llëbT
Nieuws en Adverlcnlichlad voor Gouda en Omstreken.
1869.
N? 768.
ST VLAS,
■oterij.
M'sle Klasse
ustus 1869.
Woensdag, 28 Juli.
IJSSEL.
Armverzorging.
fANGT*
\b
cooping
|.ds beroemde
bte ürbanus-
De inzending van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag dor uitgave.
wi5i^gg|gjjWg
fX VEEN,
JUSTUS 1809, des
raadhuis aan
ruim
en Achterofschen
verkrjjgen bij den
ten knntoro van
Waddiwcveen.
deren EEN FAT-
|JE van de Prot.
jaar, om van
4 uur de vrouw
met naaijen en
pies franco onder
ar P. van QUDS-
HET
jjk Recept.
poor GAL, SLIJM
DEN SLECHTE
[en het gestel, ver-
verwekken EET-
drijven HOOFD-
op te letten de
iloozen 0.75,
rstaande Hccren lo
rkt.
1, in Droogerijen,
|uvd voor de vele
doosjes geschrc-
i liet lak gedrukt,
is het aloude oor-
n-lile rich voor
zelfden naam ver-
bckend, is alleen
verkrijgbaar, bij
tdug 's morgens G
gons 7 urcu.
iigen 's namiddags
ren.
'ten.
kman.
GOUDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75,
franco per post 2.—
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda
lirengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de Re
kening van de INKOMSTEN en UITGAVEN der
Gemeente over het dienstjaar 1868, voor den tijd van
reerlkn dagen op de Secretarie ter lezing van een
ieder is ncdergclegd, waartoe gelegenheid wordt ge
geven op alle werkdagen van des morgens ten tien
tot des namiddags ten <£4i ure, terwijl bovendien,
tegen betaling van kosten, afschrift dier Rekening
kan worden verkregen.
Gouda, 23 Juljj 1809.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
PROOGLEEVER FORTU1JN. 1»E GRAVE, W,1°.B.
i inn iir r i -
Worden de deugden, die de Nederlanders ver
sieren opgenoemd, dan ontbreekt nimmer do
Weldadigheid. Waar geleden wordt, waar ram
pen geheeld moeten worden, daar ontbreekt
evenmin het penningske van dc weduwe als
de goudstukken van den rijkaard.
Zoo was het vroeger, zoo is hot gelukkig nog.
Oproepingen om hulp en bijstand in do bladen
zjjn nimmer vruchteloos, do sommen jaarlijks
door de liefdadigheid tot allerlei doeleinden
bijeengebracht zijn hoogst aanzienlijk, en deze
toch vertegenwoordigen nog slechts een gering
gedeelte van de gelden, door Nederland aan be-
hoeftigen uitgereikt.
Do budgetten van allo gemeenten zjjn jaar-
ljjks met aanzienlijke sommen belast onder de
rubriek: armverzorging.
In hot verslag onzer gemeente leest men
volgens dc laatst goedgekeurde rekeningen
(dienstjaar 1867) bedroegen de ontvangsten dezer
instellingen (die van liefdadigheid) 51,Hf?G.071/2
en do uitgaven f 46,795.40. Zij werden uit de
gemeentekas gesubsidieerd met ƒ21,665. Meer
dan f 20,000 werd dus dooi doze gemeente
uitgegeven tot een liefdadig doel, en in alle
gemeenten is dit naar evenredigheid.
Is het billijk, is het rechtvaardig dat de
golden door do burgers opgebracht besteed
worden tot het onderhouden van bohoeftigen
Veel is daarop af te dingen. Stellen wij ons
een kleine plattelands-gemeente voor, waar do
inwoners hun onderhoud vindon in landbouw
en veeteelt. De gemeente heeft weinig of geen
behooftigen. Een enkele oude van dagen, een
enkelo weduwe, worden omdnt dit zoo in het
geheele land mode is, omdat do wet daartoe
verplicht, door het armbestuur onderhouden,
maar misschien zonden zij het veel heter heb
ben als de offieiee'o liefdadigheid ophield om
voor de vrjjwillige liefdadigheid plaats te ma
ken. Een industrieel koopt in die gemeente
land, en richt daar een fabriek op. De arbei
dersgezinnen meestal arm en behoeftig stroomen
toe. Het loon is dikwjjls niet instaat om in.
de gewone behoeften te voorzien en het arm
bestuur moet in alle buitengewone behoeften
bjjspringen. Men verheit do welvaart der go-
meente, men prijst den industrieel als een phi-
lanthroop, die zooveel behooftigen werk verschaft,
maar intusschen moot de hoofdelijko omslag
aanzienlijk verhoogd worden ten nadeelo der
landbouwers, die van de fabriek niet do minste
voordeelen trekkenmaar daarvan alle nadoelen
ondervinden.
Is dit billijk, is dit rechtvaardig?
Gaat do fabriek na verloop van tijd tc niet,
en verlaten in het gunstigste geval de arbei
ders do gemeente, dan blijven de naweeën toch
niet uit, want de wet wijst de geboorteplaats
als domicilie van onderstand aan, zoodat nog
jaren later de gemeenterokening belast blijft
met posten, waarbij do gomeentenaren niet het
minste belang hebben. De regeling is dan ook
volstrekt niet populair, of wordt dit niet bewezen
door de talrijke knoeierijen, die men zich ver
oorlooft om zich zooveel mogeljjk do behooftigen
van den hals to schuiven, en die alleen daarin
verschooning vinden, dat men denkt, dat de
kas door onrechtmatige uitgaven bezwaard wordt,
en men daarom de uitgaven voor armverzorging
zooveel mogelijk wil bezuinigen. Niet zeidon
kan men dan ook hooren dat armverzorgers
liet zich tot een verdienste rekenen als zij een
bedeelde aan oen ander armbestuur overgedragen
hebben do middelen daartoe gebezigd ver-
Rchoonende met het zeggen, dat ieder ander
eveneens zon gehandold hebben.
Men spreekt wel eens van demoralisatie, zon
dit woord hij deze zaak niet gepast zijn; do
smokkelhandel op do grenzen wordt krachtig ver
oordeeld en terecht, de demoralisatie daardoor
veroorzaakt, is treurig, maar i - het nog niet erger,
dut, de hoogere standen der maatschappij om
eenige guldens voor de kas te sparen rich aan
allerlei geknoei schuldig maken?
Met geen wetsontwerpen is in dien toestand
verandering te brengen. Elke verandering van
liet stelsel van armverzorging zal krachtig be
streden worden, omdat het ontheifen van den
een het bezwaren van anderen ten gevolge heeft,
en men algemeen tegen gedwongen liefdadig
heid is ingenomen. Alleen door radicale mid
delen is verandering en ook verbetering te
verkrijgen.
Bemoeit de staat, of liever de burgerlijke ge
meente zich volstrekt uiot meer mot armver
zorging, wordt dit een zaak die geheel wordt,
overgelaten aan den weldadigheidszin der bur
gers, wordt het ondersteunen van behoeftigen,
een vrijwillige daad, waartoe men niet door de
wet kan verplicht worden, dan eerst is verbe
tering in dien toestand to wachten, dan eerst
zal weder een der hcillooze vruchten verdwijnen
van het huwelijk tusschen staat en kerk. Uit
den aard der zaak is de kerk geroepen tot het
ondersteunen der behooftigen en ljjdenden. Aan
haar moet die zorg geheel worden overgelaten.
Wil zjj een gemeenschap van christenen heeten,
dan moet de liefde het heerschende beginsel
zjjn, dan moeten de armverzorgers hun verga
derzalen versieren met de afbeelding van den
harmhartigen Samaritaandie ook den vjjand
weldeed, en niet met de artikelen der wet, die
hun do gelegenheid geven om zich een hulpbe
hoevende van den hals to schuiven. Wordt
het tegenwoordige halfslachtige stelsel van
dwang en vrjjhcid verlaten, om voor geheelp
vrijheid plaats te maken, dan eerst zal hot blij
ken of de weldadigheid nog tot de deugden van
ons volk behoort. Zoude men daarvoor vrees
behoeven te koesteren? Wordt dc hongerige
niet gespijsd, do dorstige niet gelaafd, do
naakte niet gekleed, als armbesturen zich ont
trekken hoovclo duizenden worden vrijwillig
uitgereikten die duizenden zullen tienduizen
den en honderdduizenden worden als het ne-
derlandsehc volk weet, dat de staat t, meer
voorzie* in de behoeften der noodlijdenden, dat
1 -"t do plicht van ieder is, die zich mcnsch noemt.
Hoge een herziening der arinwot tot berei-
-iug van dit doel krachtig medewerken, en
I spoedig door de intrekking dier wet gevolgd
worden