HUZIEK
Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1869.
'IE
N? 806.
bzelschap
Zondag, 21 Octolwr.
LUIS
Aigemecii Overzicht.
ADYIES,
Jbtelling
iersmans.
IrER I860,
bgster
7Va üre.
lil van gelde-
le van Ziekten
LM.
Do inzending van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave.
uitgebracht door het Raadslid Dr.
Luyten, over de gemaal-belasting, ter
raadszitting van 19 October41868.
HERMAAK" op
iuda.
lanisch
LOY LEMAIRE,
W.
Mr ij ven.
tEELSPELERS.
'edrijven,
|SEN I
ang 50 ct.
Lrcn op den dag
fin en verder te
left ten doel aan
mijksch inkomen te
IJKTEN of VER-
verliinderd wor
gden te verrichten,
nvragen tot deel-
SOTIE, Lombard-
|n bij de plaatse-
bi noden gevraagd
ten en omliggende
betrekkenhet
Ituor der Stearine
A te Franeker.
t de Koningin.
D-C f 0.80
C 0.60
lie, C 0.20
are, B 0.60
B 0.40
C-B 0.30
[mtagne B 0.50
D-C 0.20
en GRATIS,
ivo zijn steeds voor-
Ikhandelaar
N te Gouda.
voor zuivere
elijkc Chocoladen van
lek te Keulen zijn
je BANDEN, Banket-
Li Brinkman.
G0UDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is 1.75,
franco per post 2.
ADVERTENT IE.N worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte,
Afzonderljjke Nommers VIJP CENTEN.
Mijne Heeren!
Tot mijn leedwezen kunnen B. en W. zich
niet vereenigen met de minderheid der com
missie van onderzoek der begrooting, om do
gemaalbelasting niet meer opnieuw aan te vragen.
B. en W. beginnen in hunne memorie met
de gemaal-belasting te veroordeelen, dewjjldeze
»vele gebrekén heeft;" om diezelfde belasting
later weder in bescherming te nemen en te ver
dedigen, als zijnde van oordeel, dat de ge
maalbelasting „niet in zoo hoogemate afkeuring
verdient, als daaraan van sommigen ten deel
valt," dat zulk eene belasting voorde meeste min
vermogenden «de eenige belasting is die zij
»aau de gemeente opbrengen, dat het regt-
vaardig is, dat ook zij een evenredig deel in
«de lasten opbrengen" enz.
Het is moeijelijk om bij deze betuigingen de
welgemeendheid te vatten der woorden, waar
mede B. en W. hunne memorie inleiden »dat
«ook hun niets aangenamer zou zijn, dan (deze
belasting) uit de rij onzei middelen te mogen
«zien verdwijnen" en onverklaarbaar is het zelfs
dat B. en W. overtuigd zijn »dat de arme daarin
«evenveel betaalt als de meervermogende."
Wanneer toeli in die mate eene belasting on
billijk en onregtvaardig is, dan mag geen regent
zulk eene belasting langer laten bestaanen
behoort hij deze nfteschaffen of door eene an
dere, meer overeenkomendo met de billijkheid,
te vervangen. Gaan wij thans na, waarom
B. en W. oordeelen, dat die belasting in onze
gemeente moet blijven bestaan.
Do hoofdrede hiervoor door B. en Wr. aange
nomen, is dezelfde als die der meerderheid der
commissie van onderzoek, dat het inkomen door
deze belasting aan de stad gegeven, nog niet
kan gemist worden. Zien wij in hoeverre
dit in de behundeld wordende begrooting aan
te nemen is.
Wanneer de rand thans besluit niet opnieuw
ile verlenging dezer belasting aan te vragen,
zal deze altijd nog tot I Mei 70 blijven bestaan,
en alzoo op de dienst van 1870 slechts voor
s/s komen te vervallen, alzoo eene som van on
geveer f 17,500.
Door het uitstellen in dit jaar dar voorge
stelde riolering van f 12,000 en het nalaten
der verstrating van htt Y eerstal (ruim f ECOO,
alleen aan materialen) zal er voorzien worden
in ait verlies van inkomen.
Indien men met de riolering ook dit jaar
wil voortgaan, is wederom voldoende zich te
beperken tot de som van f 5,000. B. en W.
hebben voorgesteld toen men met dit werk is
begonnen, het niet als een buitengewoon, maar
als een gewoon werk te beschouwen, als jaar
lijks op de begrooting terug keerende, en daarvoor
jaarlijks 5,000 te bestemmen, naar mijn oordeel
de doelmatigste wijze dit werk te volvoeren.
Wij zouden ons in dit geval kunnen bepalen
bij de gewone aflossing van schuld, ten bedrage
van f 3,000, waardoor eene besparing van f 7,000
wordt gevonden. Deze f 7,000 zijn op onze
begrooting alleen aan de 3,000 toegevoegd
om de gemaal-belasting te mogen blijven heften
(zie memorie van toelichting.)
Op deze en zoo vele meerdere wijzen zou het
mogelijk zijn in het verlies te voorzien en de
begrooting bij de afschaffing der gemaal-belas
ting in den staat te brengen, waarin die door
B. en W. aan den raad is aangeboden, zonder
verhooging van eenige belasting. Op welke
begrooting dan zeer zeker zou te bezuinigen
zijn, dewijl de gemaal-belasting 10°/o van
inning kost.
Doch waartoe in eene begrooting van onge
veer 300,000 in zulke betrekkelijk minu-
tieuse berekeningen gekomen? Wanneer
zulk een inkomen als dat der geraaalbelasting
niet kan gemist worden, maar «daaraan vele
gebreken kleven" zoo als B. en W. zeggen, en
de «armen daarin evenveel betalen als de meer
vermogenden", dan moet zulk eene onredelijke
belasting onmiddellijk worden vervangen. De
mogelijkheid hiervan in onze begrooting is niet
in het minst te betwijfelen, als men bedenkt,
dat in vele andere steden, do hoofdelijke om
slag en de opeenten op hot personeel driemaal
liooger zjjn dan in onze gemeente.
Na deze hoofdrede, de onmisbaarheid van
dit inkomen, op onze begrooting, wordt nog
het een en ander door B. en W. aangevoerd
L
au «DOTi
ter regtvaardiging dezer belasting, als«dat
«liet. voor de meeste minvermogenden de eenige
«belasting is, die zij aan de gemeente opbren-
«gen en dat het niet meer dan legtvaardig is,
dat zij een evenredig aandeel in de lasten aan
«land en gemeente opbrengen, en dat het bijna
«onmogelijk is, hen anders te treffen, dan door
«eene indirecte belasting."
Wanneer er in deze belasting alleen sprake
kan zjjn van proletariërs, van bedelaars en be
deelden, dan voorzeker bad deze rede ten op-
zigte der stads-finantien eenigon grond.
Doch Let is eene bespotting om van bedeelden
belasting te willen heffen, en alzoo hen die
in hunne behoeften niet kunnen voorzien,
door eene indirecte belasting te willen «treffen."
Dit is geheel en al do absurde zijde der be
lasting, en wjj willen dus liever aannemen, dat
hier gedacht moet worden aan den bekwamen
werkman en den kleinen burger. Maar ver
geten dan B. en W. geheel en al, dat de op
brengst van het personeel voor */s gedeelte in
's stads kas vloeit? Terwijl de kleine burger,
die meer dan f 400 inkomen heeft, ook in den
hoofdelijken onslag bijdraagt,, en alzoo in elke
stadsbelasting deelt. Doch waartoe dit ziften
van stads- en landsbelastingen V
Even als de werkman voor alle onderdeelen
van het personeel belasting betaalt, even als
alle inkomende regten zoowel op hem als an
dore inwoners drukken ten opzigte van kleeding
en andere zaken, zoo ook betaalt hij belasting,
ongeveer voor de helft van de waarde, van bet
zout dat hij bij bet bereiden zijner spijzen be
hoeft, zoo ook betaalt bij eene aanzienlijke be
lasting voor de zeep die bij ter reiniging noodig
heeft. Maar boven alles altijd en boven alles,
onregtvaardig, blijft de belasting op het gemaal
omdat het brood voor hem de noodwendigste
behoefte is, de steunpilaar in zjjne voeding voor
het behoud zijner krachten, krachten -voor
den werkman even noodig als het leven zelve,
tot zijn onderhoud en dat van zijn gezin.
Gouda, 23 October.
Voor de demonstratie op 26 October is nie
mand overgebleven dan Rnspail, die zeker kon
zijn zich belocheljjk te maken, indien niet du