IFVRÖUW,
Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
9
1870.
N°- 936.
BUITENLAND.
ensciag
king enz.
EN
I erloting,
t (1IJSSÉL-
Woensdag, 24 Augustus.
1
De inzending van advertentien kan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave.
aarden- en Koemarkt
'en, van PAARDEN,
TUIGEN enz., be-
n van 15,000 Loten
Lot. Op iedere 10
i men zich voor aan
3 met 2 Paarden.
1 Paard.
Rijtuigen.
(ld op de Aanplakbil-
D< t franco brieven, te
is der Commissie.
De Commissie,
URED1US, Pres.
(HIES ROBBÉ, Sccr.
ij een talrjjk gezin in
TER, eene
de Kinderen, de drooge
.e kunnen omgaan,
litgever dezer Courant.
<1 zijn aan den insol-
H. H. RANSHUIJ-
alhier, worden ver
ste betaling te doen
door de Arr. Reftht-
van dien boedel belast.
DROOGLEEVER.
C 187.
ïg van den Geheimen
n de medicijnen Dr.
n de STOLLWERCK-
sedert 30 jaren als
bjj hoesten, heesch-
ibbel- en chronische
n bevonden. Dezelven
gbaar.
en Dinsdag 's morgens
ugen 's morg. 7 uren.
uur.
i gelijke dagen 'snam,
h 5 uren.
i kaarten,
G0UDSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is 1.75,
franco per post 2.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels ii 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Maandagavond. Langzamerhand begint men Ie
Parya ook te gelooven aan de overwinningen der
Duilscliers in de vorige week. Van Bazaiue werd
in de beide laatste dagen niets vernomen, terwijl
de buitenlandsche, en vooral de Engelsche bladen
de ongerustheid te Parijs zeer hebben vermeerderd.
Men bereidt zich aldaar op het ergste voor en in
verbroedering der partijen ziet men 't eenig redmid
del van algebeelen ondergang. Van de keizerlijke
familie neemt bijna niemand eeuige notitie meer.
Thiers is meer populair dan ooitaltijd voor zoover
in zulke tijden een burger populair kan zijn. De
gouverneur van Parijs, Trochu, heeft door zijn raerk-
waardigen brief aar. Ie Tempsdieu men onder Frank
rijk vindt, aller harten voor zich gewonnen en zoo
men zijn flinke, mannelijke taal heeft gelezen, kan
dit uiel vprwonderen en 'teenige wat wellicht ver
bazing kan wekken is dat een zoo hooggeplaatst
ambtenaar al de schuld van 't gebeurde werpt op
den keizer, die hem di<n hoogen rang heeft verleend.
Van 't oorlogstooneel weinig nieuws, en dat weinige
alleen van Duitsehe zijde, want terwijl de telegra
fische gemeenschap tussclien het Fratische leger en
Parijs verbroken is, zijn de telegraaf- en spoorweg
diensten tusschen het Pruisische hoofdkwartier eu
Berlijn in de beste orde. De Duitsehe troepen zijn
bezig met een spoorweg bij Metz aan te leggen, ge
deeltelijk in een halven cirkel om de plaats heen;
ten einde reeds vóór de inneming van Metz den
spoorweg vuil daar naar Parijs te kunnen gebruiken.
De troepen zijn tevens bezig met den spoorweg
van Nancy naar Commercy te repareeren.
De mededeeling van Pulikao dat 't regiment ku-
rassiersHismRrck vernietigd was, «elke mededeeling
door 't wetgevend lichaam luide toegejuicht werd,
wordt tegengesproken. Dat regiment is den i4" niet
in 't gevecht geweestdoch (ie beide zonen van
Bismarck moeten gewond zijn.
De diplomaten zijn weder druk in de weer om
dezen verdelgingsoorlog men berekent 'l aantal
Duitsehe dooden en gekweta'en reeds op 40,000 en
dat der Franecben op 50,000 te doen eindigen;
doeh er is weinig staat te maken op 'tgeen daarvan uit
lekt. Het schijnt dat de groote mogendheden zul
len tusscheu beiden treden, als Parijs ernstig be
dreigd wordt. De lierlijnscbe correspondent van
de Times zegt zelfs, dat het Britscbe kabinet inmid
dels tracht de vorming van den Elzas en Lotharingen
tot een neutralen staat te begunstigen, maar dat die
combinatie vermoedelijk bij Duitsohland geen bijval
zal vinden en evenmin bij Italië, hetwelk door een
alliantie-traclaat met Frankrijk verbonden is. Doch
daar staat tegenover dat Victoria aan Eugenie moet
verklaard hebben tot haar leedwezeu tot geene be
middeling in staat te zijn.
F R A N K R IJ K.
In de zitting van liet wetgevend lichaam heeft
de heer l'alikao Zaterdag gezegd: dat de Pruisen
het gerucht in omloop hebben gebracht, (lat zijden
l8den groole voordcelen hebben behaald op onze
troepen. Ik constateer sprak de minister dat
de Pruisen, die Bazaine hebben anngevallea, integen
deel teruggeworpen zijn.
Voorts verzekerde de minister, dat het comité van
defensie voor l'arys yverig in de weer is. Het
gouvernement koestert niet de minste bezorgdheid;
binnen den korten tijd zal alles in den besten staat
zijn. (Beweging; algemeene goedkeuring.)
De Minister van binnenlandsclie zaken constateert,
dat den 26 Aug. de garde nationale 80,000 wa
penen ter beschikking zal hebben.
Talrijke benden wilde zwijnen en wolven, door
het geweervuur en het geschut van VVoerlh en Saar-
briieken uit de bossullen van Lotharingen en den
Elzas verjaagd, zijn thans in de Ardennen versche
nen. Du wilde dieren vluchten verschrikt voor den
wreedaardigen oorlog. Men heeft op verschillende
plaatsen klopjachten ingericht. In één keer werden
15 wilde zwijnen gedood.
Toen de generaal Trochu, bel opperbevelheb
bers.'hap van het leger te Parijs annvnardende, eene
proclamatie had uitgevaardigd, verlangde de Temps
opheldering van hem nopens eeuige in dat stuk
voorkomende zinsneden. De generaal heeft thans
in een brief aan den Temps daarop geantwoord. Die
brief luidt als volgt
«Gij hebt met eene welwillendheid, waarvoor ik
u, mijn dank beu.ig, de proclamatie beoordeeld,
welke mij, onmiddellijk na mijne terugkomst uit het
leger, de gelegenheid beeft verschaft om mij in be
trekking te stellen met de bevolking van -Parijs.
Maar gij schijnt opheldering te verlangen nopens de
volgende zinsneden
«Ik doe een beroep op de mannen van nlle par
tijen. Ik zelf, gelijk men weet, tol het leger lie-
hoorendc, dien geen andere partij dan die van het
land.
i «Ik doe een beroep op de toewijding vail allen.
I Ik verzoek henom door zedelijken invloed de ilrif-
tigen te bedwingen, welke zich zei ven niet meester
zijn, en zicli persoonlijk recht te verschaffen tegen
die mannen, welke tot geen partij behooren en in
de rampen des vaderlands slechls een middel zien
om aan hunne afschuwelijke begeerten bol Ie vieren."
«Ik ben h 11 ij tl een man van aet vrije woord ge
weest bij de opheldering, die ge vraagt, zal ik mijn
gnusche geloofsbelijdenis voegen.
«De fout van alle regeeringeti, die ik gekend heb,
bestond daarin, dut zij dc materieele kracht nis de
ultima ratio beschouwd hebben. Allen hebben, in
verschillende mate, dc ware kracht de écnige,
welke ten allen tijde toereikend is, wanneer moei
lijke problemen in de beschaafde maatschappij opge
lost moeten worden op den achtergrond gescho
ven. Ik bedoel: de zedelijke kracht.
«Alle regeeringen zijn, in verschillende mate,
persoonlijk geweest. Zij begrepen niet dat het on
persoonlijk gezag, hetwelk zich enkel als den lasthebber
der natie beschouwt; hetwelk slechts het belang der
natie op 'toog heeft en in dien geest handelt,
nooit in zijn eigen belang; hetwelk zich onderwerpt
aan elke controle die de natie verlangt, en in deze
controle zijn heil ziet; hetwelk van ijver blaakt
voor bet algemeen welzijn, en eerlijkheid in de waar
neming van de openbare plichten inprent, dat
alleen dit gezag in't bezit is van die zedelijke kracht,
wier vermogende uitwerking ik heb aangeduid.
«In dien gec9t nu heb ik tot de bevolking van
Parijs gesproken. Door dien geest ben ik steeds
geleidin dien geest heb ik, naar de mate mijner
krachten en unjner positie, de dwalingen bestreden,
waardoor bet land thans in rouw is gedompeld.
«Ik heb de algemeene medewerking van alle par
tijen gevraagd, hun daarbij vrijwillig, zonder reserve,
mijne medewerking aanbiedende, en, zoo als ik ge
zegd heb immers, meer kon ik niet zeggen met
gnnsch ntijn hart. Ziehier nu wat ik onder die ze
delijke medewerking versta:
«Het denkbeeld, om de orde te Parijs te hand
haven door middel van bajonet en sabel, in het
Parijs, dat te recht in zoo pijnlyken angst verkeert
en ten prooi is aan die gejaagdheid, welke er het
gevolg v ,r dat denkbeeld jaagt mij schrik aan
eu boeze l mij wnlging in.
«Het denkbeeld, om de orde le handhaven door
de onwederstaanbare kracht van de vaderlandsliefde,
welke zich vrijelijk kan uilen, door de kracht vau
de eer eu het be.-f der dreigende gevaren, vervult
mij met hoop en kalmte. Doch het is een hoogst
moeilijk probleem: alleen kan ik he;, niet oplossen
ik kan het slechts oplossen met den steun van allen,
die in de door mij uitgedrukte denkbeelden hun
eigen geloof terugvinden.
„Dat is het, hetwelk ik „de zedelijke medewer
king" genoemd heb.
„Maar er kan een oogenblik komen dat Parijs,
langs zijne geheele uitgestrektheid bedreigd, eu aan
de beproevingen van een beleg ouderworpen, over
geleverd zal zijn om het zoo uit te drukken
aan „die klasse van schurken, welke iu de rampen
des vaderlands slechts een middel zien, om aau
hunne afschuwelijke begeerten bot te vieren."
„Dezulken, men weet het, dolen in de verbijsterde
stad rond, al schreeuwende: „Wij zijn verraden
Zij dringen het huis binnen en plunderen het. De
zulken heb ik willen aanwijzen, toen ik gezegd heb,
dat de eerlijke lieden hen bij den kraag moeten
pakken, daar de gewapende macht, welke op de wal
len zal zijn, niet bij de hand kan wezen. Ziedaar
alles."
Groot is de bijval, dien deze ophelderende brief
van ïroclm bij vie periodieke drukpers vindt. De
Temps zegt: „De gouverneur vau Parijs spreekt als
iemand, die enkel het oog op de natie heeft gericht
en aan haar zijn gezag ontleent. Zijne woorden
ademen de vurigste vaderlandsliefde en de zuiverste
democratie. Het vettrouwen van allen zij hem ver
zekerd."
Het Journal des Debats spreekt er aldus van
„De brief heeft den besten indruk op de Parijsche
bevolking gemaakt. De verhevenste gevoelens stra
len er in door, In langen tijd hebben wij van een
ambtenaar der regeering geen zoo edele en juiste
taal gehoord."
„Voor de eerste maalzegt de Sifole hooien
wij in de kringen, waar inen gewoon is enkel op
de dommekracht van het geweld te rekenen, van
de noodzakelijkheid voor het gezag spreken, om op
de zedelijke kracht te ateunen, als „de eenige, die
ten allen tijde toereikend is."
„Nooit is over het tijdperk van negentien jaren,
dat thans gesloten is, een harder en rechtvaardiger
oordeel uitgesproken dan thans door den heer Trooliu.
„Een nieuwen tijdkring gaan wij nu tegemoet.
De woorden van den opperbevelhebber van Parijs
zullen tot het hart van Frankrijk doordringen.
„Wat overigens het slag van lieden aangaat, waar*
van Trochu gewaagt, en welke in grooten getale
te Parijs nestelen,de politie kent ze. Wij hebben
reeds hunne uitzetting gevraagd. Een maatregel
van dien aard zou eou uitmuntende voorzorg zijn."