Laatste Berichten. (■enieit&de Ikriililcn. paald op ƒ2, waar- schappij ontvangt. vergadering zal Bgciis het concept idcelingen, zonder 1 zooveel stemmen |lmg leden telt. rider beteekeuis. kadering zal dit long van de Arast. In riek- eri hand- |rii.gen gewijd aan aan het zeer ge- Itot voorkoming van I (ie benoeming van Jstaande uit eenige ling in staat, de j met het oog op lommissie zijn be ter, G. H. Kuiper, fen het bestuurslid Ivan assumtie van ilieden zelve. De Ier gejiich der ver pier werklieden, en werken, opdat de de zaak met de I geen schande zyn bus laten aanzitten." J de Nederl. typogra- lering. Volgens het |vaardigden uit ver en bleek uit het la'is het aantal le- lr -riHet voorstel, ■arbeidenden van Tijf om zich aan de in- aan te sluiten, wer- tlcrs-congres te Ant- jadering den uitslag ■vilde afwachten, al- jrt het zenden van bemde congres werd opgerichte paar- bnleiding opgeleverd J avond was er eene lok verscheidene vol- ketelmuziek brachten Ingezetenen zoomede Inhield tot 's avonds In van de autoriteit Ive de burgemeester! I? iterdag avond was Ie zingen en was de die voorzorgsmaat- Kt straatrumoer niet 8° dezer eene ver- lonten der moderne lieiën die door een langdurige beraadsla- lichling eener vereeni- lensvrijheid, waarvan It den godsdienst niet t enig leerbegrip of hg staat open voor or predikanten, voor koor ieder die met pint. j tioudschen afgevaar- |eul van de discussie der agrarische wet. in ons vorig num- Inüeen dat daarin het li wordt behandeld, reiend wordt; ik vind ftkeu, en (ik mag het Isn anderen, want dat 1 begrijp dat men het wil dan ook iedereen rlaten, als ik spreek Maar er is een ge len ik ben aangeval- la is een pligt, dien sla, verschuldigd ben. Igzins om te spreken, It dat de stembuiging ■kt, en ik weet dus It' m moet buigen om lie afgevaardigde, die lb of ik, geen lid van ■ment van Orde, maar verweging eene soort ■inging vast tc stellen, waarnaar men zicli bij liet spreken moet riglen, 1 en einde voor bet vervolg insinuation bij stembuiging te voorkomen. Ik moet echter ronduit bekennen niet te weten bij welke passage van mijne rede en met welke stembuiging ik geïnsinueerd heb. Ik zou bijna zeggen met opzigt tot degenen die er dat in roogten vinden: die de schoen past Irekke hem aan. ïk wasch mijne handen in onschuld. Ik heb een antwoord te geven aan de twee hceren, (lie zoo goed zijn geweest regard te slaan op de door mij gehouden rede. De hceren Moens en v. Houten hebben onder verschillende vormen mij op dezelfde wijze bestreden. Hel kwam neder op het belang van der, landbouw eu het belang van den eigendom of het eziuegt van den Javaan. De heer Moens zeiile: de minister breekt, met de legislative traditie van deu Staat-eigenaar, den Staat- beschikker over alles, den Javaan-gebruiker. Ik heb dit in deze wet niet kunnen vinden. Integen deel, ik vind er de bevestiging in van die legis lative traditie van den Staat-eigenaar. De minister onteigent niet hetgeen bij den Javaan in gebruik is, en waarom niet? Omdat de eigendom niet bij den Javaan is; hij onderwerpt de beschikking over den grond bij den inlander in gebruik aan dezelfde voorwaarden als de onteigening. Hij stelt het dus in waarborg gelijk. Maar in de 4de alinea, die wij nu behaudeleu, zegt de minister ronduit bij wien de eigendom behoort, want aan den Javauu zal eigendom worden afgestaan. Wie staat af? Hij die den eigendom heeft, En wie is dit hier? l)e minister zegt: de Gouverneur-Generaal. Dut is eene woordspeling, want de Gouverneur-Generaal staat niet suo nomine af, omdat hij zelf persoonlijk eigen - dom heeft, maar omdat de Souvercin eigenaar is, want anders zou men niet kunuen zeggen, dat eigen dom wordt afgestaan. Dus wel verre vnn met die legislative traditie te breken bevestigt dit ontwerp ze, maar in één enkel geval zegt de wet: ik zal den Javaan te zijnen behoeve eigendom afstaan. De heer van Houten zeidegij vraagt, welk landbouwbelang deze alinea vordert, en hij ant woordde dat belang vordert die wel wel degelijk, want de heerediensten moeten worden opgeheven, de landrente moet worden verwisseld in grondbe lasting, hel communaal bezit moet ophouden, en wanneer dit alles gebeurd is, dan zal de Javaan volkomen vrijheid hebben over zijn grond en vol komen gelegenheid om zijn landbouw uit te breiden zooveel als hij wil; dan zal hij met genoegen planten suikerriet, koflij en al de gewassen die men ik vrees hier bijna voor eene stembuiging zoo gaarne heeft dat hij planten zal, niet voor zich maar voor anderen die te verkoopeu willen op de Europesche markt. Ik hoop dat ik geene stem buiging zal hebben gehad die eene insinuatie zou kunnen doen vermoeden. Maar voor zich zelren bebouwt de Javaan wat hij noodig heeft, en het gebruik van zyu grond dit zeide ik reeds in mijn eerste advies wordt hem bij deze wet op alle wijzen ge vaarborgdhet is de vervulling van de proclamatie van 1866. Over die gronden zal niet meer worden beschikt dan op den voet van art. 77, althans op de wijze die nader zal worden omschreven, maar in allen geval tegen behoorlijke schadevergoeding. Dat is juist het doel dezer wet vrij en onbelemmerd gebruik van den Javaan, voor zoo ver bet staatsbelang niet vordert over de gron den te beschikken, hel geen zal ophouden al» desui- kerwet van dezen minister in werking mogt treden. Ik zie dus volstrekt niet in, welk landbouwbelang de bepaling van afstand van eigendom aan den Javaan noodig maakt. Hij is vrij in den houw van dien grond. Hij zal hem niet worden ontnomen dan tegen schadeloosstelling. En de thans afge stane eigendom zal niet te weeg brengen al de gevolgen die de heer van Houten zich daarvan voorstelt, waarvan de laatste schakel is de opheffing van het communaal bezit. Deze alinea toch is gerigt aan het individu, niet aan de Javanen in massa. En nu zij het mij vergund te herhalen wat reeds meermalen door anderen is beweerd, wal gisteren ook door mij is gezegd die afstand van eigendom aan den Javaan moet ongerief, moet verwarring te weeg brengen door het versohil van regt dat on! staan zal, door dat niets gereed is om dit kind, dat men eigendom noemt, in de wereld te ontvangen. De minister had vroeger nog, als voorbehoedmiddel, voor de brieven van gebruiksregt bcpnnld voor zoover de middelen voorhanden zijn maar wij vin den ten aanzien van de eigendomsbrieveu of be wijzen niets van die middelen meer. Zijn de mid delen er nu? Neen; evenmin als voor de bewijzen van het bczitregt. Ilct eigendom zal dus in de wereld komen zonder dat iets gereed is om dat eigendom te ontvangen. Zoodra men eohler vraagt hoe het gaan zal, heeft de minister één groot panacee, dat alle mogelijke gevreesde bezwaren moet doen verdwijnen: alge- mcenc verordening. Maar het is eene onbekende zee waarop wij ons begeven wij welen niet waar heen men ons stuurt. O ja, zegt de minister, dat zijn mijne denkbeelden. Maar ik vraag niet naar de denkbeelden vun den minister. Van de denk beelden van deu minister zal over twintig, vijftien of tien jaar, wanneer de minister er misschien niet meer zijn zal, niet meer gerept worden. Dan zullen er anderen wezen, die dan in tie wet, maar niet in het hijblad, de regels moeien kunnen vinden, die zij ten aanzien van dit punt volgen moeten. Men zegt dut er verschil van gevoelen zou be staan tusschen den heer VAN Goltstein en rag ten aanzien van de dessaregten die niet zouden gewaar borgd zijn. Het verschil tusschen dien geaohtcn afgevaardigde en mij bestaat alleen in schijn hij stelt meer de eene zijde der qusestie op den voor grond, en ik meer een andere zijde. Ik heb gewezen op de regteu van particulieren eu die geachte af gevaardigde op de regten van de dessa, en in het voorbijgaan heb ik gezegd dat de regten Van de dessa door deze alinea voldoende gewaarborgd zyu, zonder mg er verder over uit te latenmaar de privaatregten, die ontleend worden aan familie- of erfregt, meende ik dat niet gewaarborgd worden, omdat zij niet gereserveerd zijn. De minister zegt ik wil reserveren de verpligtingen jegens den lande en de gemeente en de bevoegdheid beperken tot verkoop aan niet-inlanders. Maar wat doet dan het woord eii/enitom 'l En daarbij zal het niet blijven, ook de regleii van anderen zullen gewaarborgd blijven in de verordeningen die zullen gemaakt worden. In dien de minister eigendom wil in den waren zin van het woord, dan moet hij niet alles reserveren, of hij moet er geen eigendom van maken. Een van beide is waar eu dit is «en dilcmua waar men niet uit kun bf het is hetzelfde wat thans bestaat en dan behoeft men het niet in de wet te zetten, of het is niet hetzelfde eu dan moet men het om schrijven. Dit behoorden ivij te weten om geen onbekende zee in te varen. l)e Minister zeide: de bevoegdheid beslaat, want v. Sevenuoven heeft in 1840 voorgesteld woonerven te verkoopeu en Baud heeft hel goedgekeurd. Het is zeer wel mogelijk dat dit voorstel gedaan is, maar wat beteekent bet? Maakt zoodanig voorslel het regl, zelfs al vereeuigile zich het Opperbestuur daarmede? Hoe kan dus de minister zich daarop beroepen en hoe kan in elk geval dit beroep juist zijn, terwij' men aan de andere zijde r,oo dikwijls beweerd heeft dat het Gouvernement vroeger zoo vele ingrepen tegen regt ea bevoegdheid m gedaan heeft. Uit hel voorslel van 1840 kan men dus geenszins afleiden dat er bevoegdheid bestaat. Wel schijnt door art. 62 van het Regeeringsreglemont het regt te bestaan om kleine stukken gronds te verkoopeu, maar geenszins volgt daaruit de bevoegd heid om al ilea bouwgrond aan de Javanen af te slaan. Had men vroeger reeds gemeend dat men die bevoegdheid bezat, zeer zeker zou inen er ge bruik van hebben gemaakt. Het 19 nu gereserveerd voor dezen minister om op deu lOden Maart onzes Ileeren 1870 uit te vinden dat die bevoegdheid sinds jaren beslaan heeft, maar dat men er nooit gebruik van gemaakt heeft. De minister zeide dat, ware er gebruik van die bevoegdheid gemaakt, de koloniale quieslie niet zou zijn ontstaan, die nu deze wet noodzakelijk maakt. Indien de minister oordeelt dat de bevoegdheid steeds bestaan heeft en ook nu nog bestaat, waarom ze dan in de wet gebragt, en waarom maakt hij er, ook zonder dat de wet dit nader beveelt, geen gebruik van' Die welsverklaring is dan niet noodig. Naar mijn in zien is, hoe ik de zaak ook wend of keer, deze ali nea geheel overbodig. Zij past niet in hel kader van (leze wet wel paste zij ia die van den minis ter Fiiansen v. d. Putte. Valt zij uit deze wet weg, dan zal daardoor geen nadeel worden tooge- bragt aan de regten van den Javaan om te beschik ken over den grond zoo als hij zal wenschen. Me', hel wegnemen van deze alinea zal de minister het beginsel huldigen om den Javaan te besturen over eenkomstig zijne wetten, instellingen en gebruiken en geenszins daarop inbreuk maken, gelijk hij nu juist gevaar loopt tc doen. Ik zal ongetwijfeld slcmmen vóór bet voorstel van den heer v. Goltstein om deze alinea te doen wegvallen. Dan zal ik zeker zijn dat ik met de overige alinea's geheel voldoe aan het verlangen vnn den minister om het grondregt van den Javaan volkomen te waarborgen. Dit is hel doel van deze wet en geene andere doeleinden moeten daar tus sehenbeide komen.» 1 London, 23 Maart. In de zitting van het la gerhuis is de bill tot handhaving van de orde in Ierland voor de twaede maal gelezen. Met 425 tegen 13 stemmen werd dit besluit genomen. Washington, 23 Maart. I)e fiiinncicelo oom- missie uit den senaat heeft zich verklaard legen de bill van Sumner ora de betaling in goud weder in te voeren. De commissie van Imitenlandsche zaken heeft zich niet verklaard feu gunste van deu aan koop van het eiland St. Thomas, Creuzot, 22 Maart, Heden is de arbeid in de mijnen gestaakt, tengevolge van de bedreigingen eu het plegen van geweld van de mijnwerkers. Een troep grevisten ging naar de constructie-magazijnen en de hoogovens om de werkzaamheden le doen staken. Er werden door hen hiertoe drie pogingen gedaan, doch zij werden verijdeld door de werklieden. Men vleit zich dat de beweging zal mislukken door de goede gezindheid der bevolking. Creuzot, 23 Maart. De hulp der troepen is ingeroepen om de ongeregeldheden te bedwingen. De heer •Schneider is, na den keizer bezocht te hebben, naar Creuzot teruggekeerd. De heihamei is nog altijd Assy. De beweging heeft een politiek karakter. Madrid, 23 Maart. Men verzekert dat de ver volging van Montpeiisier er toe zal leiden dat er zal worileu verklaard, dat Don Enriquez zich vrij willig den dood gaf. liet ministerie is van plan hot mecrendeet der function van de ambtenaren, die hun ontslag namen, op te heffen. De regent Serrano onthoudt zich zorgvuldig party te kiezen. Hij wenscht zeer eene verzoening tot stand te brtugen. Men vleit zich dat de scheuring in de Unionistische partij niet definitief zal wezen. Stuttgart, 23 Maart. Gisteren heeft de mi nister van Varnbiihler in de kamer van afgevaar digden, iu zijn antwoord op eene interpellatie van den heer Schott, gezegd 1 „Tegenover de herhaalde verdraaiing mijner woorden en het voortdurend drijven ten nadeele van een staatsverdrag, hetwelk de re- geering onder goedkeuring der kamers heeft aange gaan, verklaar ik, zoolang ik op deze plants sta, geene schending van dat verdrag te willen toelateu, en du9 niet te zullen gedoogen dat Wurtemberg zich onttrektnaii de loyale vervulling zifter verplichting om zich bij de andere Duit9che legers aan te slui ten, zoodra het om de verdediging van Duitsch grondgebied te doen is. Later bericht zegt: Het is hier tot eene minïs- terieele crisis gekomen, welker oplossing voor het debat over de vermindering der militaire lasten on- waarschijnlijk wordt geacht. In de parlementaire kringen gelooft men, dat enkele ministers bereid zijn tot verlaging vnn hel budget van oorlog, maar dat allen het eens zijn om geene verandering iu de wet op het krijgswezen toe le laten. Men meent dat, als het voorstel van Schott ten gunste eener wijziging van die wet wordt aangeno men, de kumer zal worden ontbonden. Weenen, 23 Maart, Bij de behandeling van het budget voor oorlog in den rijksraad heeft de heer Muyrhofer voorgesteld, de regeering uit te noo- riigen op de uitgaven voor het krijgswezen bezui nigingen te maken en mede te werken tot eene al- gemeene Eiiropeesehe ontwapening. Dit voorstel werd ondersteund. Parijs, 23 Maart. In het wetgevend lichaam heeft de minis'er Daru, iu antwoord op eene in terpellatie verklaard, dat liet gouvernement niets zal verzuimen tot bevordering van de belangen der crediteuren van het gouvernement van Tunis. Parijs, 23 Maart. Naar aanleiding van het gesprokene door den heer Kératry, heeft in het wetgevend lichaam de generaal Leboeuf geantwoord, dat liet gouvernement de mobile garde ten krach tigste zal handhaven. Men moest beweerde hij op alles voorbereid zijn. De generaal keurde bet ook af, dat aan de soldaten meerdere vrijheid tot huwen vverd geschonken. Verder bestreed hij de vermindering van hel contingent als ontijdig. Hij noemde het in stand houden vail de keizerlijke garde noodzakelijk, bij wijze van reserve. De heer Pages vroeg, of iret het handhaven van de mobile garde een vermindering van het etTectief des legers zal gepaard gaan. llicrop antwoordde de minister out- kennend. De kumer heeft ten slotte het voorstel van de Kératry verworpen. Pestb, 23 Maart. De Deak-gezinde leden van da ecreie kamer hebben besloten aan de regeering een memorandum betreffende de hervorming der ka mer le overhandigen, dat de volgende hoofdpunten zal bevatten: 1°. allen die 31)1)11 gulden aan belas ting betalen, hebben gilling als Magnaten; 2°. de kroon benoemt één derde van de leden der kamer. Al de Wurtcmbergsehc iniuiators /ouden hun ontzag heb ben aangevrougd. Te Mulnng op .1 nvn hcmrlirn do pokken geweldig. Tn Sol ft nno ui tc- Snii Mnrtino zijn 8M0 geraamten van grautuvcldo «wldnton opgegmen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1870 | | pagina 3