Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
voornoemde
Is steeds
wijk C,
IKOMMNG
rtbode,
Pro Memorie.
1870. Woensdag, 20 April. jj? 882.
berich-
iRS- en
fOSTO-
M>k ecne
IJDE,
fES- en
•t MA3\-
»n kortst
|ardi{*en.
tc sortee-
1HEU-
E.NEM,
Iij de eer
iren
mm
De inzending van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave.
in.
5 uur van WIM-
EGYPTISCHE
enz. enz., big
i]nen, vervoegen
S. M. SAKS,
gewaakt, genie-
11870, des morgens
E n°. 16/17 in
overstaan van de
1ST, van:
10ERENDE GOE-
zroote party BE-
J iionderden WOL-
|T0REN, PETRO-
2 tot 6 ure te
Dame te Gouda
|Mei aanstaande in
pdooning gevraagd
keukenwerk kan
11-anco brieven en
|g schriften aan den
|A N, alhier.
De 4d0 alinea der agrarische wet is voorze
ker de belangrijkstedaarbij wordt de grond,
die de inlanders tot nu slechts in altijddurend
bezit hadden, aan hen onder zekere voorwaar
den in eigendom afgestaan. De toestand is dns
volstrekt niet nieuwzij bestond reeds eeuwen,
maar nog nimmer was zjj door een wet voor
geschreven en bjj haar juisten naameigendom
genoemd. Zjj berustte eenvoudig op de ge
woonte. Het bestaande wordt dus daarbjj een
voudig door de wet geregeld, en derhalve be
vestigd.
Het is bekend dat de heer v. Goltstein voor
stelde die alinea te doen vervallen, omdat naar
zjjne overtuiging de wettiging van den be-
staanden toestand te veel indruischt tegen 't
Javaan sche grondrecht. De heer BE Brauw
ondersteunde dat voorstel en sprak hetgeen in
n°. 868 dezer courant, afgedrukt is. Op den
voorgrond staat alweer, dat hij met groot ge
noegen den minister gehoord heeft; dat hij
hem op den tot nu toe betreden weg veilig
volgen kan en ten bewijze daarvan baalt bij
woorden van den minister aan, die deze be
zigde toen hij den heer Heemskerk Az. be
streed. 't Is dan alweer 't zelfdebij is 't
eens met zjjne politieke tegenstanders, oneens
met zijne politieke vrienden. Maar nu krijgt
bij weer een bezwaar." Die 4Jc alinea toch
komt hem wat al te kras voor. Daarover
moet hij toch eenige inlichting ontvangen.
Hjj zou zoo gaarne met den minister gaan,
maar als hjj geen bevredigende explicatie
krjjgt, zou hjj zeer geneigd zjjn met den
heer v. Goltstein te gaan. Maar als de mi
nister hem bevredigt, dan zou hjj toch noch
niet bevredigd zjjn, want dan zou er nog eenige
reserve bjj moeten zijn voor de rechten van
derdenook zou hjj gaarne zien dat verkoop
aan niet-iiilanders verboden werd maar dan
zou misschien 't belang der alinea voor menig
een verloren gaan. De afgevaardigde voor 't
district Gouda gevoelde zeker dat hij niet al
te duidelijk sprak, toen hjj zich in hoofdzaak
uitliet, zooals wij hier resumeerden. Althans
hjj voegde or aan toe, dat hij af zou wachten
of nadere verklaring nog noodig was. En
voldoende explicatie" verlangde hjj nu? Hij
wilde weten: welk belang met deze alinea ge
moeid is? »Een agrarisch belang? Ik zie
het niet in. Een ceconomiseh belang? Wordt
dan de Javaan in zjjn landbouw gehinderd, als
het woord eigendom niet in de wet staat?
Ja, indien gjj zjjne regteu niet eerbiedigt
neen, indien gjj ze wel eerbiedigt. En gjj eer
biedigt ze immers, daartoe strekken al uwe
wetsbepalingen. Ik moet dan ook vragen aan
den ministerter bevordering van welk belang
wilt gjj een woord in de wet zetten, dat
regtsverwarring zal doen ontstaan De
heer de Bra uw sehjjnt dus alleen op te komen
tegen 't woord eigendom; betgeen onder dat
woord verstaan wordt, heeft de Javaanmaar
het gebruik van 't woord zal vreest lij
tot regtsverwarr'ng aanleiding geven. Waar
toe dan dat woord?
De afgevaardigde wist zeer goed te antwoor
den op 't geen lijj vroeg. Hij wist evengoed
als ieder dat zoolang het woord niet gebezigd
werd, dat 't grootste recht uitdrukt, dat door
iemand op eenige zaak kan worden uitgeoefend
dat zoolang dat recht zelf nog niet als onwe-
derlegbaar kon worden aangenomen. Hjj wist
evengoed, als ieder ander dat het verschil tus-
schen de :ic en 4* alinea juist hierin gelegen
was, dat de gebruiker van den grond toch nooit
zoo gerust kan wezen op bestendiging van dat
gebruik, dan de eigenaar op bestendiging van
den eigendom.
Welke rechtsverwavring zou ontstaan blijkt
alweder niet. Het antwoord dat de heer de
Brauw ontving én van den minister èn van
een paar aiubtgenooten gaven op de door hem
gestelde vraag: welk belang eiseht het? een
voldoende explicatie", voor ieder althans die
voldaan kon wezen. Het eerste waarop het
aankomt sprak de minister is de behoefte
voor den inlander. Wanneer wij deze in ver
band beschouwen met de vorige alinea, zou men
theoretisch zeggen - de inlander, door de derde
alinea in zjjn gebruiksrecht beschermd, kan
eigendom ontberen. Doch de bljjken van be
geerte bjj den inlander naar eigendomsrecht zijn
onmiskenbaar. Er zjjn honderden kleine stuk
ken grond, van die welke door den gouverneur-
generaal mogen verkocht worden, in vollen
eigendom in handen van inlanders. Het is
voor den ontwikkelden inlander een ideaal om
een stuk grond in vollen eigendom te bezitten.
Wanneer nu de inlander in weerwil van zjjn
zoo beschermd gebruiksrecht, een eigendoms
bewijs begeert, welke reden zou er bestaan om
het te weigeren? Men kan niet aanvoeren,
dat de inlander geen begrip heeft van de waarde
van den grond, went hij zal er eerst om vra
gen wanneer hij van de waarde van grond
eigendom doordrongen is." Wil men dit
antwoord beknopter hebben, dan zouden we
zeggenHet algemeen belang eischt 't dus.
Sta de begeerten, de idealen van den Javaan
niet te veel in den wegvervul zjjne wenscben,
wanneer 't u mogelijk is. Onder de kamerle
den die op de vraag: welk belang eischt het?
een antwoord gaven, behoorde ook de heer
v. Houten. Hij toonde aan hoe in 't belang
van den landbouw deze alinea dringend nood
zakelijk was. De heer de Brauw had zich
een vriend van hervorming genoemd, ook in
lndië. Die hervorming zou toch wel daarin
moeten bestaan dat het monopolie dat door
den staat daar tot nu toe wordt uitgeoefend,
plaats maakt voor particuliere industrie. Java
moet mettertijd een land worden, even als een
ander land. De staatszorg moet zich daar
niet verder dan elders uitbreiden. De geheele
Indische maatschappjj verwacht en verlangt
dat. Vun die aanstaande hervorming bevat
deze alinea slechts de kiem, meer niet, Zoo
lang de gronden niet in eigendom, in niet op
gewoonte-recht maar op de wet gebaseerd
eigendom kunnen toebehooren aan particulie
ren, zoolang kan de particuliere industrie er
nimmer bloeien. Geef den Javaan dus het
eigendoms-recht, het komt hem toemaar be
schouw hem voorloopig nog als een onmon
dige en beperk zjjn recht om dat eigendom te
vervreemden. Al weder dus als antwoord op
de vraagwelk belang eischt het Het al
gemeen belang. Nadere verklaring achtte
de heer ue Brauw noodigalthans hjj hield
omdat hjj aangevallen was"(?) nog eene re
devoering (zie nü. 871 der courant). Wanneer
we alle bjjzaken vergeten en alleen op de
hoofdzaak letten, dan is deze laatste lang niet
de beste. Niet omdat daarin de homogeen-
verklaringen met den minister ontbreken, niet
GOUDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75,
franco per post 2.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 1—5 regels it 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderljjke Noiuiuers VIJF CENTEN.