BINNENLAND.
DUITSCHLAND.
OOSTENRIJK.
Overzicht van 't behandelde in de
zittingen der Staten-Generaal
1869-1870.
Het antagonisme tussohen Rusland en Pruisen
zoo schrijft de Wecner Preste openbaart zich op
hol oogenblik meer in de intrigues van de Peters-
burger hofkringen, dan wel in do houding van liet
Russische kabinet. Dat liet bestaat, lijdt echter geen
twijfel. Keizer Alexander, de vredelievende torst,
die zijn oom, koning Wilhelm, zeer genegen is, en
om diens wille tegenover Pruisen steeds vriend
schappelijk gezind was, wordt oud en zwak, en zou
id" liever doen, dan zijne kroon ter zijde leggen.
Doch de Czurewitoh, zijn opvolger, deelt zijns vaders
gevoelens ten opzichte van het Berljjusche hof geens
zins: hij is, niet minder dan zijn oom, de groot
vorst Constimtijn, een ijverig partijganger van de
Pansluvistische school. Daarbij komt, dat de anti
pathie van den troonopvolger tegen Pruisen en
Duitschland gesterkt wordt door zijne gemalin, de
geestige en vastberaden Prinses Dngmar van Dene
marken, die de ziel uitmaakt van de Noordache
toekomst-politiek, en zich zelfs bij de Grieksoh-or-
thoduxe partij heeft aangesloten, met geen ander
doel, dan om aan Sleeswijk-Holsleiu een schitterende
wraak te bereiden.
Men verneemt dut de minister van financiën,
de heer Camphausen, het plan heeft opgevat, om
aan zijn ontwerp tot het couvertecren van de d'/s
en de -t pCls. obligation grootere uitbreiding te ge
ven, door dezen maatregel insgelijks toe Ie passen
op de 31 /2 en 5 pC'ts. openbare schuld. Intussoheu
zul men zich voorlonpig beperken tot de beide eerste
soorten, maar in beginsel is vastgesteld, dat de con
versie op de overigen ter gelegener tijd zul worden
toegepast.
Op de begrooting van het ministerie van eere-
dienst, onderwijs, enz., der groote mogendheid l'iui-
sen, wordt jaarlijks uitgetrokken eeue som, strekkuide
om de regeering in staat te stellen kunsien en we
tenschappen aan te moedigen, gelijk liet aan eene
mogendheid past. die per jaar een sommetje van
ongeveer 80 mil'iocn gulden besteedt voor het le
ger en de vloot, indien geene bij oudere omstan
digheden de regeerii.g nopen daarvoor een hooger
bedrag te bezigen. Én hoe groot is de som, welke
Pruisen ter aanmoediging en opbeuring van kunsten
en wetenschappen van de natie vergt? vraagt de
Weser-Zeitung, waaraan wij dit ontleeneu. liet blad
voegt er dit antwoord bij: die soin is 6000 thaler.
Ten behoeve van het expeditie-corps in Datranlie
hoeft men ijzeren wachthuizen doen vervaardigen;
zij zijn ruim genoeg ont 13 infanteristen te bergen.
Muildieren dragen de afzonderlijke platen, waaruit
zij bestaan en die zeer gemakkelijk nevens en in
elkander kunnen gevoegd worden, zoodat men met
eenige oefening binnen zeer korten tijd in de berg
achtige streken een veilig standpunt kan inuemeu.
Er zijn schietgaten in gemaakt, die aan de scherp
schutters de gek geilheid geveu met voordeel iu het
geoccupeerde terrein post te vatten. Elk dier wacht
huizen ko3t ongeveer 5000 fl.
Gouda 13 November.
Morgen (zondag) zal de eerste volksvoorlezing
van wege ons departement der maatschappij „Tot
Nut van 't Algemeen" plaats hebben. Als spreker
zal optreden de heer dr. C. A. Tebbenholf, die tot
onderwerp gekozen heeft.- Joost van Vondel. Wij
verheugen ons, dat het „Nut" andermaal de gcle-
gcuheid om iets goeds te hooren, ook buiten den
kring der leden, wil openstellen, vooral ook, omdat
het thans nog meer doet dan een vorig jaar. Niet
alleen toeh zullen voorlezingen worden gehouden,
muur ook op andere wijze zal men trachten de ont
wikkeling in de hand le werken. Nu zal de voor
dracht worden voorafgegaan en gevolgd door muziek
uitvoering, waartoe zich eenige dilettanten, ouder
leiding van den lir. Kwast bereid hebben verklaard.
Later zal op eene andere wijze voor afwisseling
worden gezorgd. Allen, die medewerken om een
deel der bevolking alzoo nuttig en aangenaam bezig
te houden, wenschen we het beste succes toe.
Bij besluit van Z, M. deu koning is de heer
J. W. de Wilde, vroeger 1° luitenant bij de dd.
sehulterij te Gouda, benoemd tot 1" luitcnaut bij
de dd. schutterij te Amsterdam.
Men schrijft ous uit Reeuwijk, dd. 10 Nov.
Heden vergaderden in het gemeentehuis, onder
het presidium van don burgemeester dezer gemeente,
eenige ingelanden van den polder Reeuwijk, ten
einde middelen te beramen om de zoogenaamde
Nicuwdorper weg, lang ougtveer 2300 meters en
breed gemiddeld 3 meters, aan de noordzijde ecu
meter te verbreedeu.
Van hen die voor deze vergadering waren uitge-
noodigd verschenen 17 ingelanden, waaronder tivce
hunne medewerking weigerden.
Het is te wenschen, dat aan het voorgestelde plan
uitvoering zal kunnen gegeven worden, daar deze
weg zeer smal zijnde, voor voetgangers en rijtuig
dikwijls gevaar voor ongelukken oplevert en vooral
ook voor de schooljeugd, die dagelijks deze weg
moet passeereu. Wanneer echter van wege de ge
meente eene ruime subsidie rn door belanghebbenden
niet te karige bijdrage wordt verstrekt, verwacht
men, dat de algemeene wenseh zal vervuld worden.
Men leest in het Noorden:
Het regement rijdende artillerie kost
(zonder liet materieel)273,000.
De drie Itoogeselioleii kosten (zonder
het materieel)260,000.
Stieltjes zegt (Tweede Kamer 23 Maart 1867
„Ik iveusoh afschaffing der rijdende artillerie."
Van Zuylen v. Nyevelt antwoordt: „Al ware liet,
heigeen ik niet toegeef, dat het aanhouden van zulk
een corps eeue weolde ware, dan zeg ik, het is eene
weelde, die wij moeten en Goddank! nog kunnen
dragen."
Die dit zegt, is niet v. Zuylen, die Goddank!
in l'eiersburg, maar die Goddunk! iu Parijs zit.
Op de bcgrootiug
van 1852 was voor de
defensie uitgetrokken
Oorlog10,100,000
Marine5,475,000
15,875,000
Op die van 1870
wordt daarvoor uilge-
trotikeu: Oorlog 14,259,000
Marine 8,633,000
22,942,000
De latten der natie zgu dus ver-
zwaard niet- u 7,067,000
Op de begrooting van 1852 was
voor rente der Nat. Schuld uitgetrokken 35,399,000
Op die van 1870 wordt daarvoor
uitgetrokken27,857,090
Door de amortisatie zijn de latten
der natie dus verlicht met 7,542,000
De amortisatie heeft du9 mogelijk gemaakt de
opdrijving van de uitgaven voor de defensie.
Goddank I zoude al «veder de heer v. Zuylen zeggen.
De Friesche Courant zegt o. m. over „Oorlog:"
Er zijn evenwel betere gronden, welke bezuini
gende maatregelen op het budget van oorlog aan
raden. A an geen enkelen kant dreigt tegenwoordig
oorlog, eu dus verraadt het onderhouden van een
groot leger een ongegrond wantrouwen. Afdanking
van soldaten eu inkrimping van militaire uitgaven
daarentegen geelt te keutien een edel zelfvertrouwen.
AVuniicer het een kleinen staut wel past de grooteu
te volgen in het verspillen van zweet en bloed der
onderdanen aan oorlogslasten, past het dan minder
een goed voorbeeld ie geveu in afschaffing van im
productieve uitgaven Zal de vrees of het zelfver
trouwen, de wapening of de ontwapening een
kleinen staat meer respect bezorgen
De wenseh naar niet opdrijving van de bekis
tingen, zoolang het ocrlogsbudget zoo hoog is, geuit
te midden der provinciale staten van Groningen, is
een wenseh die moet uitdijen tot een kreet bij het
volk, en het ware te hopen, dat van alle zijden,
niet het minst iu de groote staten, die kreet tot een
eisch aangloeide een eisch, met kracht uitge
sproken in de volksvertegenwoordiging.
De afkeer van de kostbare militaire inrichting,
van de gedwongen krijgsdienst (erfenis van een
ovcrheersclier, Napoleon 1) moet populair, moet
algemeen worden, zullen de militaire toestanden op
houden alle maatschappelijke belangd te behecrscheii.
Daarom is de stem, opgegaan ouder de provin
ciale staten van Groningen, een uitstekend verschijn
sel. De zaak zelve is van mindere beteekenis. Er
zal dit jaar 16 ton gouds te kort komen, wat
beteekeut dat voor een land als het onze,, dat jaar
lijks voor millioeuen spoorwegen aanlegt, dat
voor leger en vloot in hei vaderland en India de
exorbitante som van bijra 53 millioen vjor het
jaar 1870 heeft uitgetr kken
Maar van meer beteekenis zou het zijn, dat het
beginsel in de vergaderiug der staten-geueraal worde
uitgesproken (indien dan ook al niet. aangenomen)
dat, ter wille van het oorlogsbudget, het volk niet
boven draagkracht mag belast worden.
A'olgens de laatste officieele rapporten van de
kust van Guinea, tot 17 augustus loopende, waren
de te Elmiuu ontvangen berichten van de bovenkust
niet ongunstig; terwijl in Wassa eeltige toenadering
tot het Nedetlaudscbe gouvernement bespeurd werd.
Van het Ashantijnsche leger werd telkens vernomen
dat bet iu aantocht was, doch tot dusver bespeurde
incn daarvan niets.
(Zittingen vttn 9, 10 en 11 Nov. 1869.)
Begrooting voor Nederl. Indie, dienst 1870.
Eene zeer belangrijke discussie nam het laatste
gedeelte van de zitting van den 9deu en de geheele
van den 10do» in. Op de 45° ouderafd. (koffie
15,031,089) was door de heeren Mirandolle en
V. D. llüCHT een araendement voorgesteld tot ver-
booging van den post uiet 910,000. liet dient
om den koffieplanter in de Preituger voorlaan, even
als elders op Java, 13.per picol te betalen, iu
plaats van 6,50. De heer v.D. Hucht lichtte het
amendement toe, dat alzoo de strekking heeft om
tegenover den trouwen en eerlijken Javaan billijk
eu rechtvaardig te zijn. Na aangetoond te hebben
dat de bewoner der l'reauger landrente iu natura be
taalt en wel 1/10, terwijl bij daarenboven nog 1/10 aan
dengeestelijke moet geven. Hij heeft dus meer lasten
dan de bewoners van andere residentien. Daar staat
tegenover dat hij steeds minder loot) heeft ontvan
gen voor de gedwongen productie van koffie. Vroe
ger werd o. a. te Madioeu en te Kediri 7.50 per
picol betaald, zonder landrente of belasting, terwijl
iu de Preauger 2,92 werd gegeven. De heeren
van Goltstein en Niebstrasz bestrijden het amen
dement. Er heerscht welvaart in de l'reauger meer
dan elders de levensmiddelen zijn er uitermate goed
koop eu de bevolking is vadzig, van daar dat er
geen vooruitgang is iu de productie. De heer
Niekstkasz heeft nog meer argumenten waarom
hij er tegen is; hij wilde er liever voor zijn; maar
waar is 't einde als de een dit, eu de ander dat
vermeerderen wil Welk een vernedering voor
een minister, dat er op eene verhoogiug wordt aan
gedrongen, die hij niet voordraagt! en (ten leste 't
beste?) verandering in organisatie is gevaarlijk;
niemand heeft 't aangedurfd; Raffles niet, commis
sarissen-generaal nietzelfs die nldurver v. d.
1'utte niet. Deze miuister schijnt 't van plan te zijn
maar iu Britsch-Iudie gaf 't aanleiding tot den
opstand, omdat tneu de hoofden voorbij zagzoo
dat voorzichtigheid ook hier de moeder van de poree-
leinkast (eu welk een poreeleinka9t is. l)e heer
Sloet v. d. Reels geeft een zeer fraai overzicht
van de geschiedenis der l'reauger regentschappen.
Art. 64 vun 't regeerings-rcglement voor India hèeft
dat reglemeut voor de l'reauger niet toepasselijk
gemankt, de bestaande inrichtingen bleven onge
schonden bewaard. Het belastingstelsel moet daar al
leen bestaan in verplichte cultuur en levering van
koffie. De regenten mogen er onafhankelijk zijn
zij blijven desuiettemin ambtenaren van deu staat,
wier bezoldiging bestaat in 't hellen van belasting.
Zoo heeft men iu de Preanger de bazarbelnsting,
die op 't slachien, verplichte levering van de schoon
ste paarden enz. enz. Spr. komt tot dezelfde slot
som als de heer van dek Hucht, maar nn hij zoo
ver is gekomen twijfelt hij of het wel staatkundig
zoude zijn het belastingstelsel te veranderen eu het
regeeringstelsel onaangeroerd te laten.
De heeren Insinqer en van Lijnden verklaren
zich tegen het amendementhunne gronden waren
dezelfde als die van de hh. van Goltstein en Nier-
stbasz. De heer Stieltjes weerspreekt die gronden.
De welvaart van de burgers hangt niet samen met
het thans geldend stelsel. De qualiteit der koffie is
goed, dank zij het klimaat en de goede ligging der
bergachtige streken voor deze cultuur. Opium wordt
er niet gebruikt. Dat zijn de voornaamste redenen
van de welvaart. Ook bestaat liet verband niet,
waarvan de bestrijders spreken, tusschen bel plant
loon eu liet regeeringsstelsel, anders zou toeh dat
loon niet ongestraft voortdurend veranderd zjjn van
2.43 op 3.12, later op 5.— en het laatst op
6.50 per picoi (125 Ainst. ponden.) Eindelijk
wil liet regeeringsreglement dat het loon minstens
gelijk moet zijn aan dat bij vrije cultuur.
De Heer Hasselman is zeer gesteld op hervor
ming van 't Preangersteisel, met in achtneming van
de adat, de overleveringen, legenden, zedeu en ge
woonten. Hij stemt toe dat mindere bstaling niet
strekt tot meerdere welvaart, maar eene bevolking
kan daardoor toeh gebaat worden. Of meerdere op
brengst het gevolg zou zijn van hooger loon betwij
felt hij nog, er is op vele plaatsen vrije cultuur
en vrije beschikking over de koffie geweest, waar
zonder meer zorg voor de productie bij de bevol
king te doen ontstaan. Meerdere eu betere produc
tie verwacht hij van betere leiding en controle
door de ambtenaren (zou spr. knevelarij bedoelen?)
en door het opwekken van den lust bij de bevolking
om zich ijverig op die cultuur toe le leggen. (Nota
benewerk voor half loon en dan een kunstmatige
ambitie1 loou in verhouding tot 't werk, zou dat