Gemengde Berigten. 'jUwertentien. s. hi Tivoli te geven door de onderofficieren *an. het 4e reg. infanterie, alhier in garnizoen, wier lofwaardige poging allezins de algemeene belangstelling en aanmoediging verdient, ter wijl het edele doel, de verzachting van den nood onzer arme stadgenooteD, ongetwijfeld velen zal wekken om ook daarom mede te werken tot het bevorderen van eene vereenigiug, die bet nuttige met het aangename tracht te verbinden. De tweede kamer heeft in hare zitting van woensdag een aanvang gemaakt met de behandeling der staatsbegrooting voor 1S68. De heer van Delden trad in eene beoordeeling van het beleid van den minister van financiën, waaraan hij zijne goedkeuring meende te moeten ontzeggen. De heer Bichon v. Ysselmoude bei oogde dat het ministerie aan zijne tweeledige roe ping, oplossing der koloniale kwestie en opheffing der bezwaren ten aanzien van het onderwijs, niei had voidaau. De heer Keucheuius trad in eene karakterisering der verschillende par tijen, waaruit de kamer thans is zamengesteld. Enkelen hecht ten aan de benaming van „nationale" mannen, welke huu ten deel was gevallen, en bepaalden er zich toe om in welsprekende redevoeringen hun vertrouwen uit te drukken in de „geachte regering die 't wel weet." Andereu verkozen deu naam van independents!!, en hunne onafhankelijkheid bepaalde zich om mei oostersche woordenpracht den oubestemden middenweg aan te raden. De liberale partij had overvloedige teekenen gegeven van afwijking tusschen de leden en het hoofd, en het hoofd en de leden, terwijl de maag, verstopt en overladen door iu- di-che spijzen, door mdische comptabiliteitswet en indische straf wet, weigerde de versterkende middtien te gebruiken, welke haar door hare vrienden werden toegediend. Aan de anti-re volutionaire partij werd door hare tegenstanders, maar ook door hare vrienden verweten, dat zij het belang en het regt eener godsdienst- en vrijheidlievende natie had op den achtergrond gesteld, in de blijdschap van de graven van Zuylen en Schim- raelpenninck aan het roer te zien. Geen der partijen vertoonde een spoor van leven of bezieling. Spreker geloofde niet dat de regering het regt had tot de kamer het verwijt te rigleu, dat zij niet „binnen de grenzen" was gebleven. Het tegendeel was het geval de kamer was gebleven binnen de grenzen harer waardigheid. Zij verkeerde in zekeren staat van afgemaiheid. Wegens die afgematheid vreesde hij de ontbinding der kamer nietook daarom niet, dat de krachtigste middelen waren uit geput kou. proclamatien, nationale kleuren enz. zouden hoofd cn hart der kiezers niet meer verwarmen. Ook de koloniale kwestie kon geen motief tot ontbinding oplevereu. Op hetzelfde oogenblik dat de regering den invloed der vertegenwoordiging in koloniale zaken wenscht te verkorten, kon zij moeijelijk de kiezers oproepen om over de koloniale kwestien te beslissen. Het kon even wei gebeuren, dat spreker zich bedroog en de kiezers toch werden opg< r.a peu. Voor dat geval achtte hij het pligtraatig, dat de handeliiigen tier regering van het afgeloopen jaar werden besproken en getoetst. Die handelingen nagaande stuitte spreker het meest op onteigeniugswetten, een wetje ter gunste van de maatschappij tot exploitatie der staatsspoorwe gen en een wetje ten behoeve van hulp-apothekers. De schut- terijwet was mislukt; de koloniale kwestie was vruchteloos behandeld met een minister, die iu het midden der dicussie spoorloos verdweenaan de oplossing der onderwijs-kwestie was niets gedaan. Daarna trad de spreker nog in breedvoerige beschouwingen over de onderwijs-kwestie. De heer Blom vroeg daarna nog inlichtingen over het tractaat met Engeland, be treffende de kust van Guinea, en de heer Dullert besprak in het bijzonder de houding en de plannen van den minister van financien. De ministers van buitenl. zaken, van binnenl. zaken en van financien beantwoordden de in den loop der beraadslagingen gemaakte aanmerkingen. De eerste trad in eene wederlegging der politieke beschouwingen, en verdedigde meer in het bij zonder het vroeger door het ministerie genomeu besluit tot ontbinding der kamer, waarover de beer Keucheuius gesproken had; de tweede, gewagende van de onderwijskwestie, zeide o. a. dat het voornemen der regering was om, vóór het einde van dit zittingjaar, te kennen te geven of er termen bestonden om de wet op het lager onderwijs te wijzigen, hopende hij echter dat vóór dien tijd het voorstel van den heer de Brauw, be treffende dat onderwerp in behandeling zou zijn genomen. De laatste eindelijk verdedigde zich tegen de verw ijten, welke tegen zijn bestuur waren ingebragt, en beantwoordde de bedenkingen, welke tegen de begrooting van uitgaven en de voorgedragen middelen in het algemeen gemaakt waren, zich voorstellende om liter meer in bijzonderheden de onjuistheid der gemaakte bezwaren aan te toonen. Nadat nog de heer Dullert en de minister van financien het woord hadden gevoerd, werd de voortzetting der beraadslagin gen bepaald op donderdag. In de zitting van donderdag betoogde de heer van Eek dat der liberale partij niet tot verwijt mag worden aangerekend, dat zy tot de vaststelling van de wets-ontwerpen van deze re gering uitgaande heeft medegewerkt. De heer Wintgens heeft aangedrongen op meerdere zamtnwerking der partijen en krach tige oplossing der koloniale kwestien. De heeren Tan Lijnden, Haffmans, Saavmans Vader, Heyden- njcï. van Nispen en van Wassenaer Cauvvck waren allen te leurgesteld over de verklaringen van den minister ran binnenl. zaken met betrekkmg tot de wijziging der bestaande ondenvijs- ""J drongen op nadere verklaring bij den minister aan. i ',h Keuchenius, v. Heiden en Bichon repliceerden. l'e heer Fransen van de Putte betoogde met nadruk dat de 1 regering 1.1 gebreke was gebleven de koloniale kwes.ie op te I losseneven welsprekend betoogde de heer van Foreest het tegendeel. Be ministers van buitenl. en van binnenl. zaken beantwoord den de sprekers. De laatste verklaarde, dat hij de zaak van het ouderwijs niet zou verschuiven. Daarna sprak nog de heer i Hasseiinun, minister van koloniën, breedvoerig, daarbij de con servatieve Koloniale politiek handhavende. I Nadat nog de hh. van Nispeu en van Eek hadden gespro- keu werden de algemeene discussien gesloteu, en het eerste oooidsiuk aangenomen. De tweede kamer der staten-generaal heeft gisteren iu het eerste gedeelte harer zitting het tweede hoofdstuk der staats- begrootitig [hooge collegien cnz.j, na eenige discussie, met al- geuiecne stemmen aangenomen, nadat v00raf niet 36 tegen 32 stemmen was aangenomen een amendement van den hem- Dam tot liet doen wegvallen eener voorgestelde verhooging ad 200 voor een adjuuei-eommies bij deu raad van state op f 1200 traktement. r J Deze beslissing, die toevallig allereerst dezen titularis trof rust op het beginsel, om, waar te kort en leeuing in het voor- tnuigi zijn, het middel der bezuiniging te beproeven en zoo werd ook aangenomen (met 08 tegen 1 stem) een amendement van den heer Kerkwijk, om te doen wegvallen een post van J -i-3 traktementen bij de rekenkamer, die men wenschte in petto te houden voor mogelijke behoefte. Nadat hoofdst. II was aangenomen, volgde eene zeer ernstige discussie over het rapport der commissie tot onderzoek van het traktaat van .Londen betredende Luxembur". De hit. van der Aluesen en Godefroi stelden de houding en de handelingen van onzen minister van buiteulaudsehe zaken lil een zeer ongunstig licht. De heer 's Jakob bad ook eenige bedenking tegen het be leid des ministers, maar de heer J. K. van Goltstein vond a es zeer goed. De discussie zal heden worden voortgezet. In den aanvang der zitting van de tweede kamer is gisteren ingekomen een ontwerp van wet tot vereenigin»- van ue gemeenten Keeuwijk en Sluipwijk. °®ciele opgaven blijkt: 1°. dat's rijks gewone mid delen gedurende de tien eerste maanden van dit j aar hebben op- ftTo<0,69-715'719,63- e" cliU de rauiir'? ht"1 bedragen ob,742,181, zoodat de opbrengst de raming heeft overtroffen met y -,973,538.63 en 2°. dat 's rijks gewone middelen ge- tlen eerste maande" va" dit jaar hebben opgebragt J a9,715,719-63, terwijl zij gedurende de tien eerste maanden van 1866 hadden bedragen 55,663,759.961/., zoodat de op brengst van 1867 die van 1866 heeft overtroffen met de aan zienlijke som van 4,051,959.661/,. but II est hi ml wordt aan de Leydsche Courant gemeld, dat de oogst der verschillende veld- en boomvruchten dit jaar over het algemeen gunstig is geweest. Met het vervoer der aspersies was op den gewonen tijd begonnen en het warmt weder bespoedigde de voortzetting der verzending, terwijl de rekening eene voordeelige uitkomst heeft gegeven. Bij een ruim beschot van aardappelen werden er ontzaggelijke koopen voor buitenlandsche rekenmg gedaan en bleef bij meer beperkte verzending voor het binnenland de markt steeds levendig tegen goede prijzen. A an een gunstig gewas aalbessen gingen er mede buitengewone partijen naar het buitenland, zoodat ook voor het binnenland de prijzen boven het middelmatige bleven. Boomvruchten, zooals perziken en pruimen, waren voldoende! inzonderheid bragten de appelen een ruimen oogst op en de late, fijne soorien, die door de warmte van Augustus zeer in grootte waren toegenomen, zijn met voordeel geplukt geworden. De peren zijn meestal klein van stuk gebleven. Ten gevolge van de langdurige koude in julij werd de druivenoogst zeer hachelijk, doch de nazomer herslelde den achterlijken groei, zoodat ook hieromtrent, door het snijden ian een rijn aewas. alle bezwaar werd weggenomen. Te Nieuwerbrug en op andere plaatsen iangs den Bijn is de voorraad appelen, wegens een ruimen oogst, zoo groot dat zij met schuit-n vol ter markt worden gebragt. Van som mige boomen werden 8 a 10 mudden geplukt. De markt blijft, ondanks den aanboudenaen aanvoer van koolsoorten en moes groenten, in dat artikel gunstig. De commissaris des konings in deze provincie, gezien het beslnit van gedep. staten, waarbij is overwogen dat de instandhouding der wildbaan in Zuid-Holland, voor zooveel het klein wild betreft, het wenschelijk mankt de jagt op dat wild vroeger dan gewoonlijk te sluiten, heeft de sluiting der jagt op kiein wild bepaald op zaturdag 30 november met zons ondergang. Men leest in de Goessche Courant Opmerkelijk is eene ministeriele verklaring, in den aanhef van hzt regeriDgsantwoord op de voorloopige verslagen, omtrent de begrootingswetteq. Wij lezen daarin „Evenmin kan het vaü dit kabinet worden verwacht, dat het uitsluitend als zijne roeping beschottwe, om de koloniale aangelegenheden te regelen. Keeds de voorafgaande bewering, dat de twee vorige kabinet ten daartoe ook niet waren opgetreden, is in strijd met de al gemeen-bekende waarheid; maar de verklaring omtrent de roeping van dit kabinet, vernietigt met een slag al wat in den loop der laatste twee jaren, zoo officieel mogelijk, verzekerd is. Het is intusschen niet moeijelijk te gissen, waarom deze hoogst ge- wigtige ministeriele belijdenis op den voorgrond staat. Bij tie toenemende waarschijnlijkheid, dat in de kamer eene meerder heid zich vormen zal, die de koloniale beginselen van het ka binet bestrijdt, wil men ai aanstonds doen weten, dat men daarvau geetie kabinetskwestie zal maken. Is het ministerie niet vooral en uitsluitend opgetreden om op dat punt vastheid aan te brengen, dan kan het koloniale wetsontwerpen laten afstemmen zonder heen te gaan. Wij worden dus voorbereid op vreemde parlementaire ge beurtenissen, en mogen het er voor houden, dat het kabinet voor geene oppositie in de kamer wijken zal. Dit is volkomen consequent met het begrip dat het land van geen ander mi nisterie dan van dit, eeu g heil kan wachten. Alen offert zich dus op en verdraagt alles uit zuivere vaderlandsliefde. Dat schijnt dan ook het begrip te zijn, dat onze ministers aan eene vaste regering hechten, dat zij onder alle gebeurtenissen blijven zitten en aan hunne beginselen vasthouden, al blijken die zelfs in strijd te zijn met die van de meerderheid der vertegen woordiging. Maar men lette wel op de ministeriele logika. Twee kabinetten zijn opgetreden en gevallen naar aanleiding van i°n koloniaal vraagstuk, en toch was de oplossing van dal vraagstuk niet uitsluitend hunne roeping. Wie zoo redeneert kan even goed zeggen, ik ben gekomen om eene zaak in orde te brengen, maar dat in orde brengen is mijne roeping niet. De eenige verklaring van zulk eene redenering is deze, dal zij uitgaat van iemaud, die zich zijner roeping niet volkomen be wust is, en zulks zou wel het geval kunnen ziju bi.i den mi nister, die zoo dikwijls van opinie veranderde, dat het nu zeer problematiek is, welke zijner antecedenten hem voortaan tot leidraad zullen zijn. En al komt die minister ons verzekeren, dat hij die staatkunde zal toepassen, die eene veeljarige onder vinding hem als proefhoudende heeft doen kennen, (zie rege- ringsantwoord) dan blijft het toch voor de natie al vrij raad selachtig wat zij te verwachten heeft. Misschien strekt de verzekering, dat de minister blijven wil, daarbij tot troost. Na eene veeljarige onderviuding, door deu heer Hasselman als minister te verkrijgen, zullen wij er dan wel eindelijk achter komen. Er bestaat wel geen beter voedsel, zoo wel voor den ge zonde als voor den herstellende, dan zuivere onvervalsche chocolade; immers een kop goede chocolade overtreft verreweg de beste bouillon in gehalte van werkelijke voedingsstof. Voor billijke prijzen te verkrijaen, vindt echter zoo dikwijls eene vervalsching van dit artikel plaats, dat eene kwaliteit, voor welker zuiverheid wordt gewaarborgd, eene zeldzaamheid is geworden. Het verdient daarom te meer rermelding, dat de stoom-chocolade-fabriek van Fbanz Stohweeck te Keulen, die tot de meest belangrijke fabrieken van Duitsch- land behoort, op de wereldtentoonstelling te Parijs wegens zuiverheid, voortreffelijke kwaliteit en goedkoopte van hare chocoladen, met de pnjsmedaille werd bekroond. Deze onder scheiding is des te eervoller, dewijl de uitgereikte medaille de eenige is, die in deze branche op geheel Pruisen is gevallen. De fabriek dankt aan haar beginsel, alleen volkomen zuivere fabriekaten ter markt te brengen, haren alom verbreiden roem. Men zoude kunnen beweren, dat het zoowel de pligt als het belang van iedere groote handelszaak in victualiën enz. is om bare klandisie van dit product te voorzien. Men begroot de kosten der abyssinische expeditie van -4070 millioen gulden Üe vermindering dei hul puiiderw ijzers-jaarwedde van f 3U0 op f 250, is te Hcllendoorn door koninklijke beslissing belet. De maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen leent op nieuw en wenscht het vroeger geleende langer te mogen houden. Een commis saris uit Mexico onderhandelt te Washington over eene leening van 12 millioen. De nieuwe egjptische leeuing geeft 9pCt. rente en wordt uitgegeven tegen 9üpCtzij is 24 millioen golden groot. Iu de straten van Londen zijn gedurende 1866 voorgekomen 2U5 ongelnkken met doodelijken alloop De totale productie van zijde in (Jaliforoie voor 1867 wordt geschat op 210,000 cocons. Te Sacramento zijn meer dan drie millioen moerbezienboomen, en men rekent in het aaustaaude saisoen 10 millioen zijdewormen te kunuen voeden. De onderaardsche spoorweg te Louden, ruim eeu uur gaans lang, heeft iu zes maanden 12 millioen personen vervoerd. Te Weenen is eeu wetsontwerp inge diend ter afschaffing van de ketenstraf. Servie beeft een ultimatum gezouden uaar Konstautinopel en de Turkeu maken oorlogstoebereidselen in Bosnië. Te Luik is hit standbeeld van hartl èeu groottn dezer dagen op zijn voetstuk geplaatst. De panjschi schouwburgen hebben iu de zeveu maanden der tcntooustclling telkens een millioen meer dan iu het vorig jaar oiuvaugen, en het bedrag is nu 16,533,365 fr ge weest. De fransche legerurganisatie zal waarschijnlijk nog belangrijke wijzigingen ondergaan. Acht mogendheden zijn tegen het wereldlijk gezag, zes voor en drie twijfelaars. In deu abv ^siniscben almanak zijn Pontius Pilatus en tiikam met zijn ezel als heiligen gesteld. Elias How el, uitvinder der naaimachine:-, is 48 jaren oud in Amerika over— ledeu. Hij laat een vermogeu na van 5 millioen guld* i) Jeddo de hoofd stad van Japan, telt lLj m.llioeu huizen en 5 mill.oen inwoners. Te Dresden worden jaarlijks 6000 riem albumen-papier vervaaidigd, die 120 millioen gewone pbotOitraikn uitleveren. Antonelli kent Dog altijd geene italiaansche maar slechts eene sardinische regering. De besturen der israelitische gemeenten te Utrecht, Irydcu, Hoorn en Har- lingen vragen het verzetteu der z. (urdagachc markten In de eerste weck van uov. zijn 111 Nederland nog !e cholera overleden 16 personen. Uit liarlingen en uit het Nieuwe D. p worden bittere klagten aan geheven over de mishandelingen, waaraan landvrrhuizende schapen bloot staan. In de maand julij ziju op het eiland 8ura;'.'.ra schokken vau aardbeving waargenomen. Jakus khau, de bestuurder van Herat, heeft de suzcreiniteit van Rusland erkend. lu het arsenaal tc Toulon heerseht groote drukte. Te Maastricht wordt een begin gemaakt raet de ont- manteling der vesting. Stephens, de hoofdleider der feuians, bevindt zich te Parijs in bekrompen omstandigheden. Te Londen is een der grootste gasfabrieken door brand vernield. Het oostenrijksche budget over 1868 wijst voor de westelijke helft des rijks een tekort aan van 46 en twee derde millioen, b halve 17* millioen, die in 1867 reeds boven de begroeting zijn uitgegeven. De sphinx wil nu de wereld bedriegen met openhartigheid. In Berwickshire is de veeziekte weder uitgebroken onder eene kudde van dertig Kortgehoornde ruuderen. Men twijfelt zeer aan het verzinken van het west-indische eiland Tortola. In der. avond van deu 17 dezer zijn te Great Yarmouth aaugevoerd 2500 lasten, inhoudende 33 millioen haringen. Het lijk van keizer Maximiliaan is eindelijk uitgeleverd aan den admiraal Tegethoff. De storm op St Domingo heeft vele schepen vernield en vele menschen doen omkomen. De telegraphische gemeenschap tusschen Malta en Alexaudrie is hersteld. Te Tunis heerseht zoo groot gebrek dat dagelijks men schen van honger omkomen. Marktberigten. Gouda, 11 November. Tarwe Poolsche per 24-00 kilo 520. Roode Kleefsche ƒ510. Zeeuwse he per mud 15.25 a 16.85 Rogge J 9.75 a 11.60. Gerst winter 6.50 7.85, dito zomer 6.a 7.2Q Haver korte 3.20 a 4.80, dito lange 3.a 4.Boekweit Fransche per 2100 kilo 200. Noordbrabantsche 220 a 235. Bruine boonen 12.a 16. De veemarkt met tamelijken aanvoer en levendig^n handel; schapen waren weinig gevraagd. Vette varkens gol den van 18 a 22 c. per 5 ons; magere varkeus en biggen gingen vlugger van de hand. Kaas. Aangevoerd 67 partijen, 25 a 29. Goeboter 1.10 a 1.30. VYeiboter 0.90 a 1.10. Burgerlijke StancL GOUI) A. Geboren 17 November. Claziua. ouders E. Heij cn J van Harten. 18. Cornelis, ouders H. Straver en J Vink. 20. Dorothea Geer- trnda, ouders J. W. Peeters en G. Oosterling. 21 hlara Johanna, ou ders D. van der Kist en J. vau Hertum. Leendert, ouders M. de Gruijl en A. Laugera1 Cornells Cathariuus, ouders T P. Yiruly en £L. J. E. Ledebo' - 22. Johanna, ouders J. van der kleiju en J. Noordeman. OvRBEi-ïtEN 19 November. M. Yerbareuse, wed J. B. Furrer, 59 j 20. P. vau Rijswijk, huisvr. van P. F. Leras, 38 j H. van der Zaan, 4 m. 21. J. J. luiholz, 31 j. C. Hazelaar, wed. W. van Leeuwen, 50 j. J. van Zijl, 4 j. 8 m. Gehuwd: 20 Nov. C. Rijnhoat ea S. Lafuber. J. Kromhout en J. Bonnenr. Bevallen van een Zoon, M. J. E. YIRTTLY, geb. Ledeboer. Gouda, 21 Nov. 1867. De ondergeteekende betuigt zijnen hartelijken dank aan allen, die hem bij gelegenheid van zijn onlangs gevierd feest zijner 25jarige betrekking, blijken ven deel neming gaven. S. STUIJYENBERG. Gouda, 22 Nov. 1867. Voor eene ENGELS C HE MA AT- S e H A P P IJ van LEVENSVERZEKE RING worden soliede Agenten gevraagd voor Gouda en omstreken. Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten kantore van de Heeren HOFFMAN k C°. te Gocda.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1867 | | pagina 2