J V BINNENLAND. ^tefcrÜfcD, ïSS '-sï-.?' ct 1 5; ill If RH 'JTwVt pölïtïï i I V If te fJLnii"' wTTgZktev ït - ^-=. g Man M-.* -O ijs.. I I (lis I sluitfii, ton cimlc zij aan do volksivoodo mogcn op geofferd worden. VVij hebben Engeland s houding in deze roods ver boven de houding vim België geprezen en dot do Independence do Belgische regeering prijst, dot zij do Belgische troepen nU Fransche pnliticugen- ten gebruikt om allo J'V.mscho uitgewekenen gevan gen te nemen cn aan do genade van do reactie te Versailles over te geven, bewijst hoe woedend de reactie zijn zal, welke zich in Frankrijk zal laten gelden. l)c Independanee wordt zoozeer door hare Fransche omgeving en door het bewustzijn dat zy grootendeels een Fransche courant is, niedcgesleept, dat zij in hare paniek maatregelen aanprijst over welk zij zich waar schijnlijk na eeuigen tijd hartelijk schamen zal. Dc pon weigert al de gruwelen mede te 'loeien, welke te i'arijs door regeeringstroepen en opstan delingen gepleegd werden. Vele vrouwen zijn gearresteerd geworden, terwijl zij vuurden op de troepen en men beweert dat een marketentster 10 soldaten gedood heeft doorhuil wijn te vergiftigen. Ken groote menigte vrouwen en kin deren, telegrnpheert de correspondent van de Times, zijn gefusilleerd geworden door de troepen, omdat zij met petroleum rondliepen. In N°. 27 Rueüudi- not alleen, lagen 52 lijken van dus geëxecuteerden IV ij deelden een paar dagen geleden mede hoe hoofd officieren te Versailles den wensch uitdrukten, dat de gevangenen levend ontleed zouden worden c 11 hoe een kapitein warm door zijn medeofficieren geprezen weid, omdat hij verklaarde vier gevangenen, die niet meer loopen konden in koelen bloede gedood te hebben. l)eze zelfde geest heeft zich aanhoudend getoond. Een correspondent van De Daili/ Nars schrijft„vele wouwen; die aangeklaagd waren een gebouw in brand te hebben gestoken, werden de stad binnen gebracht. Ecu eminent advocaat, die voor niemand onderdoet in verachting voor de Commune, meldde mij hoe hij er van gegruwd had een officier zijn sabel te zien trekken tegen een vrouw, die uit de rijen naar voren trad, terwijl hij haar een diepen houw over het aangezicht gaf en een gedeelte van den schou der afhakte. Een officier, die tegen deze barbnarseh- heid protesteerde werd onmiddellijk in hechtenis geno men. Ann eenige honderden opstandelingen, die in de Madeleine de wijk hadden genomen, werd geen genade gegeven, dopli zij werden allen in de kerk mot de bqjonet gedood. Niet den verliet levend de kerk." De heidenen en barbaren eerbiedigden de vluchte lingen in kerken en tempels mais nous aoons change tout celaj. DÜITSCHLAN D. Naar aanleiding van Bismarck's verklaring in den rijksdag, dat hij, wanneer het amendement Lnsker- Stauffenherg betreffende den Elzns en Lotharingen werd aangenomen, als bondskanselier niets met die gewesten wilde te maken hebben en ilen keizer zou verzoeken voor de aangelegenheden van die landen een verantwoordelijk minister te benoemen, naar aanleiding van die verklaring zegt de Naue Freie jPresse „Prins Bismarck's woorden over en voor de El- zassers en Lotharingers klonken zoo liefelijk als fluit en sehaluieitoonen. Voor du gemoederen dier be volking waren zij als melk- en huiiiiigbeken, vloeiende uit de velden Kanaiins. Maar bestond er voor den advoknat Bismarek, bij eene rede zoo vol van ver zachting cn verzoening, eenige noodzakelijkheid om een nieuw parlementair conflict in het leven te roe pen? een conflict, waarvan men kun vooruitzien dat het moet uitloopen op een onverdiende vernede ring der vertegenwoordiging van In t nieuwe Duitsehe rijkl Kon prins Bismarek, die het wizen van het constitutioneel stelsel steeds zoekt 111 liet woord com- protnis, niet voor een enkele keer wat meer oonside- rutiu gebruiken? Was liet niet beter geweest te be rusten 111 een parlementsbesluit, dat in de praetisehe j toepassing toch eigenlijk niets beteekeude? Zou dit niet beter zijn geweest dan daarvan eene Knbine.L- qus'stie te maken en door zijne verwerping van het amendement het nog zoo weinig gevestigd gezag der nieuwe volksvertegenwoordiging zulk een nadeel toe I te brengen? 01' moet hetgeen Bismarek gelieft te bestempelen niet den nuttin van compromis dan alleen hierin bestaan, dat de rijksdag altoos, tegen beter we ten in, zich blindelings zon moeten schikken naar den wil of gelijk hier liet geval scheen te zijn naar den luim van den grooten Mlnntsmnii? De 1 wijze waarup thans de rijksdag genoodzaakt zal wor den het nniendeiiiciit toch te de 111 vallen, stemt ge heel en al overeen met die waarop Thiers onlangs in de nationale vergadering te werk ging, toen hij huur dwong reeds aangenomen wet ter zijih: te stellen, k oor Thiers lag toen echter in den buiten- gewonen 11001I eene reden f t versehooning, doch voor Bismarek bestaat ilin niet. Integendeel, hjj be vindt zich in eene zoo gunstige, n ongehinderde positie, als waarin nog geen St-iatani m zich bevon den heeft. Dit volgt trouwens uit zijne eigen ver- klaring: ilnt hij zijne taak, de vestiging van liet Duitsehe rijk, spoediger heeft volbracht dan nmir men- schelijke berekening verwacht kon worden. I11 welk deel van Duitsoklaud, bij welke partij itt den rijks lag stuit hij dim op (lat wantrouwen, waar van hij zeitic een tweeledig bewijs te hebben ontdekt? Waarlijk, men inoet al in een zeer bijzondere soort van hypo chondrische stemming verkecrcn, om zoo iets in liet amendement Laskcr-Staiiffeuberg te zien, al mochten dun ook niet alle fraction zich dadelijk beijverd heb ben om hun vertrouwen jegens hem aan den dag te leggen. Hoe zal hij ooit eene meer loyale, meer aan hem overgegeven, meer vaderlandsgezinde vertegen woordiging vinden Eu toch kan hein niet liet ge- rinyte hinderen, of hii r't eene liq-ding aan alsof hij de hen, die hem zooveel gouden eieren legt, den hals wil omdraaien. „Diiitseliland heeft liet thans tot eene hoogte ge bracht, dut liet zij 11 aanzien niiur buiten waarlijk niet te kort doet, wanneer het volk, dut zoo moedig ge streden en zoo bereidwillig alles voor de macht en eer des lands gedium heeft, een recht matig aandeel in de leiding zijner biuneulnudsclie aangelegenheden verkrijgt. l)e rijksdag moet dan ook iets beters worden en zijn dan louter het aanhangsel eener au tocratie. Denk nu niet dal wij, bij de verwijzing op dien toestand, met een zeker genoegen op ons eigen Oostenrijkseh parlement roemen. Neen, wij hebben volstrekt geen reden ou; te zeggenHeere, ik dank u dat wij niet zijn gelijk deze! Veeleer ligt er voo ons een zekere troo»t, een zekere hoop in de o'crtuigiag dat zoo liet bij oils niet vooruitgaat, de wereld toch niet blijft stilstaan, en dut elke stap van Duitsclilnud op den weg van inwendige vrijheid voor ons eene vreugde, ja in de toekomst een steun voor dc Duitsehe Oostenrijkers kan zijn. Mnarjuist daarom zien wij inet be/orglieid hoe Bismarek, na zulke groote en ernstige gebeurtenissen, den Duitschen rijksdag, bij de intrede van liet nieuwe vrcdestijdpeik, op die manier weet te drillen en terecht te zetten. Met alle eerlijke liberalen in Duitsclilnud betreuren wij liet dat de afgevaardigden te Berlijn op eene zoo tastbare wijze moeten ondervinden, ilnt indien het niet goed is met de groote liecren kersen te eten, het evenmin raadzaam is zonder die groote hecren amendementen te maken." ITALIË Volgens de Triester Zeitung is de tekst van de door beide kamers aangenomen wet betreffende de waarborgen voor den Pans in den vorm van een prach tig ingebonden en met vergulde arabeske i versierd boek door een kabiuetskoerier aan den Kardinaal Antoneiii ter hand gesteld. Op de laatste bladzijde ziet men de handteekening des kouings, der ministers en die namens de beide kamers. De kardinaal An toneiii beeft den kabiuetskoerier hoffelijk ontvangen, maar hij weigerde de wet of het boek in ontvangst te nemen, eu motiveerde die weigering daardoor, dat hij lieiu een afschrift gaf van de circulaire, welke hij (Antoneiii; aan dc Mogendheden had gezonden, waarin dc reden» u voor 's Pausen afwijzing der wet uiteenge zet werden. In het aanstaande Consistorie zal de Paus eene allocutie houden, waarvan de circulaire het voorspel is, en waarin hij verklaren zal dat de waar borgen in die wet onnonnemenlijk eu ongerijmd zijn. Gouda, 1 Juni. Dinsdag 11. had een kind van den lieer L. Wei- Ier alhier, het ongeluk in de llaven te vallen; al spoedig dreef het naar het midden en begon te zin ken, un ion gewis zonder den moed van den lieer 1 Verbeid, hulponderwijzer op de openbare jongens school, verdrenken zijn. Zonder zich een oogenbük te ber illen, sprong hij er bij, en weldra smaakte hij liet genoegen voor de ouders een lieven jongen te lubben behouden, die tevens zijn leerling was. Wij laten hieronder volgen liet vonnis door den Kantonrechter alhier gisteren gewezen in de zaak van (1 J. IV, die terecht ston I omdat hij, tijdens zijne vrouw aan de pokken lecil, geen aankondiging daarvan overeenkomstig de verordening hail gedaan. Tevens kunnen wij ïricdeileclen dat de Ambte naar van liet openbaar ministerie van dit vonnis bij de arroiidisseinents-reclitbank te Botterdam in hoo- gcr beroep is gekomen. Het vonnis luidt aldus: De Kantonrechter te Gouda, Overwegende dat uit de onder cede ter terechtzitting afgelegde verkluriti ren der B', 4° en .V ge tuigen is gebleken dut de huisvrouw van gedaagde op den 27" April van dit jaar in zijne woning is overleden zonder dat een hunner heeft kunnen op geven anil welke ziekte zij lijdende geweest nas en evenmin of zij ten gevolge van kinderziekte was overleden. O. dut uit de verklaring van den geneesheer, den Meilieiine Doctor A. Linten, belust geweest met hare behandeling naar voorschrift van artikel 5 der wet van 1 Juni 18(15 Staa/sbl. n". (10, ten behoeve van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand afgege ven, blijkt dut door liciu als oorzaak van den dood van gedaagdes huisvrouw wordt opgegevenfebris exniitlieiuntieii. O. dat genoemde Heer Dr A.Luyten mode als ge tuige onder cede gehoord op de daartoe strekkende vragen, te weten tot welk soort van febris exnn- thematica de ziekte waaraan gedaagdes huisvrouw leed, behoorde cn of hij op den door hem afgelegd™ eed zou gunnen verkinren, dat zij niet iel, nëJib. ,1:1 kinderziekte was gestorven, heeft verklaard eu daarbij is blijven persisteeren dat hij met het oog op de be paling van artikel ISO van liet Wetboek van Straf vordering zich versohoonen moest op die twee vragen eenig nader antwoord te geven. O. dat daarop door den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie niet de toepassing van artikel 253 n". 3 in verband met de artikelen 177 cn 179 van liet Wetboek van Strafvordering is gerequireerd. O. dat gedaagde bij monde van zijnen gemachtigde den Heer Mr. H. J. Kranenburg te zijner verde diging heeft doen aanvoeren I.dat de Verordeningen van "•3 1859 en 0 li) Augustus 2(5 I'cbnmrij die van 11 November 1 n 1SG4 waarvan de Heer 9 December Ambtenaar van het Openbaar Ministerie de toe passing requireert in ensu van geenc toepas sing kunnen zijn omdat zij door de wetten van 1 Juni 18(»5 Staatsbl. n°. 60 en van 15 September IS 159 Staatsbl. n°. 152 vervangen zijn en daardoor hare verbindende kracht ver loren hebben en zulks op grond van artikel 151 der wet van 29 Junij IS51 Staatsbl. n°. 85 en II. dat in ieder geval liet bewijs uict is geleverd dat gedaagdes buisvrouw de kinderziekte heeft gehad en daaraan is overleden, eoncludeereude hij mitsdien tot ontslag van rechtsvervolging en subsidiair tot vrijspraak van gedaagde. O. dat artikel 151 der gemeentewet vaststelt dat bepalingen van plaatselijke verordeningen in wier onderwerp door eene wet, een algemeeneu maatregel van inwendig bestuur of eene provinciale verordening wordt voorzien van rechtswege ophouden te gelden zoodat tot de niet geldigheid der geheele plaatselijke verordening vereiacht wordt, gelijkheid van onderwerp in al hare bepalingen met die der wet, algemeeneu maatregel van inwend'g bestuur of provinciale ver ordening, terwijl bij gelijkheid van slechts een of en kele dier bepalingen de overigen kracht van wet blijven behouden, vermits de wetgever door liet woord bepalingen in genoemd artikel 151 kennelijk bijzondere voorschriften in de verordening vervat, be doeld heeft. O. dat de verordening waarvan in casu sprake is ver schillende zoodanige bijzondere voorschriften inhoudt als1 voor den Geneesheer die den lijder aan eene besmettelijke ziekte behandeld tot het doen van schrif telijke kennisgave aan den Burgemeester en den voor zitter der plaatselijke commissie van geneeskundig toe- voorzicht; 11. voor besturen van Godshuizen enz. tot het met koepokstof doen inenten der kinderen in hun gesticht opgenomen111. voor het hoofd van een ge zin waarin zich de kinderziekte openbaart tot het plaatsen eener kaart aan den hoofdingang zijner wo ning, waarop geschreven staat dat in (lat huis de kinderziekte heerscht; IV. voor den geneesheer die den lijder behandelt om diens naam en woonplaats binnen 24 uren ter kennis van den burgemeester te brengen en V. omtrent het begraven der lijken van aan besmettelijke ziekte overledenen. O. dat de wet van 1 Juni 1805 Staatsblad n°. 60 de uitoefening der geneeskunst regelt en voor schriften bevat voor hen die haar uitoefenen en het besluit van 15 September 1*59 Staatsblad n°. 152 bij een eenig artikel de koninklijke Insluiten van IS April 1818 Staatsbl. n°. 20, van 29 Februari 1S48 Staatsbl. n°. 0 en van 10 Januari 1801 Staatsbl. n°. 1 intrekt en buiten werking stelt omdat in de daarbij behandelde onderwerp' u bij de wetten van 1 Juni 18(55 Staatsbl. nB. 58 en (50 is voorzien. O. dat in laatstgenoemde wet geen sprake is van het p!aat<en eener kaart, kennisgeving van kinderziekte inhoudende en de in artikel H der aangehaalde ver ordening daaromtrent Voorkomende bepaling boven dien door geen»; andere latere wet, maatregel van inwendig bestuur of provinciale verordening vervan gen is eu dus geacht moet worden kracht van wet te hebben en artikel 151 der Gemeentewet in ensu alle toepassing te missen. O. (ino ad I! dat gedaagde gedagvaard is wegens Int a's hoofd des gr.-ias op '7 April 1871 niet plaatsen van mie kaart aan den hoofdingang zijner wo ning waarop in van de straat he: bare letters ge- t* - toil", i,- ra#'* ,»'j "'or.-a»- F"*" 1 i'L-'--" I i «>■.-> „Ja inrffiMni™" f- 'e' yde ra -o* tt jsitüif gade pp iéMMf I m ff mm rap. MKfflte ffOBila (WfOOTW v) i létóWi bi Uk imrFsw Un ftKt i buk. ij»; .'ff.nr.uf kfennikiódi'ft («V'Wl wcwk ,.vi - 11 ikt kt \m m a - -a ,w fvnii torml: tJl' int.. tri k te w fflj "«in- ia "''UT,;, i Aft Ui 'j ""i«.,i Wig «*ii •V Vki Hlil 'K.!* f f'* >^k

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1871 | | pagina 2