t JSTD. Laatste Berichten. afwezig zijn. Ij..ouing der les- y.rlijkn. Vol- li Uponbanr On- jrnu de meisjes- lii'i van 50,000 1 herder en leeraar (int te Beuawoude. |r F ran lobe post- li d t Messageries lijn, voortaan van Suez. In »ati Marseille, 't Zaterdags ten net eerst op den T s ure 'a morgens mar Nederlandsch tehe pakketbooten uiterlijk tot Don- nsterdaui, enz. ter leeti man van de als de heer de lit. om los heen te |il misschien wel i wet is geen lang u er komt bij Jijdclheid in 't spel. |n en te wegen, |yke verantwoorde- leven te rekken, ■eze ivet nog eens besef mijner ver- bchure van vroeger, euooten, alsche schaamte, Vorst en de ver- Inover de wet en rantwoordelijklieid wet als weldadig k dan een persown- Jl inde, die wel eetts Instrijdige adviezen lift de heilige over- ertrouwen. (len wjj zien. aan de Bilt en kbracht. De hiin>'sl fo it 1800 per span. paarden aan de owel door Fransehe Itssehool te Botter- l'incoffs, voorzitter ine een overzicht gaf I, haar doel eu de rn. Nadat verschil- Ht min. v. binnenl. V voord, vereenigdeu Egden, waaronder de des konings in de der tweede kamer fde stalen, alsmede ld 'ehters der ver diner, in 't ge it geeft de volgende lt. lie dienen moet, om fen, en die fictione bederven. v Icm het uur geslagen puilen, maar die voor nerwerp bij de hand |mcnt gemankt? ooruiaar in den act station, of van ka .r liet Binnenhof. „Wat is het gevolg van een amendement? „Vraag eens aan uwe vrouw, aan uwe oudste dochter, aan uw nichtje, of aan iedere andere dame vau uwe familie, of het haar wel eens gebeurd is, dat zij een nieuw kleedje, dat zoo van de naaister kwam, heeft versierd met ecu fraai geborduurde strook? En hóe of die naaister op haar neus keek, en be weerde, niet altijd zonder grond, dat. die strook wel heel mooi en kunstig geborduurd was, maar volstrekt niet paste op het kleed dut men er haar werk mede verknoeid, en de éénheid van gednohte, die daarin heersebte, geheel en al verbroken hadin één woord, dat men haar kunstwerk wel veranderd, maar niet verbeterd, doch integendeel bedorven hnd. „Welnu, die strook is ook een amendement. „Gij ziet dus, wat het gevolg is.« De Groninger Courant bevat in een artikel over de begrooling van oorlog de volgende opmer king: „Overigens kan de dienst van den soldaat in menig opzicht worden verlicht. Hoe menigen kouden winternacht moet de arme milicien op schild wacht staan om iets te be.vaken dat niemand inde gedachte heeft om aan te vallen of te berooven. De krijgshaftige generaal of het vaandel bij den kolonel of de krijgskas bij den intendant loopen veel minder gevaar oin vermoord of weggeroofd te worden, dan de kostbare voorwerpen uit het maga zijn vau den juwelier, of de manufacturen bij den koopman, of de schellen ann de deuren der parti culieren." Te Arnhem waren in eene dezer dagen gehouden vergadering van de commissie, belast mei het onderzoek van den stand der arheidsloonen binnen die gemeente en do middelen tot verbetering, op verzoek der commissie, drie bestuursleden van de algemeene arbeidersvereenigiug Hoop op Gerech tigheid tegenwoordig. De heeren Potharst, Walraveu en Scheepers waren hiertoe gecommitteerd. De voor zitter deelde aan de bezoekers mede, lot «elk re sultaat liet onderzoek der commissie had geleid, en vroeg achtereenvolgens het gevoelen der handwerks lieden over de door de commissie aanbevolen gaar keukens, arbeiders-woningen en winkelvereenigingen. Een volksgaarkeuken in den eigenlijken zin des woords kwam hun niet wensehelijk voortegen eene inrichting tot verkrijging van warme spijzen tegen matigen prijs hadden zij geen bezwaar, maar meen den dat er weinig gebruik van zou worden gemaakt. Het bouwen van arbeiders-woningen zou, naar het oordeel der bezoekers, een weldaad zijn voor den handwerksman, wanneer hij daardoor uit de handen van woekeraars kan blijven vooral bet plan om goe ie woningen te bouwen tegen een huurprijs van 0.80 per week wordt door ben ondersteund. Al leen zouden zij liever zien dat liet hiertoe beuoo- digde kapitaal aan den werkman zeiven werd toe vertrouwd. Een plan om woningen te bouwen, die 1.60 in buur doen en waarvan de huurder na ongeveer 18 jaren eigenaar kan zijn, is volgens hunne mecning te ruim gesteld; zij zuilen nan de commissie een plau overleggen, waaruit blijkt, dat men in 10 jaren tijds zoodanig huisje vrij kan heb ben. Omtrent winkel-vereenigiiigeu waren de ge- voelens verdeeld twee van de bezoekers wnren daar tegen ill beginsel, één hunner keurde het beginsel goed. Doch wat de algemeene goedkeuring der handwerkslieden wegdroeg en waarvoor zij de commissie dank betuigden, was de erkenning dat de loonei! te laag zijn, terwijl de voorgestelde ver- booging van P/s cent P" u,lr 1,un T°'lloemle voor- kwam. De voorzitter der commissie deed een beroep op het bestuur der arbeiders-vereeniging. om vooral zijnen invloed te gebruiken om den werkman te herinneren, dat hij goed en ijverig moet werken voor goed en ijverig werk zal het loon niet achter blijven. Na het vertrek der bezoekers benoemde de commissie uit haar midden een vijftal leden om een rapport op te maken. Een blik op het vroeger gepubliceerde over zicht van de opbrengst der middelen over de mnand maart, afzonderlijk en vereenigd met de vorige maan den van 1870, is voldoende om ons te overtuigen, dat de schrale winterdagen voor de schiitkist voorbij zjjn. Wat januari en februari te kort gekomen zijn, heeft maart goedgemaakt. Deze maand heeft ruim 13'/s ton meer opgebracht dan het 1/12 van de raming over het volle jaar, waartoe zij gehouden was. Dit 1/12 is berekend op 6,008,000, de werkelijke opbrengst was bijna 7,360,000. Gelijk te verwachten was, hebben de directe be lastingen en bepaald de grondbelasting, waarvan nu de betaling over bet loopende jaar begonnen is, het meest tot deze goede uitkomst bijgedragen. Volgens de indeeling in maandelijke contribution moe-t de grondbelasting leveren 843,000. Zij heeft geleverd 1,856,000. Doch ook do andere belastingen geven blijK van ontwakend leven. De rrelitcn op den invoer gaven ruim 200,000 meer dan de raming, de aecijnsen ruim 100,000 meer, vooral ton gevolge van eene ruimere opbrengst van den suiker-acojjus. Een gevolg van deze gunstige wending in de laatste maand is, dat ook over het eerste kwartaal van 1870 da werkelijke opbrengst üagenocg even redig geworden is aan de raming. Deze laatste bedraagt voor drie maanden 18,025,000, de op brengst 17,767,000. Eene vergelijking van de cijfers van 1870 met de gelijkeoortigt van 1869 is in tule opzichten in het voordeel vau het loopende jaar. De opbrengst was In Maart 1869 6,979,000 In Maart 1870 7,760,000 380,000 meer). In Januari-Maart 1869 17,400,000 lu Januari-Maart 1870 17,767,000 367,000 meer). Tot dit hooger bedrag hebben tot nog: toe liet meest bijgedragen de aecijnsen (vooral die op de suiker), de indirecte belastingen (vooral het succes sierecht) en de posterijen. Bij de behandeling der zaak van Dirkje Veldhui zen iu de tweede knmer, omtrent weike onwettig ter dood veroordeelde (die haar leven alleen te dan ken bad aan de koninklijke gratie, die de doodstraf in tienjarige gevangenisstraf veranderde) eene daar toe benoemde commissie voorstelde, den minister van justitie in overweging te geven geheele kwijtschel ding vau straf aan den koning voor te dragen, motiveerde de Heer de Bbauw zijn tegenstemmen aldus „Mijnheer de voorzitter, ik betreur eveneens teu zeerste de begane dwaling. Doch dwalen is moge lijk, eu iedereen past op zich zeiven toe: errare humauum est." Die dwaling eischt herstel, en ik wil mij niet uitlaten over de wijze, waarop dit gedaan zal wor den; evenmin over de vraag, of de wijze waarop de Minister van Justitie heeft gemeend te moeten handelen, kan genoemd worden herstel van het ge pleegde onregt. Ik beoordeel die handeling mede niet, omdat al de omstandigheden der zaak vooral wat de persoon der veroordeelde aangaat, mij niet volledig genoeg bekend zijn. Maar ik wenscb op een ander punt te wijzen. De Commissie stelt in hare conclusie voor, den Minister in overweging te geven, om aan Zijne Majesteit voor te stellen Dirkje Veldhuizen te ont heffen van van al de gevolgen van het arrest van 26 Jnlij 1869". Ik zou in die ontheffing geen bezwnar vinden; maar is er geen bezwaar iu gelegen, om zoodnnigen raad aan den Minister van Justitie te geven? Licht in dien raad niet een antecedent voor andere ge vallen die minder sterk spreken, dnt aanleiding zou kunnen geven om, wanneer er geen gratie, of naar het oordeel vau sommigen geen voldoende gratie, verleend is, de vrienden des veroordeelden zich wendden tot de Vertegenwoordiging met het ver zoek: raad toch den Minister van Justitie aan om den Koning te adviseren om gratie, meerdere gratie, te verleeuen. Ik kom dus niet op de zaak zelf; ik keur het voorstel op zich zelf goed; maar het is, mijns inziens, niet raadzaam om dusdanig ante cedent te stellen. Het stelt de deur open voor een weg, die nt\j voorkomt minder goed te zijn. Ik wensch niet dat men gedreven door het sprekende van dit geval, medegesieept worde op een weg die voor het vervolg voor andere gevallen ook zou openstaan. Ik wil voor 's hands nog geen tegen voorstel doen, want ik wenschte gaarne te verne men wat de Commissie mede heeft te deelen, maar men zou kunnen aannemenmededeeling van het Verslag aan den Minister var. Justitie, en vorder kunnen volgen het 2de deel van het voorstel der Commissie. Als de Minister het Verslag ontvangt, kan hij beoordeele.n welke de motieven zijn die de Commissie aanvoert, en de Minister zal dan wel overwegen wat hem in deze te doen zal staan. In de vergadering van 2 April stelde de heer v. Goi.tstein voor terug te komen op een vroeger besluit (door den heer V. Lyndf.n uitgelokt) eu nog voor 't réces het wetsontwerp tot betrachting eener overeenkomst ten aanzien van de vissoherij in den Bgn, in de afdeelingen te onderzoeken. De heer DE BkaUW zeide bij die gelegenheid „Ik heb in de centrale nfdeeling het voorstel van den lieer v. Lïnden ondersteund cn wenseh de redenen op te geven waarom. Het komt mij voor, dat de behandeling vun deze zaak thans in de sec tiën, met het oog op de argumenten, die men er voor bfjbrcngt, doelloos zou zijn. Wij hebben heden 2 April en 'zouden het oütwerp de volgende week in de seetien moeten onderzoeken. Eene eenvoudige zaak is het niet, na hetgeen wij vroeger en thans er van gehoord hebben. Kr zal een voorloopig verslag komen eu een antwoord van de regering. In dien tijd is de tweede knmer op reces en de eerste ook. Zal nu de tweede kamer vóór Mei bijeenkomen om het ontwerp Ie behandelen Ik geloof het niet. Zal de eerste knmer er voor terug komen Mij dunkt evenmin. Waartoe zal de aan neming van het voorstel van den heer v. Goltstf.in dus dienen, vooral met het oog op het argument der ratificatie op 1 Mei aanstaande Ik geloof dat het beter is, dat de regering bij tijds wete dat zij zich hebbc te bekwamen om eeu uitstel van den termijn van ratificatie te verkrijgen. Dit is meer malen geschied, eu zal geen bezwaar opleveren. Wat de wellevendheid tegenover de vreemde mo gendheden betreft, wij mogen de behartiging vau de belangen van ons land, naar ons begrip, daaraan niet opofferen, wanneer er mogelijkheid is om dit te ontgaan. Rome, 13 April. In de algemeene congregatie van het concilie is gestemd over de ameudementen op het ontwerp der constitutio de fide. Daarna heb ben voor hel ontwerp in zijn geheel gestemd 515 bisschoppen, terwijl 83 slechts voorwaardelijk hunne stem er aan hebben gegeven. Er werden geeue stemmen tegen het outwerp uitgebracht. De volgende algemeene congregatie is vastgesteld op 19 dezer. Londen, 18 April. Het bericht betreffende den dood van Lopez, president der republiek Paraguay, wordt bevestigd. Hij had geweigerd zich over te geven en werd bij Aquitana in het gevecht gedood, waarna zijn leger werd gevangen genomen. Weenen, 13 April. Het officieel orgaan deelt de keizerlijke besluiten mede, waarbij aan de mi nisters hel gevraagd ontslag wordt verleend, en do heeren Giskra, Brestl en Herbst tot geheimraden worden benoemd. Graaf l'otocki treedt op als minister-presideu», tevens belast met de leiding van liet departement van landbouw, ltatf is benoemd tot minister van binnenl. zaken, tevens btiasl met de leiding van het departement van landsverdediging. Aan den hof raad Tschabuschung, benoemd tot minister van jus titie, wordt te gelijk de leiding vnn het ministerie vau eeredienst opgedragen. De heer Distier, chef eener sectie van financiën, is met de leiding vau dnt departement belast, terwijl de leiding van liet departement van koophandel is opgedragen aan den nfdeelings-ohef Deprelis. Parijs, 13 April. Men zegt dat de aftreding des heeren Dam, als minister van buiten!, zaken, zeker is. Men verzekert dat dientengevolge liet zen den eener nota naar Bome uitgesteld is. De politiek ton opzichte van het concilie Wordt nu afwachtend. Parijs 13 April. In het wetgevend lichaam heeft de heer Ollivier iu antwoord op eene Yriiag van den heer Lefcvre Pontalis, verklaard, dat nog niets bepaald is omtrent de bijeen roeping van het hooge hof van justitie, om uitspraak te doen over de zank van prins Murat, die indertijd zekeren Comte geslagen heelt. De minister voegde er hjj, dut Itjj hoopte, dat de zaak geschikt zal worden. In antwoord op eene interpellatie van tien heèr de Kératry over de wijze der benoeming van de maires, gaf de heer Ollivier te kennen, dat deze qinestie beslist zal worden door het wetgevend li chaam. De minister gaf vervolgens de kamer in overweging, uiteen te gaan tot na de stemming over het plebiscit, die den 1" of 8" Mei zal plaats hebben. De regeering stelt de kamer voor de zitting lot na dien tijd le verdagen, omdat zij gelooft, dat de meeste afgevaardigden te midden hunner kiezers verlangen te zijn op het oogenblik, dat de stem ming plaats heeft. De regeering heeft, uit achting voorde kamer, zelve de zitting niet willen verdagen. De lieer Jules Favrc antwoordde dat de reden, die de minister heeft opgegeven voor het wensehe- lijke dat de kamer uiteenga, onvoldoende is. Zoo de kamer het voorstel aanneemt, dan doet zij als 't ware afstand van haar recht hijeen te zijn in ge wichtige oogenblikken. De spreker gispte verder de handelingen vnn liet ministerie, dat veeleer dan de kamer een ontbinding te gemoet gaat- De heer Ollivier hernam, dat het ministerie allen mogelijkeu eerbied voor de rechten der knmer heeft. Het durft overigens voor de rust des lands bij de volkstemming instaan. Tiet plebiscit is een w-erk, dat een staat van zaken duurzaam zal grondvesten. De ministers zijn altijd trouwe dienaren van de vrijheid geweest. Zij nemen de verantwoordelijkheid voor hunne daden gaarne op zich. liet voorstel der verdaging is met 193 tegen 63 stemmen aangenomen. De zitting is daarop gesohorst. 4

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1870 | | pagina 3