BURGER-INBOEDEL, Gemengde Berigten. Varia. ADVERTENTIEN. Openbare Verkooping Burgerlijke Stand. gemaakte gouden en zilveren VOORWERPEN, TWEE PAARDEN en vele andere Hoerende Goederen, en zulks ten overstaan van den Notaris A. N. M O L E N A A E te Zcid-Waddinxveen. Alles te bezigtigen op Maandag den 27" April 1868 des namiddags van 15 uur. van JOHANN HOFF te Berlijn. STUKJES van 17Vi. 35. 50 en 75 CENTS. komen pnblie':. Het spel van den lieer Driessens is niet al leen hoogst voortreffelijk, maar ook dat van mrjufvrouw Beersmans verdient de meeste onderscheiding, terwijl de ove rige leden van het gezelschap hun goed ter zijde staan. Het valt ons waarlijk zeldzaam ten deel, dat wij ons vergasten mogen aan eenig waar kunstgenot, zoodat wij met genoegen vermei Jen, dat ook aanstaanden zondag weder eeue opvoering zal plaats hebben, die ons vernieuwd genot belooft, maar die wij vernemen, dat de laatste zal zijn. Paljas beeft ons over tuigd boe uitnemend geschikt de heer Driesseus is voor zulke rollen en wat wij ie wachten hebben van den «Goochelaar wie nog niet in de gelegenheid was de vlaamsche voorstelling bij te wonen, verzuime niet zich het genot te verschaffen van het treffend spel in den trouwhartigen, eigenaardig liefelijken tongval, en de algemeene belangstelling zal ons voor het ver volg een vernieuwd bezoek verzekeren van de aangename gasten. Maandag avond is onzen stadgenoot, den heer A. A. G. van Iterson, eeue serenade met fakkellicht gebragt door de muziek der schutterij, als eene welverdiende hulde aan den industrieel, die onze stad eer aandoet. Bij gelegenheid der uitreiking van de op de parijsche tentoonstelling behaalde me daille, viel hem de wel verdiende onderscheiding ten deel der benoeming tot ridder van den nederlandschen leeuw. Lang nog zij het hem vergund aan het hoofd te staan der inrig- ting, die aan zijne bekwaamheid en energie haren grooteu bioei dankt en bet sieraad is der industriële instellingen onzer stad niet alleen, maar die de de nederlandsche industrie ook in h:t buitenland zoo groote onderscheiding verwerft. Pingsdag avond werd alhier door het muziekgezelschap «Euphonia* een concert gegeven ten voordeelc der noodlijden den bij den brand te Genemuiden. Had reeds het overgroot getal van inteekenaren op de lijsten, welke door dat gezelschap waren opengesteld, bewezen, dat Gouda's burgers ingenomen waren met het plan, door genoemd gezelschap opgevat, de eivolle zaal toonde, dat men zich iets goeds van het concert beloofde. Pe verwachting is dan ook zeker niet teleur gesteld, maar integendeel overtroffen zoowel door de flinke uitvoering der concert-stukken als door het beschaafde spel der solisten. Alles heeft medegewerkt om het talrijk publiek een waarlijk schoonen avond te bezorgen, en laat ons tijdsbestek ons ai niet toe eene volledige beoordeeling van de afzonderlijke stukken te geven, wij kunnen niet nalaten opentlijk te betuigen, dat het gedicht «de boodschap naar de ijzersmelterij" door een geacht ingezeten hier ter stede, op eene wijze is gereciteerd geworden, welke boven allen lof verheven is, en dat de moeijelijke taak van een gedicht te reciteren van den onsterfelijken Schiller, met muziek van den grooten meester Weber, zeer zeker niet aan een onwaardige is toevertrouwd geworden. In één woord, «Enphonia" heeft haren roem dingsdag avond weder goed ge handhaafd en door het doel van het concert is gebleken, dat het gezelsehap haren schoonen naam niet alleen verdient op het gebied der toonen, maar ook op dat der menschlievendheid. Dezer dagen is aan het station van den rhijnspoorweg alhier in betaling gegeven een nagemaakt muntbiljet van 10, dat thans in handen van de politie zich bevindt. Ter waar schuwing van het publiek diene, dat in het valsche muntbiljet het fcaternierk ontbreekt, dat de koppen der leeuwen zeer slecht geteekend zijn, dat de door engelen gehouden kransen open zijn en de woorden «wettig betaalmiddel enz." te groot en gebrekkig nagevolgd zijn en de afdruk der wet onleesbaar is. Zaturdag is in de zitting van de eerste kamer der stateu- generaal de geheele indische begrooting voor 1868 na korte discussie aangenomen met algemeene stemmen. Daarna is de kamer op reces gescheiden. In de zitting van de tweede kamer van gisteren heeft de hr. mr. de Kuiter Zylker zitting genomen. Aan de orde was de algemeene beraadslaging over de staatsbegrooting voor 1868. Pe hr. Dam motiveerde de stem die hij tegen alle begroot in gen zou uitbreugen, te beginnen met hoofdstuk III, niet omdat dit het hoofdst. buitenl. zaken was, maar omdat het 't eerst aan de orde kwam. Hij had de innige overtui ging dat door afstemming van alle begrootingen, °het duide lijkst blijk van zijn wantrouwen in deze regering, het waar achtig belang van koning en vaderland gebaat zou zijn. Pe hr. Moens schetste in ironische taal de gebeurtenissen der laatste jaren, hoe hij telkens in deze vergadering teruggekomen was, om telkens wegens misdrijven, zoo ten minste beschouwde de regering zijne handelingen, te worden weggezonden. Thans verkeeren wij in een nienw gevaar, bij mogelijke afstemming der begrootingen. Hij meende dat hij alle eerlijke middelen mogt aanvatten om zulk eene regering in 'slands belang te doen aftreden. De min. van binnenl. zaken beantwoordde de sprekers. Het kwam hem voor dat ieder lid der kamer over alle ontwerpen en dus ook over begrootingen mogt stemmen gelijk hij goedvond en alleen aan zijn geweten verantwoor ding schuldig was, maar dergelijk* afstemming mogt alleen geschieden al9 noodmiddel tegen aperte krenking van regten of landsbelang. Hier was dit geenszins het geval. De koning had van een onbetwistbaar regt gebruik gemaakt. De ontbin ding stond niet op zich zelf, maar was uitvloeisel van eene handeling der kamer. De hr. Gefken bestreed de sprekers en ontkende dat men wegens de outbinding de begrootingen mag afstemmen, mogt dit echter plaats hebben, dan hoopte hij dat dit tot geene nieuwe ontbinding aanleiding mogt geven. De hr. van Bosse ontwikkelde drieërlei bezwaren tegen dit kabi net 1°. het gebruik maken van het regt tot ontbinding, 2°. omtrent het koloniaal regeringsbeleid, en 3°. omtrent het fi nancieel beleid. De hr. Kochussen wederlegde de argumenten van den hr. van Bosse. Hij kon zich zeer goed vereenigen met het beleid van deze ministers van koloniën en financien en bij zou dus in het waarachtig belang van vaderland en koning voor de begrootingen stemmen. De hr. de Bosch Kemper zou evenzoo om dezelfde reden voor de begrooting stemmen. Hij achtte het onpractisch de begrooting om po litieke redenen af te stemmen en betoogde de ongrondwettig heid van afstemming van begrootingen om redenen daar buiten. Het Hdbl. zegtDe eerste kamer is op reces geschei den dus geen interpellation vau poiitieken aarü, geene colle giale adhaesien of protesieu en dus ook geen schijn of schaduw van de strekking, die het Dagblad aan de openingsrede van den heer Philipse heeft gelieven toe te schrijven, waarin tevens het gevoelen der meerderheid van de kamer zelve zou zijn uitgedrukt, derhalve geen partij trekken voor het behoud vau het ministerie en tegen de meerderheid der tweede kamer. Dat de minister van koloniën zeide, dat tegenwoordig een ontslag als minister eene felicitatie waard is, gelooven wij gaarne, maar wie dwingt tot de aanvaarding, zonder uitzigt op genoeg- zamen steun of overeenstemming? Berigten van Batavia loopen tot 11 maart. Men leest in het algemeen overzigt van het Bat. Hdb.j Van gouvernements-besluiten hebben wij alleen mede te dee- len het koninklijk besluit, waarbij de minister van koloniën geautoriseerd wordt, de verloven van zieke indische ambtena ren, die zich tot herstel van ge.. ndheid in Nederland bevinden, tot drie jaren te verlengen, met behoud van het verlofs-trak- tement. Dat is zeer gunstig, hoezeer het in het belang der dienst minder praktisch is. W ie binnen 2'/j jaar in Europa niet genezen is van eene ziekte, in Indie opgedaan, waarvoor hij een ander klimaat zoeken moet, zal zeer zelden binnen de volgende maanden zoodanig hersteld zijn, dat hij naar lndie terugkeeren en zijne dienst hervatten kan. Van de buitenbezittingen weinig nieuws. Banka heeft ver leden jaar p. m. 10,000 picols tin minder opgeleverd dan vroeger, en dat zal wel niet beter worden met een resident, die, zegt men, in tin rijke streken komende, het tin doet ver dwijnen. In elk geval schijnt de nieuwe resideut daar echter naauw toe te zien op de tin- en andere administratieu, want in den korten tijd van zijn verblijf heeft hij reeds den haven meester en secretaris gesuspendeerdten onregte of te regt, zal het onderzoek moeten leeren. Men leest in het algemeen overzigt van dcnJavabode: an hier weten wij geen ander nieuws, dat eene speciale vermelding verdient, dan het vertrek van den hr. O. van Rees. den standaarddrager der liberale rigting onder het korps amb tenaren in Indie. Naar vrij algemeen beweerd, ofschoon door sommigen tegengesproken wordt, heeft hy, wat men in goed hollandsch noemt, «een boterbiiefje" gekregen, en heeft hij het raadzamer geacht, een verlof aan te vragen, dan een ontslag te provoceren, waardoor later moeijel ijk heden zouden kunnen ontstaan. Dat toch de beer van Rees weldra weder op het tooneel zal verschijnen, lijdt geen twijfel, en geen liberaal mi nister van koloniën, tenzij hij zelf, zal een man kunnen ont beren, die aan eene groote kennis vau Indie een zoo verlicht verstand en eene zoo invloedrijke persoonlijkheid weet te paren. In het N. 3. H. leest men Men heeft onze aandacht gevestigd op eene beschouwing over het bestuur van Java, welke eenigen tijd geleden, in een der singapoerscbe bladen voorkwam en ook door de Overland- Lhina-mail werd overgenomen. Er werd daarin niets minder gezegd dan het volgende ffliet nederlandsch gouvernement kan de uitgaven niet meer bekostigen, welke benoodigd zijn voor het behoud van de ko- j' P1'" na'a«flijk zoolang het eiland alleen beschouwd wordt als de melkkoe, die de ongetemde gulzigheid van het moederland te voldoen heeft. Het is zeer duidelijk, dat de ne derlandsche konmg zijne positie zeer onzeker acht, en dat hij voor alle gebeurlijkheden verzorgd wil zijn dat hij, zoo als men het in Australië zoude noemen, is making his pile op alle mogelijke manieren, alvorens Pruisen en Frankrijk zijn koningrijk annexeren. Hij wenschte Luxemburg te verkoopen, wel tegen een prijs, die genoemd mag worden, als men alles in aanmerking neemt, maar tevens met eene enorme opoffering ran koninklijke eer. Thans bemerken wij, dat de aan Java onttrokken millioenen zoo geheel en al door zijne koninklijke behoeften zijn opgeteerd, dat de kosten van zijne regering niet kunnen betaald worden. „Intusschen is het eiland het meest vruchtbare en het pro ductiefste van de geheele wereld, en er is iets ergers noodig dan eeue slechte staatkunde, om het bestuur van dat eiland failliet te doen gaan." Ouheschaamder laster is wel niet denkbaar dan de besehul diging, welke in deze regelen wordt ingebragt tegen Neerlands koning, die uit het batig slot persoonlijk geen meerder voor deel trekt dan de Javaan, door wiens arbeid bet verkregen wordt. De redacteuren der singapoerscbe bladen weteu bovendien zeer goed, dat de koning vau Nederland geene beschikking over de gelden van den staat heeft, en indien zij zoo iets niet we ten, dan behoorden zij de laatsten te zijn, om over hel ned. koloniaal regeringsbeleid mede te spreken. Intusschen mogen de aangehaalde zinsneden als bewijs gel den, welken indruk onze comptabiliteits-stagnaties in den vreemde Lebben gemaakt, en in het algemeen op welken toon over ons regeringsbeleid in het buitenland gesproken wordt. Het is op merkelijk, dat in vreemde bladen en tijdschriften tegenwoordig de aandacht op onze kolonie herhaaldelijk gevestigd ea het stelsel van regeren iu scherpe bewoordingen afgekeurd wordt. Het is met aliijd de ouziü vau hei citaat van zoo even, dien men indie geschriften terugvindt, zeer dikwijls treft men daarin eene naauwkeurige keunis van zakeD aau. Het feit moge eeue ernstige waarschuwing zijn. Is het be roep op hart en verstand onvermogend geweest om eene her vorming te verkrijgen, welligt zal de zucht tot zelfbehoud gelukkiger zijn. Generaal Graat heeft bevel gegeven tot het opheffen van geheime genoot schappen. Te Belgrado zal op last der regering eene moskee gebouwd worden. Van 1—8 mei wordt te Parijs gehouden eene internationale tentoonstelling van nuttige en schoone gewassen alsmede van bonst- en nijverbeidsprodneten betreffende den tuinbouw. In Peru is de gele koorts uilgebroken. De overleden fransche afgevaardiga. Jidier heeft aan zijn vriend A. Dnmas zijne collectie schilderijen ter waarde van 400,000 fr vermaakt. Het romeinsch gouvernement heeft te Parijs 2 millioen patronen besteld. Te Gayaqoil en San Salvador zijn schokken vso aard beving waargenomen. Op Mauritius is door den storm van 11 en 12 maart behalve onberekenbare schade en verlies van menscbenlevens een vierde van den suikeroogst vernield. De commissie uit den uoord-dnil- schen boDdsraad heeft zich tegen de gijzeliug verklaard. In Engeland houdt men zich druk bezig met meetings voor en tegen de opheffing der iersche staatskerk. De sterkte Tan het nd. bondleger is voor dit jaar op voet vao vrede 13000 officieren, 39000 onderofficieren en 298.994 man schappen. In Guatemala heerscht de cholera. Te Londen verkoopt men nienw uitgevonden petroleum-champagne tegen 90 centen do flesch. Dertien ambtenaren bij de administratie der belastingen te Weenen moeten 96 000 th. zilver, die verduisterd zijn, vergoeden. In Griekenland zijn de' hoofden der oppositie tegen verwachting herkozen. De desertien bij het pauselijk leger duren voort. Ismael Pacha, de onderkoning van Egypte is ernstig ziek. De frankforter voorjaarsmis is niet gunstig afgeloopen. Menigmaal hoort men, dat de eerste kamer der staten ge neraal een noodzakelijk bestanddeel in onze staatsregeling is, om bij vooikcmend verschil tnsschen tweede kamer en regering tusschen beiden te komen, en de verschillen op de een of an dere wijze te vereffenen. De eerste kamer is bijeen geweest, de voorzitter heeft de hoop uitgesproken, dat de bestaande verschillen mogten vereffend worden, eenige wetten zijn zon der of met zeer weinig discussie aangenomen en de kamer is weder tot nadere bijeenroeping gescheiden. Zoo ooit dan was het zeker nu de tijd geweest om te spreken. Reeds geruimen tijd bestaat spanning en een doorloopende ministeriele crisis, die van den noodloitigsten invloed is op velerlei zaken, die dringend afdoening vorderen. Heeft men in de tweede kamer de beslissing van den eenen tot den anderen dag uitgesteld, de eerste kamer heeft zich niet verwaardigd over de bestaande crisis te spreken, zij heeft wetten aangenomen en is naar huis gegaan, alsof volstrekt geen ernstige kwestien aanhangig waren. Gelooft de meerderheid der eerste kamer, dat het gelijk in de tegenwoordige kwestie aan de zijde der regering is, waarom dan daarvan geen blijk gegeven om het ministerie in zijn stre ven te steunen, en om vele verblinden in den lande de oogen te openen Is de meerderheid der eerste kamer daarentegen homogeen met die der tweede kamer, erkent zij ook dat het ministerie geen vertrouwen verdient, dan vooral was het haar pligt geweest, om het geëerbiedigd hoofd van den staat, den onscheudbaren koning in te lichten en zoo noodig in deze omstandigheden met raad te dienen. Dan was een eerbiedig adres noodzakelijk geweest. Bestond daarvoor geen noodzake lijkheid bij de tweede kamer, omdat de wil der meerderheid daar duidelijk bekend was, voor ieder ten minste die niet ziende blind en niet hoorende doof is, de eerste kamer heeft nog nimmer gelegenheid gehad zich over de bestaande 'kwes tien gedecideerd uit te laten en haar achtbaarheid verbiedt haar om dit zijdelings of met motien te doen, zoodat een adres aan den koning voor haar het meest geschikte middel was om haar gevoelen te doen kennen. Maar zij zweeg en is geschei den, aan de tegenstanders van een eerste kamer een krachtig wapen gevende om haar bestaan te bestrijden. Met onzijdigheid en conciliante politiek is men tegenwoor dig niet gediend. De tijdsomstandigheden vorderen een beslis send voor of tegen, en voorzeker zoude een beslissend voor of tegen der eerste kamer een groot gewigt in de schaal gelegd hebben bij de beslissing der tegenwoordige kwestien. Zal de tweede kamer nu ook blijven binken op twee gedachten om den tegen woordigen toestand zoo lang mogelijk te doen voort duren? Geboren 16 April. Hendrik Adrianus, ouders H. W. Otto en J. A. Gerritsen. 18. Wilhelmina, ouders W. de Vroom en L. vau Rijswijk. 19. Adrianus Petrus, ouders G. Beunis en P. v. d. Broeke. Willem George Frederik ChristiaaD, ouders W. G. Haarman ea E. A. M. van Boeleus. Cornells Daniel Matthijs, ouders M. van der Burg en C. Bonneur. Overleden 17 April C. J. van Steel, 54 j. 18. W. A. van der Garden, 17 j. D- de Mol, 1 j. (om contant geld) te ZUID-WADDINXVEEN, ten Sterfhuize van den Heer C. van der AKEND, bij den Korenmolen aan de Jan Dorkenskade aldaar op Dingsdag den 2d" April 1868, des voormiddags ten 9 nre precies, van eenen netten en soliden TOILET en BAD Door het geregeld gebruik dezer Zeepen wordt de huid gezuiverd van alle on reinheden (als daauwwormpjes, zomersproeten, vlechten, hoidspikkels enz. enz.) Ze verfijnen en verfraaijen de huid, maken haar zacht als fluweel en zoo wit als albast, en zijn daarom voor Dames een onschatbaar hulpmiddel bij het toilet. Ook wegens de voordeeligheid in het gebruik verdienen deze Zeepen bijzonder aanbeveling. DE M A L Z - P O M A D (in flacons van 70 ct. en 1) dient ter conservatie der huid van het boofd, ver wijdert de lastige schilfers en bevordert den haargroei. Steeds verkrijgbaar te Godda bij J. C. van VREUMINGEN, te Woerden bij HENRI J. van den BERG. SW Alle soliede Winkeliers, Kappers etc. kunnen de Malz-Zeepen en Pomade in verkoop krijgen en genieten ruim rabat. Aanvragen franco aan het Centraal-Dépót te Amsterdam.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1868 | | pagina 2