Laatste Berichten.
Kantongerecht te Gouda.
K
ADVERTBNTIËN.
ÊÊÊÊÊÊmam
U.G
Burgerlijke Stand.
POKEEN-EPIDEMIE,
m §jpj
f.gci: indien zij
cgnet wordt unu-
I ,urt ieiie vlucht
Ailigd aai hare ua-
K-ui igen Dat hieruit
1 _,'uono«8ioneerden
I, een zeiaanzienlijk
|i i van Denemenden
.lie nit alleen op
L lere .Eelen (lezer
Ën invli ld zul zijn,
vu spiorweg, met
i erbor len worden
kkeu Dat mits-
Irew rv1"
r liielijk provinciaal
I.et be Sneideuheid
pedeiverl ng van de
or de. aanleg en
Hordt ge
le i guit
|u kort
nogta
Ue is gi
Irving v
Hei te v<
orderd een
:n, en dat,
ijdsverloop
s zeker is,
deken, dat
n geweste-
krijgen is.
t kon. besluit van
nieuwe bepalingen
lli als vilgt
di aanMannde zul.
door ie zorg der
leeuige urdere beta-
Je postwtt verschul-
aan i personen
It op di beiauglielv
|t ng ru i om zieb
orenst.einde maat-
|i li uanoiii t een nieuw
|wissels i jorilen inge-
hulpk Li toren der
nalve clnt per stuk
ti. door ij; afzenders
eel hun [eigen naam
lresseeife, alsmede
k« van b»t versehul-
|iïels te Doorzien.
ior hu kenlandsctie
lug op dm voet als
|aaromtrej| bestaande
met vrtemde post-
blien mcd
|e post-
tegen be-
i hulpkan-
F. 18 WAAR-
BAMF, DIE
F.N HEEFT.
jr.rtEKEN;
NA I)E
OETBOFÏ
Vhc Nieuu ibode).
11 Olltl
Irijven ov.
lin Wille
au de i
lid der
J ue oorzal
lips, om n
la ui van 1
oogenl
li gekoiner
milen, een
het nood-
III ge-
itnoodiging
commissie
ui van den
melijk eene
iigeen door
ik dat ik
tot op 't
lo.l aan .en Engel-
li et onve
Iken terug
|h ui gcma
zeereizen
i ouden lit
Ipeunink,
li p nitgez
sohillig te
wil geven,
kt heeft, al
heeft op-
van het
itivelk op
ilil zijnde,
il te Battkia ten an
|n len van
i gen, da
erd liebó
|i eene rei
pi Sirene i
i ir mij e
met de
ii kan,
verlof in
-(■comma!
i'hilips v.
zes kin
de Frt
lii Oost-lud
ien bodera
deze her
in,
v.n Ma-
imaakt heb,
mijn ge-
liepste wee-
.uropa, bet
loerd heb,
Marmks
eren en een
ische mail,
e ben terug-
Mijne treurige ervaringen in vroegere jaren op
twee voor mij noodlottige zeereizen gemankt zijn wel
licht oorzaak, dat liet verhaal mijner derde zeeramp
met zachtere kleuren is gi sohilderd, dan in sommige
mij oniler Ue oogen gekomeue dagblad-artikels ge
schied is. In elk geval zal men mij van overdrijving
in het beschry ven van feiten niet kunnen beschuldigen.
Ik ben daarvan een vijand, omdat de waarheid er
altijd door geschaad wordt.
Toen ik, op den 16 Mei jl. 's middags tegen 12
uur, met mijnen zoon, een twintigjarigen jongeling,
te Nieuwediep aan boord van het statige stoomschip
Willem 11 i kwam, werd aan ons de besprokene hut
der eerste Klasse A, n°. 14, aangewezen. Hare ruimte
uei my niev n.tüu j zij kwam mij nog al bekrom
pen voor. Dat het wasehtoestel niet tevens, zooals
op de schepen der Messageries impériales, tot laad-
tafel wits ingericht, dat de couchettes, hoewel lang
genoeg, zeer .smal en van vrij dunne matrasjes voor
zien waren, trof insgelijks mijne attentie. Daaren
tegen merkte ik met genoegen op, dat zich ouder
de slaapplaatsen eene betrekkelijk groote bergruimte
voor kleine koffers en reis-valiezen bevond.
Ik nam alsuu de geheele inrichting van het schip,
die mij trouwens reeds uit de plnttcgrondsteeken ing
tamelijk bi kend was, nader in oogeuschouiv. Zij maakte
op mij een allergunstigsten indruk. Ook ik ben van
gevoelen, dat de Willem III een sieraad onzer koop
vaardijvloot was. Het logies der snppletie-troepeu
beviel mij bij uitstek. In de salons en hutten der
passagiers kon misschien voor ventilatie beter gezorgd
zijn. Eene inrichting die op de Eransche mail
schepen in de warmte goeile diensten doet door
de plaatsing van door middel van koorden te be
wegen en boven de tafels in den grooten salon
hangende groote waaiers miste ik ten eenenmale.
Bij mijne wandeling awer en tusschendeks trof het
mij, dat overal een' buitengewone drukte, ik mag
wel -eggen, overhaasting, heersohte. Er waren, naar
't mij voorkwam, veel personen aan boord, die geko
men waren, om afscheid van betrekkingen en vrienden
te nemen, dan wel blijk te g» ien van belangstelling
in de onderneming der maatschappij „Nederland."
Ook bleek liet mij, dat hutten, door passagiers lis-
sproken, nog even vóór hun embaripiemeut door niet-
passagiers geoccupeerd ivaren. Beu sleutel mijner
hut en ile btide kleinere sleutels tot de daarin zich
bevindende kleine k. jtjes waren door tien jonge dame,
die 't schip later, even voor het onder stoomgnnn,
verliet, te zoek gemaakt. Welwillend werd mij ech
ter door den administrateur, ten gevolge mijner ter
zake gemaakte opmerking, eeue andere hut aangewezen.
Dit het aantal gasten aan boord buitengewoon
groot was, hetgeen veel heeft bijgedragen tot noode-
looze vermeerdering der drukte en overhaasting, waar
over nog al geklaagd werd, was het duidelijkst op
te maken uit het overgroote getal dischgeuooten.
Hadden de passagiers bij de eerste maaltijden bijna
geen plaats aan tafel kunnen vinden, zij zaten na 't
onder stooingaan zoo ruim als zij slechts wetischen
korden. Tien al die gasten het schip verlaten had
den, werden eerst de eigenlijke passagiers in de ge
legenheid gesteld, eene vaste plaats aan tafel in te
nemen, terwijl aan hen, die daartoe aanzoek deden,
iloor den Administrateur met de meeste bereiduiliig-
heiil audeie, vacant gekomene, hutten aangewezen
werden.
Na zoodoende allengs meer op hun gemak geko
men te zijn, en met elkander kennis gemaakt te heb
ben, waren allen over hunne installatie aan boord
vrij «el voldaan, en vleiden zij zich met de lioop
op eene aangename en voorspoedige reis, te meer,
daar men zicli reeds had kunnen overtuigen, dat de
Willem III een snellooper was. Alleenlijk klaagden
in den namiddag van den 19" Mei eenige be/itters
van hutten le klasse A aan stuurboordzijde, dat zij
last hadden van rook of stoom, die zij vermeenden
dat voortkwam uit de stoompijp, die naar de badka
mers liep. Ik hoorde intusschen later, dat dit in
convenient verholpen was.
's Avonds van denzelfden dag amuseerden zich de
meeste passagiers met het kaart- of eetiig ander spel,
dan wel met lectuur of muslceeren. Ik behoorde tot
hen, die begeleid door de prachtige piano, welke
bespeeld werd door eene talentvolle musicienne,
Duitsche liederen zongen. Nog rui achten de laatste
toonen van „das (iebet vor der Sohlacht Vater ich
rufe Dich," door de ruimte van den sinnakvol in-
gerichten grooten salon, toen wij plotseling ten 10
ure 10 minuten op het voordek den kreet: water!
vernamen.
Zoo snel als mijne rhumatieke ledematen mij zulks
toelieten, spoedde ik naar boven, en bemerkte, dat
men reeds ijverig in de weer was, water in putsen
aan te brengen. Mij aan de hoop overgevende, dat
men den brand, waarvan de rook, althans voor mij,
alleen zichtbaar was, in weinige ocgenblikken meester
zou worden, begaf ik mij weder naar beneden, om
de in de grootste ontsteltenis verkeerende dames ge
rust te stellen. Daarna ijlde ik weder op het dek,
en zag nu dat de rookwolk van den uraud in di
mension toegenomen had, terwijl thans ook aanstal
ten getroffen werden, de hand-brandspuit in functie
te brengen. Dit nu duurde, naar de bescheiden
mcening van mij, die zelf tweemaal als artillerie-
officier echter aan wal het lilusschen van
branden door middel van brandspuiten geleid heb,
wat te lang, en als het waar is, hetgeen ik heb
hooren beweren, dat liet mondstuk der slnng niet, of
te laat, opgeschroefd is kunnen worden, dan mag
het ook geen verwondering baren, dat de uitwerking
der brandspuit zoo veel te iv'enschen heeft overgelaten.
Terwijl eenige manschappen op het achterdek de
handpomp krachtig hanteerden, ivcrd eensklaps bij de
omstaniL.s du l: .or 1. vendig, ilat mei. ci in slaagde,
den branil te bedwingen, doordien er op het voordek
een algemeene juichkreet, een hoerrah meende ik,
aangeheven werd. Het bleek echter, weldra, dat hier
helaas 1 eene vergissing hail plaats gehad want het
duurde niet lang, of men hoorde het geroep van
„sloepen over boord".
Zoodr.i tot uitvoering van dat kommanilo handen
aan 't werk werden geslagen, spoedde ik in mijne
hut, cu voor/ng mij van mijne warme overkleederen,
terwijl mijn zoon, die mij gevolgd was, uit een der
kleine koffers, die onder de couchettes stonden, een
zakje met zilvergeld haalde. Mij weder naar boven
willende begeven, bespeurde ik, dat de zwemgordels
(life-preservers) waarnaar een minuut of tien te voren
reeds gevraagd was, voor den dag, men zegt uit het
ruim des sehips, waren gehaald, en dat. reeds on
derscheidene Dames en Ileeren bezig waren, dezelve
vol lucht te blazen. Ik greep er ook een, cu begaf
mij weder op het ilek.
Ontwarende, dat het over boord brengen der sloe
pen nog niet veel gevorderd was, en veel inspanning
kostte, ging ik, inagteloos als ik door mijn rhumatiek
lijden was om behulpzame handen in iets te bieden, zit
ten op het achterdek, en waarschuwde slechts mijn
zoon, die mede ijverig bezig was te helpen, waar
hij dit kon, dat wij gezamenlijk plaats zouden nemen
in de laatste sloep, die te ivater werd gelaten.
Terwijl ik daar gezeten tot de rol van toeschou
wer gedoemd was, heb ik nog al het een en ander
waargenomen, dat het hart bevredigend, maar ook
pijnlijk aandeed. Ik ivii mij van allen lof en van
alle blaam van personen onthouden, liet is immers
zoo gnnsch natuurlijk, dat mannen, die vrouwen en
kindereu in doodsangst verkeerende zien, tot de red
ding van die ongelukkigen hunne beste krachten aan
wenden zullen, en dat hij, die van beroep zeeman
en meer vertrouwd is met alles wat een scli p aan
gaat, en dit overkomen kan, meer diensten hij eene
schipbreuk kan bewijzen, dan een ander die misschien
zijn lijf voor de eerste maal aan een schip toever
trouwd heeft. Wat mijn hart het smartelijkst heeft
aangedaan, is het aanschouwen van de pogingen der
Dames, die in haren doodsangst den ailein niet ge
noeg te barer beschikking hadden, om de zwemgordels
van hare kinderen van lucht te voorzien. Daarentegen
was liet hoogst verblijdend te kunnen waarnemen, niet
welke resignatie het geheele vrouwenpersoneel in de
ergste ure des gezaars zich aan liet onvermijdelijke
onderwierp. Ik althans heb geen enkelen gil, getm
enkelen angstkreet gehoord. Van kinderen spreek ik
nietwant wie het gevaar niet kent, niet beseft, is
daarvoor ook niet beangst, en het verwonderde mij
dan ook geenszins, dat een (lier wichten, toen het
door zijne Duitsche bonne uit de hut tiaar het dek
gedragen werd, tot deze zeide„ich habe noch kei-
nen Kaffee getrunken.*
Slot volgt.)
Londen, 23 Juui. De Times, deelt een brief
uiode, door Huizot aanGrevy gericht. Hij verzekert,
dat Frankrijk nimmer ophield in God te gelooven en
dat het bewind der nationale vergadering de eer van
het land redde door den langdurige» tegenstand van
Parijs. Thiers had den moed tot het teckeneti van
den Trede en het bestrijden der anarchie. De nati
onale vergadering en Thiers hebben hun plicht gedaan,
maar de tijd is nog niet gekomen om een bewind
te kiezen. Ilij raadt geheel P,-ankrijk deeltenemen
aan de aanvuliingsverkiezingen, wier geivieht voor de
toekomst van het lanil groot is. De regeeringsvorm
moet zijn de niet-revolutionnire republiek of de waar
lijk constitutioneele monarchie. Uin hiertoe te gera
ken is noodzakelijk d«t er volkomen eensgezindheid
bestaat tussehen Thiers en dc nationale vergadering.
Bucharest, 22 Juni. De kamer heeft het wets
ontwerp betreffende de lceiiiug, ua eenige onbedui
dende wijzigingen, aangenomen.
Berlijn, 23 Juni. De ochtendbladen deelen een
schrijven mede, door Bismarck gericht aan den heer
Frankenberg, lid van den rijksdag, betreffende de
houding der Katholieke fractie van den rijksdag, de
zoogenaamde fractie van het centrum, welke feitelijk
in dezelfde richting werkt als die elementen, welke j
'zich verzetten tegen de herstelling der Duitsche rijks-
principes. Bisninrck bevestigt, dat Antonelli bij den
lieer Taufkirchen geen twijfel heeft overgelaten, dat
die houding in de hoogste kerkelijke kringen wordt
afgekeurd en dat zonder twijfel Antonelli hiermede
het persoonlijk gevoelen des pausen kennen deed.
Berlijn, 23 Juni. Do heer de Gabriao, de pas
benoemde Fransohe gevolmachtigde aan het hof van
Berlijn, tot dusver eerste gezantschaps-seoretaris te
St. Petersburg, is gisteren vroeg hier aangekomen,
en heelt des avonds zijne reis naar Versailles voort
gezet. Binnen acht dagen zal hij zijn post alhier
komen aanvaarden,
Versailles, 23 Juni. Naar men verneemt zal
de inschrijving voor de nieuwe leening tegen Dinsdag
worden opengesteld, De eerste storting zal 12 fres.
bedragen; de overige e.ortingeu zijn in zestien maan-
delijksohe termijnen verdeeld.
Het gerucht wordt tegengesproken (lat de verkie
zingen voor de algemeene raden op 16 September
bepaald zijn.
Londen, 23 Juni. De heer Gladstone heeftin
het lagerhuis medegedeeld, dat ia de zending van
wege de koningin naar Ilotne, om den paus met zijn
jubilé geluk te wensehen, niets van eer.igc politieke
beteekenis lag opgesloten. Ik denk overigens, zeide
de heer Gladstone, dat het lagerhuis met mij van
oordeel zal zijn, dat men den paus de gewone be
leefdheid en achting verschuldigd is.
Bij vonnissen van 7 Juni 1871, zijn:
1°. C. v. Z. wegens het verwekken van beleedigeude
nachtelijke burengeruchten tot verstoring van de rust
der inwoners, veroordeeld tet één dag gevangenisstraf.
2°. D. B. wegens het laten loopen van een trek
beest op eens anderen in den oogst staanden grond,
veroordeeld tot eene geldboete van 3 of een dag
subsid. gevangenisstraf.
3°. P. C. wegens het te Gouda als bestuurder van
eene klei kar niet loopen naast die kar, veroordeeld
als n°. 2.
4°. J. L., 5°. C. v. W., 6». H. v. d. W„ ieder
wegens het te Gouda als geleider van een aange
spannen hondenkar niet gaan naast de honden, ver
oordeeld als nu. 2.
7°. J. F. de V. wegens het binnen de gemeente
Gouda, niet voorzien van muilkorven aan twee aan
gespannen honden, veroordeeld tot twee geldboeten
van 1 elk of een dag subsid. gevangenisstraf voor
elke boete.
En 8°. A. IV. wegens het te Gouda met een krui
wagen niet beladen met glas of aardewerk, zonder
noodzaak berijden van een met klinker bestraat voet
pad, veroordeeld lot eene geldboete van 1 of een
dng subsid. gevangenisstraf.
En bovendien alle in de kosten invorderbaar bij
lijfsdwang.
GKBOUKN21 Juni. Johannes Christiaun, ouders G. W.
Opgen ha effen en A A. van der Kemp. Leendert, ouders
J vnn Kijk eu E Verwaal. Hendrik, ouders I) de Jong
cu E. Kunst. 22. Johanna, ouders E. Jongkocu en T.
Groeueweg. Johannes Hendrikus, ouders G. t>chmitz en
A. M. Jeisman.
OvEKMtDKN: 22 Juni. II. de Zeeuw, 08 j. P. van
den End, 11 in. 23. M. den Hertog, 4 j 6 nt. J.
Hoosbeek, 14 d.
Van 17 tot 23 Juni aangetast 14
Vroegere opgaven 137
Te zinnen 151
Van welke er 54 overleden zijn.
vïfQigfQ i i AT2 Jrvfu Cr
Ondertrouwd
ffi.-iracvi-o.sra -iraiïö)
tt KIK
<$g/b HBB)
FKiiimiK HENDRIK iiUUEUS BRACK,
Burgemeester van Reeuw'jk
CORNEI IA JOHANNA SAVRI.I, ifjSj
|3j| *au Haarlem.
|Sll) Reeuwijk, den 22 Junij 1871. |5|
ffe Algemeene kennisgeving. s.J|
oüo cis eïw Êi© ai eai o ~iycv; üsë c i 'töffpJsiiise&SiijSSisOT
Mijne vrouw beviel heden van een Zoon
A. W. VAN KLUIJVE.
Gouda23 Juni 1871.
Kenige Kennisgeving.