kND, I Effecten. Vereenlglngen van handwerkslieden. 1S««. Donderdag, 20 September. Uitgave van A. BRINKMAN. d’ IJssel. »/u V. B E K E N D M A K ING. 75Vw 16Vs_ S4»0 qr. vr. tarwe, GOUDSCHE COURANT 1866. 13678 136% 33’/. 33% 96’/, 96% 46W/„ sommetje bijeen gebragt 30*/. vlagt zulk Lange Tiend&oeg, D. n°. 60. waren aangevoerd :n en 210 varkens. varkens 4/10 per «1 en N. de Mol. Weber. 12. Bas- - 13. Wilhelmina Po- iveroij van Nieuwaal. huisvrouw van G. Perk de Hoop. D. van nman en E. Besem. 182»/, 30% 13% 75*/, 16*/. 68% 50 56 ig en Dingsdag ’smor- ge dagen ’s morgeus lorgens 6% uur. s gelijke dagen’s na- ondags ’s avonds 5 <rkaar ten. 86% 93’/. Gebleven koer». 55% ’16 gste ers. 68% 49>‘/u 55’/. 5’/i« 5% »’/16 5’/. i% 1% t% i”/l. 5% i% Dexe Courant verschijnt des Donderdags en Zondags. In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren. De prijs per drie maanden is/2,franco p. post/2,25. Advertentiën van 16 regels tot des middags ten 12 ure, grootere moeten vóór 10 ure ingezonden zijn. JbR wordt verlangd i en rekenen. Adres X aan het bureau stilleerd bij G. F. te GOUDA, met bij eene hoeveelheid Q kan a contant. JENEVER a 46% s, idem a 47 %0 ver 2de soort (Mout* r kan 63 cents; inl. B/io Per fca“ 67* ntndere sterkte naar BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda bren gen, naar aanleiding eener ontvangen missive van den Heer Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland, ter kennis van de belanghebbenden, dat bij koninklijk besluit van den 3" September 1866, n°. 45, is bepaald, dat het maximum van het handgeld, hetwelk aan ieder rekruut, die zich voor niet minder dan zes jaren voor de militaire dienst in de ko loniën en bezittingen van het Ryk in andere werelddeelen ver bindt, kan worden uitbetaald, zal bedragen 200.(twee honderd gulden), wanneer hij Nederlander is. Gouda, den J8“ September 1866. Bubgzmeestze en Wethouders voornoemd, De Secretarie, De Burgemeester, DROOGLEERER FORTUIJN. v. BERGEN IJZENDOORN. jdag 14 September. Hoogste koers. 55% Alles wordt even duur, en de loonen blijven laag, geen hand werksman kan het hoogst noodige voor zijn gezin verkrijgen, hoe zal men met de duurte van de aardappelen den winter kunnen doorkomen, ziedaar een algemeene klagt en zeker als men de uitgaven nagaat en daarmede de inkomsten van een handwerksman vergelijkt, dan ziet het er bedroevend uit, en men moet erkennen, dat er op de eene of andere wijze veran dering moet komen. Op vele plaatsen en ook hier zijn in den laatstad tijd bij sommige beroepen de dagloonen veihoogd, maar hoevelen deelen niet in dit voorregt en moeten met een gering loon voortsukkelen, want leven kan men het naauwe- Ijjks noemen. Hoeveel of liever hoe weinig verdient wel een pijpmakersgezin, dat gedurende een geheele week werkzaam is En toch het moet ook leven. Hoe is de toestand van zoovele handwerkslieden te verbe teren? In alle landen tracht men het te doen en verschillend zijn de pogingen die daartoe worden aangewend. Weinig echter kan de regering daaraan doen. Zooals vele andere za ken is ook dit geen regeringszaak. Het loon regelt zich naar vraag en aanbod, en een fabriekant te gelasten meer loon te geven, zoude wei ongerijmd zijn, tenzij men hem in de gele genheid stelde om zijn fabriekaat op meer voordeelige wijze van de hand te zetten. Hebben sommige fabriekanten en werkbazen de dagloonen verhoogd, het is geen algemeene re gel en dat zoude bij alie takken van nijverheid niet mogelijk zijn. Onze werklieden houden zich ook niet op met zooge naamde grèves of strikes, waardoor de engelsche en fransche werklieden hun broodheeren trachten te dwingen, daar onze werklieden teregt begrijpen, dat zij door werk te weigeren zich zelf het meest zonden benadeelen - de fabriekanten ligt lan ger hun werk, dan zij bet dagloon zouden kunnen missen, en al was de fabriekant in een oogonblik van drukte verpligt het verhoogde loon toe te staan, dan zoude dit slechts tijde lijk zijn, en de handwerksman daarvoor later dubbel moeten boeten. Nog eens, de dagloonen hangen af van vraag en aan bod en daarin is door niemand verandering te brengen. Daar nn over het aigemeen geen gebrek aan werkvolk is, zullen de loonen ook niet ryzen, en de handwerksman zal dus naar an dere middelen moeten uitziea om zijn toestand te verbeteren. Help u zei ven, is in dit geval een behartigenswaard ig gezegde. Niet van de regering, niet van de fabriekanten kan noch mag de handwerksman hulp verwachten, hij moet zelf de handen uit de mouw steken, zelf moet hij zijn toestand trachten te ver beteren. Maar hoe? Zien wij in Engeland. Komt gij in Engeland in een fabriekstad, dan ziet gij niet zelden in het wijk der arbeiders een groot huis, en somtijds een reeks huizen. In de benedenverdieping of verdiepingen ziet gij goed ingerigte winkels, waar alles voerhanden is, wat de handwerksman noodig beeft. Kruidenierswinkel, kleeding- x A. BRINKMAN. Waarom de handen ook hier niet ineen geslagen, en een o ot om onderling een winkelzaak te be ginnen. De voordeelen van dien handel waren voor de deel hebbers. het kapitaal wordt wekelijks grooter, en ongemerkt kan men de zaken uitbreiden. Wie kan zeggen, welk een vlugt zulk een onderneming in onze fabriekstad zoude kunnen nemen? Waarom zouden onze werklieden niet tot stand kun nen brengen, wat arme wevers in vele plaatsen van Engeland tot groot voordeel van zich zelf hebben tot stand gebragt; want de eerste ondernemingen van dien aard daar te lande, door arme wevers tot stand gebragt, die zeker niet De prijs der Advertentiën vmx één tot regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor eiken regel daarboven 10 Cent. Buitengewone letters worden berekend naar plaatsruimte. magazijnen, bakkerij, vleeschbouwerij, waar de handwerksman tegen vaste prijzen en contante betaling in zijn behoeften kan voorzien. Op de bovenverdiepingen vindt men gewoonlijk ge- zelschapzalen, leeszalen met dagbladen en tijdschriften, voor den handwerksman geschikt, dikwijls een bibliotheek, gehoor zalen, enz., waar wekelyks en dikwijls dagelijks verschillende onderwerpen behandeld worden, alles uitsluitend ten behoeve van den handwerksman. Verder heeft men er kantoren voor de administratie, woningen voor bedienden en alles wat verder noodig is om zulk een uitgebreide zaak in stand te houden. En wie zijn nu de opzigters en bestuurders dier ondernemin gen? Alleen door handwerkslieden tot stand gebragt, wordt alles ook alleen door handwerkslieden, door de deelhebbers gekozen, in orde gehouden. De bestuurders verdeelen de tal- rijke werkzaamheden onder elkander en besturen de z uik kos teloos. Axle gebouwen met alles wat de winkels, leeszalen, enz. bevatten, is het eigendom van een vereeniging handwerks lieden of fabriekarbeiders, die de gelden daartoe hebben bij- eengebragt, en de voordeelen van hun spaarzaamheid nu ruim schoots genieten. Wat wij toch zien kunnen, is nog niet alles. Uit die winkel-vereenigingen heeft men ook zieken- en begra- fenis-fondsen, spaarbanken en spaarkassen, bouwvereenigingen tot het stichten van nette en gezonde woningen verbonden en alles werkt te zamen om den toestand van den arbeider en den handwerksman te verbeteren. Maar de loonen zullen in Engeland hooger zijn, de handwerksman kan daar misschien een kapitaaltje bijeen brengen, kan ten minste geld sparen, en hoe kan dit hier geschieden, waar dc uitgaven de inkomsten meestal overtreffen, en men des zomers dikwijls zeer zuinig moet leven om nog iets voor den kwaden dag te bewaren? Hoe zouden onze handwerkslieden zoo iets, al was het ook slechts op kleine schaal kunnen tot stand brengen Is niet reeds de amsterdamsche winkelvereeniging mislukt Daar was f 1700 kapitaal bijeen gebragt, en het debiet van den winkel was 200 ’s maands, en toch is de taak met groote verliezen geëindigd. Hiertegenover staat echter het feit, dat de utrechtsche win kelvereeniging, blijkens haar eerste jaarverslag, als goed geslaagd mag beschouwd worden. Die vereenigiug is zeer klein begon nen 18 werklieden vereenigden zich om te zamen tarwe in te koopen, die te doen malen en voor de deelhebbers te doen bakken. Door wekelijksche bijdragen van 10 cent moest het kapitaal der vereeniging gevormd worden. Toen het getal leden tot 32 was geklommen en 34.20 was bijeengebragt, werd de eerste tarwe ingekocht. Later kocht men ook steenkolen. Op 20 februarij 11., toen het eerste vereen igingsjaar gesloten werd, waren er 64 deelhebbers; het bijeen gebragte kapitaal was 226.43 en de omzet had 1459.80 bedragen, waarnar* omstreeks lOpct. van het kapitaal was verdiend. Een klein gewin, maar een veelbelovend begin. Juist het beginnen met een klein kapitaal is noodzakelijk voor den toekomsligen bloei der inrigting. Daardoor toch kan ieder deelnemen, omdat de wekelijksche contributie zich slechts tot enkele centen bepaald, en bovendien leeren de werklieden zelf de inrigting besturen, want dit is een eerste vereischte van slagen. Het moet niet slechts een inrigting voor werklieden zijn, maar de oprigting moet ook door werklieden geschieden, en deze moeten zei ven het bestuur op zich nemen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1866 | | pagina 1