Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1870. N? 859. BUITENLAND. Vrijdag, 25 Februari. Het Tiend- en Jacht-rcclit. jtgtering. tter, 0t be- J ATTEN. f'S ATTEN. De inzending van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave. IJiuU ENGELAND. fil |ch-Tech- llijn. uit 70% en plios- |d or prof. Jceskundige voedzaam leid, borat- prophuleuse makenden |Cent9. ft: te nemen serking bij ktige hoofd- bekend als liddel tegen |mp, aK hle V» kilo a hts. ■der wormen i 0 CenU [JE PHILO- lilfers, belet |gt in eenen te voor la 45 Cis. ppijU, zon- oogenblik- phje 45 Cts. prw'jdert den de tanden. Ich en houdt frisch. De gezicht, in lao 30 Cis, Inker GE1S8, ft ouwe. |ere steden, pne gebruiks- eide Rhuma- ofdpijn, Rliu- den Rug, in een heilzamer lig, ounavol,";- .-ooi, en trek- tot zich, ook iepen genoem- rst goedkoope ■1 ook niemand jan eene proef- llns gt zich n n de onder lip de gebruiks- li] rpotshouders d Depothouder Ikz te Delft, lelt gesteld bij GOUDSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75, franco per post 2. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonder'jjke Nommers VIJF CENTEN. |it /{otterdam. Nog veel in onze nieuwere maatschappij ge tuigt van oude tijden, van tijden van geweld en verdrukking toen er mannen en kerels waren, toen de mannen vrij en zelfstandig als heer- schers optraden, en de kerels, verreweg de meer derheid, slechts bestemd schenen om de luimen der bevoorrechte standen te voldoen. Jaren zjjn sedert die tijden verloopen, de sporen daar van vindt men toeh nog in onze maatschappij terug, en niet zelden moet men vragen, hoe is het mogelijk dat zoo iets niet alieen kan be staan, maar dat zulk een middeleeuwsche toe stand door wetten kan geregeld zijn. Of zijn het tiend-recht en het jacht-recht om iets te noemen geen middeleeuwsche rechten? De landbouwer bewerkt met ijver zijn land, hij verbetert waar te verbeteren valt en vermeer dert daardooi, j» aanmerkelijk zijn bezittingen, maar Ljj werkt ook tegelijkertijd voor een an der hem d'kwijls ',clieel onbekend persoon, die omstreeks den oogsttijd een tiende gedeelte van zijn gewas verpacht, waar door Ie pachter het recht verkrijgt om het tiende deel van de met rno :ite, arbeid en zorg verkregen vruchten weg te halen. Zeker is dit voor geen landbouwer aangenaam en even zeker is liet hoogst nadeelig voor den landbouw in het algemeen, want door het tiend-recht toch blijven vele verbeteringen achter, die de opbrengst, der landerijen zeer zouden vermeerderen. Maar reeds dikwjjls zijn de groote nadeelen van bet tiend-recht in bet licht gesteld, reeds dikwjjls is op geheele af schaffing aangedrongen, wetsontwerpen zijn reeds over deze zaak ingediend, altijd bijjft zij aan de orde maar de landbouw blijft in weerwil van dit alles met het tiend-recht, jezwcard. Allerlei hindernissen worden opgeworpen, wan neer er van afschaffing sprake is en de tijd daarvan is nog niet „e bepalen, omdat eigen belang en ooroordeel sterker zijn dan gezond verstandniet zelden ook Lij hendie het meeste belang bjj de afschaffing hebben. Ook het jacht-recht behoort niet meer tot onzen tjjd, in weerwil dat het nog door aller lei wetten en verordeningen geregeld is. Scha delijk gedierte benadeelt den oogst van den landbouwer, gaarne zoude hij zjju gewas tegen die aanvallen verdedigen, en de aanvallers on schadelijk maken, maar de jachtwet verbiedt het heir, en straf zoude niet zelden het gevolg zijn, indien hij zijn eigendom tegen viervoetige dieren wilde verdedigen. In het gunstigste geval kart hjj zich tegen betaling eener jacht- acte het recht verschaffen om zjjn eigendom te bewaren, maar behooren zjjn bezittingen tot een private jacht of liggen zij in de nabij heid eener eendenkooi, dan mist bij ook die gelegenheid en hangt hjj geheel van de eigenaren der jacht af, of deze hem willen beschermen tegen zijn aanranders. Jachtovertredingen en vervolgingen zijn Jaar van het gevolg. Die wetten zijn noodig, zoo zegt men. tot bescherming van het jachtveld. Schaft de wetten af, en het wild za! spoedig verdwenen zjjn, de hazen zouden spoedig door een algemeene vervolging uitgeroeid zijn; vele menschen zouden door het ophouden der be scherming in hun bestaan verkort worden en wat niet meermaar bij al die redeneringen wordt bet nadeel aan den landbouw door het wild wie- gebracht geheel vergeten, of recht middeleeuwsch niet geteld; de jacht toch is een edel vermaak, en daarbij behoeft men geen rekening te hou den met de belangen der dorpers. Bovendien is de jachtwet in wildrijke streken een oorzaak van immoraliteitomdat wetsovertreding en wetschendiug daar aan de orde zijn. Stroopen wordt daar volstrekt geen kwaad geacht, even min als smokkelen nnn de grenzen. Men be roemt zich daar op bet overtreden der wetten, en tracht zooveel mogelijk ambtenaren en op zichters te misleiden. Een stelsel van bespie ding is daar noodig, dat niet anders dan de onzedelijkheid kan bevov'eren. Boven al die bezwaren staat echter het be houd van het jachtve''' behoeve der jagers, daaraan zijn alle andere belangen ondergeschikt en men zoude zelfs dankbaar moeten zijn, lat in latere tijden eenige bepalingen in de wet zijn opgenomen om ook andere belangen, dan juist die van liet jachtveld te beschermen. Hierin i» verandering dringend noodig. De wet behoeft het jachtveld niet to bescher men, die zorg zjj den jachtliefhebbers zelf aan bevolen. Zij zullen wel de gelegenheid zoeken tot jagen. Als in zoovele zaken, kan de staat ojk bij deze zaak het laissez faire in acht nemen. Geef den landbouwer het recht zijn eigendom tegen het gedierte te beschermen, en hij zal niet meer behoeven te klagen over willekeur; do liefhebbers der jacht (een wreed vermaak tu ischen twee haakjes, dat nog geheel aan vroe gere tijden herinnert) zullen toch nog gelegen heid hebben, om aan hun zucht naar dooden te voldoen. En tiend-recht en jacht-recht zijn voor den landbouw schadelijk. J\ien spreekt nog al eens over de vele voordeelen die de landbouwers boven andere burgers genieten; bij het bespre ken der patentwet wordt dikwijls op het feit gewezen, dat landbouwers vrij zijn van patent, en de onbillijkheid van die vrijstelling betoogd, maar zoolang de landbouw door zoovele andere zaken lijdt, kan van onbillijkheid geen sprake zijn. Gelijkheid niet in een enkele zaak, maar in alles moet in de wetgeving heerschen, gelijk heid voor de wet moet in alle opzichten voor alle burgers een waarheid zijn. Jacht-recht en tiend-recht zijn met die gelijk heid in strijd en een waarlijk liberale regeering moet zoo spoedig mogelijk trachten om die ongelijkheid te doen verdwijnt n. Afschaffing van de tienden, afschaffing der jacht-voorrechten zijn eischen van onzen tijd, die dringend regeling behoeven. De zoogenaamde nationale dagbladen van Ierland verklaren de ingediende wet betreffende de lerscbe grondqueestie ten eenen male verwerpelijk. Volgens de Natiën is bel knoeiwerk, met grooteu ophef te berrie gebracht, en eigenlijk ten doel hei'uende den bestaanden staat van zaken op te lappen, maar on geschikt om de lersche landqutestie tot afdoening te brengen. Volgens den Irishman is de bill etu snood bedrog, ten doel hebbende de dwingelandij der grondeigenaren staande te houden onder den schijn van herstel des onrechl9, waarover de lerscbe boeren zich beklagen. De Weekly News spoort de leren aan zich ten krachtigste te blijven verzetten legen de invoering van deze wet, waardoor z.y meer dan ooit slachtoffers zouden worden van dn land- heeren. De gemrdgde lersche bladen, zoowel de conservatieve als de liberale, spreken in het alge meen zeer gunstig over het ontwerp, waarin zij een grondslag zien, waarop eene goede regeling van de iand-qinesiie kan worden tot str.nd gebracht. De Economist constateert ine. veel ingenomen heid dat de lersche Lnndbi'! van den heer Gladstone ied.r bevredigt. Personen van de meest uileenloo- pci.de richting prijzen dit ontwerp. De voors'.au-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1870 | | pagina 1