Gemengde Berigten.
Burgerlijke Stand.
,1e Roo van Alderwerelt, om drie kwart der koeten door het
nik en een kwart door de gemeenten te doen betalen, hebben
de stemmen gestaakt, zoodat maandag over dat amendement
ra°Ü ^e^mer beeft de discessie over de
sehntterijwet voortgezet. Over het amendement van de nken
7e Boo en Stieltjes? om het rijk dr.e vierden en de gemeenten
een vierde te doen bijdragen in de kosten voor de oprtgting
en het onderhoud der schutter* hebben de stemmen weder
pes laak* /o<>it het venvorpeu is. Art. lo4, waarbij bet
rijk als miix urn 5 bijdraagt aan de gemeenlen voor lederen
schutter is daarna aangenomen. Bij art. 37 heelt de m
nister van oorlog verklaard, dat aan den koning ts onder
worpen een besluit tot verbetering van den toestand der offi
cieren vin -ezondhe.d, waarop de heer de Boo rijn amendement
heeft ingetrokken. Dingsdag voortzetting, speciaal over artikel
65 regelende de bestanddeelen waaruit de schutterij bestaan
lal' met de strekking om 2/3 in de eerste plaats uit de als
milicien "edtend hebbenden te nemen en 1/3 uit de oierige
"hmterplSUn. Men zag daarin den toeleg om aan de
schutterij een°al te militair karakter te geven en de meerver-
moTendeu boven de andere standen te begunstigen.
I- Het eer-te gedeelte der zitting van de tweede kamer van
"isteren was gewijd aan de voortzetting der discussie over art.
B5 dat tot grondslag had om, in verband met de inschrijving
voor de schutterlijke dienst op 21 jarigen leeftijd en de oproe
ping te beginnen met den oudste, - b,j voorkeur voor het
vrootste gedeelte de pas uit de dienst ontslagen miliciens da
delijk in de schutterij in te deelen, hetgeen verdedigd werd
met het oog op de bevordering der weerbaarheid en bestreden
op grond van groote onbillijkheid ten aanzien eeuer klasse der
bevolking, die reeds zwaren dienstpligi had volbragt Het ar
tikel werd o. a. verdedigd door den hr. 1 korbecke, als t eenige
middel om de schutterij goed te organiseren. Het amendement
Fokker dut de ongelijkheid wilde opheffeu, werd na de veierlei
daartegen aangevoerde bezwaren ingetrokken, onder voorbehoud
dat art. 56 zelf in stemming zou w orden gebragt t w elk daarop
is aangenomen met 33 tegen 22 stemmen De heer Fokker
constateerde bij dc intrekking van zijn amendement, dat de re-
"erin<r nu verdedigde, wat zij bij de indiening van haar oor
spronkelijk ontwerp als onbillijk had gekarakteriseerd. Daarna
heelt de lieer Godefroi zijn amendement op een volgend artikel
ingetrokken, «e gelijk met alle verdere amendementen, door bem
voorgedragen, en wel op grond dat hij meende dat de kamer
„iet gezind scheen tot het aanbrengen van in haar oog mis
schien onbeduidende verbeteringen, terwijl de minister eene
houding van geringschatting ot onverschiU.ghe.d had aange
nomen, die den voorsteller den lost benam, om zijne taau voort
te zetten. De minister is tegen die opvatting opgekomen. Aardig
was *t dat onmiddellijk daarop een ingetrokken amendement
van den heer Godefroi door den heer Saaymans ader werd
overgenomen en dat de oor-pronkeltjke voorsteller aan het debat
over zijn verlaten amendement deel nam, t welk ook aange
nomen werd met 36 tegen 27 stemmen.
Na korte discussie over sommige volgende artikelen, 68—
94 kwam art. 95 in discussie, waarop een amendement van
de' lueren hieltjes en de Roo van Alderwerelt is voorgesteld
en verdedigd, dat de strekking heeft om den blijkbaren geest
t. t militaire organisatie van de schutterij, tot oplossing der
l,,.r«ertrnpening in de militie te keer te gaan. De heer Storm
van' 's Gravesande heeft echter het artikel zeer verdedigd en
van de aanneming van het amendement zijne stem over de
•zeheele wet afhankelijk gemaakt.
r (jen minister van binnen), zaken is door den rtjks-
veearts 1ste kl. Overbosch, gestationeerd alhier, een rapport
toegezonden, betreffende een genomen proef met het verbranden
van afgemaakte runderen. Het verbranden geschiedde op de
volgende wijze
„Begunstigd door eene goede windstilte, lieten wij ongeveer
twintig ellen achter het erf eene kuil delven van twee ellen
in het vierkant, ter diepte van V/a ei.
Op den bodem van dezen kuil werd een laag besmet rijshout,
benevens eene goede hoeveelheid riet en stroo gelegd, welke
materialen met zwarte teer en petroleum rijk- jk werden begoten.
l)e te verbranden lijnen werden, na diep gekerfd te zijn, met
dezelfde brandstoffen aan alle kanten en zelfs inwendig besmeerd
en in de put geworpen, om met eene hoeveelheid onteigend
stroo te worden overdekt, dat weer met het restant der leer
en petroleum werd begoten, zoodat in het geheel een, half vat
leer en tien kannen petroleum waren verbruikt.
Hierop werd door mij, door middel van een vlammende
zwavelstok de massa in brand gestoken, waarop eene hevige
ontploffing volgde, hetgeen mij aanleiding geeft Uwe Exc c;
op te wijzen, dat men hierbij met niet genoeg omzigtigheid kan
te werk gaan.
Nadat de massa ongeveer s/i uur hevig gebrand had, bleef
er een verkoolde klomp over, die slechts eene kleine ruimte
innam van een kuil, die zoo groot voor eene eventuele mis
lukking gemaakt was. Vervolgeus werd de nog eenigzius smeu
lende massa met aarde bedekt, aangestampt en met de noodige
chloorkalk bestrooid.
Dc overgeschoten massa in aanmerking nemende, zoo ineen
ik te mogen opmerken, dat de knil eene zeer geringe diepte
behoeft, welke misschien nog verkleind zou kunueu worden,
wanneer de lijken boven de kuil over houten palen of soort
van rooster werden gelegd, zoodat de dampkringslucht aan de
onderzijde meer toegang heeft."
Uil een officieleu staat nopens de bevolking in de pro
vincie Zuid-Holland blijkt, dat die op 31 dec. 1866 bedroeg
mannelijk 325,453, vrouwelijk 348,308, te zamen 673,761, waar
onder begrepen personen behoorende tot de landmagt 4583
personen behoorende tot de zeemagt, met inbegrip van het corps
mariniers 418 krankzinnigen in gestichten verpleegd wordende
mann. 359, vrouw. 421; gevangenen (waaronder 401 militaire
gevangenen) 583 mann. en 206 vrouw.; o. a. bedroeg de be
volking te Delft mann. 10,760, vrouw. 11,117 Dordrecht
mann. 11,408, vrouw. 12,857 Gouda mann. 7451, vrouw.
8076 's Gravenhage mann. 40,039, vrouw. 47,762 Leyden
mann. 17,991, vrouw. 20,009 Botterdam mann. 53,597, vrouw.
61,680; Schiedam mann. 7826, vrouw. 88S0.
Men leest in de Kamper Courant
De beer de Brautv houdt er van zijne schulden te betalen.
Hij heeft nog een oude schuld aan den heer Groen van
Prinsterer, dagteekenende van junij 1864, toen de heer Groen
hem de stemmen leverde van de anti-revolutionaire kiezers in
het kiesdistrict Gouda, op een accept, waarin de hr. de Brauw
aannam den prijs dier leverantie te voldoen met zijn steun te
verleenen aan de voorstanders van herziening der onderwijswet.
Tot dusver had de heer de Brauw die schuld nog niet vol
daan. Te oordeelen naar het gebeurde bij de jongste verkie
zingen, scheen de heer Groen hem reeds als kwade betaler van
zijn boek geschrapt te hebben.
Maar de schuld is nog niet veijaard, en bij de hervatting
der zittingen van de tweede kamer is gebleken, dat de heer de
Brauw zijne handteekeiiing van junij 1864 honoreren wil.
Hij heeft een voorstel ingediend tot herziening der wet op
het lager onderwijs.
De heer Groen zal amende honorable moeten doen, nu hij
ziet, dat hij met een man te doen heeft, die eerlijk zijne schul
den' wil betalen en wien het dus niet te doen is geweest om
hem voor eenige anti-revolutionaire stemmen op te ligten.
Er is echter een „maar" bij.
Het gerucht wil (terwijl wij schrijven is het voorstel van
deD gomlschen afgevaardigde nog niet gedrukt), dat het voor
stel alleenlijk strekt om een subsidie-stelsel in te voeren voor
de bijzondere scholen.
Dat is niet alles wat de hr. Groen eti de zijnen verlangen.
De heer Brauw wil dus wel betalen, maar geeue volle 100
percent. Hij wil accorderen, om eerlijk man te blijven, zonder
zich te veel te ontblooten van zijne overtuiging.
Of de schuldeischer met het accoord genoegen zal nemen
Wij betwijfelen het zeer.
Wij gelooveu, dat noch de heer Groen, noch de heer van
Nispen "zich bevredigd kunnen a bten door het voorstelde
Brauw, wanneer dit niets anders bevat dan het subsidie-stelsel.
De onderwijs-kwestie wordt daardoor gereduceerd tot eene
bloote geld-kwestie, en voor mannen, die gemoedelijke bezwaren
hebben tegen de openbare school, mag dit niet zijn, ja, wordt
de kwestie daardoor geheel gedemoraliseerd.
Dat het voorstel zelfs ïd deze gezuiverde tweede kamer, en
ook konden de anti-revolntionairen en nltramontranen er zich
bij neerleggen, geen kans heeft om éénderde van het getal
stemmen te verkrijgen, behoeft, gelooven wij, niet gezegd te
worden.
Maar het voorstel heeft groote waardij voor zeker soort van
conservatieven.
Daardoor wordt de twistappel geworpen onder de leden van
het kabinet Wat de koloniale kwestie alleen niet af kan, dat
zal het voorstel van den heer de Brauw verder doen.
De conservatieven, waarop wij het oog hebben, verlangen
niets liever dan de oneenigheid in het ministerie tot een conflict
te zien komen, want het kabinet moet gezuiverd worden van
zekere elementen, die eene breede ontplooijing van de conser
vatieve vlag verhinderen, en de heereu, die, na de kastanjes
uit het vuur te hebben gebrald, ze door anderen hebben zien
opeten, moeten hun aandeel hebben van de vleeschpotten van
Egypte.
Het voorstel de Brauw heeft in onze oogen eene politieke portee.
Wij beginnen nu te begrijpen, waarom de minister van bm-
tenlandsche zaken bij de discussie over het lager „nderwijs tü
de tweede kamer afwezig was. Destijds toch was het reeds bekend,
dat er een voorstel betrekkelijk het onderwijs in aantogt was.
Zal het aan de rochussiaausche fractie gelukken bres te schie
ten in het kabinet? Zullen dc heeren graaf Schimmelpenninck
en graaf van Zuylen er in slagen den heer Heemskerk Azn.,
die voor de conservatieven de zieke koeijen heeft afgemaakt,
op zijne beurt af te maken
In allen gevalle is de positie van den heer Heemskerk Azn.
in het kabinet, niet in de kamer, zeer wankelend. Wanneer
men in aanmerking neemt, dat zijn antagonist op het gebied
van het onderwijs dezer dagen een kapitaal blijk ontvangen
heeft, dat hij in blakende gunst staat, en wanneer men er tevens
op let hoe juist in de laatste dagen de graaf van Zuylen door
de Tijd op eene in het oog loopende wijze wordt gefêteerd,
dan kan men zich moeijelijk vleijen, dat wanneer liet tol eene
uitbarsting komt (en het voorstel de Brauw moet die verhaas
ten), de minister van binnenl. zaken het terrein zal behouden.
De heer Heemskerk Azn., die bewezen heeft in zijn hart
nog liberaal te zijn, zal oudervinden, dat hij zich zeiven het
meeste kwaad heeft gedaan met zich af te scheiden van de
partij, in w ier gelederen hij jaren lang had gestreden, en zich
te doen inlijven bij de conservatieve partij, the voor een groot
deel nit politieke avonturiers bestaat. Hij is ongeveer een jaar
lang minister geweestzijne ijdelheid is dus bevredigd gewor
den, maar zijne toekomst is verspeeld. Men had hem noodig
bij de formatie van dit kabinet, maar hij zal nu als eene uit
geperste citroen worden weggeworpen. Aan zijne staatsmans-
repuiutie kan het niet bevorderlijk zijn, wanneer zijn ministerieel
leven moet eindigen, nadat hij niets gedaan heeft dan zieke
koeijen afgemaakt en dispensatien verleend aan slimme boeren.
Terwijl het voor Nederland nog eene verborgenheid is,
wat groote weldaden het te danken heeft aan de eminente
talenten van onzen specialiteit in de diplomatie, graaf van
Zuylen, wordt het gordijn even voor ons opgeligt en wij staan
inderdaad verstomd, hoe zooveel fijne tact met zooveel helder
doorzigt, zooveel zorg voor 's lands welzijn met zooveel degelijk
begrip van moeijelijke politieke kwestien in één persoon kan
verbonden zijn. In den regel komt een diplomaat eerst tot
zijn regt, als de tijd bewezen heeft, dat hij waar diplomaat
was, maar wij behoeven niet te wachten, om de geheel eenige
grootheid te waardeeren van den minister, die Neerlands roem
thans handhaaft, zooals nimmer te voren geschiedde. Het be
wijs daarvoor is, in de zitting der londensche conferentie van
9 mei, geleverd, en wij twijfelen er niet aan of al de mogend
heden, die dêelnamen aan het congres, benijden ons het bezit
van den man, die Talleyrand en Metternich, om geene andere
te noemen, overschaduwen zal. De laster moge beweerd heb
ben, dat de luxemlurgsche zaak zulk een vaart niet zou ge-
loopen hebben, misschien nooit in de wereld gekomen ware,
indien onze specialiteit eet. anderen raad gegeven en een an
deren weg bewandeld had maar men weet, hoe de nijd, altijd
gereed is om groote verdiensten te verkleinen en roemrijke
feiten als bagatellen, of soms nog erger, voor te stellen. Het
was niet in de luxemburgsche kwestie, dat onze minister zijne
talenten bewijzen kon, want over deze werd door de groote
mogendheden beslis», nu zij eenmaal opgeworpen was, en de
iustruotien aan Nederlands vertegenwoordiger zullen wel ge
weest zijn om eerbiedig te volgen. Een ander pnnt moest
zijne grootheid nog grooter maken. Limburg behoorde eens
tot den duitschen bondde bond hield op te bestaan, maar
onze diplomaat begreep, dat de getuigen van het overlijden
ook moesten constateren, dat Limburg nu van Duitschland
geseheiden was. Men weet nooit, er zou nog eens kunnen
beweerd worden, dat Limburg nog een deel uitmaakte van
een ligchaam, dat niet meer bestaat. De conferentie liet zich
bewegen, om te getuigen dat Limburgs volstrekte afscheiding
van Duitschland erkend was; zij meende misschien dat zij
reeds het overtollige deed, maar zij rekende zeker niet op den
fijnen diplomaat, die alle anderen te slim was. Toen zij ge
zegd had, wat niet meer noodig was te zeggen, kwam de
gevoimagtigde van Nederland met de fijne diplomatieke vraag
dat van die verklaring in het protocol mogt blijken. Aan
dat verzoek werd onmiddellijk voldaan, en nu erkenne een
dankbaar vaderland, wat zij, door die vraag van onzen dinle.
maat, verkregen heeft en hoe zij zeker nooit een minister be
zat, die zoo fijn zijne netten wist te spannen, dat hij de con
ferentie schriftelijk liet verklaren, wat zij niet verklaard had,
omdat omdat het van zelf sprak. Goest. Cour.
Aan een in het Utr. Dagblad opgenomen stuk ontleenen
wij de volgende slotbemerkingen
Het geheele doel van het voorstel de Brauw schijnt niets
anders te »(jn, dan om de bepaling der grondwet, dat er overal
in het rijk van overheidswege voldoend openbaar lager onder
wijs zal gegeven worden met eerbiediging van ieders gods
dienstige begrippen, krachteloos te maken. Immers, wat bedoelt
het voorstel anders, dan uit publieke fondsec scholen te stich
ten, waar men niet ieders godsdienstige begrippen eerbiedigt.
Zonder dit is het voorstel nonsens, en is de openbare school
voldoende. Wij hebben eerbied voor iedere godsdienstige be
grippen, maar we protesteren, waar men ook onze bijdragen in
de algemeene lasten wil gebruiken, om andersdenkenden te be
strijden want hoe schoon en oogenschijnlijk onschuldig de
voorsteller zijn memorie en zijne wijzigingen op de wet hebbe
ingekleed, wie getuige is geneest van de partijzucht, waarmede
confessionele predikanten en patere redemptoristen zelfs van
den kansel het openbaar onderwijs bebbeu bestreden, moet de
overtuiging hebben, dat de bedoelingen van de kerkelijke
partijen niet zoo zuiver zijn, als de memorie wil doen voor
komen.
Werd het voorstel van den h»er de Brauw wet, dan zon
men in vele gemeenteu door het drijven van godsdienstige
partijen terugkeeren tot den toestand van de vorige eeuw,
toen de kerkelijke gemeente alleen de belangen van het onder
wijs moest behartigen. En wat getuigt nu mr. G. Groen van
Prinsterer in zijne geschied, des vaderl. I p. 669 van de
scholen, die vóór 1795 bestonden? „Het godsdienstig ouder
wijs, wel verre van, gelijk voorheen, de volksschool te door
trekken, was tot een ergerlijk geprevel uit bijbel en catechismus
misvormd." Op die wijze had de kerk aan hare pligten voor
het onderwijs voldaan gedurende de twee eeuwen, dat het aan
hare zorg was toevertrouwd geweest.
En wat leert ons bet praktische Engeland Niettegenstaande
jaarlijks 10 mitlioen gulden als subsidien aan particuliere ver-
eenigirtgen en kerkelijke gezindten werden verstrekt, kwam de
koninklijke commissie, in 1858 tot het houden van een staats-
onderzoek ingesteld, na een enquête van drie jaren, in haar
uitgebreid verslag tot de erkentenis, dat de toestand van het
onderwijs in dc hoofdzaken ten eene male onvoldoende was.
In Frankrijk, waar hgt onderwijs grootendeels in handen der
geestelijkheid was, is men thans tot de overtuiging gekomen,
dat alleen ouderwijs van wege den staat, verbetering kan brengen.
Daarom zouden we der kamer wel willen toeroepen 'iet
toe, dat ge u niet verwart io de strikken van partijzuehtigeu,
maar staat als één man pal, om te handelen tot heil des
vaderlands, waarvan de grondslag gelegd wordt op de open
bare school.
De transatlantische kabel is door een ijsberg beschadigd; die ran
1865 is nog in werking. Te Kcmich heeft eene ht.ige vechtpartij
plaats gehad tusschen Luxemburgers en Pruisen, waarbij 17 personen
vrij ernstig gewond werden. Omer Pacha driemaal door de Can-
dioten terug geslagen bij een aanval op Aphakia. \an 511 Mei
zijn aangetast in Zuid-Holland 71, in Noord-Holland 13, in Gelderland
2, in Ltrecht 1, in Noord-Brabant geenc, totaal 87 renderen. In
Peru heeft men de motie ter gunste der godsdienstige verdraagzaamheid
om de opgewondenheid des volks ter zijde moeten stellen. an 5 11
mei zijn in Engeland 16 nieuwe gevallen van veepest voorgekomen.
Een troep pandoeren heeft te Fiume groote ongeregeldheden bedreven.
Men is te Weeneu begonnen met den aanleg der vestingwerken.
De maarschalk Narvaez erkent dat de spaansche troon nog alleen steun
vindt in het leger. Frankrijk geeft Turkije den raad om Caudia af
te staan. Men heeft te Rome 50 roovers gevangen. In Spanje
wil men de marine versterken. Te Mobile en New-Orleans heerscht
eene sterke opgewondenheid onder de negers. De Tnrken gaan hun
i financiestelsel verbeteren. Te Besoijeu zijn zes huizen en twee schu
ren verbrand. Nabij Krabbendijke is een locomotief, door zandwagens
gevolgd gederailleerd, waardoor 8 personen zijn gekwetst. Het Stein-
heil-kanon werkt zonder buskruid, zonder rook, zonder geraas, alleen
door de middenpunt vliedende kracht en het moordt zoo goed als elk
ander geschut. Te Lynn in Massachusetts is de schoeneustapel in
het eerste kwartaal van dit jaar werden daar voor ruim 6*/2 millioen
gulden aan schoenen verhandeld.
GOUDA.
Geboren 16 Mei. Gertrudis Petronella Sophia Anna Maria, ouders
A. B. G Quant en C. Schluter. 18. Hendrik Willem, ouders L. Ou-
weueel en J. C. E. Michaelis. 19. Adriana Maria, ouders J. van
Buuren eu L. de Roos Geertruida Adriana, ouders J. Dortland en
M. Bakker. Cornelis Gerardus, ouders C. H. de Does en G. Vergeer.
20. Adrianns, ouders A. Yermeij eD J. de Bruin. Johannes, ouders
W. de Jong en H. IJsselstijn.
Overleden 19 Mei. P. van der Burg, 79 j. M. C. brouwer, 67
j. H J. Blom, 11 d. G. van der Kint, wed. J. Prinselo, 74 j.
G. van der Post 10 m. A Snel, 9 m 20. L. Brouwer, 14 m.