iriek.
en.
öuttenlanb.
1867.
S C II U T T E I e IJ.
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING.
I
Uitgave van A. BRINKMAN.
c°.
GOUDSCHE COURANT
naar
BERGEN IJZENDOORN.
16
permissie-
45
28
77
heden geteekend
kN.
i
onzer in-
84%
142%
U
U
Govda, den 10° Mei 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN.
501s/i6
56%
Mei.
Gebleven
koers.
54V4
Mei 1867.
de onder-
:gewald
H, beiden
tonende te
tan hunne
)uda, aan-
i onder de
C0./ tot
ij ven van
oor onbe-
opzegging
□nisgeving
□de beide
ma hebben
»etreffende,
van on-
opnemen
jotheek of
ming van
en.
LD.
H.
Lange TiendewegD. n°. 60.
Londen, 11 Mei. Het verdrag betreffende Luxemburg is
__2: o en zal uiterlijk binnen vier weken worden
gr.dboeteterwijl dezulken geratificeerd. Pruisen ontruimt de vesting, zoodra het.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda brengen
ter kennis van de ingezetenen, dat het primitief kohier der
plaatselijke directe belasting in deze gemeente voor het dienst
jaar 1867, door Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
goedgekeurd en ter invordering aan den heer Ontvanger dezer
gemeente is toegezonden.
Gouda, den 10n Mei 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN v. BERGEN IJZENDOORN.
Deze Courant verschijnt des Donderdags en Zondags.
In de Stad geschiedt de uitgave des avonds te voren.
De prijs per drie maanden is ƒ2,franco p. post/2,25.
Advertentien van 16 regels tot des middags ten 12
ure, grootere moeten vóór 10 ure ingezonden zijn.
s. p. N. ‘ffi
u
n
tr.
r
f tl
f 1/
t n
t
it
'EENER-
per stuk.
m, binnen het rijk woonachtig, welke
zich daar te vestigen, zullen hebben aan
eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij
door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermo
gen en de hoofdmiddelen van hun bestaan.
De tijdelijke uitoefening vaneen bedrijf of handwerk in eenige
ondergeschikte betrekking, gelijk die van leerling, knecht enz.,
kan op zichzelve niet beschouwd worden als een bewijs van
het voornemen om zich in dit rijk te vestigen.
Art. 6. Elk jaar, voor den ln Junij, zullen de ingezetenen, welke
op den Isten Januarij van het jaar hun 25ste jaar van ouder
dom zullen zijn ingetreden, zonder onderscheid, of zij vermee-
nen mogten al of niet tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te
behooren, verpligt zijn zich bij het bestuur der gemeente, in
welke zij wonen, voor de schutterij te doen inschrijven.
Art. 7. Zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon
verblijf houden, of den zetel van hun vermogen hebben ge
vestigd, zullen tot de inschrijving verpligt zijn binnen die ge
meente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende
of alleen rustende schutterijen bestaan, zullen zij zich doen in
schrijven in de gemeente, alwaar zij voor de personele belasting
zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die gemeente alwaar zij
ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden.
Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs
geven, zullen door het plaatselijk bestuur worden ingeschreven
naar deszelfs oordeel, onverminderd de bevoegd he'd van den
ingeschrevene om van zijnen juisten ouderdom nader te doen blijken.
Wordende dientengevolge alle ingezetenen, welke in de ter
men van gemelde artikelen vallen, dat zijn zij, welke den
eersten Januarij 11. hun 25ste jaar zijn ingetreden of geboren
werden in den jare 1842, mitsgaders de zoodanigen tusschen
de 24 en 35 jaren oud, welke sedert de laatst gedane oproe
ping in dato 16 Mei 1866 zich alhier met der woon hebben
gevestigd, opgeroepen om zich op den hierboven gemelden
dag, op de uren en op de plaats ter inschrijving bepaald, aan
te melden, zullende zij, welke hieromtrent onverhoopt mogten
nalatig zijn, niet te min van wege hut gemeente-bestuur ambts
halve worden ingeschreven en bovendien door den schutters
raad worden verwezen tot eene
De prijs der Advertentien van één tot zes
regels met inbegrip van het zegel is bU Cent, voor
eiken regel daarboven 10 Cent.
Buitengewone letters worden berekend
plaatsruimte.
zonder loting bij de schutterij zullen worden ingelijfd, indien
het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene
redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden.
Wordende eindelijk degenen, welke aan de inschrijving moe
ten voldoen, verwittigd, dat zij bij gemelde inschrijving moeten
overleggen hun bewijs van geboorte, zullende zij, voor zoo
verre zij alhier geboren zijn, zich te dien einde moeten vervoe
gen op de secretarie dezer gemeente op Zaturdag den 18den
Mei aanstaande, van des voormiddags tien tot des namiddags
één ure.
En zullen zij tevens verpligt zijn bij de inschrijving op te
geven hun naam en voornaam, de straat, de wijk en het num
mer van het buis, bun beroep benevens dat hunner ouders,
alsmede sedert wanneer zij ingezetenen dezer gemeente ge
weest zijn.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, gezien
de wet op de SCHUTTERIJEN van den llden April 1827,
(Staatsblad n°. 17), alsmede de reglementaire bepalingen, voor
komende in het Staatsblad van den 21sten Maart 1828, n°. 6.
In aanmerking nemende, dat het tijdstip genaderd is, waarop
behoort te worden overgegaan tot het inschrijven voor de
schutterlijke dienst;
hebben goedgevonden aan de ingezetenen kennis te geven,
dat een ieder, in de termen der wet vallende, verpligt is zich
voor de dienstdoende schutterij te doen inschrijven.
Dat tot de inschrijving zitting zal worden gehouden in het
Raadhuis dezer gemeente, op Woensdag den 22sten Mei aan
staande, van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur.
Dat de bovengemelde wet ten aanzien der voorschrevene ver-
pligting, de navolgende bepalingen en voorschriften behelst:
Art. 1. Ieder ingezeten van het rijk, die op den Isten Ja
nuarij van elk jaar, zijn 25ste jaar zal zijn ingetreden en zijn
34ste niet voleindigd zal hebben, zal, ingevolge de bepalingen
dezer wet, daartoe opgeroepen zijnde, verpligt wezen de schut
terlijke dienst uit te oefenen.
Als ingezetenen worden, met betrekking tot de toepassing
dezer wet, beschouwd
Alle Nederlanders, Honen het rijk hun gewoon verblijf
houdende.
Alle vreemdelinge!
hun voornemen om z:-L
den dag gelegd, hetzij door
De BURGEMEESTER der gemeente Gouda brengt ter
kennis, dat Zijne Excellentie de Minister van Binnenlandsche
Zaken der. heer Commissaris des Konings in deze Provincie
heeft gemagtigd
a. Om toe te staan vervoer van vee van de eene weide
naar de andere, mits deugdelijk blijke, dat dezelfde veehouder
de beide weiden in gebruik heeft
3. Om voortaan dagelijks tc beschikken op verzoeken tot het
brengen van vee naar de weide, op den voet der beschikking
van Zijne Excellentie van den 24n April 11. n°. 330, (9e afd.)
onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat het vee niet over de lijn
worde gevoerd en
c. Om toe te staan vervoer van kalveren, in de weide ge
boren, naar den stal van den eigenaar, mits die stal onbesmet
of gedesinfecteerd zij, de betrokken Burgemeester zich overtuige
van de waarheid en het vervoer gedekt zij door een p-
biljet van den Burgemeester.
De aanvragen van de sub a en b bedoelde vergunning moeten
bij den Burgemeester worden ingediend, daar de door belang
hebbenden regtstreeks aan den Commissaris des Konings inge
diende verzoeken buiten beschikking blijven, evenzeer als ver
zoeken van wijdere strekking dan hierboven is aangegeven.
Gouda, den 13n Mei 1867.
De Burgemeester voornoemd,
Van BERGEN IJZENDOORN.