KENNISGEVING.
oopiiig
ecten.
Overzigt.
öuttcnliiniï.
1867.
I
het kohier van
naar
te onpas, w orden
BERGEN IJZENDOORN.
140%
391/s
39Vs
747»
83>/a
13s/h
43>A
55’/*
27
19’/16
55»/s
l
onk. 4. Ge-
Pieter Theodorus.
ia, ouders T. M
is en AV. J. van
S3VW
11
Gebleven
koers.
53V«
Uitgave van A. BRINKMAN.
Lange TiendewegD. n°. 60.
erkzaamheid van
t te zijn op de
j in een volgend
aken, zoude kun-
:tal aanbevelende
Romeijn en dr.
i aanmerking te
ooiter visie.
erking te komen
betreffende de
gearresteerd.
mededeebn, dat
1 is en gisteren
maatschappij zijn
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags.
In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
De prijs per drie maanden isf2,franco p. postƒ2,25
Advertenticn vaa 16 regels tot des middags ten 12
ure, grootere moeten vóór 10 ure ingezonden zijn.
met het rapport
de ondoelmatig
st aanleggen dei
n 14,000 zoude
bewoners vaa de
leten rijzen, enz.
jdt de geopperde
bedenkingen en
dat het geldelijk
joed is.
stel op versehil-
omvraag gebragt
en van Straatcn,
27
!l»/2
73%
Z67a
1678
14’A
-l --
BURGEMEESTER en WETHOUDERS nn de gemeente
Gouda, gezien art. 228 der wet van den 29ste“ Juni) 1851,
(Staatsblad n°. 85), regelende de zamenstelling, inrigting en
bevoegdheid der gemeente-besturen, brengen ter kennis van de
ingezetenen, dat de termijnen voor de vorderingen ten laste
van het rijk, bij de wet bepaald of te bepalen, op die ten
laste der gemeente van toepassing zijn, en dat mitsdien alle
zoodanige vorderingen over de dienst van 1866, vóór of uiter
lijk op den 30” Junij aanstaande behooren te worden ingediend.
Gouda, den 7" Mei 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN.
767s
veld, 1? m.
Maas, 84 j.
Slcijn, 72 j.
'*s morgens 9
in de Nieuw»
rstaan van dc
KIST aldaar,
lisraad, en
raak en twee
z.
e zien.
ag 7 Mei.
[oogstc
koers.
537,
De prijs der Advert entiën van één tot zes
regels met inbeg1 p van het zegel is 80 Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend
plaatsruimte.
GOUDA, 11 Mei.
De conferentie over Luxemburg is te Londen in rollen gang
en zou heden wel kunueu afloopeu.
Men was het immers eens over de noodzakelijkheid om
Luxemburg onzijdig te verklaren; Pruisen wil vertrekken, Frank
rijk begeert het arme landje niet zonder vesting en Belgie wei
gert het geschenk. He.t is moeijelijk te begrijpen, waar ver
men dan toch confereren moet; alleen Engeland was schroom
vallig om nieuwe verpligtingen op zich te nemen het wilde bui
ten de verwikkelingen blijven, die weldra onfeilbaar volgc zullen.
Is deze conferentie tot een zoo gemakkelijk en vreedzaam
einde gebragt, dan is wel de wolk voorbij gedreven, d. zoo
veel onrust veroorzaakte, maar daarom is de hemel niet helder
geworden en de naijver niet weggenomen van Frankrijk op
het overmoedige Pruisen. Wil men andere belangen in de
conferentie ter tafel brengen, dan is geen ander dan een treu
rig einde ie voorzien. Daar men echter Ivervan vrij algemeen
schijnt overtuigd, is dat weinig te duchten. In Pruisen is men
niet volkomen gerust op de vredelievende gezindheden van
Frankrijk, dat meu blijft wantrouwen, alsof het in stilte zijne
krijgstoerustingen voortzette. Hoe min waarschijnlijk het echter
is, zou het niet ónmogelijk zijn, dat de conferentie aangenomen
was alleen om tijd te winnen, en niem.aid zou immers zijne
bewondering kunnen weigeren aan die diplomatieke slimheid.
Alle zedelijkheid is immers opgeheven in den oorlog, wier
hoogst gebod is: «gij zult doodeu;" kan dan de diplomatie
wel een anderen grondregel hebben dan „gij zult bedriegen."
Bij de gunstigste uitkomst is het een c-t uitstel. Het mi-
lüaire Pruisen is dronken van den oor ’sroem en de groote
keizer zou ook zijns ondanks gedwongen warden om het prestige
der roemvolle natie te herstellen. Mexico moet den Franschen
zwaar drukken op het geweten, als het zich eens bevestigde
dat de dilettant-keizer de gewonde gevangene is van den wree-
den Juarez. Al do vorsten dienen in te schrijven voor zijn
losgeld, opdat zijn geheiligd hoofd niet schandelijk valle als
dat der duizenden, die hij in het verderf sleepte Zal deze
stellig voorziene mislukking van den onzinnigsten rooftogt de
vorsten tot bezinning brengen Niet eeus de volken, die de
slagen ontvangen voor de dwaasheden der vorsten. Duizenden
zijn gereed om zich aan dood en verderf te wijden voor even
onzinnige hersenschimmen, en diepe verachting beloont bem,
die de eenvoudigste regelen van gezond verstand durft te sta
melen. De volken zullen nog gevoelige lessen moeten ont
vangen, voor dat de duidelijkste waarheid eenigen ingang
zal vinden.
De pruisische kamer heeft de bondsconstitutie aangenomen
met groote meerderheid. Dit was te voorzien. De liberale
partij heeft krachtig geprotesteerd tegen de willekeur en de
G0UDSCHE COURANT
miskenning der volksregten die zaken, nu
voor later gereserveerd nu schijnt de bismarcksche zon, later
zal de duitscLe opgaan het is opmerke’iik dat een despot.iek
minister de revolutionaire grondslagen legt er duitsche vrijheid.
Hier en daar verneemt men een woord v.m Nederland, nu
bij geleg nbeid van Luxemburg, ook onzijdig ie verklaren. Dit
denkbeeld moet ons toelachen, dan konden wij die met ons
karakter strijdige bravades ter zijde stellen en ru ‘ige kooplie
den blijven. Maar als men ziet hoe weinig Belgie, dat on
zijdig geboren is, bevrijd blijft van een talrijk leger, van kost
bare vestingwerken en van vrees voor annexatie, dan zou het
ons al weinig baten en dan kunnen wij wel eene krijgshaftige
land- en zeemogendheid blijven, ris het zich maar veei tot
woorden en voornemens bepaalt. Het heeft ons reeds zoo dik
werf veel gekost om als het geld uitgegeven is, te vernemen,
dat wij weerloos zijn. Elk is toch overtuigd, dat, zijn wij al
onmagtig ten oorlog, wij toch sterk zijn in de diplomatie en
dat het diepe doorzigt en de beproefde ondervinding van onzen
schranderen minister meer dan een leger waard is. Wat scheelt
het ons of wij bespot en uitgelachen worden, als wij maar
zeker weten, dat wij zoo goed oorlogshelden zijn als wij uit
nemend vertegenwoordigd worden door den roem der diplomaten.
Londen, 8 Mei. De conferentie verwierp het voorstel van
Engeland, waarbij aan den groothertog zou verboden zijn, over
Luxemburg te beschikken zonder de magtiging der groote mo
gendheden. Omtrent de vraag der ontmanteling zullen de
luxemburgsche gedelegeerden aan den groothertog refereren.
9 Mei. Uit eene geloofwaardige bron meldt men, dat
de mogendheden het eens zijn omtrent de noodzakelijkheid der
slooping van de vestingwerken van Luxemburg binnen een
korten termijn.
Van eene goed ingelichte zijde wordt verzekerd, dat aan
den belgischen gezant instruction van den volgenden aard zijn
gegeven Dat hij, noch voorstellen zal doen om Luxemburg
hij Belgie te doen voegen, noch dergehjke voorstellen on voor
waardelijk van de hand wijzen dat hij echter de zucht der
luxemburgsche bevolking, om bij Belgie gevoegd te worden in
een helder licht zal behooren te stellen. Men leidt hieruit
af, dat Belgie zich het bezit van Luxemburg als het ware wii
zien opdringen, maar tevens verre verwijderd is van het denk
beeld om zich daarvoor eenigen afstand van grondgebied te
getroosten.
De Morning Post verklaart van eene doorgaans goed in
gelichte zijde eene uitdrukking van de koningin te hebben
vernomen, volgens welke er bij het departement van buitenl.
zaken berigten zijn ingekomen, die gegronde hoop schijnen te
geven op het behoud van den vrede.
Reuters Office meldt, dat de waarborg der groote mo
gendheden voor de neutraalverklaring van Luxemburg, door
al de belanghebbenden is aangenomen. Hei verdrag wordt
morgen of zaturdag onderteekend.
Lord Derby, heden in het hoogerhuis op eene vraag van
lord Russell antwoordende, zeide, dat in de heden gehouden
tweede zitting der conferentie alle moeijelijkbeden terstond zijn
te boven gekomen. Hoewel nog niets is geteekend, is de vrede
van Europa daadwerkelijk verzekerd.
In het lagerhuis heeft lord Stanley, antwooroende op eene
interpellatie van den heer Labouchère, gezegd, dat de conferentie
in hare heden gehouden tweede zitting eene zakelijke schikking
heeft tot- stand gebragt en dat nog maar kleine formaliteiten
te verriglen vallen. De guarantie van het tractaat van 1839
en Engelands verantwoordelijkheid zijn niet grooter geworden,
maar veeleer beperkt. De gematigdheid der bij de zaak be
trokken groote mogendheden heeft de ramp van een eufflpg-
schen oorlog voorkomen. De onderhandelingen znlWTwaar-7
sebijnlijk binnen weinige dagen worden gesloten.