Behoort bij de GOUDSCUE COURANT van
O X D i G den 26'! APRIL 1868. IV0. 6,'M.
AFKONDIGING.'
AFKON DHi ING
AFKONDIGING.
BURGEMEESTER on WETHOUDERS znn Gouda, ont
vangen hebdende een besluit van den heer Timissnris des
Konings in de provincie Zuid-Holland, hou,, ode eenige be
palingen ten nnnzicu der beschrijving voor het patentregt over
1868 (dat is van den 1" Mei 1868 tot den 30" April 18(19)
brengen ter kennis van de ingezetenen
1°. Dat op den 1" Mei a. s. een aanvang zal worden ge
maakt met de beschrijving der prtentpligtigeu [Tabel 14, n°,
37 tot 40], zijnde de slijters, tappers, kottij huis-, kroeghouders,
enz., en met het rondbrengen aan dc huizen van de declare-
toiren, die na verloop van drie dagen van wege den ontvan
ger der directe belastingen, weder zullen worden afgehaald,
waarbij gemelde patentpligtigen worden herinnerd aan de be
palingen van art. 2 der wet van den 24" april 1843, (Staats
blad n°. IC), dat zij hun beroep niet mjgen uitoefenen, dan
nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1868
hebben voldaan, en nad,.t het verschuldigde over het voor
gaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moe
ten blijken, alvorens de patent-neten aan hen zullen kunnen
worden afgegeven. Dat zoo spoedig mogelijk hunne aanslag
biljetten zullen worden bezorgd, de pateut-ncten in gereedheid
geuragt en het tijdstip bekend gemtiakt, waarop tlie zullen
worden uitgereikt.
2°. Dat met de beschrijving van de gewone patentpligti
gen over den jare 1868 begonnen zal worden den 7" ine' a.
s., en dat de verklaringen aan de huizen der ingezetenen zul
len rondgebragt worden terwijl de wederinzameling dier ver
klaringen op den achtsten dag, nndat zij zijn uitgegeven, be
hoort plants te hebben, op welke verklaring die kooplieden of
winkeliers, welke buskruid willen verkoopeu of vuurwerken
maken, zulks zullen moeien vermelden, ten einde dit op hun
patent uitgedrukt worde, hen hierbij herinnerende aan art. 21
der wet van den 26" jan. 1815 (Staatsblad n°. 7), luidende:
z/Kooplieuen of winkeliers, in steden, plaatsen of ten platten
lande, welke buskruid willen verkoopen of vuurwerken maken,
zullen deze nering niet vermogen te doen, noch dit beroep
uitoefenen, zonder dat zulks in hun palent worde uitgedrukt,
op de boete van 500.enz." Ook zullen diegenen, welke
hunne goederen of waren tevens op de wijze der kramers ver
koopen, gehouden zijn op hunne verklaringen daarvan melding
te maken, en zich deswege aan te geven, onverschillig of dit
alleen in de gemeente hunner woning dan elders plaats heeft.
3°. Dat de registers der patentpligtigen zullen worden ge
sloten den 31" mei a. s, j wordende wijders de belanghebbenden
verwezen naar de bepalingen van artt. 18 en 37 der wet van
den 21" mei 1819 (Staatsblad n°. 34), handelende zoo van
de verp'igting van ben, welke bij de algemeens beschrijving
zijn overgeslagen, als van de boeten tegen het verzuim van
en gebreken in de aangifte zelve te verbeuren.
4°. Dat de eigenaars, vaste huurders of andere vaste ge
bruikers van binuen-vanrtuigen zich ter bekoming van PATENT
zullen moeten aar.geven op het raadhuis dezer gemeente, ten
bureele van HH. Zetters medebrengende hunnen meetbrief en
hun patent van bet vorige jaar, en zulks van den 1" tot den
15" mei 1868 (<ie zon- en feestdagen uitgezonderd).
5». Pat de kramers, alhier niet gedomicilieerde ondernemers
van 'vermakelijkheden en debitanten van loterijbriefjes die be
roepen niet vermogen uit te oefenen, nlvorens het vcrsceui-
digde patentregt te hebben voldaanzij zullen zich tot het
doen hunner aangifte almede ten bureele van HH. Zetters
moeten vervoegen wordende de kermis- en marktoezoekende
patentpligtigen herinnerd, dat de markimeester hen niet vermag
toe te laten, hetzij met of zonder loodsen, tenten, kramen of
stallen, wanneer -ij niet van pntent-acten voorzien zijn.
Gouda, den 21" April 1868.
"R: rgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUI.1N. DE GRAVE, W. 1». B.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, g»let
op art. 30, 1 en 2 der wet van den 29" Maart 1833 (Staats
blad n°. 4) op het Personeel, houdende
Art. 30. Voor ieder dienstjaar, te beginnen met 1883,
„zullen de ontvangers der directe belastingen, ieder in zijne
„gemeente en onder toezigt des controleurs dier belastingen,
„aan de woningen van alle ingezetenen in persoon bezorgen, of
„door eenen gemagtigóe doen bezorgen, een beschrijvingsbiljet,
„bevattende cenc beknopte opgate van de voornaamste bepa
lingen der wet en der door haar aan de beh\sting"chuldigen op-
„gelegde verpligtigen, en geschikt tot aangifte bij wijze van
„antwoord op de vragen, daarbij, overeenkomstig het achter
„deze wet gevoegde formulier voorgesteld, bijzonderlijk van het
„bedrog der huurwaarde, het aantal deurea, vensters en haard-
„steden, mitsgaders van hun verlangen, cm de waarde van hun
„mobilair bepaald te zien op den voet des tariefs, bij art. 28,
3 vastgesteld of te wel tot het vragen van schatting en
„telling dier voorwerpen, op den voet, als hij 2 en 3 van
„art. 28 bepaald; van het aantalen de klasse der in dienst of
„in gebruik gehoudene dienst- en werkboden en paarden alles
„voor zoo verre, wegens ieder dier voorwerpen, de belasting
„op 1 mei des jnars was verschuldigd, en met aanwijzing van
„-.le zoodanige verdere bijzonderheden als waarvan de kennis,
„volgens (Ie bepalingen dezer wet wordt ve- ischt, tot regeling
„der verschuldigde belasting
2. De lijd der uitreiking van de beseli ijvingsbiljellen zal
„door het gemeentebestuur vooraf worden bekend gemaakt, en
„verblijft de beschikking deswege aan iedcren Commissaris de»
„konings in zijne provincie.
„Gelijktijdig met voorschrevene bekendmaking, zal het ge-
„meentcstuur de ingezetenen verwittigen van de namen der
„personen, welke ingevolge art. 29, 2 door hetzelve als
„tegenschattcrs zijn benoemd."
Maken bij deze nar de inwoners dezer gemeente bekend s
Dat do ontvanger der directe belasting n voornoemd, aan
hunne woningen, op den 7" Mei a. s. en volgende dagen,
zal doen bezorgen een beschrijvingsbiljet, hetwelk inhoudt rene
korie schets van de grondslagen der voornoemde belasting
zijnde: 1°, Dc Huurwaarde, 2°. Deuren en Vensters, 3° De
Haardsteden, 4°. liet Mobilair, 5», De Dienstboden, 6°. De
Paarden, bij welk biljet, waarin de verpligting jegens 's rijks
schaikist in betrekking tol dc belasting wordt opgegeven, aan
lederen ingezeten de noodige vragen dienaangaande Ier beant-
wooiding zullen zijn voorgesteld, ten einde hij hetzelve met
de meeste naauivkeurigheid invulle.
Dat acht dagen na de uitreiking van voormelde biljetten,
zij ingevuld van de woningen der ingezetenen, door of van
wege den ontvanger zullen worden afgehaaldslaande het
echter een ieder vrij de invulling le doen verrigten en het
biljet zijnentwege te doen onderteekenen door den ontvanger
of zijn gemagtigde.
Dat de ingezetenen, welke bij de beschrijving geen biljet
zullen hebben ontvangen, gehouden zijn om de vereischte en
behoorlijk ingevulde verklaringen vóór of uiterlijk op den 31"
Mei in te dienen, ten kantore des ontvangers, alwaar de bil
jetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn.
I)al. (le nalatigheid, onnaauwkeurigheid, of valschheid in de
invulling der beschrijvingsbiljetten, teil gevolge zullen hebben
de toepassing der boeten en pcenaliteiten, bij art. 35, 8 1 tot 7
der Wet vastgesteld.
Terwijl eindelijk tot narigt der Ingezetenen, met betrekking
tot hunnen aanslag aan ben wordt kenbaar gemaakt, dat de
bevolking van de kom dezer gemeente bedraagt een aantal van
13479 zieleten tevens dat tot legensohntters zijn benoemd:
ff van BEMMEL.
A OUDIJK.
.r\. van GENT, en
P. Al. ROOSENDAAL.
Wordende een iegelijk mits deze aangemaand, zich ten stipste
naar de bovenstaande bepalingen te gedragen, ten einde zooveel
hem betreft de orde en «nauwkeurigheid in de beschrijving van
voormelde belasting te bevorderen, en zich voor schade te wachten.
Gouda, den 21n April 1868.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN. _DE GRAVE, W. 1°, B,
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
doen te weten, dat bij koninklijk besluit van den 14u Maart
1868 n°. 42 is goedgekeurd, dat met den lu Mei 1868 tot den
30n April 1869, ten behoeve der gemeente Gouda, worde ge
heven eene belasting op het gemaal, voor zooveel de tarwe en
spelt betreft, tot het bedrag in het raadsbesluit van den 11"
Eebr. 1368 uitgedrukt, in te vorderen overeenkomstig de voor-
schriften der verordening van "g, 1866; zijnde de in-
houd van genoemd raadsbesluit als volgt
De Raad der gemeente Gouda
Besluit:
Er zal te rekenen met den 1» Mei 1868, ten behoeve dier
gemeente worden geheven eene belasting op het gemaal, voor
zoo veel betreft
a. De tarwe of tarwe met spelt of ander graan vermengd
van twee gulden. 1
b. De spelt of spelt met ander graan dan tarwe vermeng]
van eene gulden tien cents.
Een en ander gerekend over honderd ponden. Meerdere
of mindere hoeveelheid wordt naar evenredigheid in de h*
lasting berekend. De*
Van deze belasting is vrijgesteld
0. Tarwe of spelt geheel gemouten zijnde, ten dienste der
branderijen, brouwerijen en azijnmakeriien.
b. larwe of spelt ten dienste van izeze»rl«» r u i
de tarwe ten minste voor een derde en de speit^tnu"mmsle
voor een tiende gedeelte niet mout zij vermengd, ten ware de
aard der fabricatie eene andere, alsdan door Burgemeester en
Wethouders voor te schrijven vermenging, noodwendig mogt
vereischen.
c. Het ten dienste van evengenoemde fabrieken van elders
in te voeren meel, mits het met de hierboven aangegevene
hoeveelheid mout, onder toezigt van de ambtenaren bij den
invoer worde vermengd.
Alsmede zal op het van elders ingevoerd meel en gebak
eene belasting geheven worden, ten bedrage als volgt
Van ongebuild tarwemeel, twee gulden.
ongebuild speltcmeel, eene gulden tien cents.
it gebuild tarwemeel, twee gulden acht en vijftig cents.
gebuild speltemeel, eene gulden twee en veertig cents.
ongebuild tarwebrood, eene gulden drie en veertig ceuts.
1, ongebuild 9peltebrood, acht en zeventig cents.
gebuild tarwebrood, eene gulden vier en tachtig cents.
u gebuild speltebrood, eene gulden twee cents.
beschuit, twee gulden acht en vijftig cents.
koek van tarv.e en kleingoed, eene gulden vier cents.
Een ai der gerekend over honderd ponden, meerdere of
mindere hoeveelheid naar evenredigheid.
Meel van tarwe, vermengd met meel van ander graan en
het daarvan afkomstig brood, .vordt, wat de belasting betreft,
met tarwemeel of tarwebrood gelijk gesteld.
Van meel vnn spelt, vermengd met ander dan tarwemeel en
het brood daarvan afkomstig, is dezelfde belasting als van
speeltemeel en van sprltebrood verschuldigd.
De invordering geschiedt overeenkomstig de verordering op
de invordering van den ]SG0.
31 Maart
Gedaan te Gouda, ter openbare raadsvergadering van den
llu Eebr narij 1868.
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN. v.BERGEN 1JZENDOORN.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den
21" April 18G8.
De Secretnris, De Burgemeester,
DROOGLEEVER FORTUIJN DE GRAVE, W. 1°. B.
Boekdrukkerij ven A. BRINKMAN-