Nieiiws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I
:ii
1870.
N°- 889.
BUITENLAND.
1H\
Afkondiging.
lLIOIV
SSEL.
'rljditg, 6
De inzending van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave.
AFKONDIGING.
ENGELAND.
dagen der
i 1.30 en
amid, ten
-d,
Kissinger
Pastilles
uit de zou
ten van de
IIakoczy te
Kimngen,
van voor-
treffelijke
werking te
gen traag-
|pi heid der
spijsvertee-
rings-orga
nen, be-
I bloedsgebrek,
t en scrophu-
Iip de zouten
ct. Dèpóts
p dtSte Rot-
fa.RZENDING.
hul gegrond op
mterd door de
«ii hanrmiddel
g heel afwijkend
oclene h aar mid-
voortreffelijke
versterking en
lienetbaar zijn,
ilezelve, houdt
uitwasemingen,
"zond, zet de
verouderde en
and opkleuren
tof bevat. Do
ir-Extraot bui-
i, welke allyd
lat hierin alle
zijn, die wel
ihrengen, doch
worden, door
sving van stof
is daarvan een
ksaan wijzing a
da.
ag 's morgens
norg. 7 uren.
dagen 'snam.
I,
GOUDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is 1,75,
franco per post 2.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels it 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nummers VIJF CENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Goudagezien het besluit van deu Heer Commis
saris des Konings iu de proviucie Zuid-Holland,
van den 23» April 1870, A N°. se2s/i. 8C Afd.
(Ffov. blad n°. 4UJ betreffende de beschrijving voor
de personele belasting, dienstjaar 1870/;i doen te weten:
1°. Dat de ontvanger der directe belastingen,
aan de woningen der ingezetenen, op den 6° Mei
nanstaaude en volgende dagen ter invulling zal doen
bezorgen een bescbryvingsbiljet, inhoudende eene
korte schels van de grondslagen der voornoemde be
lasting, hetwelk, acht dagen nu de uitreiking, uoor
of van wege dien Ontvanger zal worden afgehaald,
terwijl zy, welke by de besohrtjving geen biljet
railleu hebben ontvangen, gehouden zijn cm de ver-
eischte behoorlyk ingevulde verklaringen vóór of
uiterlijk op den 31° Mei in te dienen, ten kantore
des Ontvangers, alwaar de biljetten ter invulling
steeds verkrijgbaar zullen zijn.
2°. Dat tot tegeuschatters zijn aangesteld de
.leeren
W. van BEMMEL,
A. van GENT,
P. M. ROOSENDAAL en
G. A. OUDIJK.
Wordende de belanghebbenden voorts in het bij
zonder aandachtig gemaakt op de wijzigingen welke
bij de wet vau 9 April 1869 (Staatsblad n2. 59)
iu de wet vau 29 Maart 1833 (Staatsblad u°. 4)
zijn gebragt, als
<i. aan art. 17 der wet van 1833 i» toegevoegd
dt volgende bepaling
«Wegens vrouwelyke dienstboden, die op den
«1" Mei des jaars, waarover de belasting loopt, ouder
dan 18 en jonger dan 21 jaren zijn, bedrrngt «Ie
«belasting 5,00 zonder "passing van het opklim-
«mend tarief.»
i. artt. 19 lett. g en k, dier wet, aangevuld by
art. 10 der wet van 1843, wordt gelezen als volgt
«Dienst- en werkboden in gebouwen, iustelliugeu,
«gestichten of inrigtingen, vermeld onder lilt. eend
«van artt. 5 2, voor zooveel zij geene belastbare
«diensten verrigten, regtstreeks teu ueboeve van hen,
«die aldaar in eeuige betrekking of als leden wet'K-
zaait) zijn.»
«De eenige vrouwelyke bediende, overigens naar
«de eerste, derde of vierde klasse belastbaur, iu
«dienst van den belastiugpligtige, welke geene undere
«bedienden houdt en vier of meer eigen of uange-
«huwde kinderen, kindskiudereu, of pupillen bij
«zich beeft inwonen, die op den 1" Mei des jaars,
«waarover de beiastiug loopt, jonger dan 21 ja-
«ren zijn.»
c. De twee eerste paragraphen van art. 27 der
wet van 1833 zijn gewyzigd als volgt:
1. Die na den 15° Mei een perceel in gebruik
neemt, is voor dit perceel de belasting naar de vier
eerste grondslagen voor den tijd des dienstjuars, die
dan nog over ia, verschuldigd.
2. Aan deu belastiugpligtige, die in den loop
des dienstjuars een perceel verlaat, zonder daarin
eenige roerende goederen of iemand in zijne dienst
achter te laten, wordt ontheffing verlccud van zijn
aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den
tijd des dienstjuars, die dan nog over is, indien
daarvan door hem, binnen den tijd van eene maand,
volgende op die waarin hij het perceel verliet, tegen
bewijs, schriftelijk aangifte is gedaan ten kantore
des ontvangers, op eeu aldaar kosteloos verkrijg
baar biljet.
„De ontheffing wordt ook verleend over het drie-
„maaodelijksch tijdvak waarin het perceel werd ver-
vlaten, indien de belastiugpligtige daarna, doch in
„den loop van datzelfde tijdvak een ander perceel,
„waarvoor hy belastingpligtig is, in gebruik neemt.
„Bij overlijden vnn den belastingpligtige treden
„zijne erfgenamen in dezelfde regten en verpligtingen.
„De aangiften, volgens het eerste eu derde lid
„ingediend, worden als gewone bezwaarschriften aan-
„gemerkt en behandeld.»
d. Aan 1 van art. 23 der bovengenoemde wet
van 1833 zijn de navolgende bepalingen toegevoegd
„Ten aanzien van den eersten grondslag kunnen,
„behalve de jnarlyksohe onzuivere huurwaarde, ook
„maand- of weekhuren worden aangegeven. Andere
„aangiften worden aangemerkt als niet gedaan.
„Voor zoover de belastingpligtige de aangegeven
„maand- of weekhuren niet zelf tot jaarhuren heeft
„herleid, wordt de eerste door vermenigvuldiging
„met tien en de (natste door vermenigvuldiging met
„drie en dertig tot jaarhuur herleid en, alzoo her-
„leid, nis de aangegeven janrhjksche onzuivere huur
waarde aangemerkt.»
Gouda, den 27» April 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DPOOGhEEVER KORTUIJN. van BERGEN IJZEN'DOORN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda; gezien het besluit van den Heer Commis
saris des l.'onings in de provincie Zuid-Holland van
deu 23» April 1870, A, u°. M"/, 3» afd. (Prov.
blad n°. 42;, betreffende de beschrijving voor het
Fnlentregl over 1870, (dat is van den l» Mei 1870
tot deu 30" April 1871), brengen ter kennis van
de ingezetenen:
1°. Dat op den 2° Mei aanstaande een aanvang zal
worden gemaakt net de beschrijving der patentpligü-
gen (Tabel 14, u°. 37 tot 40), zijnde de slijters, tappers,
koffijhuis-, kroeghouders enz., eu met het rondbren
gen aan de huizen van de decluratuirendie na ver
loop vun drie dagen van wege den ontvanger der
Directe Belastingen, weder zullen worden afgehaald,
waarbij gemelde vatentpligtigen worden herinnerd
aan de bepalingen vau art. 2 der wet van den 24"
April 1843 (Staat,Had n°. 16), dat zij hun beroep
niet mogen uitoefenen, dan undat zij de helft van
hunnen aanslag over het diensljuar 1870 hebben
voldaan, en nadat het verschuldigde over het voor
gaande jaar, ten volle zal zijn aangezuiverd, waar
van zal moeten blijken, alvorens de patent-aoteu
aan ben zullen kunnen worden afgegeven. Dat
zoo spoedig mogelijk hunne aanslagbiljetten zullen
worden bezorgd, de patent-noten in gereedheid ge
bragt en het tijdstip bekend gemankt, waarop die
zullen worden uitgereikt.
2°. Dat met de beschrijving van de gewone
patentpligtigen over deu jure 1870 begonnen zal worden
den 6" Mei aanstaande, eu dat de verklaringen uau
de huizen der ingezetenen zullen roudgebrngt wor
den j terwijl de weder inzameling dier verklaringen
ip den achtsten dag, nadat zij zijn uitgegeven, be-
>ort plaats te hebben, op welke verklaring die
Kooplieden of winkeliers, welke buskruid willeu ver-
koopeu of vuurwerken maken, zulks zullen moeteu
vermelden, ten eiude dit op hun patent uitgedrukt
worde, hen hierbij herinnerende aan art. 21 der
wet van den 26» Jauunri 1815 (Staatsblad u°. 7),
luidende: „Kooplieden of Winkeliers, in steden,
plaatsen of leu platten lande, welke buskruid willen
verkoopeu of vuurwerken maken, zullen deze nering
niet vermogen le doen, noch dit beroep uitoefenen,
zonder dat zulks iu hun patent worde uitgedrukt,
op de boete van 500, enz." Ook zullen diegenen,
welke hunne goederen of waren tevens op de wijze
der kramers verkoopen, gehouden zijn op hunne
verklaringen daarvan melding te maken, en zich
deswege aan te geven, onverschillig of dit alleen
in de gemeente hunner woning, dau elders plaats
heeft.
3°. Dat de registers der patentpligtigen zullen
worden geslolen den 31° Mei aanslaande; wordende
wijders de belanghebbenden verwezen naar de bepa
lingen vnn artt. 18 en 37 der wet van den 21
Mei 1819 (Staatsblad n°. 34) handelende zoo van
de verpligting vun heu, welke bij de algetneenc
beschrijving zijn overgeslagen, als van de boeten
tegen liet verzuim van en gebreken iu aangifte zelve
te verbeuren.
4°. Dat de eigenaars, vrste huurders of andere
vaste gebruikers vau biiinen-vnartuigeii zich ter be-
komitig van Patent, zaileu moeten aangeven op het
raadhuis dezer gemeente, ten burtele van II. 11. zet
ters, medebrengende hunnen meetbrief en hun pulent
van het vorige jaar, eu zulks vau den 1° tot den
15» Mei 1870. (De Zon- en feestdagen uitgezonderd).
5°. Dat de kramers, aihier niet gedomicilieerde
ondernemers van vermakelijkheden en debitauten vnn
loterijbriefjes die beroepen niet vermogen uit te oefe
nen, alvorens lier verschuldigde patentregl le heb
ben voldaanzij zullen zich tol het doen hunner
aangifte almede ten bureele vau H.H. zetters moeten
vervoegenwordeude de kermis- en marklbezoekende
patentpligtigen herinnerd, dat de marktmeester hen
niet vermag toe te laten, hetzij met of zonder lood
sen, tenten, kramen of stnllen, wanneer zij niet vau
pntent-aeten voorzien zijn.
Gouda, den 27» April 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DROOGI.EEVER KORTUIJN. van BERGEN 1.1 ZEN DOORN.
Het lagerhuis heeft Dinsdag op voorstel van den
beer Gladstone besloten tot de benoeming eener com
missie tot onderzoek der wetten betreffende de
kloosters en hunne inkomsten.
De jongste verkiezings.-trij 1 in Southwark is
den gevullen candidate» duur (e staan gekomen.
De heer Labouchere, die zich tijilig terugtrok, heeft
800, de heer Odger 1,700, eu sir S. IIWa-
terlow 4,770 onkosten gemaakt, Dut aioct bard
geld wezen!
s V