FI1
Donderdag, 21 Februari],
iV 511.
1867.
Buitenland.
Uitgave van A. BRINKMAN.
lizen en
Parijs, 17 Febr. Ten opzigte der indiening van de be-
grooting kan worden opgrmerkt, dat sedert 1860 het nu de
eerste maal is, dat het ontwerp bij de opening der zitting aan
het wetgevend wordt medegedeeld.
i
GOUDSCHE COURANT
rug [in de
:ringstraat
te Gouda,
I. FOR-
komen bij
rAN
3. ROLL
STERDAM.
waterschap
lart 1867.
;lf ure, in
eumatische
ïest verou-
is. staande
i en een
867.
:lf ure, in
goederen,
264.
Deurw.
kmbteuaar.
oor Gouda
«an:
Lange TiendewegD. n°. 60.
De prijs der Advertentiën van één tot
regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend naar
plaatsruimte.
i en nog
55 en 56,
51 en 83;
10 en 11;
rf, wijk O
rven aan
dpjTbuiten-^-
jfd, en ont-
van zaken
worden medegedeeld, dat aan
de Moustier. Hij verlangde
het geval dat bewezen wierd
aan de Candioten niet was
en achtte de
was
en ernstig
ij geinfor-
en opvol-
rrij waren.
van den
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags.
In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
Dc prijs per drie maanden is ƒ2,franco p. post2,25
Advertentiën van 16 regels tot des middags ten 12
ure, grootere moeten vóór 10 ure ingezonden zijn.
ging van
vestingen.
de Grieken en laakte die
Candias onafhankelijkheid,
dat de Porte haar
nagekomen,
discussie ongelegen,
deels niet te re<
der Candioten niet de eenige oorzaken
zou
Voogden te
de cigting
;n de deel-
>r de door
»ij de ver-
krt. 4$ der
>odat, wat
n deel te
re, in het
Londen, 17 Februarij. Op nieuw gaf de oproerige be
weging der fenians aanleiding, dat vrijdag in het parlement
eene interpellatie tot de regering werd gerigt. Zoowel in het
buis der Lords als in dat der gemeenten werden evenwel door
de ministers Derby en Walpole geruststellende antwoorden ge
geven; onder anderen werd te kennen gegeven, dat de op
stand geacht mogt worden geheel gedempt te wezen. Ook de
mededeeling dat de atlantische kabel weder was afgesneden,
werd tegengesproken.
Het gepantserde oorlogschip „Lord Clyde* ligt gereed,
om met 380 mariniers naar Ierland te vertrekken de eerste
divisie kanonneerbooten ligt te Portsmouth mede zeilvaardig,
om naar dezelfde plaats van bestemming te vertrekken. De
Bellerophon zal, wierd dit vereischt, insgelijks naar de kust
van Ierland vertrekken, om bet daar kruisende escader te ver
sterken.
Het gouvernement zal een crediet aanvragen van £25,000,
om te worden aangewend als schadeloosstelling voor de eige
naars van vee, dat van af 26 aug. 1865 tot 23 nov. daar
aanvolgende werd afgemaakt, om de verspreiding der veeziekte
tegen te gaan. Men verwacht, dat de oppositie zich krachtig
tegen dat voorstel zal aankanten.
Te Liverpool, welke plaats geheel van troepen ontbloot
is, vreest men niet zonder reden voor woelingen van fenians.
Op de vrijwilliger» valt met te rekene» on 'wit dien hoofde
vleit men zich, dat het gouvernement spoedig troepen zal
zenden, zoowel naar Liverpool als Birkenhead.
In het lagerhuis heeft Gregory voorgesteld de overleg
de correspondentie betreffende Candia en de Servische
Hij prees de houding van lord Stanley tegenover
voor
toezeggingen
Layard verdedigde de Moustier
De opstand der Candioten was grooten- j
•gtvaardigen. Stanley zeide, dat de lokale grieven
j- ------ i van den opstand waren i
geweest. Een gewapende inmenging zou den opstand slechts
verlengen. De overlegging der bescheiden achtte hij nog niet
1 en Gregory
geraden. Gladstone keurde Stanleys gedrag goed
trok zijn voorstel in.
19 Februarij. In het lagerhuis heeft de regering ver
klaard dat zij geen aanleiding vindt tot verdediging der be
perkende bepalingen betreffende den invoer van geslagt vee
uit Nederland.
Berigten uit New-York van gisteren melden: De se
naat heeft de bill aangenomen tot wijziging van het ontwerp
van w’et der kamer van volksvertegenwoordigers, waarbij het
militair gouvernement in het zuiden wordt geregeld. Volgens
het ontw'erp van den senaat zal dit militair beheer voorloopig
zijn, totdat de gouvernementen der staten zullen zijn gecon
stitueerd op den grondslag van het algemeen stemregt. De
notabelen, die aan den opstand hebben deelgenomen, zullen
van het kiesregt uitgesloten zijn. Het amendement op de con
stitutie is aangenomen.
Men verwacht een additioneel artikel op het decreet van
19 jan., betreffende de interpellation. Het verbod namelijk
voor de dagbladen, om de interpellatien (gelijk zij tot dusver
deden) bekend te maken, alvorens zij in de openbare zitting
der kamer zijn ingediend.
Als eene bijzonderheid die nog al kenmerkend is, kan
den post talrijke brieven zoowel
uit het binnen- als uit het buitenland, worden ontvangen, op wier
couvert de aanteekening slaat. Uien du eomte de Cbambord.
19 Februarij. Het „gele boek" is Lij het wetgevend
ligchaam in gediend. Zestig bladzijden daarvan zijn gewijd
aan de gebeurtenissen op hel eiland Candia.
De heer Lanjuinais heeft het wetgevend ligchaam verlof
gevraagd, om de regering te interpelleren over de wijzigingen
in het decreet van den 24sten november 1861 gebragt. De
■yheer Picard heeft verlof gevraagd om de regering te interpel
leren over de bekende circulaire van den direcfeur-generaal
der posterijen. De bureaux der kamer zullen den 21sten beide
vragen in overweging nemen.
Berlijn, 18 Febr. Naar men van eene goede zijde ver
neemt, hebben de bondsregeringen hunne verpligtingen jegens
en hunne stelling tegenover het ontwerp-constitutie zoodanig
opgevat, dat wijzigingen door het parlement hare toestemming
behoeven, zonder het ontwerp op te heffen. Daarentegen kan
de bondsgrondwet niet in werking treden, zoolang de toestem
ming van het parlement en der bijzondere kamers niet is ver
kregen.
19 Febr. Omtrent den uitslag der verkiezingen van het
noord-duitsche parlement, voor zoo ver die bekend is, blijkt
voorloopig, dat er in oude pruisische provinciën 81 conserva
tieven en 51 liberalen ijn gekozen, benevens 8 clericalen en
11 Polen; terwijl in de nieuwe provinciën gekozen werden 23
liberalen, 17 particularisten en 2 Denen. In Saksen hebben
de particularisten en in de overige duitsche staten de nationale
liberalen de overhand. Er moeten nog 40 verkiezingen plaats
hebben. Bij de opening der zitting van den noord-duitschen
rijksdag zullen er feestelijkheden plaats hebben, voorafgegaan
door eene godsdienstoefening in de slotkapel.
Weenen, 18 Februarij. Van wege da regering is aan de
heden bijeengekomen landdageder verschillende gewesten het
volgende keizerlijke rescript meó°gedeeld
Bij de bijeenroeping van den bull^gewonen rijksraad is de
keizer geleid geworden door het oogmerk, om voor alle niet
tot Hongarije behooreude koningrijken en landen de schorsing
I van het september-patent te motiveren de constitutionele
1 kwestie aan hunne goedkeuring te onderwerpen en tevens eene
basis aan te bieden voor de overeenstemming en schikking der
i ook in deze landen vooropgezette regtsaanspraken en opvattin-
gen van het regt. Dit oogmerk van den keizer werd niet, zoo
als hij gehoopt had, overal op den regten prijs gesteld. Het werd
veeleer van verschillende kanten geheel verkeerd beoordeeld en
alsof de regering daardoor de door het october-diploma en het
februarij-patent vei zekerde constitutionele regten dacht te schen
den of duurzaam te verkorten. Hoezeer de regering zulk eene
opvatting ook betreurt en als te eenenmale onjuist moet doen
voorkomen, kon zij zich toch niet ontveinzen, dat haar oogmerk
op deze wijze gevaar liep van miskend te worden. Bij deze
overweging kwam sedert nog eene gewigtige omstandigheid,
welke van dien aard was, dat het niet langer doelmatig scheen,
den voorgenomen weg in te slaan. De sedert dien tijd ge
voerde onderhandelingen leidden toch tot het heugelijk resul
taat, dat van de zijde van den landdag van Hongarije de
stellige hoop werd gegeven op zfi.e goedkeuring van voor
stellen, welke ten doel hadden de stelling der gezamentlijke
monarchie te handhaven, en welker toepassing de duurzame ont
wikkeling dier monarchie beloofde ten gevolge te hebben.
De benoeming van een verantwoordelijk hongaarsch minis
terie scheen eene zoorwaarde te zijn voor het tot stand komen
van een praktisch vergelijk. Gebood de staatkundige noodza
kelijkheid niet langer te dralen met het tot stand brengen van
een definitief vergelijk met Hongariie, zoo mogt de regering
zich evenwel niet ontveinzen, dat het hongaarsche ministerie-
voor den hongaarschen landdag behoorde te verschijnen met
voldoende grondslagen voor een vergelijk. Dien ten gevolge
is de grondgedachte, die bij de bijeenroeping van
gewonen rijksdag heeft voorgezeten, voorbij gestq
stond de gewigtige vraag, of het bij dezen stai