1 DOELEN, Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1869. N? 810. jsteding Woensdag, ;t November. Staten ^11 te bekomen bij BIUNIKMAN, boot d'IJSSEL. Ons Kiesstelsel. Algemeen Overzicht. *5 INOODIGDE De inzending van advertentien kan geschieden tot éón uur des namiddags op den dag der uitgave. )NING on LANDE- iouk, gemeente Bcrken- !:.men groot p. m. 20 el ober 1869, ten over- RUYT, ter woonplaats r den Button aan Stol- geveild, hebben bp ing kunnen gelden f 4950.- 3300.— 1100.— 3000.— 2325.- 700 - 675.— 700. - lzoo f 16750.— en toewijzing der per- It jr zelfder plaatse, op COVEMBER 1869, des pgden herinnerd, dat de a, ook in geval van af- br percelen, op het ver blijven tegen eene rente jaar, in welk geval het jaren niet zal kunnen en kantore van genoem- urk aan den IJtsel. Langen Tiendeweg. LkINRIGTING te Gouda, |!b70, op WOENSDAG 3 i avonds ten acht uur in ag. De voorwaarden lig- lokaal der inrigting. mnens het Bestuur, H O O G E N D IJ K, Secretaris. li lag en Dinsdag 's morgens prkdagen 'smorg. 7 uren. Ill o]) gelijke dagen 's nanr I i Retourkaarten. It van A. Brinkman. G0UDSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt ZÖNDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in don avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75, franco per post 2. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 1 5 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. r<<o*oj III. Het grootste bezwaar dat aangevoerd wordt tegen het verleenen der kiesbevoegdheid aan hen, die door hunne opleiding, door de betrek king die zij bekleeden, geacht kunnen worden daarvan het beste gebruik te zullen maken, is gelegen in de grondwet, die alleen het belas ting betalen vordert. Er zou dus eene grond wetsherziening moeten plaats grijpen en hiervoor acht men terecht den tijd nog niet gekomen. Om die reden kan dus eene andere wijze waarop men aan dit bezwaar wil te gemoet komen ook niet voldoen: verlaging van den census. Breng het minste bedrag, dat betaald moet worden, lager dan 20.b. v. op 10.of f 15.en gij zult een groot gedeelte van ben die thans wel in staat, maar niet bevoegd zijn te stem men, daartoe de gelegenheid geven. Doch deze verlaging van den census, zou, al ware geen grondswetsherziening daartoe uoo- dig, het gewenschte doel niet bereiken, want daardoor zouden niet alleen tientallen van be kwamen maar ook honderdtallen van onbekwa- men tot de stembus worden toegelaten. Hoe lager we toch den maatschnppclijken ladder af dalen, hoe meer we ondervinden dat do wettige veronderstelling: hij betaalt zooveel in de be lasting dus is hij in staat kiezer te zijn, eeno valsche veronderstelling is. Niets zou nadeeliger zijn don het inslaan van dien weg, tenzij men daardoor alleen kon ge vrijwaard worden voor bet algemeen stemrecht. Hoe lager de census, hoe meer do vertegen woordiging zal zijn eene vertegenwoordiging van de laagste klassen in plaats van eene ver tegenwoordiging vau alle klassen der maat schappij. Verlaag den census en gjj brengt den ruwen, onbeschaafden volkshoop niet alleen aan de stembus, maar hun aantal zou de stommen der meer ontwikkelden verdooven en door bun onwetendheid zouden zij gemakkelijk spol ge ven aan den heerschzuchtige, die hen wilde verleiden. I Tetgeen onder de tegenwoordige wet geschiedt, toont "dat duidelijk. De belangstelling is in den regel zeer gering, wanneer het geldt vertegenwoordigers to kiezen voor rjjks-, pro vinciaal- of gemeentebestuur. Datgebrek aanbe langstelling vloeit in den regel voort uit on wetendheid en daaruit ontsproten wantrouwen men blijft t' huis omdat men niet weet wat het beteekent recht te hebben zijne vertegen woordigers mee te kiezen; omdat men deze eerste verplichting van den vrijen burger be schouwt als een last. In plaats v n den census te verlagen zou men dien eerder moeten ver- hoogen. Toch komt het ons voor dat er een middel is, waardoor ons kiesstelsel althans eenigsziii3 hervormd kon worden zonder grondwetsher ziening. Het reeds aangehaalde art. 76 der grondwet spreekt van directe belastingen, zonder bijvoe ging waaruit zoude bljjkendat alleen de rijks di recte belasting bedoeld was. Nu mag men als bijna zeker aannemen dat in 1848 daaraan niet is gedacht; toen was 't nog eene groote uit zondering wanneer de gemeenten directe belas ting hieven en zoo werd dan ook in art. 2 van de kieswet uitdrukkelijk bepaald: voor directe belastingen (worden gehouden) alle directe be lastingen zoo opcenten als hoofdsom, verschul digd aan 's lande kas", waardoor aa i den dien aangaande gerezen twjjfel een einlo moest gemaakt. Nu is dit alles zoo veranderd dat de onbillijkheid hiervan steeds sterker en ster ker in het oog springt. Er zijn personen die in de hoofdelijke omslagen hunner woonplaat sen aanzienlijk bijdragen en die toch geen kies recht hebben, want de belasting uioet aan 's lauds kas verschuldigd zijn. De vraag of men kiezer is, niet alleen voor de tweede kamer of de provincie, maar ook voor de gemeente waar men woont, wordt af hankelijk gemankt van de vraag of men rijks belasting betaalt. Hieraan kan gemakkelijk een einde gemaakt door het art. 2 der kieswet te wijzigen in dien zin dat alle directe provinciale en gemeente-belasting werd mede gerekend om de kiesbevoegdheid te regelen. Deze uitbrei ding zou niet schaden, daar de goed geregelde hoofdeljjke omslag de lagere volksklassen ge heel of grootendeels vrjj laat, maar ook hen treft die een te geringen staat voeren om do voor 't kiesrecht gevorderde rijks-belasting te betalen, maar die, alle belasting bij elkander getold, toch ruimschoots bjjdrugeu. Deze ver andering van art. 2 dor kieswet zou niet in strijd zijn met de grondwet, die van directe belasting spreekt in art. 76, terwijl zij elders (b. v. in art. 78) toont ook de uitdrukking rijks directe belasting te kennen. Deze hervorming is vooralsnog de eenigo mogelijke. Het doel dat men beoogt komt zjj nader bjj. Zij zal aan 't kiesrecht eene goede uitbreiding gevon en daardoor tevens het uur spoediger doen aanbreken, waarin eene grond wetsherziening zonder gevaar kan tot stand ge bracht. Gouda, 2 November. Lord Derby (de oude) is dood en begraven en lord Derby (de jonge) komt daardoor in het hoogerhuis. De jonge pair had tot nu toe den titel lord Stanley jedragen, en onder dien naam heeft bij genoeg gedaan om reeds nu te voor spellen, dat hij iu geen geval erfgenaarrt der vaderlijke politiek zal wezenal moet men dan ook vooreerst, niet verder dan tot dit negatieve gaan. De pairs uit 't hoogerhuis zjjn natuur lijk begeerig om den drager van den ouden naam aan hun hoofd te zien doch zij zijn eigenlijk hang voor de vele ketterijen, waaraan lord Stanley, zonder liberaal te wezen, zich overgaf. De Times geeft hem den raad zijne onafhan kelijkheid te blijven bewaren. Boven de par tijen staande, zal hij den lande goede diensten bewjjzen. De dag zal komen, waarop de partij van den vooruitgang, ontslagen van de taak om misbruiken af te schaffen en hinderpalen uit den weg te ruimen, een begin zal moeten maken met het optrekken van een nieuw staats gebouw, door het scheppen van instellingen voor eene nieuwe maatschappij; die mociljjke taak is aan mannen, als de nieuwe lord Derby toevertrouwd. Al weder zjjn we door de berichten uit Spanje om den tuin geleid. Het eene bericht, waarbij de hooge waarschijnlijkheid van een spoedige koningskeuze word medegedeeld, was nauwelijks ontvangen, of een ander bericht volgde het op don voet, dat de keuze nog lang niet beslist was. De minister van financiën zou omtrent den toestand der financiën zeer bevredigend ge sproken hebben, hoewel die t estand verkregen zou worden door de rente van allo staatsschuld WTW m

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1869 | | pagina 1