Btmtenlanö. Gemengde Berigtcn. Varia. KANTON GEREGT te GOUDA. Burgerlijke Stand. GOUDA, 1 April. In Je zaturdag gehouden zitting der tweede kamer zijn de volgende wetsontwerpen met algemeene stemmen aangeno men 1° tot beschikbaarstelling van gelden wegens door het dep. van oorlog gedane verstrekkingen; 2°. tot verandering der gren zen tusschen de gemeenten Haarlemmerliede, Spaarnwoude en Sloten- 3°. tot verandering der grenzen tnsscheu de gemeenten Ooslxa'au en Wijdewormer; 4°. naturalisatie Tan onderscheiden personen. Tejjen maandag is aan de orde gesteld de begroo- tin<r van Ned. Indie voor 186S. 1- In de zitting der tweede kamer van maandag zijn de algemeene beraadslagingen geopend over het ontwerp tot vast stelling der begrooting van Ned. Indie voor 1868. De lieer Sijpestein weuschte zich, in verband met de beschou- win een in het eindverslag, te ouihondeo van de bespreking van°eenig punt van koloniale staatkunde, en zich te bepalen tot drie punten 1°. de comptabiliteitswet van 1864, waarom trent hij van meening is, dat de vaststelling der ind. begroo- ting bij de wet niet een waarborg geeft voor een rigtig beheer 20.°de financiële resultaten dezer begrootiug. Hierdoor komt spr., door globale vergelijking der eindcijfers met vorige dienst jaren tot de conclusie, dat de financiële toestand zeer onrust barend is; en 3°. de middelen om de nadeelige gevolgen van den tegen woord igen toestand te voorkomen, waaromtrent spr. verwijst naar het eindverslag. Ten slotte wenschte hij van den minister van koloniën te vernemen, hoe het stond met de ver betering der belastingen op Java, waarvan hij veel goeds verwacht. De hh. Nierslmsz eu Rochussen hebben vervolgens hun hart lucht gegeven tegen schier alles wat onder vorige besturen was geschied^ doch kouden daarbij evenmin hun vioegeren afgod, waaraan de eerste ontbinding was ie danken, den zoo haastig verdwenen heer Mijer, geheel sparen. De heer van Nispen stelde zijne stem afhankelijk van het antwoord, dat hij zou verkrijgen op eenige vragen, die hij tot den min. rigtte omtrent de uitgifte van woeste gronden, het onderzoek nopens de koffijculluur en het vier-palen-besluit. De min. ^n koloniën wijdde, naar aanleiding van de opmerking in het eindverslag, dat hij een voorstander van reactie zou zijn, over die uitdrukking uit, en vroeg of het reactie kan genoemd worden, wanneer hij te velde trekt tegen utopieD, die z. i. verderfelijk voor Java zijn. Zoo dat reactie ware, dan zag hij in dat woord een eereliiel. De minister deelde nu zijn gevoe len mede omtrent de plannen van hervorming eu omkeering, die zich in den jongsten lijd hadden verdrongen omtrent het belastingstelsel, de uitbesteding van houtbosschcn, de kadastrale opneming. De minister was van oordeel, dat men niet te veel in de inlandsche huishouding moest indringen. Hij besprak «le heerendieusten, de verhoogiug der bezoldiging van de indisclie hoofden en deelde zijne iuzigten mede over de nieuwe suiker regeling, die hij zeer gaarne zou tot staud brengen. Hij besloot niet op de speciale vragen, hem gedaan, te antwoorden. De hr. Koorders verdedigde de staatkunde des ministers van koloniënz. i. wa9 reactie op dit oogenblik noodig, oindat de vooruitgang te ver was voortgegaan. Nadat de heer van Insinger nog eenige nadere vragen aan den min. had gedaan, betreffende de koffijcultuur en de ka dastrale opname, waarop deze verklaarde bereid te zijn mor gen te antwoorden, is de voortzetting der beraadslagingen op dingsdag bepaald. In de zitting van gisteren zijn de beraadslagingen voort gezet. De minister van koloniën heeft, na het beantwoorden der vragen van den heer Insinger, zijne denkbeelden nader ontwikkeld. De heer I\van Goltstein wenschte deze begroo tiug alleen uit een administratief oogpunt te beoordeelen en vast te stellen, ondanks de groote bezwaren, die hij daartegen mogt hebben. Hij constateerde de slechte werking van de comptabiliteitswet. De heer Casembroot vsrklaarde een bepaald voorstander van het cultuurstelsel te zijn, mits art. 56, 5e lid, van het rege- riDgs-reglement werd nagekomen. Hij drong aan op verligting der bevolking bij de koffijteelt. De heer van Nispen had bezwaren tegen de schrikbarende toename van de uitgaven in Indie, waarvan het gevolg zou zijn heffing van belastingen in het moederland. De heer van Bosse wederlegde het aangevoerde door den heer W. van Goltstein, omtrent de slechte werking der comp tabiliteitswet. De heer Gefken zou in de gegeven omstandigheden voor de begrooting stemmen, hoewel hij groote bezwaren daartegen had. De heer Koorders besprak de heerendiensten. Hij verlangde overlegging van de stukken betreffende het vierpalenbesluit. De heer J. K. van Goltstein zou voor de begrooting stem men, omdat de minister, even als hij, het gouvernements-cul- tuurstelsel was toegedaan. De hh. van Wassenaer Catwyck en Hoffman verklaarden zich voor de begrootiDg. De minister van koloniën beantwoordde hoofdzakelijk den heer Koorders, en verklaarde de begrooting niet te zullen inkrimpen, tenzij hij overtuigd was, dat de dienst in Indie daardoor geen nadeel leed. De algemeene beraadsla gingen zijn gesloten. Morgen behandeling der onderdeelen. Na discussie is met 36 tegen 34 stemmen besloten de begro tingswetten na de indische begrooting te behandelen. Blijkens het eindverslag der commissie van rapporteurs uit de tweede kamer over hoofdstuk III (buitenl. zaken), was men algemeen van oordeel, dat na de breedvoerige behandeling dezer voordragt in de onlangs ontbondene kamer, eu na het geen door verscheidene leden over den staatkundigen toestand des lands bij de algemeene beschouwingen over de staatsbe groting ook ten aanzien van dit departement was in het mid den gebragt, eene nadere bespreking van het regeringsbeleid omtrent de buiteulandsche zaken ten eenemale onnoodig moest worden geacht. Thans zien de algemeene beschouwingen der staatsbegro ting over 1S68 het licht. Rapporteurs waren de hh. Dullert, Thorbecke, van Voorthuyzen, Geertsema en Storm van 's Gra- vesande. De meerderheid beschouwt den tegen woord igen toe stand even voorbeeldeloos als treurig; zij acht niets klaarder dan het gemis van overeenstemming tusschen regering en ver tegenwoordiging. Niettemin blijft het ministerie een onbegrijpelijk proces over zijn bestaan voeren een proces, waarin geen lands belang schijnt te zijn betrokken, de tegenwoordige toestand brengt algemeene onzekerheid iu den gang der publieke zaak te weeg en verzwakt den zedelijken invloed van het gezag. Onder zulke omstandigheden is de afstemming van alle begroo tingen de eenige uitweg. Verscheidene leden, die de jongste ontbinding betreuren, oordeelden nogtans, dat de kamer zelfs den schijn van kreuking van het monarchaal beginsel inoest vermijden, en gaven aan een gezet onderzoek over de begroo- tingswetlen de voorkeur. Sommige leden kozen parf'j voor de personen vau de ministers, meer algemeen werd beweerd, dat het hier eene vraag van beginselen gold, eene uitsluitend con stitutionele kwestie. De reconstructie van het ministerie voor de ontbinding werd door de meerderheid sterk afgekeurd; zeer vele leden gispten het financieel beleid, vermits zoowel voor het loopend jaar als voor de toekomst de financien noodeloos zijn bezwaard. Naar aanleiding der aansta-mde viering van den gedenk dag van den slag bij Heiligerlee, is door de maatschappij tot nut van den Javaan een vlugschrift uitgegeven. Daarin wordt gewezen op de ruime stof tot dankbaarheid, die ons de herin nering schenkt aan den strijd tegen Spanje en de bevrijding van de spaausche heerschappij. Als waardige afstammelingen van het voorgeslacht, dat onze vrijheid veroverde, zijn wij verpligt afstand te doen van de mishandelingen, die de Java nen van ons ondergaan. Wij kunnen, zegt het bestuur, niet danken voor al de weldaden, die wij aan den tachtigjarigen krijg verschuldigd zijn en toch voortgaan met geweld een ander volk te ontrooven, wat wij zei ven als ons hoogste geluk waarderen. Op dien grond wenscht het bestuur, dat het monument voor de helden van Heiligerlee gesticht, eene volksdaad, eene daad van regtvaardigheid eu menschelijkheid zij. Daartoe roept het bestuur der maatschappij tot nut van den Javaan aller mede werking in. Om aan de arme, schier uitgehongerde Finlanders werk te erschaffen, heeft het russische gouvernement het maken van een spoorweg doen aanvangen van Petersburg naar Hel- siugfors, dus langs de geheele noordkust van de finsche golf. In 4 jaar kan dat werk gereed zijn. Nacht en dag doorrei zende, kan men dan in 4 dagen van hier naar 't zuiden van Finland reizen, terwijl men om van 't zuiden van Finland naar Tornea te reizen 8 dagen noodig heeft. Men schijnt in Japan niet bijzonder tevreden te zijn met de wijze waarop de heer de Graaf van Polsbroek aldaar voor ziet in de behoeften van den handel, doov de aanstelling van provisionele consuls, meest allen „bedienden" van de neder- landscbe handelmaatschappij. Uit XituK-Zeeland meldt men van hevige stormen, van schaden en overetroomingen. In de wachtiameis en de bureaux van het spoorweg station te Toulon .s brand onstaan. Alleen de buitenmuren zijn over gebleven. In Henegouwen wordt het rustiger, maar de gisting is over geslagen naar de provincie Kamen. - De Engelschen koopen te Alexaudrie lastdieren voor de abjssimsche expeditie. Te londtn wordt in een jaar voor 20 milliota golden gas gebrnikt. In Opper-Beijeren hebben te Traunstein en Trossberg ernstige onlasten plaats gehad ter' gelegenheid van de landweer. De praisische regering laat de schansen van Duppel en Alsen met den meesten spoed versterken. In Wurtembnrg heeft nabij Geisüngen door het breken van een der rijtuigen een zwaar ongeluk op den spoorweg plaats gehad. De rijtuigen zijn iu de diepte gestort verscheidene personen gedood en gekwetst In geheel het engelsche rijk worden vergaderingen gehouden voor of tegen de aischafling der iersche staatskerk. De paus heeft eene nieuwe ridderorde ingesteld, alleen voor de fransche troepen, die den h. stoel verdedigd hebben. De czaar heeft aan keizer Napoleon een buitengewoon grooten opgezetten beer ten ge schenke gezonden. In Zwitserland, vooral te Geueve hebben de fabriek arbeiders in massa het werk gestaakt In Spanje zijn alle engelsche en belgische dagbladen verboden. Als de belasting doo-gaat wil men in Baden den tabaksbouw opgeven. Men berekent dat in hut begin dezer maand uit het noorden des rijks, vooral uit Drenthe en Friesland omstreeks tiÜO personen naar Amerika verhuizen. De russische troon opvolger heeft voor zijn vertrek nit Nice 5000 fr. aan de armen ge schonken. Te Luudsberg bij Halle is de kruidtoren in de lucht ge vlogen zeven lijken zijn reeds gevonden. In 18C9 zal te Petersburg een congres gehouden worden voor de kruidkunde met eene internationale tentoonstelling die 19 mei zal geopend worden. In het district Char leroi hebben maandag 15000 werklieden den arbeid hervat. Vóór de aftreding heeft de minister vau binnenl. zaken nog den pligt der dankbaarheid te vervullen. Als de tegenwoor dige troebelen, raystificatien, onvervulde bedreigingen en infame leugens reeds lang vergeten zijn, zal het nageslacht dit minis terie nog gedenken, als over veepest gesproken of geschreven wordt. Door krachtige maatregelen is die volksramp bedwon gen, en reeds zijn ridderkruizen aan hooggeplaatste ambtenaren uitgereikt. Alle ambtenaren, aangesteld om de veepest te be dwingen, zoo als de district-commissarissen, de desinfecteurs met hun talrijk leger, de vee-iii9pecteurs, de militairen daarbij gebezigd, zijn ruim bezoldigd, maar de mannen, die in iedere gemeente de ontvangen bevelen moesten uitvoeren, die zich daardoor vaak verguizing en tegenstand op den hals haalden, en daarvan nu nog de gevolgen op verschillende plaatsen on dervinden, deze mannen hebben voor hunne talrijke buitenge- woone werkzaamheden nog niet het minste ontvangen, zelfs is nog geen legerorde (en daarmede was men toch met de veepest niet karig) uitgevaardigd, om hun dank te zeggen voor hun krachtige hulp. Zullen die diensten geheel vergeten blijven en zullen de burgemeesters der geteisterde gemeenten het getal van hen moeten vergrooten, die de droevige ondervinding hebben, dat ondank 's werelds loon is? In het afgeloopeu jaar vestigden zich in en bij Arnhem een aantal Hanoveranen, die voldoende middelen van beslaau heb bende, daar voor cenigen tijd hun verblijf wilden houden. Maar zij hadden niet op onze krachtige regering gerekend. In spijt der vroeger zoo hoog geroemde nederlandsche gastvrijheid werd hun het verblijf hier te lande ontzegd. Nu zond het oosteu ons andere reizigerseen troepje Zigeuners is de grenzen over gekomen en deze schijnen plan te hebben, gewapend met een patent als ketellapper, ons land te bezigtigen. Uw laatste over- ijselsche brief deelt eenige bijzonderheden mede, waaruit blijkt, dat politie-toezigt dringend noodzakelijk is. Dat gaat nu in en bij de stedea goed, maar hoe zal het gaan als het platteland door dit fashionable gezelschap bezocht wordt. Is dit meten met twee maten, of is de wet zoo dubbelzinnig, dat men haar in Overijsel anders kan uitleggen dan in Gelderland. Nu is het getal nog klein, maar als honger en gebrek meer talrijke afdeelingen naar het gastvrije Nederland doen trekkeu, dan zonde de gastvrijheid wel eens zeer bezwarend kunnen zijn en zeker meer last veroorzaken dan liet verblijf der goed bij kas zijnde Hanoveranen. Maar tusschen beid» zaker. is een klein verschilvon Bismarck wilde de Hanoveranen gaarne weder terug hebben en de Zigeuners zal hij best kunnen missen. De dagen van het ministerie loopen ten einde. Even als het schrikbewind in Frankrijk, van zich zelf schrikkende, de strafoefeningen deed vermindereu eu daarop spoedig bezweek, zoo ook delft het ministerie zijn eigen graf. Ontbinden, voort durend ontbinden, is het eenige middel van behoud iedere volgende kamer heeft wel meer opposanten, en het getal vrien den wbrdt er in quantiteit en qualiteit niet beter op, maar toch men wint tijd. Na de ontbinding heeft men een paar maan den een indische rustige rust, wam om den afloop der verkie zing behoeft men zich niet te bekommeren, en de kamer is niet bij elkander of men stuurt haar weer naar huis. Die taktiek is doeltreffend, maar het ministerie schijnt nu van zijn eigen werk geschrikt te hebben, althans de kamer is ondeugeud, zeer ondeugend, maar van ontbinden is nog geen sprake, hoogstens heeft men gedreigd met de kabinets-kwestie, maar toen dit niet hielp, beeft men zoo goed en kwaad het ging, die bedreiging weder ingetrokken, en men slikte de on aangename pillen, even als- een lastige zieke, de geneesmidde len. De motie-Blussé was eerst een vreeselijk iets, en de aan neming zoude terstond de kabinets-kwestie en de aftreding van den hoofdman der conciiianten ten gevolge hebben. Maar de aanneming der motie werd zekerheid, en nu was zij onbedui dend, dubbelzinnig en van niet de minste beteekenis. Yoor zulk een onschuldig iets behoeft geen ministerie heen te gaan. Daartoe is meer noodig. Welke middelen geeft de grondwet aan de vertegenwoordi gers om ministers tot opstaan te dwingen, die zich balstarrig aan hun zetels vastklemmen? Vroeger ging een ministerie heen, wanneer het gebleken was, dat het het vertrouwen der meer derheid niet meer bezat; nu zijn de verklaringen der vertegen woordiging onduidelijk, dubbelzinnig, eu het tijdstip der aftre ding wordt voortdurend uitgesteld, omdat men beweert niet te weten wat de vertegenwoordiging wil. Hoe lang zat dit spel nog gespeeld worden De vertegenwoordiging zal van haar regt moeten gebruik maken, om den ministers het noodige geld te weigeren dit is het naaldgeweer der vertegenwoordigers tegenover onwillige ministers. Men moge van het regt der kroon spreken om ministers te benoemen en te ontslaan, de kroon, hoe hoog verheven, kan nimmer iemand dwingen tegen zijn wil een post te bekleeden men dwingt dus de kroon niet de ministers te ontslaan, maar men dwingt de ministers ontslag te verzoeken, indien zij iets doen, dat iu strijd is met het be lang des lands. Zonder eenige consideratien dienen dus zij, die in dit ministerie geen vertrouwen stellen, die verklaard hebben, dat een gewigtige maatregel, die het geheele land in beweging heeft gebragt, en waarvan de naweeën nog gevoeld worden, in strijd was met het belang des lands, alle begroo tingen, zonder eenige discussie, die toch niets baat, af te stem men. Daarvan alleen is een gezonde toestand, hoe dan ook, te verwachten. Andere maatregelen zullen waarschijnlijk niet helpen, en aan den tegen woord igen toestand moet bepaald, zoo spoedig mogelijk, een einde komen. De spanning heeft, tot schade des iands, reeds te lang geduurd. Bij vonnissen van 4 Maart 1868 zijn K. G., J. G. en T. v. d. K., tot een geldboete van 50 cents ieder of een dag subs, gevangenisstraf en solidair in de kosten, ter zake van het in vereeniging naroo jen van aardappelen in een veld of akker, welke nog niet gel.eel van deszelfs oogst ontbloot en ontledigd was. T. T. en F. B., tot eene geldboete van 10 ieder of elk een dag subs, gevangenisstraf eu solidair in de kosten, ter zake van, ten opzigte van den eersten beklaagde, het vernieuwen van den grondslag van een gebouw aan den openbaren weg te Gouda, zonder dat daartoe door of namens burgemeester en wethouders dier gemeente rooijing was gegeven of verzoek tot het geveu dier rooijing was gedaan, en ten opzigte van den tweeden beklaagde, het als eigenaar van dat in aanbouw zijude gebouw, geven van den last daartoe. O. v. d. V., tot eene geldboete van 3 of een dag subs, gevangenisstraf en de kosten, ter zake van het rijden met een aangespunneu hondenkar op den hoogen IJsseldijk in de ge meente Sfein. J. v. d. H., tot eene geldboeie van 10 of een dag subs, gevangenisstraf en de kosten, ter zake van het plaatsen van hoopen vuil riet op Schielands hoogen Zeedijk in de gemeente Broek, zonder schriftelijke toestemming van dijkgraaf en hoog heemraden. E. v. M.t tot eene geldboete van 10 of een dag subs, ge vangenisstraf en de kosten, ter zake van het bewaren of op slaan van eene grootere hoeveelheid petroleum dan van 200 kan in hetzelfde gebouw te Gouda, zijnde geene daartoe aan gewezen plaats. GOUDA. Geboren 28 Maart. Hendrik, ouders L. Huunnan en L. Vonk. Cornelia, ouders A. van Vliet en S. Laurier. 29. Jan, ouders J. Boe ning en G. Strater. Clazma, ouders J. G. van Gent en W. J. Be. geer. Johannes, onders H. C. Rortenoever en M. C Samson. 30. Sophia Willemina, ouders A. van Hoaten en S. W. van der Heij. 31. Johanna, onders A. Dekker en E. de Lange. Fieter Jacobus, onders J. H. W. Klopper en P. P. van der Linden. Overleden 27 Maart. H. Groen, 5 j. 28. P. C. Marree, 14 d. 29. D. N. de Vree, 15 m. C. van Gent, 2 n. L. van der Laan, 93 j. C. Hogenelst, 69 j. 30. A. C. Tan Uningen, 18 j.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1868 | | pagina 2