fes Vt te SSèï Jte h fltiiïSVSi"» K5- Si.»**»* DUITSCHLAND. I T A L I W - y Lilian* Hi. WI*-*f iwb, w'" r mlbwta F •ktmCn mifta "f? tweede, waarin de eelirijwcr liet vcrsoliil aantoont, dut in den zedelykeu toestand van de tieide landen, Frankrijk eu Pruisen beslaat „Als men nu den zedelykeu loesluni! vim de twee «laten beschouwt, inuel men erkennen, dut dt Prui sische natie, zoo helderziende, zoo wnakznnra, zoo overtuigd van de roeping die ze heeft, tevens de best ouerwezene vun geheel Europa ij en de orde lijkste; dat zij is vol levenskracht eh vaderlands liefde j nog mei bedorveu door de behoefte aan slofl'<8jkr genietingen dat zij een vurig geloof en eer bied voor alle eerbiedwaardige zaken behouden heeft. Bedroevende tpgeilstelling Frankrijk heeft met rdles gespot en de eerbiedwaardigste dingen worden niet meer geacht: deugd, huiselijkheid, vaderlands liefde, eer, godsdienst worden aan een lichtzinnig en ongeloovig geslacht voorgesteld als voorwerpen ifitli -flli 0l -iu! -ijc?br'«;R va» li isme en schandelijkheid geworden. Het gif dringt lnng/nani overal door, ,druppcl voor druppel, in (Ie organ'ii van eenc onwetende en oververzadigde maatschappij, omdat zij geen verstand of geestkracht genbeg heeft oai haar instellingen Ie veranderen, om nieuwe aan te nemen, die gegrond zijn op de rechtvaardigheid eu het recht, overeenkomstig met den geest der nieuwere tijdeu en voor alles geschikt om het te onderrichtcu en zedelijker te maken. Do schooiic hoedanigheden der natie, edelmoedigheid, eerlijkheid, do gaven van geest en hart, verrainde- ren of verdwijnen langzamerhand, zoodat weldra het edele Frnnselte volk zich slechts aan zijn gebre ken zal herkennen. Eu ondertusschen bemerkt Frank rijk niet, dat erns iger natiën het vooruitgaan op dé haan der ontwikkeling en het terugdringen op de tweede rij. Al der.e beschouwingen zouden in Frankrijk weinig in den smaak «allen en evenwel zijn zij slechts do uit drukking der wnurheid. Ik weuschte, dat verlichte en onbevooroordeelde Frunschen Pruisen kwamen bezoeken en besludeerea. Zij zoti.len spoedig een ernstige, degelijke en sterke natie leeren kennen, be gaafd met de achtenswaardigste hoedanigheden, liefde tot den arbeid, ijver, een geest vim orde en spaar zaamheid, vaderlandsliefde, gevoel van plicht en van persoonlijke waardigheid, in cén woord eerbied voor net gezag en gehoorzaamheid aan (Ie wetten. Zij zouder. een uitstekend bestuurd land zien, ge regeerd door solicde, gezonde eu zedelijke wetten, waar de hoogste standen zich hun rang waardig toonen en den hun toekomenden invloed behouden door ook de verliclitste te zijn, door het voorbeeld te geven van zelfoj offering en door zich zouder op houden aan den dienst van deu staat te wijden een land eindelijk, waar alles op zijn plaats is en wt.ar de volmaakste orde heerscht iu alle organen vnn het maatschappelijk samenstel. Misschien zou den die opmerkers onwillekeurig Pruisen vi «gelijken bij een indrukwekkend, maar massief gebouw, stevig opgetrokken van deu grondslag lol deu top, waarin elke laag zoo geplaatst is, dat zij hel meest bijdraagt tot de hechtheid van het geheel, een gebouw, dat men bewondert wegens zijn groolsclie schikking, maar waarin niets den blik kan bekooren noch de minste aandoening kan le voorschijn roepen. Welk een verschil met de wanorde, die in deu maatschappelijke!) toestand van Frankrijk heerscht, waar alles vermengd, verward en overhoop ligt; waar men, onder voorwendsel, dat iedereen de huogste ambten kan bekleeden, volstrekt geen rekening houdt om iemand te beoordeelen of te gebruiken, met dat zoo noodzakelijk evenwicht tussohen opvoeding, ze delijkheid en kennis, hetgeen ten gevolge heeft dat de meest eervolle en aanzienlijke posten ver uld worden zoowel door slecht opgevoede, maar met een zeker talent begaafde lieden, als door weetnieten, die geen niidere aanspraken hebben dan hun maat schappelijke positie en hun handigheid 1 Noodlottig en verderfelijk voorbce.'il (Jok ontmoet inert in Frankrijk de meeste afgunstigen en geesten, die het Spoor bijster zijn; ongelukkige dwaalsterren, die hun weg zoeken zonder dien te knnneu vinden. In dit opzicht zou onze verwarde maatschappe lijke toestand, iu tegenstelling met dien vau Pruisen kunnen vergeleken worden met een van die meester stukken van bouwkunst uit het oude Griekeuland, dat door een aardbeving tot in zijn fondamenten is geschokt, die alles verbrijzeld, door elkander eu omvergeworpen heeftde reiziger bewondert nog de prachtige of bevallige puinlioopen die over hoop liggen op den grond en hij gaat heen terwijl zijn geest bekoord maar zijn hart bedroefd is. lloc zou men niet diep aangedaan zijn door dat onderseiicid, wanneer men zooals ik overtuigd is, dnt de oorlog onvermijdelijk is? Maar (het is van belang dit niet te vergelen) in den oorlog zal Prui sen, of liever de Noord-Duitsclie bond, beschikken over een inilliueu kundige, gedisciplineerde en goed georganiseerde soldaten, terwijl Frankrijk er nauwe lijks b a 'I honderdduizend lelt; maar de legers vnn den Bond zullen geheel het mannelijk eu verstandig deel, al de levende krachten bevatten van een natie vol geloof, geestkracht en vaderlandsliefde, terwijl het Franiohe leger bijna uitsluitend beslaat uit hel domsto en armste deel der natie; mnur, eindelijk, bet Duitsolie leger, juist omdat hel 't geheele manne lijke deel des volks omvat, zonder onderscheid van luantsuhappelijken stand, zal zieli gedragen eu ge sterkt voelen door de achting en hel ongeëvenaarde aanzien dat zij iu het vaderinnd geniet, terwijl hot Frurische leger, door sommigen beschouwd als een overtollige instelling, ondermijnd door anderen, die er omkooping <n verzet zaaien, zyn ziekelijk bestanu voortsleept onder eeu volslagen gem's aau achting eu zonder bewustzijn van de roeping die het heeft. Ik «ijs nog eens ten slotte op die treilende te genstelling die de troepen van heide natiën en de volken zelf aanbieden. Ik kan liet niet verhelen voor mij en voor eonige Frausohen, die den oorlog a's o"vs«T:'d«lijk heaot"1'*'"-" en t" Berli'n vou-n, voor ons is zy het onderwerp van onze smartelijkste overwegingen en van onze bestendige droefenis. ENGELAND, De Times is verontwaardigd over de Fransehen. Moed, eer, schaamte, alles schij.it onder de verschrik kelijke ondervinding, gedurende deu oorlog opge daan, le zijn verdwenen, de troepen zijn niet meer dan een canaille, haast niet het kruit waardig dat ineu om hen te bedwingen misschien zal moeten gebruiken. Het bloed van generaal Thomas, een oudstrijder voor de vryheid en van generaal Lecomie kleeft aan de vingers de' opstandelingen, eu rust op de hoofden van hen, die het vonnis hebben uitgesproken. Geheel Frankrijk moet zich thans scharen om den heer Thiers, en, indien Parijs zich blijft afscheiden, uit Versailles tegen lie stud opruk ken. Als de terugkeer tot de macht der autoriteiten alleen geschiedeu kan door burgeroorlog, dat het geschiede, maar misschien is de diepste vernedering voor Frankrijk weggelegd, dat de hulp der troepen vau den vijand, thans nog nau de rechterzijde van de Seine gelegerd, zal moeten worden ingeroepen om het volk tege" de woede zijner eigene broeders te beschermen. Daily Nem, Post, Telegraph en Standard, dus met het bovengenoemd blad de geheele leading pers van Engeland, alles spuwt vuur eu vlam over de gebeurtenissen in de Fransehe hoofdstad. Ja de Post gaat zelfs zoover om te vragen, zou Cliisle- liurst voor keizer Napoleon thans niet de weg naar de Tuilerien zijn? Het is de republiek die het keizerrijk maakt, zy heeft dit twee malen gedaan, en de geschiedenis repeteert zich. Telegraph Inadt de schuld van het gebeurde op d ministers. Hadden zij met meer kracht gehandeld toen zij optraden, dan «are liet beter geweest. Zij handelen en contrac teerden met de rebellen en haalden zich daardoor de omwenteling op den hals. De opstandelingen hebben, dit is duidelijk, naar een vooruitberap.md plan gehandeld. Ook Thiers heft zich niet krach tig getoond. Het zal Frankrijk- eigen schuld zijn als het zieh de vernedering ziet weggelegd, dat Duitsche troepen de rust moeten herstellen. De lieer Charley, eeu lid vun het lagerhuis voor Sulforil, is uiet gelukkig iu het gezelschap dat hij op het spoor aantreft. Op een reis van Houden uaar Sulford kwam hij op do uitreis in eeu wagen te zitten naast een half doode, en op de terugreis naast een half waanzinnige. Hij beklaagde .zich daarover iu de Times en meent dat de spoorweg maatschappijen even goed als zij voor een rookwageu zetten „hier mag gerookt worden," ook boven wngeus voor half dooden eu waanzinnigen dergelijke aandui dingen niet achterwege moeten laten. De heer Char ley is ongelukkig, liet moet erkend worden, maar zijne gevolgtrekking is echt Eugelsch. Terecht merkt de Pali Malop dat half doude personen veel min der lastig ziju dan zeer gezonde mannen, die het dikwijls rustigeu reizigers zeer onaangenaam kunnen maken. Waanzinnig kan iedereen geacht worden, die bij de tegenwoordige regeling van het spoorweg stelsel zijti leven op de rails waagt, al de waggons zijn dus voor de ontvangst van waanzinnigen be stemd voor hen die verplicht zijn van den spoor weg gebruik te maken zoude men een waggon onder het motto„voor verstandige!!," kunnen aanhaken, waarin zij zich aan zoodanige overdenkingen konden overgeven als thans op spoorlreineu gepast kunnen worden geacht. De troonrede, waarmee de Duitsche rijksdag is geopend, die over 't geheel een gunttigon indruk mankt, werd gedurig afgebrokeu door toejuichingen. Naast den troon was een tribune opgericht voorde keizerin, de kroonprinses en de prinsessen, liet corps diplomatique was geheel vertegenwoordigd. De keizer werd bij zijn komst in de zaal vooraf gegaan door den graaf Von Mollke, die bet rijkszwaard droeg, door Von l'erkcr met deu rijksappel, Von Hoon mot den 9ccptcr, graaf Rcilorn met de kroon, graaf Wrungel, begeleid doordc generaals Von Kumeko en Von l'odb.clski, met de rijkibanier. Do kroon- insigniën werden gedragen door twee officieren vau de gurde. De keizer wns vergezeld door den kroon prins eu een aantal Duitsche vorsten. Na liet uit- iprcken van de troonrede verklaarde Von Bismarck de zitting voor geopend. Heden (Woensdag) zal de rijksdag den keizer gaan geliikwenschcn met zijn geboortedag. De verklaring van de ministcriëele Nordd. Allg, Zeil,, dat Duilschlatid zich blijft onthouden vnn in terventie in de Fransehe aangelegenheden, zoolang op de vredes-bepalingen geen inbreuk werd gemaakt, heeft velen gerustgesteld. De heftige taal, die de Krei::eit. eeltige dagen geleden tegen Frankrijk voerde, wordt tlaii ook alleen beschouwd als de uitdrukking van de „t-nin; -3;'>'.e Pruisische kringen. De rijksdag Zal zich behalve met de nieuwe redactie van de constitutie, bezighouden met ue verdeeling der oorlogskosten, de ondersteuning der oorlogs-weduwen en weezen der verminkten, en de wettelijke regeling van het bestuur der geannexeerde provinciënvau welken aard dit bestuur zal zijn, of er afstand van grondgebied aitu Beieren (distriet Weisseuburg) al of niet heeft plaats gehad, of zai plaats hebben, daarover iaat de troonrede zich niet uit. Do Berlijnsche correspondent van Augsb. Allg. Zeit, dringt aan op eeu uitvoerig adres van ant woord op de troonrede; wel is fit in liet Duitsche parlement in onbruik gunankt, maar ditmaal zou men daartoe verplicht zijn, vooreerst om den Duit* schen keizer te oompliipenteeren, en tevens om de wenseheu uit te drukken, waarvan de meerderheid vnn deu rijksdag doordrongen is. Ook zouden vol gens de Augsburgsch' de verkiezingen ter sprake moeten komen op den rijksdag; het blijkt toch dat er op verschillende plaatsen door partijleiders is ge werkt, men denke b. v. aan de pressie van de Katholieke geestelijkheid op vele plaatsen, op een wijze, die wettelijke bepalingen niri overbodig maakt. Ook de Pruisische ambtenaren hebben, op hun gewone stille wijze, zieh met de verkiezingen bemoeid, wat voor'aan streng verboden moet worden. Blijft er tyd beschikbaar, dan is voor alles een wet noodig op de vrijheid van drukpers. De pers- aaiigelegeuheden zijn aan den rijksdag opgedragen; het vermoeden ligt voor de hand, dat dit geschied is. voorat om de uitspattingen vnn de Znidduitscho clericule pers desnoods te beteugelen; maar de libeta- len zyn van oordeel, dat iulegendee! volkomone vrijheid van drukpers moet worden verleend ook in het Noorden, waar de iib-rnie bladen tegenover de adminisratie nog altijd tot groote omzichtigheid zyn genoopt. Die vrijheid zou men kunnen eischcn als een recht op grond van de diensten, die dt pers in den oorlog heeft bewezen, In de troonrede des keizorï zoo schryft men uil Bcrlyu is liet programma voor den rijksdag slechts in enkele algemeene trekken aange geven. Geen enkele wenk komt er iu voor met be trekking tot den Elzas en Lotharingen. Er wordt wel gezegd dat „len gevolge der regeling van don toestand der herwonnen gewesten eene reeke vau maatregelen zal worden vereischt, waartoe de rijks dag de grondslagen zul moeten vaststellen," maar hel voorname punt, de qumAie ol' die gewesten al of niet, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, een rijkstand zullen uitmaken, die qnsestie wordt niet annge- roerd. Dit stemt dus overeen niet het stilzwygeu in de ministerieels organen want ook uit deze kan men ten aanzien van dit onderwerp niets opmaken. Men is dus nog altoos in 't onzekere of er werkelijk eene overeenkomst met Beieren tot de overdracht van een deel van den Elzas is gedaan. Wat in- tusschen het voornaamste isin de troonrede komt niets voor, hetwelk aanleiding kan geven tct de veronderstelling dat de vrede niet voldoende ge waarborgd zou zijn, Paus l'ius, „de gevangen man van het Vaticaan" zooals hij door zichzelven en zijne vrienden gaarne genoemd wordt, heeft dezer dagen aan eeue deputatie, die hem bezooht, uitgelegd hoe men die uitdrukking: gevangen man, moest opvatten. Materieel zeide de H. V. ben ik volkomen vrij; ik word door geen dwang weerhouden. Maar in zeilelijken zin bon ik niet vrij, want wanneer ik het Vaticaan verliet, zou hetgeen ik zng mij be droeven en ergeren, ja zou het kunnen gebeuren dat ik in loijn dierbare stad aan beleedigingen -werd blootgesteld. De Ossereatnre Romano, een der pauielykgezindn organen, geeft een uitvoerige uillegging vnn deze verklaring, en zegt wat 's pausen zedelijke ouvrij- lieid is. Zijn cigeua eer eu waardigheid meent liet blad beletten l'ius om uil te gaan. Want at r' w"* V et# f0rV', fik' 0 rjf* |id r. lijêOi l tt for* 1,1 ...AM1"11'1 y f r.. Jl. 4if KI D" i Tl let II "".i* lull W i 11' In l'fa1 yls**w >»u mil W ff ïflr'mt - tt ieuww" h M mm,l ia<* «F**1 min» ut iinaliiMi al» «P». a.s it f hNiMM ta" J Pip" ie» m Iswltifith tie »p. fK-j a m mmi |Bt npl'l*il itmf m tt mm I»1 *"T1m m ine! mfét' le ui wii auaarj iltwi fttoilf II»w,a«;u W i( vviAj S ral P .i. b» rti a k ifufitmi hm h pw wo, mé» l« piM lutfjt 'Jf rvtig It It titigl ra h lp hu; «iimii m F mimm ittiisusRtasit III W rntlasM u. -A t W OMpfMMJl II FaaAiai,! ■frmm diul ,l»* Ju mi hiim, fkllt lil („J h m, ""PatCi-. '■"Ti fn 4 fc ftl t,. Vta. II Bllei ui

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1871 | | pagina 2