Nieuws cn Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1869. N? 758. [- Agenten. UR vïïddfA lierte. t. Zondag, 4 Juli. Bekendmaking. Algemeen Overzicht. le lvoop: Ê;«scatst»a )OND I 7 Si u s I De inzonding van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave. iwarnmmmmmm I' 18 mot I'AKIIUIS, 1 Mil''met een Schuur,' tb bijzouiler geschikt Ion bij don Bocklinn- I DOCHTER verlangt puboleerdo Ka- Adres met franco den Boekhandelaar je.delijke Uilkeeriugcn ZIEKTEN en na let geheeie Kijk tegen Icq IJVERIGS (11. gehvenredigd- naar M. bij den Buek- IU,rdam. VN, aan de Oost- |'i JONGELING van L I N G op de llaatst worden. IV OOR K A.UK 11 met |e leelte der Stad. bij den Uitgever van bovengenoemd 111 ALL te Oude, kerk Door deze gelegenheid van panden, men- |l< rgelijks zou willen Ik in of per halve knu i rkrijgbanr gesteld, alsdan te adresseren 1 C R E T bij den alhier, i men verzekerd zijn |EI>AllXl;.j| lumatisohe Waldwol- an (luizende lijders iiddelen te vergeefs doende bewijzen der VValdwol-Gcz.ond- liselie aandoeningen. po Borst enz. hoofdzenuwen, liet IMAN. IER. li ZOON. GOUDSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en V1IIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is 1.75, franco per post 2.— ADVERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centeniedere regel nicer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vnn Goudn, gelet op de artt. 18 en 10 der wet vnn den lillen september 1806 (staatsblad n°. 138); bren gen Ier opeuhure kennis, dat de bij art. 17 dier wet bedoelde lijst, bevattende de ninnen der inwo ners, die voor het verleenen vun inkwartiering en onderbond in aanmerking komen, met aanduiding van de male, waarin ieder hunner, naar gelang van do beschikbare ruimte zijner woning en van de ge bouwen en getimmerten voor stalling bruikbaar, ge acht wordt daarin te kunneu voorzien, heden is aangeplaktdat die lijst van heden tot en met den 15 julij 1869, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd, nbinede dat de bezwaren tegen d.e lijst schriftelijk aan hen behoo- ren te worden ingediend van den löden lot en met den 31sten julij daaraanvolgende. Burgemeester en Wethouders achten het tevens niet ongepast de inwoners bekend te maken met den inhoud van de artt. 13, 14 en 16 der hierboven aangehaalde wet, luidende als volgt Art. 13. De vordering van inkwartiering en onderhoud geschiedt Voor liet krijgsvolk, bij bewoners van huizen of van gedeelten van huizen, ter zake waarvan aanslag in de personele belasting plaats heeft, naar eene huurwaarde, welker bedrag, volgens de Wet op bet middel, geen aanspraak geeft op verminderde be lasting; voor de dienstpaarden, bij alle personen, die over gebouwen of getimmerten beschikken, bruikbaar tot stalling van paarden en waarin onbe zette plaatsen zijn. Art 14. Huisgezinnen waarin zich eene kraam vrouw of een lijk bevindt, af waarin personen aan ernstige ziekten lijden, worden lijdelijk van uikwar- 6 i'u "h ui ze n 'w a ar i' n eene besmettelijke ziekte heerscht mag geene inkwartiering geschieden^ Deze omstandigheden worden, voor het uitreiken der biljetten aan de kwartiermakers, of bij detache menten aan de manschappen, medegedeeld aan den Burgemeester. De inwoner, die deswege in gebreke blyft, is gehouden de ingekwnrtierden voorloopig ui zijne woning (mits daarin geene besmettelijke ziekte heersche) op te nemen en ten spoedigste voor eigen rekening, in hunne behoorlijke huisvesting en on derhoud elders in de gemeente te voorzien. Deze laatste verpiigting vervalt, wanneer het ge mis der bedoelde opgaaf buiten de schuld ligt van den inwoner, iu welk geval op diens latere mededee- ling der reden van vrijstelling, de Burgemeester een ander kwartier aanwijst. Huisgezinnen zonder mannelijke personen boven de 20 jaren worden niet met inkwartiering belast. Ontstaat eene reden vau vrijstelling tijdens de inkwartiering, dan wordt door den Burgemeester, na kennisneming daarvan, een ander kwartier aangewezen. Art. 16. De inkwartiering en het onderhoud worden bij gelijke beurten onder de inwoners ver deeld, met dien verstande evenwel dat de krijgs lieden, tot dezelfde compagnie of hetzelfde escudrou behoorende, zooveel doenlijk in de nabijheid van elkander en van hunne paarden worden inge kwartierd. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort. Gouda, den 2" July 1869. Biuioemeestek en Wethoudkbs voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, DROOGLEEVER FORTUIJN. DE GRAVE W.P.B. II. Hoe hatelijk de naam van anti-revolutiom,Mr ook in veler ooren klinken moge, de redacteur dezer courant moet erkennen, dat kjj dien naam in den vollen zin des woords verdient. Maar hij is daarbij tevens radicaal en dit zal wel genoeg zijn om hem* te onderscheiden van allen, die hij het eerste tevens rcactionnair zijn. Het blad dient de goede zaak van den vooruitgang in wetenschap en leven, in kennis en deugd, in verlichting, vrijheid en verbroe dering, maar het wil dien vooruitgang slechts door zachtmoedige en vreedzame hervorming. Revolutie, omwenteling is de weg van dwang en geweld, het is tot nu de bijna uitsluitende weg, waardoor de vooruitgang verkregen werd en waarom die dan ook op zoo wankele grond slagen rust. De groote fransche omwenteling, waaruit de moderne maatschappij ontsproot, begon met zoo sclioone uitzichten, maar ont aardde zoo spoedig in geweldige omverwerping, dat zij onder liet gewicht barer uitspattingen bezweek en voor de beloofde vrijheid slechts iu tirannij eindigde. En zoo is het bijna aller wegen. Duitscliland heeft niet dan door Sa- dowa tot het begin van zelfstandige ontwikkeling kunnen komen. Dit nu is de rampzaligheid van dezen tijd dat redelijke menschen het goede verwachten van het redeloos geweld, van de heerschappij van dwang en opgeworpen gezag. De oorlog is het verderf der volken in eiken vorm en onder elke gedaante, volkomen te ver werpen. De zegepraal van den vooruitgang moet ontspruiten uit innerlijke overtuiging. Deze verwerping van elke onvrijheid, van dwang en geweld moot echter niet leiden tot liet versmaden van al wat uit hot geweld ge boren is, want dan zouden wij ons geheel moe ten onttrekken aan onzen maatschappeijjken toestand, die op geen anderen grondslag rust. Wij kunnen niet terug tot een gedroomden vroegeren toestand, tot eene onmogeljjke gou den eeuw, die niet de aanvang maar wel het einde kan zijn. De werkelijkheid, die uit een onzuivere oorzaak ontsproot, moet langzamer hand gereinigd worden van de bezoedeling des gewelds en alle betrekkingen des levens door drongen van het vrjje beginsel van zedelijke overtuiging en broederlijken zin. Die dit be ginsel huldigen, staan geheel af van el): ge welddadig verzet hoe ook genaamd, zij onder werpen zich weerloos aan elke ingestelde macht, aan willekeur en onderdrukking, zjj kunnen ljjden maar geen leed aandoen. Dit is antirevolutionnair, al wat vooruitgang is in kennis en welzijn, in zedeljjkheid en broe derzin krachtig steunen, en steeds protesteren tegen dwang en geweld, dat verderf altijd te genstaan, en gelooven dat de vaarheid slechts duurzaam gedijen zal op het beginsel der broe- d .rlijke liefde is de zin van het woord, dat zoo ten onrechte wordt samengesnoerd met de onge rijmdheid eener ondenkbare reactie. Antirevolutionnair en radicaal schijnt eene zonderlinge zamenkoppeling van tegenoverge stelde richtingen. Maar indien het eerste woord slechts het beginsel uitspreekt van vreedzame op vrije overtuiging rustende ontwikkeling dan is daarmede niets anders bedoeld, dan dat de hervorming niet tijdelijk en gedeelteljjk, maar duurzaam en volkomen moet zijn. «Radicaal, zeide nog onlangs (le Arnhemsche Courant, Jat is tot den grond, tot den wortel toe, nietidles omverwerpen; niet; alles uitroeijen; maar her vormen, zuiveren, onderzoeken tot den wortel toe. De radicaal is op ieder gebied, de geslagen vijand van de middenmannen, van de ortho doxe knoeijers, van dat treurig ras van heel meesters, dat altijd doekjes voor het bloeden gebruikt, om de diepe wonden te bedekken, dat behendig de ziekteverschijnselen onderdrukt, maar den wortel der ziekte onaangetast laat. Die dan een mondvol uitspreken wil over de Goudsehe Courant, zegge: het is een anti revolutionnair en radicaal blad." In Spanje is eene ministerieele crisis geëindigd met het aanblijven der ministers. Prim heelt zich verzoenljjk gedragen, tegenover den minis ter Figuerola. Men spreekt daar nog altjjd veel van voorgenomen bezuinigingen. uiman. «•■limat

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1869 | | pagina 1