frSiv V V»S*' V?' Ta***» 2. &Skïï*i>» I I S;v- BP A I "ïJtl" ,(1s:fn' ■TlSijreir 'i* e1? OWglBUi j*Sm 1,1 "sjj vijand, die steeds dicpor en dieper doordringt in 't land en die door niets te stuiten schijnt. Dour Fransclie dagbladcorrespondenten van den eersten rang wordt de l'ruisische armee reeds verre verheven boven de Fransclie. „Wij zijn twintig jaar bij hen ten achteren» schreel er een. Moedeloos schijnt men overigens in Frankrijk nóg niet te worden. Hoe dieper ze indringen, hoe min der er zullen tcrilgkeercn, is een vrij algemeen volks gevoelen, dat echter niets meer bewijst, dan dat do schrik er nog niet aan 't hart is geslagen. Men is ook vrij eensgezind in het handelen, hut-wel de woor denwisselingen van tijd tot tijd vrij liefiig zijn. In een der voorsleden echter van Parijs, l.a Villette, zijn echter' gisteren pogingen gedaan om de rust te verstoren. Tachtig met dolken en revolvers gewa pende lieden vielen den post pompiers bij de ka zerne aan. Twee pc-ipie- en dr;- ageu'or v<> j» litie werden gewond een agent van politie werd gedood. De onlusten werden met de ijverige hulp der bevolking onderdrukt. Een vijftigtal pers men werden gearresteerd het volk wilde hen te Itjf. Men gelooft dat de onlusten door Pruisen aange stookt werden. In de laatste dagen was er overigens niet veel van gewicht voorgevallen, hier en daar eeuige scher mutselingen. De groote slag waarover nu reeds een dag of tien gesproken wordt als ecne gebeurte nis van elk oogenhlik schijnt nog niet geleverd, want eene vergelijking van 't lieden ontvangen be richt met het telegram, dat 't eerst de overwinning bij Worth bekend mankte, doet vermoeden, dat door de Pruisen zelf aan de heden behaalde overwinning minder gewicht wordt gehecht en dat dus ook heden de beslissende slag nog niet geslagen is. Dit is zeker, vooralsnog wil men in Frankrijk van geen vrede wetenen dus is 't vooruitzicht daarop weder ge heel verdwenen. Uit de Oostzee zijn geene berichten gekomen die de tijding van een zeegevecht bevestigen. liet Fransclie eskader is te Kiel, de geheele kust is ge blokkeerd. Eene landing moet echter zeer moeilijk zijn. De blokkade strekt zich uit over de Elbe, den Eider, de Weser e:i de Jahde. Men is er te Parijs werkelijk toe overgegaan om de D'uitschers die aldaar woonden te verdrijven. Verscheidene honderden, meestal tot de huudwerks- klasse bchoorende, kwamen te Keulen aan. De ha- telijkhedet hunner Parijsche broeders waren 'l voor al die hen tot de afreis noopten. Duiischluiid zal dit voorbeeld niet volgen, „In het bewustzijn zijner waardigheid en eer" zegt de Staats-Ameiger zal liet deze gewelddaad niet wreken aan de rustig onder hen levende burgers van Frankrijk. Langzamerhand worden de akelige bij/onderheden bekend Vau de moorddadige gevechten, die reeds geleverd zijn; het hart krimpt weg bij 't vernemen van al die ellende; doch te midden daarvan ver heft zich de banier vim 't roode kruis bemoedigend, als de eerste trede wellicht op den weg naar een ulgemeene vredebond. FRANKRUK. Eene ontzettende bijzonderheid wordt thans uit den slag by Reiclishofen (Woerth) bekend. Terwijl de slag 't hevigst woedde, zond de maarschalk eene telegrafische depêche aan generaal de Failly om hem te gelasten, twee division naar Lambacli te zenden, ten einde het Pruisische leger in den rug aan te tasten. Die beweging zou de overwinning zijn ge weest. De telegraaf schreef „Hansbaeh», dut in eene tegenovergestelde richting ligt; daarheen snelden do twee divisiën van de Failly, maar vonden nie mand op dat terrein. Volk en wetgevend lichaam houden zich rus tig. Itaspuil en Girnult hebben aangedrongen op de invrijheidstelling van Rochefort, ea nu en dan heft het volk kreten aan ter zyner eer, maar voor 't oogenhlik laat zioh daar niets revolutionairs uit afleiden. In een bedaard ariikel dringt Jules Ri chard van de Figaro er op aan oin niet meer „leve Rochefort!" te roepen, aangezien de persoon in qtueslie nog generaal, noch wapensmid, noch admi nistrateur is, maar alleen een aardige, geestige jon gen, ilie het zeer zou betreuren, wanneer hij wist dnt het aanroepen van zijn naam de overwinning der Fransclie wapenen in den weg stond. Zoo lang die kretin nog klinken zegt Richard moeten de troepen, die anders aan de grenzen goede diensten zouden kunnen doen, Ie Parijs big ven. Niemand leve op 't oogenhlik dan alleen Frankrijk. Later, dut is sterk voor Figaro later zullen we misschien liet recht hebben om te roepen: leve de vrijheid Een oorrespondent van the Times die het ge vecht bij Saarbriick he»ft bijgewoond, geeft daarvnn een verhaal, waaraan wij liet volgende ontleenen. Van den top des heuvels, vanwaar wij het slag veld gadesloegen, begonnen wij te zien hoe dc be volkingen zich redden langs de landwegen in de richting vau Mctz, Wij kwamen tot het besluit om hetzelfde te doen, maar daar ik (les morgeus in dc herberg te Forbach een klein valies, waarin zich eenigc goede landkaarten en and ie voor mij waarde hebbende voorwerpen bevonden, had achtergelaten, daalde ilc in gezelschap vuil mijn bediende ca van mijn gids den heuvel af tot iu het dorp. Nauwlijks bevonden wij ons daar ol wy zagen ons bedreigd door de kogels der Pruisen. Hunne bommen spron gen boven onze hoofden, en het gefluit hunner ge weerkogels rond onze ooreu deed ons eenigszins ze nuwachtig tut 11. Soldateu, boeren, vrouwen eu kindereu, alles vluchtte, waartoe wij ook overgingeu ik over trof dien dag in'y zelveu in vlugheid. Wat ik trouwens gedurende geheel myri leven niet vergeten zal, waren de tooneeleu van grenzen- looze wanhoop eu ellende te midden dier overal in vr-bij- er- - wsgrluaht*11*1" iwvo'^'e Ik hoop Jat ik iels detgelijks nooit meer zal aanschouwen. Mue llers zag ik die hare kindereu hadden verloren en in naam looze wanhoop lieu zochten en bij den naam riepen; arme oude vrouwen en grijsaards zag ik met de uiterste moeite zich voorlsleepen, biloden met eeuige voorwerpen van hun huiselijken haard waaraan zij de meeste waarde hechten zwijgend zag ik ben den weg langs strompelen hun zwygrt, was dat vau den leeftijd, welke zich over geeue smart meer heeft te verwonderen; ik zag kinderen naast hunne ouders medeloupen, onbewust wat al die beweging en die radeloo/e vlucht bcleekeudeu zij droegen in hunne armen hondeu of katten, metgezellen bij hunne kinderspelen ik zag mannen die hunne vrouwen en kinderen ondersteunden eu hen moed inspraken. En zoo bewoog die menigte zich te midden der avondschemering voort ouder het uiten van klachten of vloeken, of aanroepingen van God en de heilige maagd. De taal is te arm om al het verschrikke lijke van deze vluchtende menigte te sehetsen. in dien dc wereld die tooneeleu had kunnen aanschou wen, liet zou dpn oorlog voortaan onmogelijk hebben gemaakt. De nationale trots, het zoo prikkelbaar eergevoel eener natie, prikkelbaarder dan dal van Don Quijote, de woedende ambitie van koningen en keizers: dal alles zou verdwijnen bij de herinnering aan al deze gruwelen en ellende. De aanwezigheid va» troepen in Parijs vindt strenge afkeuring. Zoo schrijft de Siècle: „Parijs heeft zeer goed zichzelf bewaakt gedurende drie maanden in 1848, en nam zelf zijn pol it ie-dienst waar. In de ernstige omstandigheden, waarin wg verkeeren, zou Parijs op nieuw zelf voor de hand having der orde kunnen waken. „l)e vyuiul is in Frankrijk; wat doen dan te Parijs de itti.ÖOO ma» troepen, die men er houdt; wal doen er de aelit duizend sergents de ville, bijna allen oud-solduten? Is hun plaats niet tegeu- over de|i vijand „Men laat onze jolige mobiele gardes uit Parijs vertrekken, om hen naar CbiUons te zenden. Waar om laat uien le Parijs geoefende troepen en sergents de ville, w ier tegenwoordigheid noodzakelijk, onver mijdelijk misschien is tegenover den vijand f Eene dame, mevr. Atidtó Léo, heeft over hetzelfde onderwerp een schrijven gericht aan den Siècle. iiSui mjj toe zegt zij u eene vraag te doen, of liever openbaarheid te geven nan eene vraag, die op dit oogenblik te Parijs een groot aantal vrouwen en moeders tot elkaar richten, onder den indruk eener smartelijke verwondering. Waarom roept men mariniers te Parijs? waarom houdt men er vreemde troepen, terwijl men de mobiele gardes verwijdert van hunne haardstellen, die zij niet zoo veel hart en energie zouden hebben verdedigd? „Daarin ligt iets vreemds, dat wij niet kunnen begrijpen, lloel liet gevoel, den menscli het meest ingeschapen, dat wat zijn moed bet meest scherpt, is dc liefde voor zijn gezin en voor zijn huiselijken haard; en men verwijdert onze broeders ea onze zonen vau huu natuurlijk terrein van handelen, om lieu hier tc vervangen door troepen, reeds gediscip lineerd en krijgsvuardig, die aan de grenzen zoo nuttig zouden zijn I Hier konden onze mobiele gar des in hunne gezinnen blijvende uitgaveu zouden minder zijn er zijn genoeg oude officieren en sol daten te Parijs, die hen op het Champ de Mars konden instrueeren; en evenwel verkiest men hen in te lijven bij het leger, zonder voldoende instruc tie, gedrukt onder de smart van liet afscheid, ter wijl hier, bij hunne gezinnen, bun geestkracht zou zgn verdubbeld. Over dit alles verwondert men zieli zeer onder de mindere volksklasse. Terecht of ten onrechte meent men in deze zonderlinge han delwijze eene treffende overeenkomst te zien met de fouten eu onhandigheden, anti de grenzen begaan, en met huivering vraagt het volk zich af, aan welke handen ons lol is toevertrouwd." Naar aanleiding der brieven van de prinsen van Orleans beeft de lïherté het volgend artikel onder't opschrift„geen verbnnningswetten meer!" liet is geen oproerige kreet, dien wij thans wil len doen hooren. Neen, geen enkel twijfelachtig gevoel leidt onzö gedachten. Wat ons beheersebt, betuigen wij in alle oprecht heidhet is de liefde voor de rechtvaardigheid, 't is de liefde voor de eer, 't is de liefde voor 't land. De vijund, een verschrikkelijke vyand bedreigt ons. De zonen van Frankrijk, van het schoone en dap pere Frankrijk, laten zich allen als vrijwilligers in schrijven eu suellen het gevaar tegemoet. Itdcr wil deelnemen nan tie verdediging ran den vaderland- schcn grond, bezoedeld door den voet vnn den Pruis. Ieder wil roemrijk deel hebben aan de lauweren op den dag der victorie; ja, van de victorie! Eene gedachte bezielt ons allen: Het behoud des lands. Nergens vindt men meor een geregelden gang van zaken. De handel slaat stil; de werkplaatsen I-'11:" tl - ~?el ke i. „tlaten; dc bankbiljetten zijn een wetlig betaalmiddel gewor den vooreerst geen protest, geen vervaldag van wisselbrieven; de lichting van liet volk in massa is bevolen. De zoon is aan de moeder ontnomende man verlaat de echtelijke woning om de grenzen le dekken. Alles is van zijne plaats in deze groote mucbine, welke men de „maatschappij" noemt. Alles ligt verbrijzeld, alles is veranderd I alles behalve de verbanning. Ach, wij ontzetten op de gedachte, dat landgenoo- ten, dat burgers, die door eene wreede wet van Frankrijk verwyderd zijn, vergeefs aanzoek doen, vergeefs stneeken om voor de zegepraal der gemeen schappelijke zaak hun bloed, met dat hunner broe ders, in één stroom te mogen vermengen. „liet zijn prinseu," zegt ge. Zij antwoorden Ut „wg zgn Franschen." Zij verzekeren u dat hun lgden, even 'als het uwe, onduldbaar is, un zij het land, dut hen zag geboren worden, dat hen zag opgroeien, door den vreemdeling geschonden is, het land waar zij van kindsbeen af op deu weg der eer zijn geleid. Zij willen strijden, even als gij; zij willeu of aan uwe zyde overwiuueu, of in bet verdedigen van de Fransclie banier, even als gij, op het slagveld sterven. Ziedaar wat zy u vragen, wat zij nederig vragen aan dim Keizer. Twee ën twintig jaren hebben zg gewacht, om dat woord neer te schrijven! Maar het gevaar des vaderlands heeft alle andere gevoelens bij hen tot zwijgen gebracht. Het beeft hun trots gebroken. Hoor hen thans smceken, lees hunne verloederende, hartroerende brieven; lees ze, eu zeg dun of zij geschreven zijn door samenzweerders. Meu sta ons toe, ouze zwakke stem te voegen bij die van deu grooteu redenaar iierryer eu, als hg, uit le roepen: „In alle eerlijkheid en goede trouw, met de warme overtuiging van het geweten"-—en wij voe gen er bij: „in naam der vrgheid» „geen ver- bunuingswelteii meer f" De heer E. About, die nis verslaggever van le Soir naar het oorlogstootiecl is vertrokken, is sedert verscheidene dagen vermist. Wg zgn ten zijnen aanzien zegt genoemd blad in de grootste ongerustheid. Mevrouw About is 's avonds van den Uilen dezer met hare kinderen uit Nantjy te Parjjs teruggekeerd, eu beeft ook geen enkele lijding van haren echtgenoot ontvangen. De heer Jesiezerski, verslaggever van de Opinion Nationale, is op het oorlogstooneel gedood. De heer Chabrillat, van den Figaro, ontving drie bajonetsteken eu zou ge dood zgn, indien de hertog van Cobutg niet tijdig tussclien beiden ware gekomen. Het Journal de Brucella verzekert dat de Keizerlijke Pruis liet hoofdkwartier vuu het Fran sclie leger niet verlaten heeft. Wat (le Loiidensche depêche betreft, volgens welke de jeugdige Prins nu ir Engeland zou zijn vertrokken, het blad noemt huur een grof verzinsel, dal zelfs de verdienste niet heelt v.-.n waarschijnlijk te zijn. Naar men verzekert, zegt Figaro, is de graaf vau Oliambord sedert twee dagen te Zurich, en voornemens zich onder de Eransche vanen te scha ren, zoo zij onverhoopt een nieuwe nederlaag mochten lijden. Het denkbeeld van als Pretendent terug te keeren is verre van hem zelfs zou hij allen schijn van vooriiigenomeiidheid met eene partij zorg vuldig op deu achtergrond gesteld hebben en vast besloten zijn wederom naar Erohsdorlf terug te kee ren, zoodra de oorlog roemrijk voor Frankrgk ge ëindigd zou zijn. Zoo luidt ten minste een brief, door den graaf aan een zijner aanhangers geschreven. DUITSCHLAND. De RijnprovinoiCn leveren tegenwoordig een indruk wekkend tounccl, l)c orde en snelheid, waarmede (uitzettende troepen-massa's hunne pluats innemen, m*1* is*" it#w „IlV,f f v* J,;, Ju®"' jgtfltl w Ai II»,:1 «I Ia wwj' uitlui"1 „miÜhN r t.i m to"" «na ie mm Jö j - ikta lulmiaaante1,11 lal wiMJl pt ak|m' klWlnik Ii'tp'tlttm» Ij mnd wpt, blhl- itUn t« hititit ml' lain oitiptah«pkt tt «tit'iiftliWin«5t Lei' Nlkltn tl tuittt: e ne into ipiattlijl sta aft z i.f ae «rik winw,i)i tr sa H foto it ym 1 ••W h «uit», j 1 al «Wit, va iiri »tim,iji k b pi M pttó' n Wist lust ai nmhfiji 'satVd l -Vit

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1870 | | pagina 2