alwaar zij voor de personele be
lasting zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die gemeente
alwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden.
Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs
geven, zullen door het plaatselijk bestuur worden ingeschreven
raar deszelfs oordeel, onverminderd de bevoegdheid van den
ingeschrevene om van zijnen juisten ouderdom nader te doen
blijken.
Wordende dientengevolge alle ingezetenen, welke in de ter
men van gemelde artikelen vallen, dat zijn zij, welke den 1“
January 11. hun 25rt' jaar zijn ingetreden of geboren werden
in den jare 1841, mitsgaders de zoodanigen tusschen de "1 en
35 jaren oud, welke sedert de laatst gedane oproeping in dato
5 Mei 1865 zieh alhier met der woon hebben gevestigd, opge
roepen, om zich op den hier bovengemelden dag, op de uren
en op de plaats ter inschrijving bepaald, aan te melden, zul
lende zy, welks hieromtrent onverhoopt mogten nalatig zijn,
niettemin van wege het gemeente-bestuur ambtshalve worden
GOUDA, den 19 Mei.
Er is tot heden weinig verandering gekomen in den ge-
vaarvollen toestandde wapening wordt ijverig voortgezet,
de gemoederen blijven in onrustallen verzekeren geen oog
merk te hebben iemand aan te vallen. Hierop wordt teregt
aangemerkt, dat een van beiden zeker is, of schandelijke mis
leiding of onzinnige dwaasheid ligt in dat beweren. De heerseb-
zueht, die oorlog wil, verlaagt zich tot bedriegelijk ontveinzen;
wil men den oorlog niet, waartoe dan die kostbare wapening,
dat nutteloos geldverspillen, die verderfelijke onrust, waardoor
aan handelen nijverheid de gevoeligste slagen worden toegebragt;
Engeland, dat geheel buiten den twist staat, ondervond den
terugstoot der beweging op het vasteland en moest buitenge
wone maatregelen nemen om eene geduchte geld-crisis te ontgaan.
Frankrijk verbergt zijne maatregelen en plannen, maar elk
weet waaraan zich te houden, vooral na het woord dat opwelde
uit de diepten vau het hart des vredekeuers.
Italië gloeit van edele oorlogsdrift, spant zijne uiterste krach
ten in en is welligt de eerste aanvaller.
Altijd spreekt men veel van een congres, maar het is nog
zeer twijfelachtig of het ernstig is gemeend. Is het versehü
groot tusschen den oorlog vóór of dien na het congres; want