Laatste Berichten. (jfemeiigde Berichten. p behan- r der 670. Munchen, 7 Maart. De Bayerische Land es Ztitung verneemt dat graaf Bray thans definitief be slopen heeft de portefeuille van buiten!, zaken aan le nemen. De overige ministers blijven in functie. TOP» tclliug to een waar- mand v-ijn het regt ïaari. Deze niiitio vnn erk toch woorden in dezer die grond jnicenlelyk U gebruik vij, deze 1 hetgeen grondbezit handelbaar een ge be- r Heems- lit. e-chikking r of in de groot ver- g debat ten het laatste, eerste gt - g in eenr sprekers gesteld de minister e redactie voelens te eft by cir- u de com- gevestigd tden op dt ook naar tden. De nu daartoe revenlieve e vvenscht zonderheid voor goed iwce hoofd- «gezet, ter- llig overleg lts konings t het weta- e, vindt die liet is een jmnatschap- llen onder- eg, dat zy behoeften hoeften van It is baar den om van i raagt, ge- leren daar- I haar niet christelijke Bestuur van lit er geen been opge- fil lus het ont- I. t lioofd- g van het leftige on- n de daaruit p-eilie van lij de groote onderzoek li liing van jor velerlei medewet- burgerlijke jrekt wordt Ir rwijl ook ik king had te bezwaren I steden of lemeen ver- I do kosten lt s en laud- kn den staat. g." Dit i de meeste ieronderstel- Iner de hur- fcviorl de af schaffing van 't dagbladzegel in 't ruilig bezit oener courant zich voornamen de beraadslagingen over dit wetsontwerp althans eens geregeld te volgen, 'l Verdient die aandacht ten volle eu wanneer ;ncn zoo van die langgerekte, wekenduroiide beraad slagingen voor 't mes heeft, dan moge de nmbilic om die te volgen niet groot zijn, thans gold liet immers een onderwerp, sedert jaren besproken en toegelicht, in zeer beknopten vorm in woorden gebracht Weinig praatjes vooral', een eenig artikel, waaruit de gaasehe wet bestond. Kom! dat is nog te doem overeen dag of drie is 't iot der wet beslist, dat zal men er nu toch eens van nemen, 't Moge niet zoo atnu- sont zijn als een feuilleton, b. v. dat feuilleton in het Noorden, inaar door zoo'u discussie te volgen geraakt men dun toch ook op de hoogte van het onderwerp. Eu met versohen moed gaat men aan de discussion van den eersten dag en legt 't blad niet neder voor en aleer het geheele verslag is ten einde gebracht, maar dan ook met een innig gevoel vnn zelfvoldoening. Den volgenden dag koestert ineu de flauwe hoop dut reeds nu het einde daar is van een taak, die men, ja, wel volvoeren zal, want men gelooft immers aan 't heilzame daarvan, maar toch een taak, die eerder zwaar dan licht is te noemen. En 't nieuwsblad ontvouwende leest men alweder: de agrarische wet is in behandeling!" Men bespeurt van 'l eimle der behandeling nog niets, maar morgen dan is 't zeker uit. Het gebeurt ivel meer dat de aigemeene beraadslagingen den meesten tijd in beslag nemen en dat het eigenlijk ontwerp met eenige minuten tevreden is. Nieuwe teleurstel ling den derden dag: altijd weer: „de agrarische wet is in behandeling." Ja, hij wiens geduld nog stand houdt, kan nog dat zelfde stereotype „de agrarische wet is in behandeling" lezen. Hieruit volgt, uit den aard der zaak, dat diezelfde wet ook schering en inslag bij ons overzicht moet zijn. Het agrarisch wetsontwerp heeft ook een veel deftiger naatn, hoewel deze al tamelijk klassiek is. Waarom de minister niet liever van akkencet heeft gesproken, is niet recht duidelijk, tenzij dit woord voor een minister te eenvoudig is; daar staat echter tegenover dat dan al vrij spoedig begrepen werd wat de minister bij zijn wet wil regelen. Doolt nu tie officieele naam; zij is niet minder dan: Wet tot aanvulling van art. 62 van 't regl. op het be leid der regecring van Ned. Indie, Wanneer we dus nu nog maar welen, wat er in dat aangehaalde art. staat, dnn zijn we al een heel eind. Het luidt aldus: „De gouverneur-generaal mag geene gronden verkoopen. In dit verbod zijn niet begrepen kleine stukken gronds, bestemd tot uitbreiding vuu steden en dorpen en tot het oprichten van inrich tingen van nijverheid. De Gouverneur-generaal kan gronden uitgeven in huur volgens regels, bij aigemeene verordening te stellen. Onder die gronden worden niet begrepen de zoodanige, door de in landers ontgonnen, of, als gemeene weide, of uit eenigen anderen hoofde, tot de dorpen of dessa's behoorende." Het doel der wctsvoordrncht is de belemmeringen die zeor dit art. aan het vrije ver keer worden toegebracht, weg te nemen door deze bevoegdheid uit te breiden en daaraan toe te voegen het uitgeven van gronden in erfpacht en het toe kennen vnn eigendom, voorts het verbod om anders dan bij onteigening tegen schadevergoeding gronden voor de suikercultuur te bestemmen eu het vergun nen aan de inlanders om de gronden te verhuren. Onze dappeie zeehelden openden de beraadslagingen. De heer Nierstrasz verklaarde zich reeds terstond tegen de wet; nu dat verbaast niemand, evenmin als dit, dat zijne lange citaten het geduld der ver tegenwoordiging al zeer spoedig hadden uitgeputte meer daar hij citeerde, wat voor niemand die zich althans eenigzins met 't onderwerp had bekend ge maakt, onbekend kan wezen. Algemeenheden, voor gedragen met 't air van interessante bijzonderheden, vinden zelden ecu aandachtig gehoor. Als de heer N. toch spreken wilde, was 't zeker maar 't best, dat hij wat vroeg kwam en het eerst op de lijst teelende. De heer DE Casembuoot was niet zoo gedecideerd wilt hij met zijn stem zou aanvangen. Hel groot verlangen, dat op Java eindelijk rechts zekerheid zou worden gevestigd, zou wellicht zoo sterk zijn, dat hij over enkele zwarigheden kon heen stappen, maar dnn moest er nog veel veranderen. Deze spreker bracht voorts een aardige variatie in 't vnste de geachte afgevaardigde; hij vond 't ge paster van zyu „geach'en wapenbroeder" den heer Niersthasz te spreken, 't Verdient wel eenige na volging tot besti jding der eentooniglieid. We ge- looven dat het débat veel amusanter zou zijn, wan neer op die wijze eenige variatie werd aangebracht en dat voortaan do geiclite generaal, domino of dokter den geachten officier van justitie, koopman of advocaat aansprak. Behalve de twee genoemden voerden dien eersten dug nog do lilt. Hashf.i.man en 's Jacob het woord. De laatste, ontegenzeggelijk een kundig man en vooral een goed spreker, die echter 'i gebeurt meer door zijne beelden en bloemen wel wat al te woor denrijk wordt, was niet zoo gekant tegen de wet els de eerste, al kou ook hij daaraan onmogelijk zijne goedkeurende stem geven. Opmerking verdient liet, dat uit de redevoeringen van dit vieitui zoo veel verschil van gevoelen zich openbaart, dat aan overeenstemming wel nimmer te deuken valt, behalve althans wat drie hunner betreft op den dag der stemmingen. Van den heer v. Sypestïyn is men gewoon dat hij personaliteiten als bewijzen aanvoert. Lie hier een staaltje vuu zijn talent„11e laatste me morie van beantwoording, iu een dagblad misschien niet geheel ten onrechte cenc memorie van bespot ting genoemd, levert daarvan menig bewijs. Voor hen, die de meerderheid vormen, de vienden, niets dan welwillendheid op elke vraag een antwoord of eetic referte aan hetgeen door de vrienden in het verslag was gezegd. Aan de minderheid, aan hen die niet lot de vrienden belmoren, wordt zelfs op de meest belangrijke vragen geen enkel woord tot antwoord gegund. Toch zal ik kortheidshalve bij de behandeling van deze queestie mij gedwongen zien om hetgeen ik te zeggen heb in den vorm eener vraag te kleeden. Jk vraag daarop geen ant woord aan den minister; ik hecht daar ook niet veel aan. Zoodra het toch zaken van eenig belang, geldt, zijn de antwoorden des ministers in dei» regei zoo duister en nevelachtig, dat zij geen licht ver spreiden." Men kan gerust in plaats van „in een dagblad" lezen „in het Dagblad." Daarin alleen behooren dergelijke fraaiigheden l'liuis, inaar 't schijnt dut ook voor de kamerleden het spreekwoord die met pek omgaat, wordt er mede besmet, waarheid be helst, want ook de heer Heemskerk Az. voerde Dagbladtaa], toen hij zeide„Het is ongaarne, dat ik thans het woord voer, doch ik doe het uit een gevoel van plicht. Ongaarne, omdat ik het in het belang van de discussie hoog noodig zou achten, dat de reeks van redevoeringen die bezwa ren van algemeenen aard over dit wets-ontwerp in houden, ware afgewisseld door sprekers die zich daar vóór verklaren. Het behoeft geen betoog dat de discussie er bij zou winnen wanneer er meer af wisseling van zienswijze plaats had. Mhar daaren boven, onze geachte medeleden van de richting die. thans door den minister van koloniën gevolgd wordi, moeten het mij niet kwilijk nemen, wanneer ik zeg dat het geen houding heeft, en ook niet vol te houden is, dat de partij van actie, zoo als zij zich gaarne noemt, zich kenmerkt door inactie. Ja die partij, voor zoover zij hier in deze kamer vertegen woordigers vindt, is hel aan haren goeden naam verschuldigd de redenen i 'teen te zetten die haar welligt zullen nopen een wets-ontwerp als het te genwoordige Ie steunen. Daarbuiten toch bestaat eene rigtiug, die (niemand zil het ontkennen die den toestand van het oogenblik gadeslaat) voor gewin acht al wat afbreuk doet aan de inkomsten en aan het gen g van het moederland in de overzeesche be zittingen. Er inoet geen schijn overblijven (lat men bij de discussie tusschen de volksvertegenwoordigers over een gewichtig ontwerp, Indie betreffende, op eenig ander terrein staat van weerszijden dan het terrein van 's lands belnng, en van de belangen der beide volken, die bij deze zaak betrokken zijn. Er moet geen schijn overblijven van hel vermoeden, dal zoo ligt buiten af geuit wordt, els of het eigenlijk hier te doen ware otn de bevrediging van puttieu- liere belangen, des noods in strijd of met minach ting van 's lands belang. Ik hoop daarom dat onze geachte medeleden, die minder bezwaren tegen dit wets-ontwerp hebben dan zij die lot nu toeliet woord voerden, zullen kunnen goedvinden aan hun stilzwijgen een einde te maken en de beginselen zullen uiteenzetten, die hen bij de beoordeeling zul len leiden." De heer v. SypesteyN eindigde zijne rede met de woorden: „lk hoop in het belang vin Nederland, dat het noodlot niet zal willen, dat deze wet zal worden aangenomen." Terstond daarop stond de heer v. Eoon op en men had grond te verwachten dat deze christen tegen dien wil van 't noodlot op zou komen. Doch neen! hij liet het ergerlijke woord rusten; hij had wat anders mede te deelen. Hij wist van Indie niet veel af, maar dat de aanneming der wet een nagel aan de doodkist van Nederland zcu zijn, dat wist hij. De man, die ijvert voor 't opdringen van westcrsche godsdienstbegrippen aan oosterlingen, die man kant zich nun tegen 't ver spreiden vail weslersclie rechtsbegrippen onder die zelfde bevolking. De heer Mirandou-E was de eerste, die althans eenige dankbaarheid zeide tc hebben voor dit ont werp. liet liet Item echter onvoldaan. Stond er volgens het oordeel der vorige sprekers te veei in li ij zou er nog meer in weuschen. Hij zou 'tdessa- of communaal bezit, de lieeredieiisten en het land rentestelsel ook in (leze wet willen geregeld zien. Nog twee dagen duurden de nlg. beraadsl. zonder dal eenig merkwaardig argument werd Hungevoerd. Het was eu bleef een spiegelgevecht, zonder ander gevolg dat, afmatting. Eerst aan 't einde van de zitting vnn Donderdag sloot de Voorzitter de alg. beraadsl. en met zijn hamorklop slaakte menig ver tegenwoordiger een dnukhure zucht. Vrijdag zou men dan „aan 't werk gaan" zoonis de minister, ondeugend genoeg, zeide. I)e beide eerste alinea's van t wetsartikel kwamen nu iu discussie; zij lui den: „lolgens regels bij aigemeene verordening tc stellen, worden gronden afgestaan in erfpacht voor niet langer dan 75 jaren. De gouverneur- generaal zorgt, dat geenerlei afstand van grond in breuk make op de rechten der iulandsehe bevolking." Hierop is een amend-ment van den heer's Jacob, strekkende om huur en erfpacht onder dezelfde voorwnarden te brengen met betrekking tol den ontgonnen grond des inlanders en om allen twijfel weg te nemen omtrent Je bevoegdheid van 't Indisch gouvernement om grond in erfpacht te geven. Een amendement van den heer de C'asembroot heeft de strekking om van de uitgifte in erfpacht uit te sluiten de gouvernements-koffitiiiiien de djalli- en andere houlbossehen en gronden binnen zekeren afstand van gouvernements-annplaiitiiigen. De discussie over deze alinea's is Zaterdag ge ëindigd en die over al. 3 aangevangen. Parijs, i Maart. De heer Le Hou heeft in de kamer da regeering geïnterpelleerd over de aange legenheden van Algerie. Hij heeft den wensch ta kennen gegeven, dat het gemeene recht iu die ko lonie zal worden toegepast, inet volledige gelijkstel ling met het moederland. Algerie behoorde, naar zijne zienswijze, in de Fransche wetg macht ver tegenwoordigd te zijn en dezelfde autonomie te be zitten, waarin de Brilsehe nederzettingen zich mogen verheugen. Parijs, 7 Maart. De regeering heeft bij de ka mer van afgevaardigden verschillende wets-onlwer- pen ingediend, waaronder één dat de bevoegdheid van de nlgemeeue raden regelt. Parijs, 7 Maart. In de zitting van het wetg. lichaam heeft de heer Lehoeuf medegedeeld, dat liet gouvernement weldra eenige wetsontwerpen betref fende Algerie zal indienen. De kamer zal dan de quteslie over Algerie grondig bedisenssieeren. Morgen voortzetting van het debat. Florence, 7 Maart. In de zitting der kamer van volksvertegenwoordigers hebben de ministers een ontwerp van wet ingediend lot wijziging der gemeente- en provinciale wetgeving; een ontwerp tot wijziging der tarieven voor het telegraufwezeu, alsmede verschillende andere ontwerpen. De heer Sella heeft medegedeeld dat hij zijn finan cieel exposé Donderdag morgen zal tnededeelen. Er is een interpellatie aangekondigd over de woe- kerbatiken te Napels, Parijs, 7 Maart. De Gazette de France deelt een brief mede van den heer de Montalembert van 28 Februari, waarin hij toelicht, waarom hij zijne adhaesie heeft geschonken aan den brief des heeren Gratry, en waarin hij betuigt dat hij Dupanloupen Gratry bewondert omdat zij den moed hadden zich tegen het (JllramoiHanisme te kanten, Weenen 7 Maart. De Wiener Zeitung deelt de besluiten mede kruchtens welke de buitengewone maatregelen, in der tijd ten aanzien van Cattaro genomen, worden opgeheven. De liberale begiuseleu sijn bcsmcttelijker dan do cholera, heeft een Turk gezegd iu het gymnasiiiin-Nefcrs zijn twee klassen opgeheven tin gevolge van oproerige manifestation der kweekelingen. De spauiieclie regiering gaat nut gestrengheid te werk tegen den bisschop van Burgo de Osuia, die do septeinbir- rcvolutiu niet wil erkennen. In het groothertogdom llesscu is de aangevraagde som voor de landweer dooi de kamer met een derde verminderd. Door wijlui den heer J Cool te Voorburg is aan de herv. diaconie te Schiedam vermaakt 12/m. 2 en een half p. c. Inschr. vrij van successie. In de buurtschap Bruimcpe hij Kampen zijn donderdag jl. in korten tijd twee boerenwoningen enz. door brand vernield. In het bosch van Unborn by Echtcmach in Luxemburg zijn drie wolven gescholen. Te Liverpool wil men ecu standbeeld oprichten voor Gladstone. Juarez zou het presidentschap der republiek Mexico willen neerliggen. Iu de .ettergicterijen te W oenen bezigt men met goed ge volg vrouwen. Ook is eene srliO'd geopend voor letterzetters. De koning van licitien liult zijn parlement vudaugd tot 12 april e. k.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1870 | | pagina 3