Zondag, 14 April.
V <$96.
1867.
öuitenlanï».
ten.
Hen.
Overzigt.
I
Brussel, 11 April. De Indépendance bevat eene depeche
uit Berlijn meldende, dat Pruisen eene militaire overeenkomst
met Hessen-Darmstadt heeft gesloten.
n, apothe-
>er.
nweg over
te
85
2
i
IAN.
1
2
2
8
mmerstr.
[oofdsteeg.
nan.
i
16
2
l
3
2
3
82%
140
177%
40%
47
52%
a Wed. J.
Blaauwstr.
uistraat.
April.
Gebleven
koers.
52
73
76’/ia
24%
11
Uitgave van A. BRINKMAN.
Lange TiendewegD. n°. 60.
IN, bereid
a door mij
erkrijgbaar
JOEKEN-
m de W«a.
SN op de
vele ja ren
e slijm
gebruikt
g spijs-
ren, bij-
er zacht
121/3 cent
t gebruik,
bekers:
sints on-
tijm- en
orzien met
REUDER,
zich ook
het doosje
31 attent op
jf het ge
nen tracht
(5
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags.
In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
De prijs per drie maanden isƒ2,franco p. post2,25
Advertentien van 16 regels tot des middags ten 12
ure, grootere moeten vóór 10 ure ingezonden zijn.
GOUDSCHE COURANT.
Londen, 9 April. De groote nood, die tegenwoordig bij
de werkende klasse in bet „East-end" van Londen heerseht,
heeft dezer dagen aanleiding gegeven tot erne demonstratie.
Een duizendtal der noodlydeuden trok in optogt door de stad,
met een banier voorop, ten opschrift dragende„Vertegen
woordigers der ellende." De stoet bestond voor verreweg helgroot
ste gedeelte uit sterke, gezonde personen in de kracht des levens,
De prijs der Advertentien van één tot zes
regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend naar
plaatsruimte.
wier vervallen, hoogst armoeirg uiterlijk daarom temeer indruk
moest maken. Bij de regelinx van den optogt hadden allen
zich vooraf verbonden, het slechts bij deze openbare vertooning
te laten blijven en wel onderweg Jie vrijwillige giften in ont
vangst te nemen, maar overigens slechts’ eene stille, ordelijke
demonstratie te doep plaats hebben, ten einde op eene weinig
gerucht makende wijze de aandacht op de noodlijdenden te
vestigen en daardoor aanleiding te geven tot maatregelen van
wege de regering, om in hunnen nood te voorzien.
12 April. Na eene vruchtelooze poging van den heer
Grosvenor, om de beraadslaging over het wetsontwerp, betref
fende de kieswet, te verdagen tot na het paaschfeest, is gisteren
het huis der gemeenten in comité tot de behandeling overge
gaan. De heer Gladstone heeft den grondslag van het ontwerp,
inzonderheid de persoonlijke betaling der belastingen, hevig
aangevallen. Nadat verscheidene leden nog het woord hadden
gevoerd, werd de discussie tot heden verdaagd.
Parijs, 11 April. Door Bnsland is het voorstel gedaan
de luxemburgsche kwestie aan Engelands scheidsregterlijke be
slissing te onderwerpen.
Berlijn, 10 April. De Norddeutsche Zeitung doet uitko
men, dat op de vesting Luxemburg de nationale pligt rustte,
om het duitsch-verbond te beschermen, en dat het internatio
nale doel van die vesting is de onzijdigheid van Belgie te
waarborgen. De ontbinding van het duitsch-verbond zegt het
blad heeft die stelling niet veranderd. Pruisen zou, indien
het op zich zelf, zonder toestemming der mogendheden, die
aan de londensche conferentie hebben deelgenomen, zijne be
zetting uit Luxemburg verwijderde, aan zijne nationale en in
ternationale pligten als lid van het verbond cn als groote
mogendheid te kort doen. Deze mededeeling schijnt na de
redevoering van dtn heer de Moustier noodzakelijk te zijn.
Dat het voornemen om Luxemburg in het noordduitseb-verbond
op te nemen niet bestaat, heeft graaf von Bismarck reeds in
den rijksdag verklaard.
In den rijksdag zijn de beraadslagingen over de bondscon-
stitutie voortgezet. Op art. 71 (handelende over de betrek
kingen tot Zuid-Duitschland) heeft de heer Lasker een amen
dement voorgesteld, volgens hetwelk de opneming van de
zuidelijke staten, of één daarvan in den noordduitschen bond,
op voorstel van den bondspresident langs den weg der bonds-
wetgeving, zou plaats hebben. De groothertogelijke darm-
stadtsche bondscommissaris, de heer Hoffmann, heeft den heer
von Bismarck dank betuigd voor zijne welwillende bondgenoot
schappelijke beantwoording der interpellatie op gisteren. Hij
geloofde hiermede ook de tevredenheid der hessen-darmstadtsche
regering te mogen uitdrukken. Evenwel zou de toetreding van
het geheele groothertogdom ia den bond het eenvoudigste
middel zijn tot wegruiming van zijne moeijelijke positie. Daar
echter alsdan met de grootere regten ook grootere lasten aan
het groothertogdom zouden opgelegd worden, moet men met
de landsvertegenwoordiging noodwendig te rade gaan. Ik ben
echter overtuigd; aldus verklaarde de heer Hoffmann verder,
dat de regering en de stenden met denzelfden vaderlandslievenden
geest bezield zijn en dat deze aangelegenheid spoedig eene op
lossing zal verkrijgen, welke aan het belang van het groot
hertogdom en van het gezamentlijke Duitschland beantwoordt.
De heer von Bismarck verklaarde het volgende: Het amen
dement Lasker strijdt niet met den wensch der bondsrege
ringen, al zal bij (von Bismarck) er ook niet voor stemmen.
Het vredestraccaat van Praag spreekt van de nieuwe organisatie
van geheel Duitschland, en dat omvat de internationale zoowel
als de nationale betrekkingen tusschen het noorden en het
zuiden. Op dit oogenblik is echter nog geen zuidduitschen
bond tot stand gekomen, en dit is een hinderpaal voor den
band tusschen het noorden en het zuiden. Waic die bond
tot stand gekomen, dan zouden het noord- zuiodultsch parle-
GOUDA, 13 April.
De onrust, door de luxemburgsche besprekingen veroorzaakt,
wijkt slechts langzaam voor de geruststellende verzekeringen, en
er bestaat nog weinig uitzigt op eenige schikking; het beste
middel was misschien de ontmanteling der vesting; want Prui
sen is volstrekt ongezind de bezetting op te geven, en Frank
rijk wil den smaad niet dulden van ook deze kleine vergoeding
te moeten opgeven. Pruisen is geheel uitgerust ten oorlog,
maar wenscht dien te ontgaan Frankrijk is niet gereed en kan
in vele opzigten niet gerust zijn; de oppositie en de malaise
nemen toe, de keizer niet gezond, de prins gevaarlijk ziek.
De fransche regering heeft ontwijkend en bevredigend gespro
ken, zonder iets wezentlijks te zeggen, en nu is het voor goed
afgedaan, geene interpellatien komen meer te pas als men ge
reed is, zal men het geld vragen en dan zullen de vertegen
woordigers wei doen blijken van hunne vaderlandsliefde, die
heiligste aller deugden. De tentoonstelling bewaart den vrede,
maar algemeen is men beducht dat de oorlog volgen zal, waar
toe de luxemburgsche kv’estie eene goede aanleiding blijft, ter
eere van den ontwerper van dat schoone plan. De geruchten
eener schikking wisselen bij den dag, nu zou Frankrijk zich
beroepen op eene conferentie der medewerkers tot het tractaat
van 1839, om te beslissen of de groothertog regt heeft tot
afslaan en Pruisen tot bet voortdurend bezetten van Luxem
burg; morgen zal men iets andus bedenken, maar afdoening
en bevrediging liggen in een donker verschiet.
De russische veiling is voorspoediger voortgegaande ver-
kooper kan leveren en wij vinden het ook meer in den regel,
dat een despoot beschikt over een troep halve wilden, die nu
opgekocht zijn om van slaven vrij gegeven te wordendit
verschilt wel eenigzins van verkocht te worden aan Frankrijk.
Keizer Max is taai, hij heeft nog 20,000 man in Mexico
en Puebla, maar de comedie spoedt ten einde, hij wil zelfs
capituleren, als de mexicaansche vaderlanders, die den vreem
deling aanhingen, vergiffenis bekomen, maar hij schijnt die zelf
te behoeven, daar Seward een goed woord doet bij Juarez, om
hem toch niet erger dan als krijgsgevangene te behandelen.
Glorierijk einde eener verhevene onderneming 1
In Italië is na langdurig haspelen een ministerie Ratazzi
tot stand gekomen het telt nieuwe namen maar geen waarborg
van duurzaamheid.
Spanje trotseert Engeland. De Engelschen zijn zoo vreed
zaam, dat het magtelooze Spanje hen durft aanblaffen. Mis
schien verwaardigen zij zich het beest een schop te geven.
Ons ministerie bereidt zich ernstig tot een veldtogt. Onze
uitstekende diplomaat heeft afgedaan en zoetelijk beloofd zich
noch officieus, noch officieel meer in te laten met besprekingen
van vreemde dingen. Het is een edel man, die zijne fouten
verbetert, zoo in het onderwijs, eerst agitatie, nu apaisement,
zoo in Luxemburg, eerst ongevraagde bemoeijing, nu angst
vallige onthouding. Pligtsbetrachting moet wijken voor eer
zucht en voor zelfbehoud. Maar de oorlog barst nu uit tegen
de zieke koeyen. Wij hopen vurig de overwinning in dien
moeijelijken strijd tegen zorgeloosheid, vooroordeel en onwil,
opdat blijken moge dat onze regering evenzeer als andere in
staat is de wet te handhaven.