6tnnenlaniï.
Men rJccIf in de engehche bidden ongunstige berigten
mede betreffende den tegen woordigen toestand der mijnen van
CornwallisI* Zeer weinig eigenaars van mijnen zullen hunne
kosten goed naken, wanneer de prijzen van tin beneden de
00 per ton staau, terwijl anderen dit niet beneden de 00
'/uilen 'kunnen deen. Eenigen tijd geleden hebben een groot
aantal eiirenaars van mijnen met verlies gewerkt, waaruit twee
nadf.-ligc re-ultateu rijn gevolgd. I)e specnlauten hadden geid
er bij te lessen, en er v.as zoo veel tin aan de markt, dat
de prijs, die reeds zeer laag was, nog verder is gedaald, tot
dat de tegenwoordige stand bereikt was. De tenige hoop voor
de eigenaars van mijnen in Cornwallis ligt aisnu in de ver
meerderde vraag naar tin, die de tinprij/en bepaaldelijk zal
doen stijgen. In de laatste jaren zijn er een aantal nieuwe
debouches geopend, gelijk onder anderen naar de vereenigde
stateu, alwaar het tin wordt gebruikt tot tie bekleeding van
dakwerken, waartoe voor 1,500,000 jaarlijks wordt uitge
voerd. De blik-fabricatïe neemt jaarlijks toe eu belooft een
ouzer belangrijkste fabrieaten te worden. Op dezen gronden
hebben de tinmijnen in Corn wallis vooruitzigt op verbetering.
Pai'ijS, September. Van zekere zijde worden pogingen
aangewend om, bi gelegenheid van het ten uitvoer leggen van
het bekende tractaat van 15 sept. eene groote manifestatie van
de franscbe geestelijkheid uit te lokken. Al de bisschoppen
zouden zich namelijk alsdan van hunne standplaatsen verwij
deren en zich naar Rome begeven, ten einde den paus met
raad en daad bij te staan. Tot op dit oogenblik heeft dat
voorstel echter nog niet veel bijval onder de betrokken pre
laten gevonden.
--24 September. Velen meenden, dat de aangenomen re
organisatie van het fransche leger ten doel heeft de pruisische
landweer hier te lande in te voeren. l>it is echter zoo niet.
Men ver/okert dat d«.ze reorganisatie geen ander effect zal heb
ben, dan eene vermeerdering van het effectief van het staande
leger, welks diensttijd op 6 jaren zcu worden gebragt, met 4
jaren voor tic reserve.
De nieuwe wapening van het leger zal meer kosten dan
aanvaiikc k was berekend. Er is dus ook reeds sprake van
eene nationale leening van 500 inillioen, waarvan 2GU müiioen
tot aanschaffing van nieuwe geweren zuilen dienen; de rest
zal besteed werden tot vastlag- en andere openbare werken.
Het M. moral Diplomatique gelooft dat de franscbe re-
gerine: voor de houders van mexieaansche obligatie» zal doen
wat de be-ehermende mogendheden voor de grieksche schuld
doen; zij zal de renten betalen. Men gelooft verder dat zij
i. aan dei.'. - om die obligation in fransche rente te conver
teren. Men ergauiseert e^n petitionnement, om door tusschen-
komst van het wetgevend ligchaam, de regering daartoe te
noodzaken.
Hetzelfde blad meldt, dat de gevolmagtigden van Oos
tenrijk en Italië hei ecus zijn geworden omtrent de regeling
van de italiaansche schuld, in zoo ver dat men nog slechts
het cijfer heeft te bepalen van de algemeene schuld, welke het
italiaansche gouvernement aan de oosienrijkscbe schatkist zal
terug betalen. Ten einde de regeling van dit punt te ver
baasten, zou m*n het overlaten aan het kabinet der ïuilerien.
Er bestaat grond om te vermoeden, dat het tractaat vóór het
einde der maand zal worden onderteekend. Terstond daarna
zal het plebiscit in Venetie plaats hebben.
Brieven uit Berlijn melden, dat de heer von Bismarck
zeer eri.=-:g ziek is, wat sommige bladen daarvan ook hebben
willen zeggen. l>e pruisische staatsman lijdt aan eene zenuw
ziekte eu de geneesheeren hebben hem volstrekte rust bevolen.
Weenen, 24 September. De pruisische bezetting heeft
den ls dezer Praag verlate" THra dag werd een trein van
114 wagens Juuiloc gebruikt. Nog in de laatste dagen hun
ner aanwezigheid hadden de troepen gelegenheid, het gepeupel
te Praag te leeren kennen cn getuigen van zijn lust tot tumult
te wezen. Het gepeupel toch vierde aan zijne communistische
denkbeelden den vrijen teugel, bespotte mishandelde de
gensdarmerie, als ook de burgergarde, en mishandelde ten slotte,
teen er niets meer te plunderen viel, de Israëlieten, a's deze
buiten magie waren een losgeld aan te bieden. Het gepeupel
wendde zich ook teg. n de eerst onlangs te Praag gearriveerde
Jezuiien. Op de door hen bewoonde gebouwen werden reus
achtige dooshoofden geschilderd en zij met de d od bedreigd,
indien zij niet ten spoedigste Praag verlieten.
25 Sept. De \V ïener Zeitung zegt ten opzigte der ge
ruchten over de vermeende wijziging d*r oostenrijk-italiaansche
grenzen, dat er in tfians aanhangige onderhandelingen geen
sprake is van afstand van grondtrebi^ t*»«ren schadevergoeding,
aaneerien het gebied van veaeiic cn iranknjk. is afgestaan,
ter**»' Franl-r-»- het aan Italië heeft overgedragen. Dienten
gevolge zijn de grenzen van Yenetie internationale grenzen
geworden.
Pestïl, 23 Sept. Er heerscht alhier ontevredenheid ten
rovolge van het gerucht, dat de landdag zal worden bijeen
geroepen, zonder dat vooraf een hongaarsch ministerie wordt
zamengesteld.
De cholera heerscht alhier in erger mate dan in 1831.
Berlijn, 23 Sept. De ochtendbladen deelen de dankbetuiging
mede van den koning aan de gemeentelijke autoriteiten voor
de schitterende ontvangst, die van de zijde der bevolking in
de hoofdstad ar.u de troepen is te beurt gevallen, 's Konings
betuiging eindigt aldus„Zulke momenten verbinden nog
vaster «at reeds verhouden was, en stellen het doei, dat wij
allen volstandig, ten koste van offers, tot welzijn des vaderlands
willen najagen, steeds meer en meer in het licht."
24 September. De minister v. Bismarck begeeft zich in
de volgende week onmiddellijk na het sluiten van den land
dag naar een landgoed, en zal er geruimen tijd blijven tot
herstel van gezondheid. Hier is ia de laatste dagen nog veel
gelukt. Zoo heeft thans de keurvorst van Hessen zijne troe
pen van hun eed ontbonden, en de hertog van Meiningen,
Erich Freund, heeft ter gunste zijns zoons afstand van den
troon gedaan. De zoon brengt Meiningen in betrekking met
den duilschen bond.
liet bevestigt zich, dat de koning van Saksen bij de vredes
onderhandelingen beter vaart dan de partij der annexatie in
zijn eigen land dit wil. Er blijven nog pruisische troepen te
Dresden en andere deelen des rijks, maar met de Pruisen zullen
ook saksische troepen kwartier erlangen. De staat van zaken
is voor Pruisen zoodanig, dat het aan de vorsten, met welke
de noord-duitsche bond gevormd zal worden, geene al te groote
hinderpalen in den weg moet leggen, ten einde het geheele
ontwerp niet in gevaar te brengen, want genoeg gehei. .e en
opentlijke vijanden wachten op het oogenblik om zich op Prui
sen wegens de Annexation te wreken.
In het huis an afgevaardigden is bij de behandeling
van het voorstel tot verkoop van den westphaalsehen staats
spoorweg paragraaph I, inhoudende vaststelling van den ver
koop, met groote meerderheid eu dien ten gevolge het geheele
regerings-outwerp verwc rpeti
De Nord Deutsche Zeitung bevestigt dat het begin der
definitieve onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen
met Saksen afhangt van den afstand van Königstein aan Prui
sen. Voorts wederspreekt de Zeitung het berigt dat Rusland
en Frankrijk, op aanzoek van Denemarken, op eene spoedige
beslissing ten aanzien van Noord-Slees wijk zouden hebben aan
gedrongen. Die regeringen zegt het blad weten trou
wens wel, dat Pruisen de bepalingen van het vredes-tractaat
van Praag ten uitvoer zal brengen.
25 Sept. In het huis van afgevaardigden is het leenings-
ontw erp met het amendement Michaelis met groote meerderheid
aangenomen.
Florence, 22 Sept. Als officieel kan worden gemeld, dat
de troepen gisteren Palermo zijn binnengerukt, zonder grooten
tegenstand te ontmoeten en slechts met weinig verliezen. De
insurrectionele beweging is bedwongen.
24 Sept De Nazione verzekert, dat het ministerie be
sloten heeft om zonder vertraging de wet betreffende de ophef
fing der geestelijke vereenigingen op Sicilië te doen uitvoeren.
De commissie van enquete nopens den toestand der vloot
heeft verklaard, dat het materieel der vloot niets te wenschen
overlaat en dat hare wapening volkomen is en dit reeds was
voor den slag van Lissa.
De Opinione gewaagt van de onderhandelingen te Weenen
en zegt dat het vraagstuk der schuld thans is vereenvoudigd;
ten gevolge der vertoogeii van Pruisen en Frankrijk heeft Oos
tenrijk er niet op aangedrongen dat Italië zich zou belasten
met die gedeelten der algemeene oosteurijksche schuld, welke
na 1859 zijn gesloten.
Officiële depeehes uit Palermo melden dat de wanorde
lijkheden onderdrukt en de oproermakers uiteengedreven zijn.
De overheden hebben hare functien hervat; de bewoners heb
ben de soldaten ais bevrijder? begroet. De bank en de ge
vangenissen zijn gedurende de ongeregeldheden niet aangetast.
GOUDA, 26 September.
Heden waren ter kaasmarkt aangevoerd 117 partijen; de
prijs was van 26.50 32.
In de zitting van de tweede kamer van zaturdag heeft
de minister van financien, bij de aanbieding der begrooting
eene redevoering gehouden, waaruit o. a. blijktDit jaar wordt
geen voorstel tot buitengewone amortisatie gedaan, of meer
dan 10 millioen voor den aanleg van spoorwegen bestemd.
Het overschot van de dienst 1S65 bedraagt ca. 11 millioen.
Het geraamd overschot over 1866 is 44/s millioen, mits de
buitengewone amortisatie, dienst 1866, gestaakt worde. Op
een overschot der dienst over 180*7 vait met veel te rekenen,
omdat daarop reeds sommen zijn aangewezen en om het over
wegend belang der tractements-verboogiug van de inlandsche
hoofden op Java, die belangrijke verhooging der iudische be
grooting voor 1867 veroorzaakt. Onze financiën, zegt de mi
nister, verkeeren in een toestand van overgang en onzekerheid.
Daarom is het raadzaam de aanwezige overschotten voor 1868
te reserveren. Hierop volgt de uiteenzetting der begrooting
voor 1867, ir uitgaaf ca. 97, in outvaDg 98 Vs millioen be-
loopende. Voor marine is een buitengewone uitgaaf van drie
millioen voorgedragen. Voor oorlog is reeds bij afzonderlijke
ontwerpen aangevraagd de noodige verhooging. De werking
der belastingwetgeving wordt nagegaan. Voor het oogenblik
acht de minister bet niet voor/.igtig ecnige wijziging te maken,
waaruit vermindering van inkomst zou voortvloeijen.
In de zitting van de tweede kamer zijn maandag over
het ontwerp-adres de beraadslagingen geopend.
De heeren de Laat de Kanter, Storm van 's Gravesande,
Keuchenius, van Henkelom, Godcfroi en van Limburg Brouwer
hebben de benoeming van den minister van koloniën Mijer
tot gouv. generaal in sterke bewoordingen gegispt. Deze spre
kers meenden dat de raison d'etre van dit kabinet geen ander
was, volgens de verklaringen van dit kabinet zelve, dan de
oplossing van de koloniale kwestie; dat de minister Mijer èn
volgens de verklaring van dien minister zeiven èn volgens die
van den minister van Zuijlen, de aangewezen persoon was en
bleef „om het kabinet te vormen" en dus als de ziel van
het kabinet moest worden beschouwd. Zij noemden het eene
onwaardige houding, dat de heer Mijer niet voldeed aan de
taak, die hij had op zich genomen en dat deze minister, in
plaats van zijne beloften na te komen, na verdediging der
indische begrooting, waarin de oplossing van de koloniale
kwestie niet was gelegen, is vertrokken om de hoogste waar
digheid in Indie te bekleedeii, en dat op een oogenblik dat
juist de meerderheid der kamer tegen zijn beleid bezwaren
had geopperd. Het kwam met de eischen van den constitu-
tiouelen regeringsvorm volgens hen niet overeen dat een mi
nister, die in de kamer onderscheidene nederlagen had geleden,
was geroepen oui in Tndie tot de oplossing der koloniale
kwestie mede te werken.
De minister van buitenl. /.aken heeft beweerd, da* dit ka
binet geen hoofd had, dat de heer Mijer niet was de ziel van
hst kabinet en dat zijne benoeming tot gouv. generaal niet
de voorwaarde is geweest bij zijne optreding als minister, dat
de heer Mijer naar Indie is gezonden om zijn koloniaal pro
gramma uit te veren en dat zijne aftreding in onmiddellijk
verband stond met zijne benoeming als gouverneur generaal.
Behalve deze ministeriele kwestie, kwam de algemeene po
litieke kwestie ter sprake. De heer Wintgens weidde uit over
de algemeene politieke gesteldheid des lands en hij vond daar
toe vooral aanleiding in de tegenwoordige veel bevvogene en
ernstige dagen. De spr. hing een somber tafereel op van
onzen poütieken toestand sedert 1848, die z. i. meer werd be-
heerscht door persoonlijke overwegingen en politieke individuen
dan door staatkundige consideration eu staalkundige rigtingen.
Zijne rede bevatte eene vermaning tot eendragt. De partij-
benamingen tot dusver drukten de waarheid niet uit eu pasten
niet op den feitelijken toestaud (met uitzondering van de ko
loniale kwestie). De spreker kon slechts twee onderscheidingen
makenhet conservatisme en het democratisme, en hoopte dat
die onderscheidingen zouden leiden tot meerdere aansluiting en
tot de zegepraal van het conservatief-iiberaal of liberaal-conser
vatieve beginsel. In den loop zijner rede beschuldigdespr. de
liberale partij van persoons-aanbidding en werd met betrekking
tot die beschuldiging, beantwoord door den heer van Eek, die
met den heer Jonckbloet het onderscheid tusschen de liberale
en de conservatieve partij ten sterkste volhield.
De heer van Wassenaer Catwijck heeft profession de foi af
gelegd, waaruit bleek, dat die spreker de beginselen van den
heer Groen van Prinsterer nopens het onderwijs omhelsde.
De heer Jonckbloet verdedigde als lid der commissie de al
gemeene strekking van hei adres en deed uitkomen dat de
commissie geene oorlogsverklaring tegen het kabinet wilde rig*
ten en geene politieke discussien wilde uitlokken, welke tot
geen practisch resultaat konden leiden.
De discussien over de algemeene strekking zijn daarop ge
ëindigd en 1 goedgekeurd.
Bij de voortzetting der beraadslagingen in de tweede
kamer over het ontwep-adres in antwoord op de troonrede,
zijn heden de volgende onderwerpen ter sprake gekomen: de
limburgsche questie, die van de Oostersebelde, het onderwijs
cn de° financiële toettand. Morgen is de koloniale paragraaf
aan de orde.
Bij koninklijk besluit van 20 sept. 1S66, n°. 55, is, op
de voordragt van den minister van binnenlandsche zaken van
19 dezer het volgende bepaald
Iri Buiten de lijn van afsluiting, van regeringswege tot
wering van den veetyphus bewaakt, zal het vee, dat door vee-
typhus wordt aangetast, benevens het vee, dat verdacht is van
door die ziekte te zijn aangetast of dat met aangetast vee in
onmiddellijke aanraking is geweest, overeenkomstig de bepa
lingen van bovengenoemde wet worden onteigend, afgemaakt
en begraven.
2°. Binnen de lijn van afsluiting bepaalt onze minister
van binnenl. zaken, in overleg met onzen commissaris 'n de
provincie, den tijd wanneer in eene door hem aan te wijzen
streek met de afmaking van aangetast of verdacht vee een
aanvüjg zal worden gemaakt, en of de afmaking alleen op
aangetast, of ook op verdacht vee of dat met aangetast vee in
onmiddellijke aanraking is geweest, zal worden toegepast.
3°. Onze commissarissen in de provinciën worden gemag-
tigd naar gelang van plaatselijke omstandigheden te bepalen,
wat onder de benaming verdacht vee moet verstaan worden
en wanneer het vee kan geacht worden met aangetast vee in
onmiddellijke aanraking te zijn geweest.
In de 's Gravenhaagsche Nieuwsbode leest men 't vol
gende
Mr. P. Mijer heeft zijn doei bereikt; hij is tot gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indie benoemd. Door welke mid
delen? Zonderlinger schouwspel heeft zich voorzeker nooit in
het staatsbestuur vertoond.
Groot moet de verbazing zijn geweest van de leden der cerate
kamer, toen zij, na de zitting op zaturdag 15 dezer, en nadat
zij de discussie over «ie indische begrooting voor 1867, op
aandrang van de regering, bekort hadden, des avonds verna
men dat de minister van koloniën geëclipscerd was. Wel
zullen zij bij de opening der volgende zitting op maandag
morgen, 48 uren later, tot de leden der tweede kamer de vraag
hebben gerigt: zijn wij niet aan eene begoocheling onderwor
pen? Hoe is het mogelijk, dat de man, die ons weinige dagen,
ja, uren slechts geleden, beloofde de gewigtigste belangen van
de kolonie, d»e dringend voorziening eischen, nader te zullen
regelen, het hoofd van het kabinet, afgetreden is, terwijl wij
nu te doen hebben met een man, onbekend op ons staatstoo-
neel, maar die heden door zijne optreding en uitrusting in een
compleet ministerieel gewaad blijk geeft, voorbereid te zyn
geweest om die betrekking dadelijk te aanvaarden?
\rtemd voorwaar zijn die gebeurtenissen in den constitutio-
nelen 3taat, waarin staatkundige rigtingen en partijen gewoon
zijn invloed uit te oefenen op den gang van zaken. Het re
geren moet eigenlijk toch zoo moeijelijk niet zijn, als men zoo
van den eenen dag op den anderen de portefeuilles ziet ver
wisselen. Een terugblik op het gebeurde in de jongste dagen,
doet ons zien, hoe men de vertegenwoordiging een rad voor
de oogen heeft gedraaid, ter wille van persoonlijke belangen.
De bevolking van het honingrijk der Nederlanden be
droeg op 1 Jan. jl. 3,491,796 inwoners, te weten 1,730,591
van het mann. en 1,761,205 van het vrouw, geslacht.
In het algemeen overzigt van de Indëpendance Beige
komt liet volgende voor
„De stappen, die de koning der Nederlanden gemeend heeft
te moeten doen bij den keizer der Frauscheu, ten einde hem
om steun te verzoeken tegenover de pressie die PruiseD, met
betrekking tot de aangelegenheden van Luxemburg op hem uit
oefent, schijnen met een eerste, betrekkelijk voldoend resultaat
bekroond te zijn. Naar men althans uit Parijs verzekert, is
men thans overeengekomen om gedurende zekeren tijd het statu
quo te handhaven, ten einde de kwestie later met kalmte te
kunnen onderzoeken, wanneer de zaken in Duitsehland haren
geregelden loop zullen hebben hernomen en de organisatie van
den noord-duitschen bond een meer bepaalden vorm zal hebben
aangenomen
Uit Luxemburg schrijft men van den 23° dezer*. De
militaire autoriteiten zijn verwittigd, dat nog geen bepaald
besluit is genomen ten opzigte van Let verblijf alhier van de
pruisische troepen, zoodat men niet weet of zij hier zullen blij
ven, dan wel of zij binnen kort deze vesting zullen verlaten.
-Er is herhaaldelijk gewaagd van het verzenden van schub
ben naar Duitsehland, waar zij tot paarlemoeren voorwerpen
worden verwerkt. De voordeeien, die deze industrie oplevert,
beginnen ook naweeen te doen gevoelen. De visschers werpen
de millioenen viscbjes weder in het water, die door den wind
gedreven, de havens nu komen verpesten. Maar tevens zal de
bloeijende visscherij op de Mcrwede weldra vernietigd worden.
Men vraagt of hier niets zou moeten gedaan worden, om bv.
de mazen wat ruimer voor te schrijven, leu einde de visscherij
van een wissen ondergang te redden.