k Zondag, 5 Mei. H° 532. Overzigt. 1807. Uitgave van A. BRINKMAN. AFKONDIGING. AFKONDIGING. GOUDSCHE COURANT. Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags. In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren. Dc prijs per drie maanden isƒ2,franco p. postƒ2,25 Advertentien van 16 regels tot des middags ten 12 ure, grootere moeten vóór 10 ure ingez ^en zijn. Lange Tiende weg t D. n°. 60. De prijs der Advertentien van één tot zes regels met inbegrip van het zegel is 80 Cent, voor eiken regel daarboven 10 Cent. Buitengewone letters worden berekend naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER. en WETHOUDERS van Gouda doen te weten, dat bij koninklijk besluit van den 29" Maart 1867 n°. 83 is goedgekeurd, dat met den 1" Mei 1867 tot den 30" April 1868, ten behoeve der gemeente Gouda, worde geheven eene belasting op het gemaal, voor zooveel de tarwe en spelt betreft, tot het bedrag in het raadsbesluit van den 11" Januarij 1867 uitgedrükt, in te vorderen overeenkomstig de voorschrif ten der verordening van den 1666zijnde de inhoud van genoemd raadsbesluit als volgt De Raad der gemeente Gouda Besluit: Er zal te rekenen met den 1" Mei 1867, ten behoeve dier gemeente worden geheven eene belasting op het gemaal, voor zoo veel betreft: a. De tarwe of tarwe met spelt of ander graan vermengd, van twee gulden. i. De spelt of spelt met ander graan dan tarwe vermengd, van eene gulden tien cents. Een en ander gerekend over honderd ponden. Meerdere of mindere hoeveelheid wordt naar evenredigheid in de be lasting berekend. Van deze belasting zijn vrijgesteld: a. Tarwe of spelt geheel gemonten zijnde, ten dienste der branderijen, brouwerijen en azijnmakerijen. b. Tarwe of spe't ten dienste van gezegde fabrieken, mits de tarwe ten minste voor een derde en de spelt ten minste voor een tiende gedeelte met mout zij vermengdten ware de aard der fabricatie eene andere, alsdan door Burgemeester en Wethouders voor te schrijven vermenging, noodwendig mogt vereischen. c. Het ten dienste vt u evengenoende fabrieken van elders in te voeren meel, mits het met de hierboven aangegevene hoeveelheid mout ouder toezigt vau de ambtenaren bij den invoer worde vermengd. Alsmede zal op het van elders ingevoerd meel en gebak eene belasting geheven worden, ten bedrage als volgt: Van ongebuild tarwemeel, twe gulden. ongebuild speltemeel, eene gulden tien cents. gebuild tarwemeel, twee galden acht en vijftig cents. gebuild speltemeel, eene gulden twee en veertig cents. u ongebuild tarwebrood, eene gulden drie en veertig cents. tt ongebuild speltebrood, acht en zeventig cents. n gebuild tarwebrood, eene gulden vier en tachtig cents. n gebuild speltebrood, eene galden twee cents. ii beschuit, twee gulden acht en vijftig cents. ii koek van tarwe en kleingoed, eene gulden vier cents. Een en ander gerekend over honderd ponden. Meerdere of mindere hoeveelheid naar evenredigheid. Meel van tarwe, vermengd met meel van ander graan en het daarvan afkomstig brood, wordt, wat de belasting betreft, met tarwemeel of tarwebrood gelijk gesteld. Van meel van spelt, vermengd met ander dan tarwemeel en het brood daarvan afkomstig, is dezelfde belasting als van speltemeel en van speltebrood verschuldigd. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening op de invordering van den r"*r^ 1866. 31 Maart Gedaan te Gonda, ter openbare raadsvergadering van den van den 11» Januarij 1867. De Secretaris, De Burgemeester, DROOGLEEVER FORTUIJN. v. BERGEN IJZENDOORN. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 80» april 1867. De Secretaris, De Burgemeester, DROOGLEEVER FORTUIJN v. BERGEN IJZENDOORN. De BURGEMEESTER van Gouda, gezien de circulaire van den heer Commissaris des Kouings van den 30° April 1867, (Prov. blad n°. 80), brengt ter openbare kennis, dat Z. H. Ed. Gestr. krachtens de door den heer Minister van binnenl. zaken op hem verstrekte magtiging, om het vervoer van vee uit de stallen naar de weiden, nog op één dag toe te staan, heeft bepaald, dat dit kan plaats hebben op maandag den 6» mei e. k., mits de geleider voorzien zij van een billet afge geven door den Burgemeester zijner woonplaats; dat het even wel niet over de lijn van afsluiting mag worden vervoerd en niet verder dan naar eene weide, gelegen in eene getreente grenzende aan die, waarin zich de stal bevindt. Gouda, De Burgemeester voornoemd, den 1° Mei 1867. Van BERGEN IJZENDOORN. GOUDA, 4 Mei. Het dreigende onweder drijft gelukkig voorbij. Alles schijnt aan te kondigen, dat de vrede bewaard zal blijven en het luxemburgsche vraagstuk de aanleiding niet zal zijn tot een verwoestenden oorlog. Beeds maandag of dingsdag zullen de gevolmagtigden te Londen bijeen komen om het vrij nietig verschil in der minne bij te leggen. Frankrijk w il den oorlog niet beginnen als Pruisen afziet van het bezettingsregt, en dat regt is naar het oordeel der mogendheden geëindigd met den duitscben bond. Engeland raadt ernstig tot den vrede. Wat overigens tot dien plotselingen ommekeer heeft medege werkt, ligt in het duister en zal men eerst later vernemen. Luxemburg zal nu onzijdig verklaard werden, Frankrijk afzien van elk regt daarop, geene mogendheid zal de vesting mogen bezetten. Het veiligste zou dan zijn de vesting te slechten en het landje, zooals men zegt dat Engelaud wil, tegen ver goeding den groothertog toegekend, met het evenzeer onzijdige Belgie te vereenigen. Hoe dit ook uitvalle, de algemeene ver wachting is, dat de schikking spoedig tot stand zal komen. Het is eene geheel andere vraag of de vrede daardoor duur zaam bevestigd zal worden. Wie durft zich daarmede vleijen, als bij bedenkt hoeveel brandstof zich heeft opgehoopt. Zal men te Londen verder gaan en andere vraagstukken behande len, dan is het te vreezen, dat de driften opgewekt zullen worden en gevaarlijker verschillen konden oprijzen dan het on beduidende, dat geheel Europa zoo plotseling in beweging bragt. Dat wij ons tevreden stellen met het eerste gunstige resul taat en hopen, dat ernstig nadenken vorsten en volken zal afschrikken van het gevloekte oorlogvoeren. Het zon onbil lijk zijn de schuld uitsluitend te laden op het hoofd van heersch- zuchtige vorsten, de volken zijn ook uitzinnig genoeg om voor hersenschimmen en vooroordeelen naar de wapenen te grijpen, en bloeddorstig zich vrijwillig te bereiieu voor eene taak, die al wat redelijk, verstandig en gevoelig in den mensch is, ver loochent en slechts onheil en verderf aan de menschbeid be rokkent. Wanneer zullen onze woorden en erkende beginselen waarheid worden, en aller pogingen gewijd worden aan hooger doel, de veredeling der menschheid Het ligt in een ver verschietde volken moeten anders worden, dan eerst zullen de heerschzuchtige plannen krachteloos worden. Elk jaar van vrede is winst, want langzamerhand rijpt bet menschdom voor het doei zijner roeping. Blijven wij bewaard voor den grooten oorlog er zal bier en daar wei een intermezzo zijL. In Spanje dreigt een op stand uit te breken tegen de duldelooze dwingelandijop Candia vermoorden Turken en christenen elkander; in Zuid-Amerika en in Mexico duurt de oorlog voort. Onze vee-campagne is spoedig ten einde, wij hopjp^^öor goed. Scherp toezien en snel bandelen blijft pligV opdat de h» i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1867 | | pagina 4