BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
o o sTiTiTbmomkT"
V-W'
FRANKRIJK.
DUITSCHLAND.
SPANJE.
Hetl
bevat
tegen-cl
door
dat dié
schend]
heid,
den gel
uittu u lil
als aal
votsdcif
I'etj
aantal I
boten
ding
dat ee|
vergad
Evvivl
een kl
in Ital
•J
komou de h uloradenkoiuleii oj» mot huuno be
zwaren. Uw dool is schoon, zeggen zij, maar
awe middelen deugen niet. Het volk ontwik-
ki Ionheorlyt vinden we helvolksvoorlezin
gen; we juichen zo gaarne too!maar
dit amusementi i, zegt. de een, die keui ik af.
Ni en, zegt een ander, niet die a nuse neuten,
maar die toone* ivoorstelling; die was verkeerd.
A weder neen; zegt een derde, niet die amuse
menten, maar die Zendagavond, dat is mij een
steen des aanstoots. En dan volgt wêer hun
koor; het volk ontwikkelen, het is heerlijk!
volksvoorlezing! n, we juichen ze toe!
Maar wat wilt ge dan Een avond in do
week? maar weet ge dan niet dat ge daardoor
aan het grootste gedeelte do gelegenheid ont
neemt om tegenwoordig te zijn. Ik spreek niet
van hen, die den gansclien dag hebben gewerkt,
zij komen toch maar van hen die in de avond
uren arbeiden moeten - ik spreek van de vrou
wen, die ook dezen winter worden toegelaten
en die zoo zelden van huis kunnen gaan. Hun
eenige vrije avond is de Zondagavondwaarom
dan deze niet eens per maand zoo genoegelijk
mogeljjk voor haar gemaakt?
Ge keurt detooneelvoorstelling af? waarom?
soms om iets te kunnen afkeuren want, even
waar nis 't is dat het tooueel de pest kan zijn
voor 't volk, even waar is 't dat het tooneel
groot nut voor hen hebben kan. Wie zeide
ook wêer dat een goede tooneelvoorstelling nog
meer nut stichtte dan een goede preek
En zijn dan de mannen, die zicli met de re
geling belastten, niet een waarborg voor de
doelmatigheid dor voorstelling?
Gij keurt alle amusementen af? Waarom?
Uwe argumenten? Ge zwijgt. Ligt in dit
alles niet de toeleg verscholen om met het woerd
volksontwikkeling op de lippen, de ontwikkeling
des volks tegen te gaan
Wanneer het volk ontwikkeld geworden is
dan kan het zelf voor zijne verstandelijke be
hoeften zorgen, zoolang het dit nog niet is,
moeten meer bevoorrechten, het trachten te
verbeteren niet alleen door het ontwikkeling
op te dringen, maar ook door op zijne uitspan
ningen een gunstigen invloed uit te oefenen.
Gouda, 28 December.
Het regeeren is in onze dagen eene moeie-
lijko zaak geworden. Vroeger was het eene
even gemakkelijke als genoegd ijke tnak toen
geene grondwetten de willekeur beperkten en
het volk eerbiedig gehoorzaamde aan de on-
gerijmdste geboden en zwijgende boog onder
het juk der slavernij. Nu is het anders, het
volk wil medegeteld worden en het begint den
vorsten lastig te vallen, ministers te vinden,
die hen van alle zelf'bemoeiing ontheft'en. Du
keizer van Oostenrijk wc.dt in zijne rust ge
stoord, door woelige nationaliteiten en twistende
ministers. Wat is een nhsoluut keizer geluk
kiger wat weet hij van staatkunde, wat zal
hij beslissen het is hem tamelijk onverschillig,
maar het is ondragelijk zoo geplaagd te worden.
Oostenrijk blijft zonder krachtig hoofd een land
vol onzekerheid en verwarring.
Frankrijk luid ongehoopt achttienjarige rust,
niets scheen de zekerheid te bedreigen van het
vrederijk en op eens ontzinkt de bodem en de
groote keizer moet de verachte stcunselcu aan
grijpen om niet op eens to bezwijken. Maar
hoe moeilijk valt het, af te dalen van he. ver
heven absolutisme tot do nederigheid van een
constitutionneel vorst. Napoleon is besluite
loos, lnj kan niet scheiden van zijne willige
ministers, telkens treedt hij terug voor het on
vermijdelijke, en j u staat hij aan het einde.
1 e buitengewone zitting is gesloten; lieden
begint de gewone; nu zal de strijd aauvi ngen
en oi'si hoon de kamer bestaat uit eene meer
derheid, gekozen met verkrachting van eerlijk
heid en goede trouw, zjj zal het der regeoring
niet li. ht maken. Want het stelsel der offi-
cieele kandidaten is voorbjj bjj ontbinding
komen geheel andere mannen. De discussien
waren een les voor geheel Frankrijk; de schro-
melijkste schandalen zijn openbaar geworden
en geheel het volk veracht de kuustenarjjen en
schelmstukken der regeering. Deze ministers
kunnen niet langer geduld worden, en moet
deze toestand nog voortduren, dan zinkt met
eiken dag de grond van bestaan der regeering
ouder de voeten weg. Eene nieuwe orde van
zaken begint en er zal veel voorzichtige wijs
heid noodig zijn, om die niet te zien ein
digen in eene noodlottige katastrofe.
Prim heeft nog groote woorden tegenover
de gezonde redenen van Castelar, maar toch
wordt hjj reeds uitgelachen in het congres als
hjj beweert dat in Spanje geen enkele republi
kein wordt gevonden; zoo arm is toch wel
geen land ter wereld. Zal de grootheid van
Prim nu zoo spoorloos voorbijgaan of in nieu
wen burgeroorlog eindigen.
Portugal is onrustig, maar de geruchten zeer
tegenstrijdig. De ware toestand des lands schijnt
weinig bekend. Partijschap benevelt den blik
en belette reeds zoo dikwerf te bemerken, wat
voor oogen is. Den geruste overvalt het ver
derf en de vooravond eener omwenteling is
meermalen doorgebracht in feestvreugde.
ENGELAND.
liet telegram van den Berlijnschcn correspondent
der Times, berichtende dat keizer Napoleon aan de
verschillende groote mogendheden een plan van nlge-
itieene ontwapening heeft voorgesteld, heeft al de
Kngelsche dagbladen in beweging gebracht. Het
ral vooreerst wel onmogelijk zijn na te gaan of dit
vooistel werkelijk gedann is, doch onwaarschijnlijk
is het niet. De keizer heeft er steeds veel van ge
houden door congressen of onderlinge overeenkom
sten den toestand van Europa te regelen, en het is
misschien niet te veel gezegd, dat de keizer de eenige
inan ill Europa is, die tegenwoordig nog aan con
gressen gelooft. Hetgeen buitendien het voorstel
waarschijnlijk maakt, is de inwendige toestand van
Frankrijk, lie conscriptie, de drukkende bepaling
der mobiele gnrde nationale, en de verbazende oor-
logs-bndgetten, henben meer dan iets bijgedragen,
om den keizer impopulair te maken bij de lande
lijke bevolking, en deze is de grootste steun van
het tweede keizerrijk. De conscriptie is het zwaard
van Damocles, dat elk huisgezin op het land hoven
het hoofd hangt, en bij de tegenwoordige sohaarschte
van boerenarbeiders is de ontevredenheid der land
bouwers begrijpelijk. De eisclt der oppositie, om
vermindering der oorlogslasten en gedeeltelijke op
heffing van het staande leger, heeft de groote me
nigte bekoord en het zou zeker uiet weinig handig
van den keizer zijn, ais hij de beste kaart zijner
tegenpartij wist te troeven door zelf eet e vermin
dering van het leger voor te stellen. Doch deze
taktiek des keizers moge van belang zijn voor zijne
populariteit in Frankrijk, Engeland en geheel
Europn vestigen liever de aandacht op de moge
lijkheid van zijn voorstel, dun op de redenen die
hnn genoopt hebben het Ie doen, en de nteening
der Kngelsche pers is niet ter gunste der praktische
uitvoerbaarheid van zijn plan „words, words, words"
ztgt zij met Hamlet.
De Constitutie mei zegt, dat, volgens een gerucht,
Zaterdag na den gehouden ministerraad het gehcele
kabinet zijn ontslag heeft ingediend en dat dit is
aangenomen. Men voegde er bij dat de heet Ollivier
definitief met de samenstelling vntt een kabinet was
belast. De Comtitutionnel maakt bierbij de opmer
king, dat ofschoon hij voor de juistheid vatt dit
een en ander niet kan instaan, er evenwel redenen
aanwezig zijn om te gelooven dat het gegrond is.
De Feuple gelooft dat de mcdedeeling van
den Comtitutionnel in zijn uomtner van heden morgen,
betreffende de ministerieele crisis, onjuist of althans
vo rhitrig is. De l'euple voegt er bij dat de mi
ni, u ra eerst na afloop der tegenwoordige buitenge
wone zitting ten aanzien van bun ontslag tot een
besluit kunnen komen.
Volgens gerucht bebbeu de ministers wel hun
ontslag aangevraagd, maar heeft de keizer hen ver
zocht tot Dinsdag te wachten, zoodat er ook nog
geen nieuw kabinet samengesteld kan zijn.
De We ter Zeitung maakt eene vergelijking tusschen
de ministerieele crisis in Frankrijk en die in Oos
tenrijk. De eerste, zegt zij, is slechts eene kleinig
heid in vergelijking met de laatste. In Frankrijk
toch is liet wel om groudwets-qusestien te doen,
mnnr in Oostenrijk wordt het bestaan der monarchie
ip het spel gezet. In geheel Frankrijk, tot zelfs
ot. Ier ue nicest uiterste partijen wordt niemand ge
vonden, die de staatseenlieid in qumstie stelt, terwijl
er daarentegen in Oostenrijk ouder de tien partijen
slechts éétic is, die inderdaad de eenheid der mo
narchie verdedigt. Voor het oogenblik heeft deze
parlij de macht in handen, doch daartoe moet zij
bepaaldelij1: steun zoeken bij de liberalen, niettegen
staande de vrijzinnige denkbeelden in den grond
der zaak door bet hof en de midden-partij niet be
vorderd worden.
Te Konstantinope! heer3cht groote vreugd j wegens
de vreedzame oplossing van het Turksch-Egyptische
geschil. Server-Effendi, de overbrenger van den
jongsten flrman des sultans en van het daarop
volgend antwoord van den Khedive, heeft, tot loon
zjjner bemoeienissen, de ridderorde van Medjidie
ontvangen. Het Memorial Diplomatique schrijft de
onderwerping van Israaïl-I'acha uitsluitend toe aan
den invloed van granf von Beust. Intusschen luidt
de algemeene opinie, dat aan Engeland in deze ten
minste evenveel eer toekomt als aan Oostenrjjk.
De republikeinsche e „'„vaardigde G'astelar heeft
op 19 dezer in de Cortes weer de bliksems zijner
welsprekendheid geslingerd tegen de regeeriug, en
voornamelijk tegen den minister van binnenlatidsche
zaken. Men kan zelfs veilig zeggen, dnt nog nooit
een minister in Spanje zoozeer werd aangevallen nis
de heer Sagasta dien dag. „Wij willen zeida
de heer Casielar o. a. eetie Europeesche confe
deratie wij willen geen natie van elkander geselei-
den hebben, die door traditie rechtens één is. Wjj
willen op het grondgebied tusschen Irun en Cadix,
tusschen Barcelona en Lissabon, slechts één en de
zelfde vaan zien wapperen, slechts een enkele natie
zien.
„Om de dictatuur te verdedigen, beeft de minis
ter van binnenlatidsche zaken een verschrikkelijk
tafereel opgehangen van de gewelddadigheden, door
de republikeinen in den laatsten opstand gepleegd,
Maar indien onze staatkundige opvoeding zoo slecht
is, indien wij zoo door en door bedorven zijn, aan
wie is dan de schuld? Zeker niet aan ons; want
onze partij is nimmer aan 't bestuur geweest en
heeft dus geen deel gehad aan de opvoeding des
volks.
„Ik zal de oorzaken opnoemen van de verdorven
heid, die zich in alle lagen der maatschappij open
baart. De onverdraagzame kerk, de absolutistische of
haif-ubsolutistische monarchie, de partij-benoemingen
bij de rechterlijke macht, de afwezigheid der jury, de
kazernen en kloosters, de corruptie bij de verkiezin
gen, dat zijn de oorzaken der ondeugden van het
land. Allerlei misdaden zijn door den minister van
liinnenlnndsolie zaken den repulilikeinschen opstan
delingen ten laste gelegd. Maar indien men de
euveldaden van Wals uitzondert, waarvoor de partij
niet verantwoordelijk kuit worden gesteld, daag ik
den minister uit tnij te zeggen, aau welke vergrijpen
de republikeinen zich schuldig hebben gemaakt.
Wij waren eenige weken 1 mg meester van Barcelona,
Saragoasa, en Valencia, en ik tart Item uit een en
kele misdaad Ie noemen, welke gedurende dien lijd
in die plaatsen is gepleegd.
„De minister van biunenlandsolio zaken en zijne
vrienden
kernenz|
onderschei
dat wij
dat daad
ongestraft!
terieele bi
is, 's laaf
beroemt.
„Eu
vergiffen i|
iemand
excel lentil
getreden.I
„Hoe i
Hij
bonden,
dervarenl
dat, ten{
ien wen|
verstaanl
van het f
„WelJ
duldt, dl
schendt,!
Vervol
mental
en aan|
maakt,
hertog
De
keinseh^l
gen de
is in
blikeiuai
de rgpulj
voor dei
te storel
immers
den herf
hetzij
noch dl
heth naj
Priinl
de hertl
vim de|
ring
de trib
Bij
nan d
alhier
y verlot
opbrci
tot dl
gerelo
men j
gcknlJ
m
werkzj
V
187 i
knn.il
deeln*
waa rs|
tegen
dingo