Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreden. 1871. N? 1016. BUITENLAND. Zondag, 26 Februari. Kennisgeving. Dc zelfstandigheid der volks vertegenwoordigers. Buitenlandse!! Overzicht. De inzending van advertention Fan geschieden tot één uur des namiddags op den dag der uitgave, IP-A-TIE]l\"T]EIlsr. KENNISGEVING. GOUDSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In do Stad geschiedt de uitgave in den avond vau DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is f 1.75, franco per post f 2. ADVERTENTIËN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommcrs VIJF CENTEN. De BURGEMEESTER »on Gouda brengt bg deze ter kennis ree He belanghebbenden, Hat door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastin gen enz. te Rotterdam, op den 21 Februari 1871 is executoir verklaard bet kohier voor de belasting op het persouecl 3" kwartaal dienst 1870187 1 N». 5. Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld in banden van den beer Ontvanger, dat ieder daarop voorkomende verpligt is lijnen aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden ingaat de termijn van DRIE MAANDEN, binnen welke de reclames behoorcn te worden ingedienJ. Gouda, den 24° Februari 1871. De Burgemeester voornoemd, VAN Ui.RUEN IJZENDOOltN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Gouda, brengen ter kennis van alle pa- tenlpligtige ingezetenen, wier namen voorkumen op de suppletoire registers voor bet dienstjaar 1870/71, dut de PATENTBLADEN in gereedheid en op de Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar zijn, wanneer zij zich daartoe persoonlijk aanmelden, van den 27" Febr. tot en met den 11" Maart daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot tics namiddags 1 ure (de Zoudug uitgezonderd); zullende, overeenkomstig Z M. besluit van 17 Oct. 1820, de binnen dien tijd door de belanghebbenden niet afgehaalde PA TENTEN, door den Deurwaarder der Directe be lastingen, aan hunne huizen, legen betaling van tien centen worden uitgereikt; terwijl tie nalatigen vervallen in eene boete van vijftien gulden, bijaldien zy, aangevraagd worden.ie, hun PATENT of een tijschrift van hetzelve niet kunnen vertooaeu, Gouda, den 24" February 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, DROOG LEEVER FORTUI JN. van BERGEN IJZEN DOORN. Ons is gevraagd, waarom wij ons niet men gen in den verkiezingsstrijd voor den gemeen teraad. Het eenige orgaan moest daarin ook den weg wyzeu, meent men. Wy zijn van een tegenovergestelde meening, juist omdat ons blad het eenig orgaan der stad is. Dat bewjjst, dat onze gemeente niet zoo groot is of in gemeente-aangelegenheden kun nen de kiezers zich met elkander verstaan. Daarenboven, ons blad staat open voor ieder, die op behoorlijke wijze zjjn gedachten aan het publiek wil mededeelen. Ilot is bekend genoeg, dat onze sympathiën voor de liberalen zijn, maar op het beperkte gobied dezer stad, meenen vry gerust de keuze van personen aan de kiezer» en de aanbeveling aan de kiesvereenigingen te kunnen overlaten. Naar aanleiding evenwel van een der inge zonden stukken wensohen wij toch een ulge- meene opmerking te makes, ook in verband met deze en latere verkiezingen. De toepassing zij den lezer overgelaten. Het betreft de onaf hankelijkheid, de zelfstandigheid der raadsleden. Menigmaal hooren wij, dat iemand aanbevolen wordt als een onafhankelijk- man, omdat hij ei gendommen heeft, fortuin bezit, omdat hij, zoo als men zegt, niemand naar de oogen behoeft te zien. Dit nu is naar onze meening een dwaling. Niemand zal ontkennen, dat in za ken en het bijzonder leven, fortuin te bezitten een voorrecht is, dat veel. vrjjheid vau bewe ging geeft maar geld stempelt iemand niet tot een onafhankelijk man, evenmin als het gemis daarvan noodzakelijk ten gevolge heeft, dat men afhankelijk is, In volstrekten zin is niemand onzer onafhankelijk. Allen hebben wij elkander noodig in het maatschappelijk leven en zoowel de rentenier en grondeigenaar in hun renten, als de handelaar of handwerksman in hun winst is van verscheiden zaken en personen afhan kelijk om hun levensonderhoud te vinden, le dereen is betrekkelijk onafhankelijk, wanneer hij de vereischte bekwaamheid bezit om diens ten te bewijzen in de maatschappijhij heeft dan een zekere waarde, waarvoor andere waarde geruild kan worden. Maar er is een zedelijke onafhankelijkheid, die niets met geld of goed te maken heeftdie niet gekocht kan worden noch betaalddie steunt op verstand en karakter. Zij wordt al leen verkregen door arbeid en studie, door nar denken en ondervinding, door zelfwerkzaamheid. Dat is de ware onafhankelijkheid, die gevon den moet worden in den volksvertegenwoordi ger. Deze moet zijn een man, die met onbe- nevelden blik om zich heen ziet. Met ontwikkeld verstand, want dat geeft een juist inzicht in de zaken en maakt vrjj van kinderachtige voor- oordeelen en kleingeestige dryfveeren. Dan verwart men geen zaken en personen, geen al- gemeene met bijzondere belangen, geen gods dienst met politiek. Men weet wat men wil en bezit de noodige kalmte van geest om nauw lettend de middelen na te gaan, die tot het beoogde doel kunnen leiden, In een woord, men is onafhankelijk, wanneer men inderdaad een man is. Laten de kiezers dat altjjd in het oog hou den. Let niet op geld en goed in de eerste plaats, maar op bekwaamheid en zedelijke zelf standigheid, dan zal men meer mannen vinden op plaatsen, waar zij moesten zjjn cn men zo nu te dikwijls vergeefs zoekt. Bij de volslagen onbekendheid met hetgeen tus- schen de Frausclte en Duit.che onderhandelaar* te Versailles omgaat, kan het niet anders of allerlei elkander tegensprekende geruchten moeteu de roud- reize doen onder het publiek en de telegrammen der bladen. l)e spanning waarmede men tiaar de duif met den olijftak uitziet is te groot dan dat men onverschillig zou kunnen blijven. De Fransche commissie is in haar geheel te Versailles geweest, nadat de heer Thiers verscheiden malen was heen en weder gereisd. Bismarck had het natuurlijk even druk met het heen en weer loopeu van zijn hotel naar den koning. Dit is letterlijk het eenige wat er op dit oogeublik met zekerheid bekend is, Dc rest is louter gissing en valt pessemistisch of optimistisch uit al naar het karakter der bericht gevers. Sommigen vleien zich dat de Duitsche eischen gematigder zullen zijn dan men eerst ver wachtte en liet is wel te denken, dat de hooge eischen, die van tijd tot lijd de wereld ingezonden zijn, moesten dienen om de werkelijke vredesvoor waarden gematigder te doeu schijnen, dan zij wer kelijk zijn. Zelfs verhaalt de figarodat de heer Thiers zich zou hebben laten ontvallen, dat de Prui sen zeer verzoeningsgezind zijn. Terecht voegt men uit Kumerijk er de volgende zinsnede bij, die in haar eenvoudigheid zoo juist is; Niemand gelooft hier aau Pruisische gematigdheid. Alleen de roode republikeinen zijn in Fraukrjjk voor de voortzetting van den oorlog »ot het uiterste. Merkwaardig zijn de volgende woorden, die de be kende Alphonse Karr aan de bladen te Lyou heeft doen toekomen: Ik verzoek u mij, bij mijne doorreis door Lyon, een weinig ruimte in uwe kolommen af tc staan. Geen phrusen meer. Frankrijk, heeft geen tjjd ze aan te hooren of te lezen. Acht dagen lang heb ik mij opgehouden in de door de Pruisen bezette streken, en ik heb liet leger van Boarbaki de wjjk zien nemen op Zwitsersch grondgebied. Ik heb veel gezien, ik kar waarheden zeggen, en zij zullen binnen eeuige dagen gezegd worden. Op ditoogen blik wil ik slechts twee daarvan verkondigen: Ik verlang dat dc nationale vergadering te Borden>x iemand die onze gevangenen, onze gewonden, onze zieken, onze stervenden gezien heeft, uls getuige in haar midden roepe; want ik geloof dat ook zij het recht hebben vertegenwoordigd te worden. Ten tweede verlang ik dat een lijst gedeponeerd worde op het bureau van den president der nationale ver gadering, waarop ieder afgevaardigde, die voor het voortzetten dus oorlog» is, zijn naam sehrijft. Deze lijst zal dan het stamregister zijn der voorhoede, aan welke de eer zal te beurt vallen, het eerst tegen den vyund op te rukken. De lieer Buftït, dien Thiers tot zijn minister van financiën bestemd bad, heeft geweigerd dien post te aanvaarden. Terecht vreesde hij, dat zijn optre den (hij was minister met Ollivier) een slechten in druk uiuken zou. Dc verlenging van den wnpeustilsiand wordt door Duitsche bladen gehouden vuur ten gunstig terkcn voor den vrede, daar men in offleieuae kringen be paald i\ 1st, dat alleen zeer gunstige vreilesiiitziolltert

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1871 | | pagina 1